TRONDHEIM - Al 3800 jaar lang piekeren we erover hoe het die dekselse oude Egyptenaren eigenlijk lukte hun piramides te bouwen.
Maar nu heeft een Noorse architect naar eigen zeggen dat mysterie na vier jaar onderzoek opgelost.
Ole Jørgen Bryn, architect verbonden aan de Noorse Technische en Natuurwetenschappelijke Universiteit (NTNU) in Trondheim, is van mening dat vroegere onderzoekers het erover eens waren dat de piramides van het Oude Egypte nauwkeurig moeten zijn gepland.
Maar geen enkele wetenschapper heeft tot dusver geprobeerd dat plan te reconstrueren. "In plaats daarvan sloegen egyptologen en archeologen de planningsfase over en stortten ze zich juist op de vraag wat voor soort helling de Egyptenaren gebruikten", zegt Bryn die een baanbrekende theorie over de constructie van de monsterlijke bouwwerken naar buiten heeft gebracht.
Om zijn idee te ondersteunen, bestudeerde hij de 30 oudste Egyptische piramides. Met name focuseerde hij zich op de Piramide van Cheops (met een hoogte van ruim 146 meter) die als enige van de zeven klassieke wereldwonderen tot op heden nog altijd bestaat.
Te druk
Bryn vindt dat onderzoekers tot nu toe veel te druk bezig zijn geweest met het gewicht van de blokken steen en hoe de Egyptenaren die bovenop de piramides kregen.
Voorts heeft er onder egyptologen een uitgebreide discussie plaatsgevonden over wat voor soort helling er werd toegepast. "Met mijn theorie is het niet langer een probleem of een helling de uitwendige meetkunde van een piramide verbergt. De theorie biedt ruimte aan alle bestaande hellingtheorieën en sluit geen enkele uit.
Of er bouwsteigers rondom de constructie stonden ten tijde van de bouw was geen probleem voor de Egyptenaren en is geen probleem voor ons. De precisie werd vanaf de binnenzijde gemeten en niet andersom.
Volgens Bryn werden alleen in Egypte spitse piramides gebouwd. In China en Amerika werden er piramides met een platte top geconstrueerd en was daarom de behoefte aan nauwkeurigheid een stuk minder groot.
"In Egypte moesten de spitse toppen zich exact boven het midden van het grondvlak bevinden. Ik ben er nu achter gekomen hoe de Egyptenaren zo nauwkeurig wisten waar ze de pyramidion, de laatste steen op de piramide, gingen plaatsen."
Toeval
Degenen die de piramides bouwden, lieten dat niet aan het toeval over. De Egyptenaren moesten een secuur plan hebben om elk van de 2,3 miljoen kalkblokken op de juiste wijze neer te leggen. De zwaarste stenen van een piramide waren van graniet en werden gebruikt voor het plafond van de grafkamer.
Er bestond een besteltermijn van maar liefst vier jaar voor deze loeizware exemplaren die werd gehouwen in een steengroeve bij Aswan, 900 kilometer stroomopwaarts langs de Nijl. Bryn: "Dan moest je vantevoren dus goed weten hoeveel stenen je nodig had
." En dat niet alleen.
De prehistorische bouwmeesters dienden eveneens op de hoogte te zijn hoe iedere steen eruit moest zien. Bovendien was het uiterst belangrijk dat ze wisten waar de bouwmaterialen geplaatst zouden worden. Daarbij kwam nog eens dat de constructieleiding moesten kunnen communiceren met de bouwvakkers over waar iedere steen voor zich gezet diende te worden.
Dit was iets wat de Egyptenaren moesten weten voordat ze überhaupt aan de bouw begonnen.
Het was dan ook van levensbelang dat ze op een eenvoudige manier konden overleggen met de circa 10.000 bouwknechten die ook nog eens analfabeet waren.
Precisiesysteem
Bryn is van mening dat de Egyptenaren in staat waren om het precisiesysteem waarmee werd gebouwd los te zien van de fysieke delen van de constructie.
Dit systeem dat vandaag de dag in de bouw als vanzelfsprekend wordt gebruikt, was beslissend voor de Egyptenaren om de top van de piramide, de zogeheten apex, te kunnen bereiken. "Het antwoord op het raadsel van de piramides is helaas niet spannender dan dat", verklaart Bryn.
De Noorse bouwkundige had zelf ooit een architectenbureau in Oslo en tekende grote bouwwerken. Deze ervaring gebruikte hij om te begrijpen hoe de Egyptenaren hun piramides ontwierpen. "Wanneer je tegenwoordig op een bouwplaats komt, heeft de bouwleiding een precisiesysteem opgezet. Alle maten komen van dit systeem.
Vandaag de dag gebruiken we lasers, maar het is nog niet zo lang geleden dat het precisiesysteem bestond uit metseldraad en schietlood."
Hele getallen
Het systeem maakte de communicatie op de bouwplaats ook eenvoudiger. "De voormannen konden gedurende het hele bouwproces dezelfde, makkelijke woorden gebruiken. Daardoor was het ook mogelijk om slechts hele getallen te gebruiken en geen breuken. De Egyptenaren hadden namelijk geen getallen die kleiner waren dan één.
De lengte-eenheid was royal cubit, de lengte van de onderarm van de farao. Deze werd opgedeeld in zeven palms (handpalmen) die op zijn beurt weer bestond uit vier fingre (vingers). Alle maten van een piramide bestaan uit deze eenheden.
Bryn heeft opnieuw deze principes toegepast voor de piramideconstructie met het maken van gedetailleerde bouwtekeningen voor piramides.
Verrast
De Noor is verrast dat niemand daar eerder aan dacht. "Ik ben feitelijk geschokt dat dit al niet veel eerder is gedaan. Het is merkwaardig dat onderzoekers daar eeuwenlang niet bij hebben stilgestaan. Een piramide is toch echt een gebouw."
Hij denkt dat zijn ervaring met het ontwerpen van grote gebouwen de sleutel was om zijn theorie over het precisiesysteem van piramides te kunnen ontwikkelen. "Ik spreek me niet uit over geschiedenis of egyptologie. Dat is niet mijn vak.
Maar het rare is wel dat archeologen en egyptologen, die doorgaans niets van bouwkunde weten, zich hooghartig hebben uitgesproken over hoe de Egyptenaren wel of niet hun piramides bouwden", merkt Bryn cynisch op.
"Behalve egyptologen zijn het alleen newage-aanhangers en dergelijke geweest die met dusdanige, door ufo's geïnspireerde uitspraken voor de dag zijn gekomen."