De betekenis van de kleuren
Wit:
De witte kleur gold als uitdrukking van heiligheid en vreugde.
Het lag voor de hand deze kleur van reinheid te gebruiken voor gewijde voorwerpen en gebouwen.
Wit symboliseerde de kosmische volheid van macht en het zuivere goddelijke licht.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zwart:
Als een soort tegenpool van wit belichaamt de kleur zwart de onderwereld. Aan de dodengod Anoebis werd dan ook een zwarte huid gegeven.
De kleur werd een symbool voor de oergrond, waarin al het leven moet terugkeren om opnieuw geboren te worden.
Om die reden beschilderde men beelden van de vruchtbaarheidsgodin Min meestal met zwarte verf, als teken van wedergeboorte.
Rood:
Rood had in het oude Egypte een dubbele betekenis.
Enerzijds waardeerde men de kleur vanwege haar stimulerende, levensbevestigende uitstraling, anderzijds werd ze ook met bloed en razernij in verband gebracht, wat aan de handelingen van het offeren en doden herinnerde.
Omdat de god Seth rode haren en ogen had, werd met de toenemende afschuiving van de god naar het gebied van het kwaad ook de kleur rood een uitdrukking van het gevaar.
Men droeg aan de vernietiging van Seth bij door rode runderen te offeren en in vroeger tijden zelfs mensen die een roodachtige huidkleur hadden.
Groen:
In tegenstelling tot rood staat groen algemeen voor het goede.
De kleur van de vegetatie en van het ontkiemende nieuwe leven stond voor bescherming en vreugde.
Zo werd ook Osiris met zijn groene huid vereerd als de 'Grote Groene', als symbool van wedergeboorte.
Blauw:
De kleur blauw verwijst naar het goddelijke aspect van een wezen.
Aan de oergod Amon een blauwe huidkleur toegeschreven als uitdrukking van de oneindige kosmos.
Als verwijzing naar hun goddelijke herkomst droegen de andere goden blauwe pruiken en baarden.
Rood en wit
Deze twee kleuren waren als symbool van volmaaktheid.
Ook de dubbele kroon, die bestond uit de witte kroon { van groen riet gemaakt} van Opper-Egypte en de rode kroon van Neder-Egypte, werd als teken van vereniging en vervolmaking beschouwd.
Met het woord 'kleur' werd tegelijkertijd het 'wezen' van een voorwerp of levend wezen beschreven.
De kleurstelling had altijd betrekking op de eigenschappen van de afgebeelde persoon.
In de klassieke Egyptische kunst werden
mannelijke lichamen in een krachtige bruine kleur geschilderd,
terwijl vrouwen een lichtere, gelige tint kregen.
Mannen kregen alleen een oranje kleur als ouderdom en gebrekkigheid moesten worden uitgebeeld.