Het middenrijk begint in 2133 v. Chr. en eindigt in 1786 v. Chr. Het betreft de 11e t/m de 13e dynastie.
De belangrijkste gebeurtenissen in deze periode zijn:
- Hereniging van het rijk onder de vorsten van Thebe.
- Amenemhat 1 herstelt de beambtenstaat.
- Centralisatie
- Opvolgers vernietigen de macht der lokale potentaten
- Handelsverkeer met Kreta, Cyprus en Fenicie
Toen het middenrijk begon moest er veel rechtgezet worden. Er kwam weer een sterke koninklijke macht en een goede centralisatie. Hierdoor kon de handel weer opbloeien onder de farao Menthoe-hotep 2. Hij zond handelsmissies naar Poent en liet aan de kust van de Nijl zeeschepen bouwen die hij nodig had voor het vervoer van mirre en hars.
Er was handel met: Palestina en Syrië. Waarschijnlijk ook met Gaza, Byblos, Ras Sjamra, Megiddo . Hier zijn veel Egyptische produkten gevonden.
Alle Egyptenaren genoten van de opbloeiende welvaart. Dit is te zien aan de individuele kunstverzamelingen van de Egyptenaren. Niet alleen de farao maar ook de gewone burgers hadden een rijke kunstcollectie.
In het middenrijk is er zeer veel gebouwd. Over heel Egypte verrezen nieuwe bouwwerken of werden de oude hersteld. Tijdens de 12e dynastie bereikte de bouwwoede zijn hoogtepunt.
Er was een verschil in de manier van begraven. In het begin werden de mensen allemaal in het woestijnzand begraven. Daarna werden de farao's gemummificeerd en in graftombes begraven. De arme mensen werden soms na dagen of maanden sparen gemummificeerd en samen in een tombe gezet. In deze periode werden de rijke particulieren en ambtenaren begraven in uit de rotsen gehouwen graftomben. Ook de farao's namen deze gewoonten over en lieten zich begraven in het dal der koningen .
Tijdens de 13e dynastie gaat het weer slecht met Egypte. Nu is er, behalve binnenlandse onrust, ook een buitenlandse factor die de welvaart vermindert want omringende landen durven nu de strijd aan te gaan met Egypte. Hierdoor kwam een eind aan de grote bloeiperiode van het middenrijk.
|