Dorpsruzies met vaste patronen
door Herman Veenhof
Een kwarteeuw geleden liepen vrouwen kortgerokt en ongesluierd door Cairo; in 2009 zie je er alleen westerse vrouwen zonder hoofdbedekking; en de Egyptische christinnen. Deze vrouwen lopen voor het hoofdgebouw van de Universiteit van Cairo, waar president Obama op 4 juni een redevoering hield. |foto EPA/Khaled el-Fiqi
CAÏRO - De laatste maanden lopen de spanningen tussen moslims en (veelal Koptische) christenen in Egypte op. Het gaat bijna altijd om dorpsruzies.
Die ontstaan uit een gerucht en krijgen regionale proporties door vaste patronen: extremistische moslims, inefficiënt beredderende politie of veiligheidsdienst en (soms) koppige Kopten.
Op 4 juni hield de Amerikaanse president Barack Obama een redevoering in de Egyptische hoofdstad Cairo. Hij prees het 'tijdloze' land waarin de islamitische al-Azharuniversiteit al duizend jaar 'een baken in zee' vormt en de University of Cairo al honderd jaar 'de wetenschappelijke vooruitgang' symboliseert.
In een notendop gingen Obama's twee oogmerken in deze zin samen: de moslimwereld paaien en kritiek leveren op het gewelddadig fundamentalisme: ,,Kan iemand mij de plek aanwijzen waar de islam de kwaliteit van leven heeft verbeterd, of in het Westen de democratie heeft geaccepteerd boven de sharia?''
Heel Egypte keek ernaar en klapte, maar vervolgens ging het land over tot de orde van de dag, ook religieus. En die religieuze realiteit betekent een ongemakkelijk samenleven van omstreeks tachtig miljoen mensen, waarvan de overgrote meerderheid moslim is en dat ook steeds openlijker belijdt. Een kwarteeuw geleden liepen vrouwen kortgerokt en ongesluierd door Cairo; in 2009 zie je er alleen westerse vrouwen zonder hoofdbedekking; en de Egyptische christinnen.
Vijftig jaar wachten en nog geen kerkbouwvergunning Ook op macroniveau zijn de verschillen scherper dan een generatie terug. President Anwar Sadat maakte de islam in 1980 tot staatsgodsdienst, maar dat was sommigen niet genoeg. Een jaar later werd hij vermoord door moslimextremisten.
Egypte onderschrijft artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, die vrijheid van geloven, belijden, maar ook van niet geloven of veranderen van geloof vastlegt. In artikel 46 van de Egyptische grondwet wordt die vrijheid nog eens erkend.
Evangeliseren en het veranderen van geloof is formeel niet verboden in Egypte, maar als het om het opgeven van de moslimidentiteit gaat, wordt dat door de overheid en de rechterlijke macht tegengewerkt en door de moskee en de sociale controle op wijkniveau, praktisch onmogelijk gemaakt.
Kerkbouw en restauratie in Egypte mogen formeel ook, maar worden gehinderd door twee oude wetten: de 'Hamayouni' die al uit 1856 stamt en de al-Ezebiregelgeving uit 1934, van het Egyptische ministerie van Binnenlandse Zaken waaronder de afdeling religieuze zaken ressorteert. In de eerste wet verbood de Osmaanse heerser de bouw van een kerk in de nabijheid van een moskee, tachtig jaar later kwamen er tien omgevingsregels, zoals de instemming van de buurt, die de procedures voor kerkbouw tot in het oneindige kunnen rekken.
Al jarenlang is een 'uniforme wet op de bouw van godsdiensthuizen' in de maak, maar die wordt eindeloos getraineerd. Dat kan des te beter nadat de Egyptische president Mubarak de besluitvorming over nieuwe kerken in 2005 met Decreet 291 heeft gedecentraliseerd: lokale autoriteiten en 'gouverneraten' beslissen voortaan, met de kans op corruptie, angst voor de extreme islam en nog meer vertraging als resultaat.
De Joriskerk in Dafesh, in de heftig islamistische regio rond Assiut, moest 18 jaar wachten op een bouwvergunning en na de eerste steen in 2000 werd meteen een halt uitgeroepen, vanwege een extra en ontbrekend document. In Maadi, een wijk in Cairo, liep een aanvraag voor een Koptische kerk in 2007 precies een halve eeuw! Daaromheen schoten de moskeeën als paddenstoelen uit de grond.
In Cairo bestaat een Koptische wijk met een stuk of acht zeer historische oosters-orthodoxe kerken. Toch gaan veel christenen daar wat schichtig naar binnen om de iconen te kussen of de verzilverde portretten van de heiligen te strelen. Zelfs toeristische gidsen blijven buitenstaan en spugen af en toe wat al te hartgrondig op de grond, terwijl ze achterom kijken. Een gang naar de tot museum geworden Ben Ezersynagoge vlakbij is helemaal uit den boze. Van de tienduizenden Joden in Egypte zijn er nog maar tweehonderd over, oudjes.
De meeste Egyptische christenen zijn Koptisch-orthodox. Een minderheid binnen die minderheid is 'westers' christen: rooms-katholiek, baptist, presbyteriaans, pinksterevangelisch of anderszins protestants. Die kleine gemeenschappen worden getolereerd als er niet openlijk wordt geëvangeliseerd. Het gaat om kerken met veel 'expats' of tentenmakers, die een beroep hebben en informeel werken aan verspreiding van het christelijk geloof in Egypte.
Problemen tussen christenen en moslims in Egypte ontstaan vaak als gevolg van een gerucht, meestal dat christenen bezig zijn met kerkbouw, 'illegale' bijeenkomsten of het veranderen van de religieuze identiteit van vaak jonge moslims. Kerkbouw, verandering van geloof en interreligieuze verkering leiden altijd tot gedoe in Egypte.
|