Hoppen van tombe naar tombe
Het 'modern' ogende paleis van Hatsjepsoet.
Arriveren in Caïro is een overweldigende ervaring. Het leven in de Egyptische hoofdstad, het New York van de Arabische wereld, staat standaard in de vijfde versnelling.
Het rijk gedecoreerde graf van Seti I in Luxor.
Letterlijk. Vanaf het vliegveld raast rook uitbrakend verkeer over uitpuilende wegen richting het centrum. Met gevaar voor eigen leven slalommen overstekende voetgangers tussen de auto's door.
Bij het naderen van het stadshart komt het verkeer geleidelijk aan volledig tot stilstand. De lange files produceren dag en nacht ware toeterconcerten in de hopeloos verstopte metropool. De snel uitdijende hoofdstad herbergt ruim twintig miljoen inwoners.
Caïro's immense grootte dringt pas goed tot je door op de 41ste verdieping van het Grand Hyatt Hotel. In het langzaam ronddraaiende restaurant - hoofdgerechten vanaf ongeveer vijftig euro - of de direct eronder gelegen bar trekt de metropool aan je voorbij. Het uitzicht over de hoofdstad, in tweeën gespleten door de majestueuze Nijl, is indrukwekkend. In de verte zie je zelfs de wereldberoemde piramides van Gizeh.
De piramides liggen aan Caïro's stadsrand en trotseren al 4500 jaar de elementen. Wie bij de voet van de piramide van Cheops aankomt, met 137 meter de hoogste van de iconische graftombes, snapt meteen waarom. Dit duizelingwekkende monument, het enige nog overgebleven oude wereldwonder, is gebouwd met wonderbaarlijk strak uitgehouwen rotsblokken.
Vroeger moeten de piramides een nog indrukwekkender aanzicht hebben geboden. Ze waren bedekt met een beschermende laag kalksteen, zoals nog te zien is op het topje van de buurman van Cheops. In de loop der tijd is deze glimmende steenlaag, die zonlicht schitterend weerkaatste, van de piramides gesloopt en gebruikt voor de bouw van paleizen en moskeeën.
Behalve de koningsgraven vind je op het plateau van Gizeh ook de sfinx. De leeuw met het vrouwenhoofd, zo mogelijk nog beroemder dan de piramides, is kleiner dan verwacht en mist de neus. Over deze verminking gaan de wildste verhalen.
Zo krijgt Napoleon Bonaparte, die Egypte eind 18de eeuw binnenviel, vaak de schuld. De strip Asterix & Cleopatra schrijft het drama zelfs toe aan een onbesuisde actie van Obelix. In werkelijkheid vernielde een overijverige geestelijke, die de sfinx beschouwde als godslasterlijk, het reukorgaan al in de 14de eeuw.
Gelukkig zijn er ook massa's topstukken van de beschaving van de oude Egyptenaren onbeschadigd bewaard gebleven. Ga maar eens kijken in het Egyptologisch Museum. Dit culturele instituut is zonder twijfel één van de belangrijkste musea ter wereld, maar de collectie is beschamend gepresenteerd.
In de tuin bij de ingang van het zalmroze gebouw zitten kinderen op de rug van een stenen sfinx. Een meisje peutert in de stenen neus voor de foto. Het bordje 'Niet aanraken' onder diens klauwen slaat ze in de wind.
Eenmaal binnen lijkt het soms net alsof je in het magazijn bent beland in plaats van in het museum zelf. Het staat waanzinnig vol met sarcofagen en sfinxen, zelfs op kasten en in vensterbanken staan beelden. Bijschriften - vaak alleen in het Arabisch - zijn verfrommeld, hangen ondersteboven of ontbreken volledig. Stofdraden ontsieren menig godsbeeld.
Eén van de uitzonderingen is de kamer gewijd aan Toetanchamon. Deze farao dankt zijn beroemdheid niet, zoals veel mensen denken, aan zijn leiderschap - hij heerste slechts negen jaar - maar aan het feit dat zijn graftombe als enige volledig onbeschadigd is gevonden. Wat heet: alles in de ruimte, van de kleinste ring tot Toetanchamons verbluffend goed bewaard gebleven masker, is van goud en blinkt alsof het gisteren is gemaakt.
Dat geldt in zekere zin ook voor de ietwat lugubere mummiekamer. In de enige ruimte van het museum met klimaatbeheersing liggen de uitgedroogde overblijfselen van verscheidene farao's. Nagels, huid, hoofdhaar en zelfs wimpers zijn perfect geconserveerd. Bij één van de mummies, die stierf op het slagveld, zijn de wonden duidelijk herkenbaar.
Buikdanseressen De overvloed aan cultuurschatten is een terugkerend fenomeen in Egypte. Het land bezit zoveel erfgoed dat zelfs fervente liefhebbers moeten oppassen voor een overdosis tempels en tombes. Gelukkig leeft Caïro ook in de 21ste eeuw. Onder het conservatieve uiterlijk van de stad - sluiers zijn aan een opmars bezig - schuilt een ondeugende laag. In de vele verweerde kroegen in het centrum schudden buikdanseressen op oorverdovende Arabische klassiekers hun heupen.
Waterpijprokende mannen bestrooien hen met bankbiljetten. De rijke jeugd trekt zich nog minder aan van de oprukkende religieuze normen. In hippe clubs als de Mojito Lounge op het dak van het Nile Hilton dansen schaars geklede twintigers uitbundig op 50 Cent en andere westerse popgoden.
Geloof het of niet, maar Caïro heeft ook een rustige kant. Wie even wil ontsnappen aan het lawaai, de mensenmassa's en de smog maakt een wandeling door de Formal Gardens op het riviereiland Gezira. Op bankjes langs de klotsende Nijl genieten verliefde stelletjes van de rust en van elkaar. Moeders kletsen bij met vriendinnen terwijl hun kinderen ongestoord spelen aan de waterkant.
Ook park Al-Azhar, even buiten het centrum, is een prettige plek om de hectiek achter je te laten. Het plantsoen, aangelegd op een oude vuilnisbelt, is de perfecte plek om de zonsondergang te bewonderen. Daarna kun je een vorkje prikken tussen de elite van Caïro in restaurant Citadel View.
Fietsen door Thebes In Caïro kun je gemakkelijk weken doorbrengen, maar er wacht meer moois langs de Nijl. De prima spoorwegverbinding naar het zuiden, aangelegd door de Britten, loopt door felgroene velden die bloeien bij de gratie van 's werelds langste rivier. De vruchtbare grond langs de rivier, waar boeren hun akkers nog bewerken met trekossen en houten ploegen, huisvest negen van de tien Egyptenaren.
Na een dag comfortabel treinen wacht Luxor. De stad, vroeger Thebes geheten en tegenwoordig bekend als het grootste openluchtmuseum ter wereld, was rond 2000 jaar voor Christus Egypte's hoofdstad. Aan weerszijden van de Nijl kun je nog altijd smullen van die immens rijke periode. De oostoever herbergt Karnak. Dit enorme tempelcomplex doet om tien uur 's ochtends niet onder voor de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Russisch, Chinees en Japans sprekende gidsen leiden hun non-stop fotograferende tourgroepen in sneltreinvaart langs de hoogtepunten.
Gelukkig kan het ook anders. Heb je geen behoefte aan belachelijk vroeg opstaan, maar wil je ook niet met de meute door Luxors indrukwekkendste paleis sjokken? Slaap dan rustig uit, eet een uitgebreid ontbijt langs de Nijl en stap rond het middaguur op een huurfiets (4 euro per dag). Bij aankomst in Karnak zwaai je de zwermen vertrekkende touringcars uit. Op het complex is vrijwel geen sterveling meer.
En de hitte dan, zo midden op de dag? In de winter, de beste reis- periode, wordt het hooguit 25 graden. Bovendien zorgen de faraonische bouwwerken voor voldoende schaduw. Wandelend door de oudheid dringen zich allerlei vragen op: hoe zag dit complex eruit toen de hiërogliefen nog gekleurd waren, de obelisken nog waren belegd met goud en de entree vanaf de Nijl nog intact was? Hoe zou de farao zich hebben gevoeld toen hij zich tijdens de jaarlijkse viering van het Opetfestival vanaf de Nijl Karnak liet binnendragen?
Met je hoofd nog half in de oudheid nuttig je na Karnak een welverdiende lunch in café Oasis, letterlijk een oase van rust. De eveneens aan de oostoever gelegen Luxor Temple bezoek je bij voorkeur 's avonds, wanneer de warme verlichting dit indrukwekkende complex extra mysterieus maakt.
Toetanchamon Meer schatten wachten op Luxors westoever. De zoektocht van de farao's naar een veilige plek voor hun graftombes - de piramides werden telkens leeggeroofd - leidde hen naar een witte berg met een piramidevorm, het symbool voor de eeuwigheid. In de vallei rondom de berg, tegenwoordig bekend als de Vallei der Koningen, zijn tot nu toe 62 koningsgraven ontbloot. Tussen de drommen toeristen die van tombe naar tombe hoppen, zijn archeologen nog altijd aan het werk. ,,Twee weken geleden nog werden hier twee mummies gevonden!'' vertelt de gids trots.
De bekendste tombe is ongetwijfeld die van farao Toetanchamon, in 1922 ontdekt door de Britse archeoloog Howard Carter. Maar het graf van 'Toet' is relatief gewoontjes. Veel spectaculairder is de hangende grafkamer van Thoetmosis, alleen te bereiken via een steile trap. Kruip-door-sluip-door loop je als een ware Indiana Jones door het complex, waarvan de muren volledig zijn beschilderd met goden en hiërogliefen.
De tempel van Hatsjepsoet is een ander hoogtepunt westelijk van de Nijl. Hatsjepsoet ¿ de vrouwelijke farao verkleedde zich als man en liet zich liet afbeelden met snor en baard ¿ liet onderin een massieve rotswand een paleis bouwen dat door zijn superstrakke vormgeving modern aandoet. Wellicht was de architect zijn tijd iets té ver vooruit, want hij moest zijn meesterwerk met de dood bekopen. Hatsheput liet hem vermoorden om te voorkomen dat hij ooit nog een vergelijkbaar monument kon bouwen.
Stukgesneden Farao Drie uur treinen zuidwaarts, aan de grens met Soedan, ligt Aswan. Slenterend over de lange boulevard - de Nijl is hier bespikkeld met eilanden - passeer je keer op keer de driehoekige zeilen van de klassieke Egyptische felucca-zeilboten. Egyptische bootsmannen werven voortvarend klanten: ,,Welkom in Egypte! Ga mee varen! Niet duur, nee echt, niet duur!"
Ga je op de avances in, dan zeil je al snel langs Elephantine Island. Op het grootste riviereiland, waar Nubiërs wonen, waan je je meteen meer in Afrika dan in de Arabische wereld.
Wederom op en top Egypte is de tempel van Ramses II in Abu Simbel, een dorp dat alleen bereikbaar is vanuit Aswan. In 1813 herontdekte Jean Louis Burckhardt hier de onder het zand bedolven, kolossale standbeelden van de farao's Ramses, Amun, Ptah en Ra-Horakhty. Hondervijftig jaar later stond niet zand, maar water de drieduizend jaar oude faraobeelden letterlijk tot de lippen. Door de aanleg van een gigantische hydro-elektrische dam zou de trots van Abu Simbel onder het grootste kunstmatige meer ter wereld, het Nasser-stuwmeer, zijn verdwenen.
Om het monument te redden, sneden archeologen uit de hele wereld de tempel eerst in tweeduizend blokken variërend van tien- tot veertigduizend kilo, om het monument 65 meter hoger opnieuw op te bouwen. Het project kostte 40 miljoen dollar. Eén blik op de ontwakende farao's in de ochtendzon zegt je dat het mammoetproject zijn geld dubbel en dwars waard is geweest.
|