Mensen met een handicap moeten ook in Egypte meetellen
Mustafa met zijn straathandel Copyright: Rozemarijn Esselink
30 april 2008 (OPINIE) - Gehandicapte mensen blijven hier voornamelijk binnen, hoorde ik regelmatig. Getuige de vele mensen met zichtbare beperkingen op straat in Cairo, zou je dat niet zeggen. Zijn er belangenorganisaties en waar werken ze zoal aan vroeg ik me af. Ik bezocht er twee.
Jawel, gewerkt wordt er: de organisatie Shumuu is erg actief om de mensenrechten onder de aandacht te brengen. Het SETI Center stimuleert een inclusieve samenleving. Ouders en familie van kinderen met psychiatrische en verstandelijke beperkingen worden getraind in hoe ze hun kind het best kunnen begeleiden en stimuleren in de eigen omgeving.
Tot voor kort was de Egyptische overheid niet geïnteresseerd in mensen met beperkingen. Maar aan het eind van 2007 nam die, mede op aandringen van samenwerkende gehandicapten- en mensenrechtenorganisaties, voor het eerst het initiatief tot het opstellen van een rapport over de positie van gehandicapten. Daarin gaat men uit van dertien tot vijftien procent gehandicapten binnen de totale Egyptische bevolking. Wellicht zijn het reële cijfers. Want loop een kwartier op straat in Cairo en je komt minstens twintig mensen met zichtbare beperkingen tegen. Mannen vooral. Gehandicapte vrouwen zitten, overigens net als de meeste vrouwen zonder beperkingen, grotendeels thuis. Mannen met één been, mannen op krukken, mannen op een plank met wieltjes, mannen zonder benen, blinde mannen. I n groten getale bevolken ze Egypte´s hoofdstad. Sjouwend met zware lasten, bedelend, papieren zakdoekjes verkopend of lurkend aan de waterpijp.
Alleen mensen die betaald werk gehad hebben kunnen een beroep doen op een bescheiden vorm van sociale zekerheid als ze gehandicapt raken. Is dat niet het geval dan dient de familie als vangnet om te overleven. Als je gehandicapt bent krijg je een ID Card, een documentje waar je in de praktijk weinig tot niets aan hebt. Een rolstoel is geen uitzondering in het straatbeeld, maar er lijkt slechts één type te bestaan: breed, roestig, zwaar, met lekke banden. Als je er al een hebt kunnen bemachtigen heeft dat, vanwege de uiterst ingewikkelde bureaucratie, vaak jaren geduurd voor het zover was. Ziehier, enkele feiten waar een gehandicapte Egyptenaar dagelijks mee te maken heeft. Overheidsbeleid dat ook rekening houdt met beperkingen, nee dat is er (nog) niet. Ook over de infrastructuur kan ik kort zijn: die is er nauwelijks. Heel af en toe is er provisorisch een afrit op een stoeprand gemaakt. Maar de fysieke toegankelijkheid neemt de laatste jaren eerder af dan toe. Vanwege het razend drukke verkeer worden nieuwe trottoirbanden maar liefst 30 centimeter hoog gemaakt. Allemaal om autos op de stoep te weren.
Slechts een tot twee procent van de gehandicapte Egyptenaren zou ooit een of andere vorm van hulp en ondersteuning ontvangen, zo blijkt uit een rapport van Caritas-Egypt, een non-profit NGO, actief op de terreinen gezondheidszorg, alfabetisering en hulp aan jongeren, vluchtelingen en vrouwen.
|