De functionele, gecodeerde aard van de Egyptische kunst werd versterkt door de zorgvuldige keuze van materiaal en kleur.
Het land Egypte, in de politieke zin gesymboliseerd door de Witte Kroon van Opper-Egypte en de Rode Kroon van Neder-Egypte, werd ook verdeeld in "Zwart Land" (Kemet), waar de planten welig groeiden, en de onherbergzame, rode woestijnen (Deshret);
daarom werden zwart en groen vaak gebruikt in afbeeldingen van Osiris, de god van de vruchtbaarheid en het eeuwige leven, terwijl rood werd gebruikt in afbeeldingen van zijn slechte broer Seth, god van de chaos. Het kalme, ijle blauw van de hemel, dat werd weerspiegeld in de Nijl, klonk door in de keuze voor blauw om goddelijkheid aan te duiden, en het goudgeel van de zon was een beschermende sluier. Gewoonlijk werden mannen en vrouwen met verschillende huidskleur afgebeeld.
|