Mijn aanraking kan jou niet bewaren nu niet later niet
dan maar samen ademhalen zo maar uit het niets
de ijlte van de ruimte vervult ons met dezelfde ongekende aanwezigheid
het stappen in de gang telt niet geluid verdwijnt terwijl alles naar het verleden glijdt
Dichter in huis
Denk maar niet dat je nu verdwaald bent geen huis geen kamer hebt waar het denken rust vindt
dichter dan welk huis welke kamer is de stilte van het hart
niets kan daar de stilte storen als de klank van Licht voelbaar wordt het licht verklankt wordt in wat onzegbaar is
Onthulling
Men zegt dat waken zo tijdverliezend is
maar de tijd wint het in mij eigenspraak tegenspraak inspraak is nu mijn ingehouden taal dat alles over mij onthult wat ik niet weten wil
terwijl ik naar jou kijk weet ik dit wordt ooit mijn plaats jij brengt mij waar jij nu gaat afgrondelijk diep
24-02-2019 om 00:00
geschreven door Pikuurtje
20-02-2019
INTERVIEW MET CHRIS VAN LAERE
Chris van Laere, met een groot hart voor God en de mensen
Chris is drie jaar actief als vrijwilliger in de pastorale ploeg van het AZ Sint-Lucas. Minstens eenmaal per maand neemt hij een communieronde voor zijn rekening. Maar hij schakelt zich ook met plezier in voor andere pastorale activiteiten zoals kerst- en paasvieringen. Een verhaal over iemand die de spirit van Cardijn, Damiaan en de redemptoristen uitdraagt in woord en daad. En dat brengt hem ook ver buiten de muren van ons ziekenhuis.
”Ik heb mijn eerste levensjaren in Gent doorgebracht. Op mijn zesde verhuisde ik naar het Westveld in Sint Amandsberg. Op mijn negende werd ik er misdienaar. Mijn eerste engagement. Ik ben gehuwd, vader van drie jongens en fiere opa van 4 kleinkinderen. Die zijn uiteraard ook de oogappels van mijn vrouw. Zij werkt als vrijwilliger op de palliatieve eenheid van het ziekenhuis.”
Cardijn: groeien, verantwoordelijkheid opnemen
Die visie van Cardijn heeft Chris sterk ervaren in zijn loopbaan: “Ik heb een grafische opleiding gevolgd in Glorieux in Oostakker. Na een tussenstop in een Gentse drukkerij ging ik aan de slag in de drukkerij Het Volk in Gent. De technisch directeur vond dat ik meer in mijn mars had en stuurde me naar een opleiding graficus B2 en B1. Even later werd ik aangesproken om voorzitter te worden van het Solidariteitsfonds. Omdat ik steviger in mijn schoenen zou staan kreeg ik de raad om fiscaal en sociaal recht te studeren. Een vorming die naast mij kennis ook assertiviteit bijbracht. Het maakte me sterker om te argumenteren tegen beslissingen die ingingen tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel en om te reflecteren over ontwikkelingen. Met de ingebruikname van de kleurenpers in de drukkerij kwam er een stop in de aanwervingen. Als een van de jongsten was ik zeer kwetsbaar. Gelukkig kon ik een vacature invullen voor archivaris. Ik kreeg wel het advies om een graduaat documentatie- en bibliotheekwezen te volgen. Een meevaller, want toen in 1992 de drukkerij verkocht werd aan CORELIO kwam ik een paar jaar later met succes door het selectie examen voor het beheer van analoge en digitale foto’s. Ondertussen was ik ook actief op de parochie in Lochristi, in de lokale CD&V, de CM en het ACW.”
In beweging komen
“Ik was dus goed bezig. En toen kwam ik via een concert van het EFFATA-koor ten voordele van de Damiaanactie in contact met de werking van die organisatie, maar ook met de redemptoristen. Een wending in mijn leven. Ik reis naar Scala in Italië waar de orde gesticht is en begin ik me te verdiepen in hun filosofie. Het voelt als thuiskomen. Ondertussen maak ik voor de Damiaanactie een inleefreis naar Bangladesh. De indrukken die ik daar opdoe zetten me in beweging. Ik beslis om als vrijwilliger voor hen te werken als consulent en zeg mijn job bij Corelio op.
Na een tweede bezoek aan Scala voel ik hoezeer het leven en de spiritualiteit van de stichter van de redemptoristen - de H. Alfonsus me aanspreekt en ik zet de stap om mij als geassocieerde aan te sluiten bij de orde. Ik ga dus op tocht met hen en wil het beeld van een menslievende God overbrengen vooral bij de zwakken en mensen in nood.
Ondertussen leid ik ook maandelijks een bezinningsmoment bij het Forensisch Psychiatrische Centrum in Wondelgem. Ik was verwittigd dat het zwaar zou zijn. Maar vanuit mijn redemptoristisch gevoel van “armen van geest nabij zijn” wou ik dat proberen en ondertussen voel ik mij vereerd dat ik het mag doen. We zingen liederen, beluisteren een evangelietekst en daaraan koppel ik een preek. Achteraf kunnen de deelnemers reflecteren over wat deze teksten voor hen betekenden. Dat concept doet hen deugd. Er komen soms puzzelstukjes naar boven waar ze al lang naar op zoek zijn.”
Communieronde als missioneringsopdracht
“Mijn provinciaal ziet mijn maandelijkse communieronde in het ziekenhuis als een missioneringsopdracht. Vooraf ga ik even bezinnen in de kapel. Zo probeer ik verbinding te maken met mijn geassocieerd zijn en Jezus Christus aan wie ik vraag om mijn tochtgenoot te zijn. Als ik bij de bedeling voel dat een patiënt nood heeft aan een gesprek, dan ga ik daar op in. Ik moet uiteraard wel mijn tijd bewaken. Als het gesprek niet af is, dan speel ik – mits toestemming - de gegevens door aan de pastorale dienst. Rond Kerstmis worden de gesprekken vaak emotioneel. Het ziekenhuis en de verpleegkundigen doen extra inspanningen om wat kerststemming te brengen. Maar de patiënten missen meer dan ooit hun familie. Ik voel vandaag vooral veel eenzaamheid bij de patiënten. Sommigen lijden ook onder schuldgevoelens over hun ziekte. Ze krijgen te horen van hun familie dat ze die eigenlijk zelf veroorzaakt hebben door zus of zo geleefd te hebben. Die hardheid van de buitenwereld en het niet kunnen omgaan met het ziekzijn komt bij mij hard aan. Ik sluit mijn opdracht altijd af met een bezoek aan de kapel. Zo kan ik loslaten en verder gaan.”
Wegwijzers: thuis en sterke figuren
“Er waren verschillende inspirators. Ik denk aan mijn familie met tal van religieuzen. Mijn ouders, oud kajotters. Mijn moeder gaf me mee dat ik verder moest kijken dan mijn neus lang was. Vanuit de figuur van Cardijn leerde ze me dat verantwoordelijkheid ook engagement vergt. Het zijn waarden die wij ook aan onze kinderen hebben meegegeven.
Ook Damiaan heeft me sterk aangesproken. Als kind had ik al een groot rechtvaardigheidsgevoel en wou ik mensen in nood graag helpen. Zo heb ik mijn moeder eens gevraagd om kousjes te breien voor de ongeschoeide karmelieten. (Lacht). In Bangladesh werd ik gegrepen door onrechtvaardigheid en armoede. In navolging van Damiaan heb ik consequent gekozen voor actie. Als consulent hou ik spreekbeurten, breng ik campagnes naar scholen en werk ik mee aan nieuwe projecten om financiële middelen vrij te maken voor armoedeziektes zoals lepra en tuberculose.
En dan is er natuurlijk de H. Alfonsus en de filosofie van de redemptoristen die me inspireert om liefdevol en met eerbied dicht bij de mensen te zijn en vooral verbinding te maken met mensen die het moeilijk hebben.
Ik vind al die gangmakers ook gecombineerd terug in de communiebedeling.”
Veranderende opvatting over religie is een uitdaging
“Het aantal kerkgangers is verminderd. Maar daarin ligt precies een uitdaging voor de verkondiging. Ik ben optimistisch dat de boodschap en de waarden van het geloof overeind blijven. Mensen moeten God natuurlijk carte blanche durven geven. Dan gaan ze ook die toepasbare boodschap ervaren die hun leven mooier en voller maakt.”
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 17:19
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET CHRISTIEN KEGHELS
‘Taxi Christien’: veilig en met een groot hart
Ik heb een gesprek met Christien Keghels. Zij is bijna twee jaar vrijwilligster bij het centraal patiëntenvervoer in ons ziekenhuis. Een vrijwilligster in hart en nieren, die iedereen wil helpen. Geen woorden, maar daden. Maar wat volgt is wel het verslag van een vlotte babbel met een gedreven dame.
“Ik ben 55 jaar en al drieëntwintig jaar weduwe. Marc stierf plots, totaal onverwacht. Het verlies kwam aan als een mokerslag. Ik bleef achter met drie kindjes van 2,5, 6 en 8 jaar. Wij hebben er ons ‘samen’ goed doorgewerkt.
Actief en geëngageerd
“Eens de kinderen op eigen vleugels konden vliegen, kreeg ik meer vrije tijd. Via mijn schoonbroer kwam ik in contact met de Nederlandse organisatie ‘Klimmen tegen Multiple Sclerose (MS)’. Hij is er vrijwilliger en is ondertussen een kernlid in de organisatie. Ik trad in zijn voetspoor. Het initiatief brengt al zeven jaar lang honderden mensen samen om al lopend of fietsend, alleen of in estafettevorm, met en zonder MS, de Mont Ventoux te beklimmen om geld in te zamelen voor onderzoek naar MS. Het is zo aangrijpend om die mensen die berg te zien bevechten om boven zichzelf uit te stijgen. Het team vrijwilligers is een geoliede machine die er alles aan doet om iedereen naar boven te helpen. Allemaal samen tegen MS en met respect voor ieders prestatie. In juni 2019 ga ik voor de vierde keer mee als tolk bij het medisch team.”
Ik engageer me ook in Den Dries in Evergem, een voorziening voor personen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. Mijn oudste dochter is er orthopedagoge. Een nacht per week neem ik mijn intrek als nachtvrijwilligster in een concept van begeleid wonen in Doornzele (de Vijf Ringen). We kijken samen tv of praten. Een oprecht gezellig samenzijn met de bewoners. Ik voel me er opgenomen in hun grote familie. Ze zijn zeer aanhankelijk en dankbaar. Ik engageer me er ook als begeleidster bij de hippotherapie. Wekelijks gaan er bewoners vanuit de instelling paardrijden in Drongen. De therapie is afgestemd op hun persoonlijkheid. Ze genieten er enorm van om op het paard rond te stappen. Je ziet ze groeien. En recent heb ik ook een opleiding gevolgd bij Samana om begeleidster te worden van groepsvakanties voor chronische zieken en hun mantelzorgers.”
Vrijwilligster voor het patiëntenvervoer van AZ Sint-Lucas, een bewuste keuze
“Het AZ Sint-Lucas ken ik van kleins af aan. Ik heb het zien groeien en evolueren, meerdere familieleden werden er opgenomen. Maar dé insteek voor mijn engagement in het ziekenhuis kwam er toen ik enkele jaren terug op Spoed lag te wachten op mijn opname in een kamer. Misschien kunnen ze op patiëntenvervoer wel extra handen gebruiken, dacht ik. Eens thuis heb ik onmiddellijk gemaild naar Josie en zij bracht me in contact met Els, de verantwoordelijke voor het centraal patiëntenvervoer. En zo is het begonnen. En nu is het een fijne werkomgeving, waar ik mij telkens thuis voel.
Het opgebouwd vertrouwen in het medisch personeel van het AZ-Sint-Lucas helpt me ook om mijn angst voor medici en verdoving wat te kanaliseren. Door zeer regelmatig de liften te moeten nemen, kan ik stap voor stap mijn claustrofobie wat loslaten.”
Behoorlijk fysiek, maar heerlijk
“Elke maandagnamiddag tussen 14 en 17 uur vervoer ik patiënten die hun kamer moeten verlaten voor een onderzoek of een therapie naar zowat overal in het ziekenhuis of breng ik patiënten terug naar hun kamer. Ik rij uitsluitend met rolstoelen. Ondertussen ken ik het ziekenhuis al behoorlijk goed. Maar het is telkens een andere ervaring: een andere bestemming, een andere persoon, een andere interactie… Een zeer wisselende job, heel actief en ook best wel fysiek, maar je krijgt er ook heerlijk veel voor terug. Ik heb ontzettend veel respect voor mensen voor wie dit hun dagdagelijkse taak is. Wie hier fulltime werkt, stapt tussen de 16 en 18 km per dag.”
Veel rijke momenten
“Er zijn er talloze. Sommige patiënten zijn zeer toegankelijk en daar kan je dan tijdens de ‘verplaatsing’ een babbel mee doen. Anderen zijn dat minder. Vriendelijk zijn of de manier waarop je de kamer binnengaat, maakt al veel los. In de lift ga ik altijd naast de rolwagen staan. Dat vergemakkelijkt het contact. De meeste mensen hebben nood aan een luisterend oor. Als vrijwilligster kan je daar meer tijd voor uittrekken. Dat maakt ook mijn beleving zo fijn. Het is onbetaalbaar, weten dat je voor iemand zoveel kan betekenen. Het is natuurlijk fijn om samen eens te lachen, maar ook mensen kunnen geruststellen of troosten geeft veel voldoening.
Ik herinner me een heer die bijzonder triest was. Hij vertelde dat hij weduwnaar was en zich enorm eenzaam voelde. Zijn enig kind woonde ver weg. Ik heb hem een stuk van mijn verhaal verteld. Over het dal, maar ook over mijn beslissing om toch weer durven te leven. Mijn verhaal gaf hem duidelijk weer hoop. Hij bedankte mij met beide handen. Soms is het ook stevig lachen zoals toen ik een nogal frêle man goed moest vastpakken om hem in de rolwagen te zetten. “Ga je een dansje doen met mij?” vroeg hij.
Altijd ga ik met een goed gevoel weg uit het ziekenhuis. De waardering van de collega’s, het ‘dankjewel’ van het diensthoofd dragen daar nog extra toe bij.”
Een hele agenda voor anderen
“Ja, ik engageer me vandaag voor heel wat zaken. Maar ik kan moeilijk stilzitten en ik heb een groot hart. Ik zorg graag. Dat is de aard van het beestje. Als ik iemand kan helpen, dan zal ik het altijd doen. Ook al is ten koste van mezelf (lacht). Maar geleidelijk aan heb ik wel al een beetje leren neen zeggen. Naarmate de leeftijd zal ik waarschijnlijk ook afbouwen zoals ik het nu opgebouwd heb.
Vrijwilligerswerk is een rijke ervaring. Sociale contacten, bewegen en van alles horen en zien. Je leert ook relativeren. Als ik iemand over futiliteiten hoor zeuren, denk ik soms ‘misschien zou je hier eens enkele dagen in het ziekenhuis moeten meedraaien’. Maar dat zou oordelen zijn en dat is ook niet goed. Misschien lukt dat die persoon niet om een of andere reden. Er zijn ook opdrachten die ik niet aan zou kunnen. Iedereen heeft zijn grenzen.
Als elke vrijwilliger een sterretje zou zijn, dan wordt het nooit donker.”
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 17:14
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET EUPHRASIE VANSLYCKEN
Euphrasie Verslycken, naastenliefde is mijn drijfveer
Euphrasie Verslycken komt uit een warm gezin waar naastenliefde een levenshouding was. Er zijn voor de medemens, is de rode draad door haar leven. Ze was vrijwilligster voor Tele-Onthaal, CM-ziekenzorg en in een lokaal dienstencentrum. Momenteel is ze communiedrager en soms lector in Jan Palfijn en al 42 jaar vrijwilligster in AZ St-Lucas. Blij om haar verhaal met jullie te delen.
Kennismaking
Euphrasie (78) groeide op in Kerkbrugge (Evergem) in een gezin met elf kinderen en twee schatten van ouders. “Ik was de jongste. Ik heb een zeer gelukkige kindertijd en een enorm aangename jeugd gehad. Er heerste een gevoel van gezelligheid en eenvoud en we hadden een hechte band. Ik ga nog regelmatig naar het kerkhof om mijn ouders te danken voor die basis. Hun deur stond ook altijd open voor anderen. Die warmte en de zorg voor de medemens heb ik opgepikt in mijn eigen leven. Ik ben dan ook al jong met vrijwilligerswerk begonnen.
Ik heb drie kinderen, een zoon en twee dochters. Het maakt me gelukkig dat zij de waarden van naastenliefde en rechtvaardigheid hebben overgenomen. Ondertussen zijn er ook al zes kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Na een ongelukkig huwelijk ben ik op latere leeftijd gescheiden. Ik woon nog altijd in Kerkbrugge.”
Gekozen voor AZ Sint-Lucas
“De jaren zeventig werden gekenmerkt door individualisering. ‘Ikke, ikke en de rest kan stikken’, tegen die onverschilligheid wou ik reageren. Anno 1975, zo’n 42 jaar geleden, las ik in het parochieblad ‘Kerk en Leven’ een vacature ‘vrijwilligers gezocht voor de opstart van de ziekenhuisbibliotheek H. Familie’. Ik nam contact en werd uitgenodigd bij zuster Leen Van Steenkiste voor een intakegesprek. Wat me in het voorstel vooral aansprak was dat de gepresteerde uren van de belangeloze inzet werden gespendeerd aan mini-projecten op verre continenten. Op mijn parochie was er toen een gezin waarvan 3 kinderen in de ontwikkelingslanden werkten, 2 als kloosterzuster en 1 als priester. Onder meer voor hen heb ik een aantal mini-projecten aangevraagd, die trouwens – tot mijn en hun tevredenheid - allemaal werden aanvaard.”
De ziekenhuisbibliotheek loopt op wieltjes
“Ik ben fier te kunnen zeggen dat ik aan de wieg heb gestaan van onze ziekenhuisbibliotheek. Ik volgde eerst een stage in UZ Gent. Daar was de bib in handen van ‘les dames du Croix Rouge’. Zij hadden al enkele jaren ervaring. Ik kreeg van hen een positieve evaluatie. Ik was toen midden de dertig, mama van drie kinderen en ik werkte nog. Maar op woensdagmiddag maakte ik me vrij om de boekentoer te doen met mijn collega’s. Toen konden we nog op een dag met drie karren het hele ziekenhuis bevoorraden. Op vrijdag was er wel nog een kleine ronde voor patiënten die na woensdag binnenkwamen. Jaren hebben wij met ons team (10-tal mensen) de bibliotheek draaiende gehouden. Zij zijn allemaal overleden, ik ben de enige die overblijft. Ik denk met genoegen aan hen terug. Wij hadden een warme vriendschap onder elkaar en gingen na onze toer vaak samen nog iets drinken.
Het ziekenhuis groeide en dus werd het team uitgebreid en werden de toeren gereorganiseerd. Nu telt het bibteam 13 vrijwilligers en wordt drie namiddagen per week rondgegaan met boeken. Ook het gamma boeken verruimde. En de laatste jaren zijn er ook Franse, Engelse en Arabische boeken bijgekomen.
Vandaag toer ik sinds enkele jaren elke maandag samen met een collega rond in de Volkskliniek. We bieden vooral grootletterboeken aan, want daar zijn veel oudere patiënten.
Christelijk geïnspireerd
“In mijn christelijke opvoeding kreeg ik de ‘caritas’ (naastenliefde) met de paplepel ingegeven. Zorg dragen voor anderen zit eigenlijk in elk vrijwilligerswerk. Het boek is voor mij een middel om tot de patiënt te komen, met een luisterend oor, een warm hart en een big smile. Ondertussen ben ik ook al meer dan 20 jaar lid van de pastorale ploeg van Sint-Lucas. Door de jaren heen zijn we van twee naar een viering per maand gegaan. Nu heeft de dienst telkens plaats op woensdagavond. Ik help om de viering voor te bereiden, ik breng de patiënten naar de kapel en daarna terug naar hun kamer. Soms ben ik ook lector. Ik draag hier geen communie rond, dat doe ik wel op 4 afdelingen in Jan Palfijn. Het vrijwilligerswerk voedt mijn geloof. Ik heb natuurlijk ook wel mijn twijfels gehad, maar een zondag zonder kerkbezoek is geen zondag voor mij.”
De patiënt centraal
Tijdens ons gesprek herhaalt Euphrasie meermaals: de patiënt staat centraal. Het is een mantra die je vaak hoort vanuit de zorgverlening, maar wat bedoelt zij ermee als vrijwilligster?
“Vriendelijk en inlevend met de patiënten omgaan. Vooral luisteren ook. Een authentieke benadering, met hartelijkheid en welgemeende aandacht je dienstbaar opstellen. Dat geeft de patiënt een warm gevoel en zo ervaar je veel dankbaarheid.”
Mooie verhalen
Euphrasie heeft vele fijne herinneringen die voor haar een grote waarde hebben.
Mooie mensen die ze heeft ontmoet: zuster Leen, zuster Pascalis (de eerste verantwoordelijke van de bibliotheek, heel correct en de puntjes op de i, maar een zeer warme persoonlijkheid), zuster Edwige (hoofd van de toenmalige H. Familie, zeer begripvol en medelevend, ze werd op handen gedragen), Ludo (pastorale werker en soulmate), Lieve (bibcollega in de Volkskliniek) en zoveel collega’s waarmee ze samenwerkte en werkt. Het plezier en de camaraderie na de werktijd met de ‘oude garde’. De waardering van het personeel en de verbondenheid onder de medewerkers. Een kruisje van een patiënt, een patiënt die bij het verlaten van het ziekenhuis zegt dat hij haar gaat missen, ….
Zoveel kleine grote dingen roepen haar al 42 jaar om haar vrijwilligersengagement op te nemen met evenveel vreugde en enthousiasme als toen ze startte. “Voor ik begin aan mijn taak ga ik telkens de kapel binnen om God te danken dat ik nog steeds dienstbaar mag zijn voor de medemens.”
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 17:11
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET GILBERTE BAEYENS
Gilberte Baeyens, “hartelijk welkom in het AZ Sint-Lucas”
Gilberte maakt deel uit van het team vrijwilligers dat samen met de medewerkers onthaal, patiënten de weg wijst in het ziekenhuis en hun eerste kennismaking zo aangenaam mogelijk maakt.
Gilberte is geboren op het einde van de tweede grote oorlog in een werkkamp in het toenmalige Oost-Duitse Dessau. Haar vader was gedeporteerd naar Duitsland om er te werken in de Junkersfabriek waar wapens en vliegtuigen werden vervaardigd. Haar zwangere moeder ging mee. Herinneringen heeft ze niet aan haar verblijf, want na een jaar werden ze bevrijd door de Amerikanen en keerde het gezin terug naar België. Enkele jaren geleden trok ze terug naar Dessau, dat ondertussen vooral bekend staat voor de Kunsthogeschool Bauhaus. Van het oorlogsverleden was niet veel meer te merken. In een chalet met oorlogsherinneringen heeft ze wel foto’s gezien van Belgen die in het kamp van Dessau aankwamen. Dat was confronterend.
Haar ouders stuurden Gilberte naar het pensionaat van de zusters Maricolen in Sint-Salvatorstraat om goed Frans te leren.Daarna werkte ze bij Vynckier, maar het grootste deel van haar loopbaan was zeambtenaar bij de Stad Gent achtereenvolgens bij de Sociale Dienst, het stadhuis en tot slot bij de Dienst Monumentenzorg in het paleis in de Veldstraat. Zo eindigde ze haar loopbaan in 2004 als ‘lady of the castle’.
Gilberte heeft veel talenten en interesses. Ze kan goed koken en naaien en houdt van wandelen, bloemen en planten. Vriendschap is zeer belangrijk voor haar en ze gaat dus vaak lekker eten en terrasjes doen met vriendinnen.Daarnaast is ze een echte polyglot. Dat heeft alles te maken met haar belangrijkste hobby: rondreizen. Ze toerde o.m. door Australië, Nieuw-Zeeland,Rusland, Zuid-Afrika, Indonesië, Argentinië, Brazilië, China, Vietnam, Cambodja, Syrië, de zijderoute van Marco Polo en tal van Europese landen. Haar mooiste reisherinnering is Tibet. Via avondles spreekt ze een mondje Spaans en via lokale contacten op haar reisbestemmingen leerde ze ook een beetje haar plan trekken in het Turks, Russisch en zelfs Chinees. Als liefhebber van de opera heeft Gilberte tal van operahuizen bezocht en voorstellingen bijgewoond. Zoveel reizen en dus een massa kiekjes. Van elk land heeft ze er de meest sprekende uitgelicht en die hangen nu in haar hall als herinnering. Maar wat zeker niet mag ontbreken in dit artikel: “Ik heb een lieve dochter en twee schatten van kleinkinderen. Thuis wacht een handige Harry met wie ik al 57 jaar lief en leed deel.”
Pensioen en dan…
Bovenop haar vele hobby’s wou Gilberte graag iets terugdoen voor de mensen. “In 2005 werd ik vrijwilligster in AZ Sint-Lucas. Ik had het ziekenhuis leren kennen als patiënt en de vriendelijke sfeer sprak me aan. Nu ben ik twee halve dagen per week aan de slag: op maandagmorgen aan het onthaal en op donderdagmorgen aan de infokiosk. Twee leuke activiteiten met veel variatie en een ploeg vriendelijke collega’s. Ik spring ook graag eens in voor een of andere actie. Zoals lintjes naaien voor de boom die aandacht vroeg voor borstkanker of helpen bij de verkoop van wafels voor de palliatieve dienst. Ik hoop dit jaar opnieuw te kunnen meehelpen met het Sinterklaasfeest.”
“Mijn talenkennis komt goed van pas aan het onthaal.Mensen vinden het leuk als je ze begroet in hun taal. Oudere mensen vragen soms uitdrukkelijk om in het Gents te worden aangesproken, ze voelen zich dan meer op hun gemak. Wij krijgen allerlei vragen. Of ze weten de naam van de dokter niet meer bij wie ze op consultatie moeten komen, of ze weten niet wat ze met hun parkeerticket moeten doen, of waar ze een tram of bus kunnen nemen of waar het toilet is of waar ze geld kunnen opnemen enz. Soms hebben mensen nood aan een arm of een rolstoel om hen tot bij de dokter te brengen. Ik heb hier al dames gehad die hoogzwanger zijn en op het punt staan te bevallen. Die vergezel ik dan naar de materniteit. Een Afrikaanse dame is bevallen vijf minuten nadat ze uit de lift was gestapt. Spannend, maar mooi. De sfeer is natuurlijk helemaal anders als je mensen vergezelt naar het mortuarium. Dan is luisteren nog belangrijker dan anders. Mensen zijn emotioneel en sommigen willen hun verhaal kwijt, mooie maar ook minder mooie verhalen. De mensen zijn over het algemeen zeer dankbaar voor onze hulp.”
“Aan de infokiosk moet je vooral je kalmte bewaren. De meeste mensen zijn beleefd en vriendelijk. Maar mensen die al vrij laat toekomen beginnen soms te morren bij de registratie. Ze vrezen dat ze te laat gaan komen bij de dokter. Dan worden ze wel eens bruut. Dat is natuurlijk niet correct, maar aan de andere kant weet je niet met welke problemen ze kampen of wie ze moesten achterlaten. Zorgen kunnen wegen op het gemoed. Ik blijf daarom altijd rustig in mijn aanpak.”
Wat betekent het vrijwilligerswerk voor jou?
“Vooreerst belangeloos helpen. Daarnaast een positieve noot brengen, een remedie tegen de verzuring in onze maatschappij. Een complimentje, een glaasje water aanbieden, het zijn kleine gebaren maar met een groot effect voor de persoon. Het vrijwilligerswerk geeft mij een zinvolle vrijetijdsbesteding en bovendien amuseer ik mij. Ik neem ook graag deel aan de vormingen van ‘Present’, interessant maar ook een mooie gelegenheid om andere vrijwilligers te leren kennen. Mensen helpen, geeft me een goed gevoel, een gevoel van waardering ook. Die waardering voel je als vrijwilliger eveneens vanuit de organisatie. Josie, de vrijwilligersverantwoordelijke, is onze grote steun. Het vrijwilligerswerk houdt je ook met de twee voeten op de grond. Verhalen hoe mensen soms moeten leven of hoe ze in bepaalde situaties verzeild raken, blijven hangen. Als mijn gezondheid het toelaat wil ik hier nog vele jaren met volle inzet aan de slag blijven.
*Goede dag in respectievelijk Chinees, Duits, Turks, Engels, Frans, Italiaans, Spaans, Russisch
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 17:08
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET NICOLE DANNEELS
De impact van de kleine dingen
Nicole Danneels deelt al 8 jaar haar glimlach met de patiënten en collega’s van de dienst Neurologie – straat 123.Ze helpt, troost, stelt gerust, leest voor, luistert en gaat mee in het verhaal van de dag.Ze voelt zich een volwaardig lid van het team waarbinnen ze alle ruimte krijgt om te doen waar ze zich goed in voelt. Opnieuw een fijne ontmoeting.
“Ik ben getrouwd en moeder van 2 zonen. En de trotse oma van een kleinkindje van 8 maanden,”zo begint Nicole haar verhaal. “Ik woon in Assenede.Na mijn schooltijd kwam ik er terecht in een atelier van een toeleverancier van automerken als stikster van autozetels.Ik liet al snel merken dat ik niet hield van het routinewerk. Mijn leergierigheid en interesse bracht me in diverse afdelingen binnen het bedrijf.Ik werkte voor luxe-modellen, maar ook voor bussen, legervoertuigen enz. Variatie troef dus. In de eerste levensjaren van mijn kinderen bleef ik thuis.Daarna was ik een tijdje nanny in een paar gezinnen en een vijftal jaar oppas van een oudere dame.In die periode kreeg mijn vader de diagnose Alzheimer.”
Zorgen voor …
“Mijn zieke vader bijstaan, vond ik vanzelfsprekend. ‘Zorgen voor’ zit in onze genen. Mijn vader had thuis voor zijn ouders gezorgd tot hun overlijden. Ik zorg nu zelf nog voor mijn 87-jarige moeder. Toen mijn vader in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan in Eeklo werd opgenomen, werd ik daar vrijwilligster om dichter bij hem te zijn.En als hij enige tijd later naar het rusthuis Avondvrede verhuisde, heb ik mee de overstap gemaakt. Ik wou hem en de andere patiënten met warmte en vriendschap nabij zijn:een babbeltje slaan, samen wandelen,een spel spelen, … De dementie had natuurlijk een invloed op het samenzijn, ook met mijn vader.Maar die afhankelijkheid, liet zich voelen in een heel warme aanhankelijkheid.Het geeft me mooie herinneringen van intens geluk. In 2009 is mijn vader overleden. In datzelfde jaar zag ik tijdens een bezoek aan het AZ- Sint Lucas, dat het ziekenhuis op zoek was naar vrijwilligers.Ik heb contact genomen en verteld over mijn vrijwilligersverleden in de zorg. Zo ben ik dan op de Dienst Neurologie terechtgekomen. ”
Dienst Neurologie, vele gezichten en emoties
“Hier liggen mensen met een hersenproblematiek. Ze moeten na een beroerte of verlamming revalideren.Sommigen kunnen terug naar huis, anderen moeten de stap zetten naar een rust- en verzorgingsinstelling. Ik ben hier elke vrijdagvoormiddag van 8 tot ongeveer 13 uur.Ik probeer mensen op hun gemak te stellen, zonder echte zorg te verlenen. Ik help met kleine dingen, maar die voor hen vaak een heel verschil maken: een glas water inschenken,een wandeling in de gang, een krant halen, ze naar de kine begeleiden, soep helpen bedelen, voorlezenen natuurlijk een babbel.‘Doe waar je je goed bij voelt’, zei de verantwoordelijke, toen ik startte. Geen enkele dag is hier dezelfde. Mensen wisselen en ook hun verhalen.Want al heb je die al verschillende keren gehoord, toch leeft er telkens weer iets anders achter.Blijven luisteren dus en meegaan in hun verhaal. Ik moet hier altijd in het ‘nu’ zijn.
Je komt hier in contact met een wirwar aan emoties. Zelfmoordgedachten, verdriet, angst, moeheid, bitterheid of…’Vertel maar’, zeg ik dan en ondertussen neem ik hun handen vast of streel ze.Ik geef hen als het ware een houvast en dat maakt hen rustig. Hun ogen opnieuw zien glinsteren doet me enorm plezier.
Er zijn ook mensen die niets zeggen. Dan praat ik zelf over het weer of geef hen een compliment over hun sloffen.Dat breekt soms het ijs en maakt de tongen los. Mannelijke patiënten zijn over het algemeen geen grote praters, een beetje humor helpt. Het spuitwater vergelijken met een glaasje cava bijvoorbeeld. Voorlezen is voor mij ook een mooie manier om contact te leggen. Een stukje uit de krant over hun dorp of een onderwerp dan hen interesseert. Het is gezellig en ook ontspannend om op die manier terug te gaan naar hun jeugd, hun familie, hun professioneel leven, …Herinneringen komen terug boven of ze herbeleven een verhaal of ze zien iets wat ze vergeten waren.Plots zie je die heldere blik in hun ogen van herkenning. Dat is puur genieten, ook voor mij. “
Zorgen is ook zorgen voor jezelf
Om te geven moet je natuurlijk ook zorgen voor jezelf. Want hoe mooi zorgen ook is, het vraagt energie.En die balans houdt Nicole goed in de gaten. “Ik probeer gezond te eten en veel te bewegen.Ik ben actief lid van de wandelclub ‘De trekvogels’ in Boekhoute.Net als mijn vader hou ik van de natuur.Ik stap soms meer dan 4 uur. Ook metschilderen laad ik mijn batterijen op.Ik maak zowel klassiek als modern werk en durf zowat alles aan.Enkel portret lukt niet. “
Elke dag rijker worden
Als ik aan Nicole vraag wat haar motivatie is om zich hier wekelijks in te zetten, laat het antwoord niet lang op zich wachten. “Beleven, nieuwe ervaringen opdoen, leren uit de levenservaring en wijsheid van anderen en mij nuttig voelen. Ik word er elke dag ‘rijker’ van. Door te luisteren leer ik de mensen beter begrijpen. Daarom heb ik ook Engels geleerd om op vakantie meer contact te hebben met de lokale bevolking. Het gevoel dat ik heb als ik de dienst verlaat, dat ik mensen heb kunnen helpen of geruststellen. De glimlach die ik ervoor in de plaats krijgt. Ik zou dit ‘werk’ niet meer kunnen missen. Neen, ik moet de Lotto niet winnen, dat zou me maar stress geven.”
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 12:04
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET JOZEF OOSTERLINCK
Uit het goede hout gesneden
Jozef Oosterlinck vind je wekelijks aan de infokiosken. Hij staat er klaar om mensen te helpen, te begeleiden. Menslievend, zo staat hij ook in het leven en is hij zijn eigen weg gegaan. Zijn talenten uitgepakt en met passie gewerkt. Het is hem zeker niet allemaal in de schoot geworpen. Het was hard werken. Maar de puzzel is in elkaar gevallen. Voor mij zit dus een contente mens.
Jozef is geboren in Wondelgem in een gezin met 5 kinderen. Hij heeft nog een oudere broer en twee jongere zussen, een gehandicapte broer is ondertussen overleden. Hij is getrouwd en heeft twee dochters en vijf kleinkinderen.
“Ik groeide op in een schrijnwerkersfamilie. Grootvader stichtte het bedrijf in 1928 onder de Wondelgemse klokkentoren, en mijn vader zette de zaak verder. Mijn broer en ik volgden ook een opleiding ‘schrijnwerkerij’, meubel - en trappenmaker. Met één broodwinning en de oplopende dokterskosten voor mijn gehandicapte broer zat er niets anders op dan na het behalen van mijn diploma de werkplunje aan te trekken en mee te werken in het familiebedrijf. Ondertussen studeerde ik in avondonderwijs voor technisch tekenaar. Op een bepaald moment kregen we te horen dat de schrijnwerkerij moest uitwijken naar de industriezone. Die investering was niet haalbaar. Vader was ondertussen 61 en had geen bezwaar dat mijn broer en ik de stap naar het onderwijs zouden zetten. Mijn broer ging lesgeven aan het Stedelijk Onderwijs en ik werd leraar Hout en Bouw in Don Bosco Sint Denijs-Westrem. Ik heb er 24 jaar lesgegeven in de 5de, 6de en 7de jaren technisch- en beroepsafdeling, zowel theorie, praktijk en labo. Ik sloot mijn loopbaan af als technisch adviseur van de Afdeling Hout. Ik ben eigenlijk blij dat het zo gelopen is. Ik blijf prediken dat het spijtig is dat veel jongeren nu eerst humaniora volgen en daarna overstappen naar het hoger technisch onderwijs. Ze missen de praktijkervaring.”
Brancardier, een last licht om dragen
Jozef gaat al 46 jaar naar Lourdes, waarvan 45 jaar als brancardier. “Ik doe dat uit menslievendheid”, getuigt Jozef. “Dat is geen opdracht. Het is gewoon de manier waarop ik in het leven sta.” Zijn organisatietalent en inzet brachten hem in het bestuur van de brancardiers en hij schopte het zelfs tot voorzitter. “Een bedevaart met zo’ n 120 zieken vraagt een minutieuze voorbereiding. De inzet van de vele vrijwilligers is groot, maar de last van het werk is licht om dragen. Wat men ervoor terugkrijgt is heel veel, maar moeilijk onder woorden te brengen. Veel bedevaarders zijn door hun ziekte afhankelijk van anderen, zijn eenzaam en leven in een uitzichtloze situatie. Ze fleuren op in de openlucht en genieten van een babbel. In de zorg is daar steeds minder tijd voor, maar hier zie je hoeveel persoonlijke aandacht kan betekenen. Respect is er niet enkel voor de zieken, maar ook voor de collega’s vrijwilligers en iedereen met wie we samenwerken. Ongeacht de professionele achtergrond, gewoon als mensen vertrekken we allemaal vanuit diezelfde bewogenheid. Dat geeft iedereen zo’n goed gevoel, dat je niet anders kan dan terugkomen.”
Musiceren, een kwintet aan voordelen
“Muziek zit in mijn genen. Mijn grootvader was medestichter van de Wondelgemse harmonie. Ik speel al van mijn zevende op de klarinet. Later kwam daar ook de saxofoon bij. Ik heb acht jaar muziekacademie gevolgd en behaalde de eerste prijs aan het conservatorium in Gent. Ik heb er notenleer, muziekgeschiedenis, klarinet, saxofoon en ook een jaar ‘dirigent’ gevolgd. Ik ben 30 jaar dirigent geweest van de Wondelgemse harmonie.” Jozef speelde ook in verschillende formaties, zelfs een vijftal jaar in de Alte Bayrische Kapelle. Niet alleen als solist maar ook in samenspel met kerkorgel etaleerde hij zijn virtuositeit. Met een saxofoonkwartet nam hij een cd op. “Ik speel nog dagelijks klarinet, het is een technisch moeilijk instrument. Het aanblazen vraagt behoorlijk wat inspanning van mond- en kaakspieren. Musiceren is voor mij complete ontspanning, maar het heeft me ook veel geleerd. Muziek maken is samenwerken. Dirigeren is iets aanleren en dus ook verbaal overbrengen. Elementen die ik in mijn onderwijsloopbaan goed heb kunnen gebruiken.”
Beeldhouwer, op eigen houtje
Jozef heeft van thuis uit een sterke voeling met hout. Niet vreemd dus dat hij wel eens de houtbeitel hanteert om een sculptuur te maken. “In de Vlaamse Primitieve stijl werden houtsculpturen decoratief gebruikt. Via mijn vader en later via mijn leraars heb ik gezien hoe die tot stand kwamen en dat prikkelde me om zelf aan de slag te gaan. Ik snij mijn beelden uit het zachte lindehout. Mijn inspiratie haal ik uit mijn fantasie. Het zijn mannen, vrouwen maar ook kerststallen bijvoorbeeld.”
Dichter die iets met wiskunde heeft
In Jozef schuilt ook een poëtische gevoeligheid. “Soms word ik wakker gemaakt door een woord. Dat kan in een gezegde zijn of gewoon een tekst of spreekbeurt. Maar ik heb ook iets met wiskunde. Vier woorden door elkaar gooien. Soms vormen ze een betekenisloze zin, maar als je ze in een bepaalde volgorde zet dan drukken ze wel iets uit. Waarom wil dat ene woord, naast het andere staan om iets duidelijk te maken en inhoud te geven? Het is net als bij muziek, het is een beetje een compositie met taal als instrument. Je brengt allerlei elementen samen tot een harmonieus geheel waar iemand iets aan heeft en beleefd. Mijn inspiratie haal ik uit levenservaring, een ontroering, een beleving ….. “.
Vrijwilligerswerk, een uitlaatklep
“AZ-Sint Lucas was voor mij bekend terrein. Een dochter is hier verpleegkundige en mijn vrouw heeft haar loopbaan hier afgesloten op de dienst nierdialyse. Zij is altijd actief geweest in de pastorale ploeg van het ziekenhuis, ook nu nog als vrijwilliger. Ik tikte vroeger voor haar regelmatig de teksten voor de vieringen uit. Op een bepaald moment was er een vacature voor vrijwilligers aan de infokiosken. Dat sprak me wel aan. Zorgzaamheid en empathie heb je daar wel nodig. Dat sluit aan bij wie ik ben en dus voel ik mij hier goed. Het contact met de collega’s vrijwilligers is uitstekend, we zitten op dezelfde golflengte. Ik krijg doorgaans van de klanten een oprecht dankjewel voor de hulp, maar de verbale agressie van anderen maakt het soms wat minder gezellig. Elke medaille heeft een keerzijde.”
Levenskunstenaar
“Bij onze geboorte heeft iedereen talenten meegekregen die we kunnen ontplooien. Er zijn dus geen twee gelijken op de wereld. ‘Blijf jezelf, er zijn er al anderen genoeg’, is dus mijn advies om tevreden door het leven te gaan. Je moet dan ook niet opkijken naar of neerkijken op iemand. Doe je niet anders voor dan wie je bent. Ooit komt de aap uit de mouw. En dan, wees eerlijk met jezelf. Als je, je bij bepaalde dingen niet goed voelt, neem dan de eerste afslag links of rechts. Zoek de weg die leidt naar een gebied waar je je thuis voelt. Ban jaloezie en hebberigheid en accepteer dat de wereld niet volmaakt is, net als wijzelf.”
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 12:02
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET SIMONNE WELVAERT
Als eerste interview – in hopelijk een lange reeks – heb ik de eer en het genoegen om Simonne Welvaert aan het woord te laten. Simonne is 87 en de oudste vrijwilligster in AZ Sint-Lucas. Ze zet zich al 34 jaar in voor het ziekenhuis. Ik ontmoet haar in de ziekenhuisbibliotheek, straat 98.
“Op mijn 53ste sloten wij de deuren van onze zelfstandige beenhouwerij in Wondelgem. En daar was het dan een zee van tijd om te doen waar je zin in hebt. Eindelijk rustig een tasje koffie drinken, zonder dat de winkelbel stoort. Eens shoppen, een terrasje doen. Maar ik miste de actie, het contact met de klanten en de daarbij horende babbel. Het zat me zo diep dat ik op een dag het verhaal van mijn verveling aan “Teleonthaal” voorlegde. Waarom doe je geen vrijwilligerswerk, suggereerde de telefoniste. Je kunt helpen in een bejaardenhuis of in een ziekenhuis. Dat laatste klonk me als muziek in de oren en ik stapte onmiddellijk naar de “Groene Briel”. De juiste keuze!
Met de kwaliteiten van een commerçante
Ik werkte afwisselend en ook soms tegelijk in de geriatrie en de ziekenhuisbibliotheek. Op de geriatrie werkte ik op zondagnamiddag. Een thermometer geven, als eens een pan steken en vooral een luisterend oor zijn en geduld hebben. Ik ben ook altijd in voor een grapje en dat is ontspannend voor de meeste mensen. Ik heb de beste herinneringen aan de vele babbels met de patiënten en de waardering van het personeel.
Maar na wat bloeddrukproblemen besliste ik om voortaan nog enkel in de ziekenhuisbibliotheek actief te zijn. Dat leunt eigenlijk goed aan bij mijn kwaliteiten als commerçante. Op mijn eerste tour kon ik in de eerste kamer al een boek afgeven. Je moet een boek ook wat kunnen presenteren nietwaar. Als je je aanbod kent, dan kan je ook goed advies geven. En ik lees zeer graag, dus dat is goed meegenomen.
Zes teams staan op maandag, woensdag en vrijdag in voor de boekentoer. Ze wisselen om de twee weken. Goedele, Antoine en ik gaan op woensdag met de boekenkar naar straat 64, 68, 72 en 74. Twee van ons bezoeken de kamers en een blijft bij de kar om de uitgelezen boeken terug in te voegen.
We hebben een schoon assortiment boeken met zowat alle genres. Maar we zouden wel nog meer romantische boeken en strips moeten hebben. Biografieën, reisgidsen en kijkboeken vallen erg in de smaak. Ook strips zijn populair. Ze vragen niet zoveel concentratie, lezen gemakkelijk en snel. Dikke boeken hebben geen succes, daarvoor blijven de mensen niet lang genoeg meer in het ziekenhuis. We hebben ook grootletterboeken en Engelse en Turkse boeken. De boeken worden bij het Rode Kruis gratis ontleend. Jaarlijks wordt de collectie vernieuwd.
De belangstelling voor de bibliotheek blijft groot. We kunnen soms zo’n 80 boeken per tour bedelen. Maar natuurlijk hebben we concurrentie van de televisie en de laptop. Je moet een boek ook wat kunnen aanpraten. Op een zekere dag had ik een biografie van Eddy Wally mee. Die werd gretig afgenomen, maar hier en daar voelde ik wat terughoudendheid. Sommige mensen vinden Eddy wat kitscherig. Maar ik zei dat het een levensverhaal is als een ander en zo kon ik toch heel wat mensen over de brug trekken. Het werd een topper. In elk boek zit een kaartje met de naam van de persoon, het kamernummer en de ontleendatum. Als de boeken uitgelezen zijn, halen we ze de week daarna op en bij ontslag moeten de ontleende boeken op de dienst worden afgegeven. Maar spijtig genoeg gebeurt dat niet altijd.
We zijn zeer discreet. Bij het binnengaan van de kamer voel je onmiddellijk de sfeer. Vaak zeg ik iets grappigs om het ijs te breken. Als ze open staan voor boeken dan begin ik een en ander te presenteren. Maar soms hebben ze geen nood aan leesvoer en zijn ze gewoon blij dat ze hun verhaal eens kunnen doen en dat er iemand luistert. De meesten vinden het een prachtige service en bedanken ons voor het bezoek. Om ons te “duvelen” durft er wel eens een vragen naar seksboeken.
“Vrijwilliger, dat is mooi “
Het is ongetwijfeld goed bedoeld als mensen zeggen “vrijwilligerswerk, het is mooi dat je dat doet”. Maar eigenlijk denk ik daar zo niet over. Ik heb zelf heel veel aan dat engagement en krijg er veel voor terug. Zo heb ik hier al enorm veel fijne mensen leren kennen zowel collega’s vrijwilligers als verpleegkundigen. Ik loop hier ook geregeld vroegere klanten, buren en kennissen tegen het lijf. Ik voel me nuttig en gewaardeerd. En dan vergeet ik nog de feestjes en andere verwennerij voor de vrijwilligers. “Simonne, zo’n commerçante, gratis werken dat kan toch niet,” hoorde ik in het begin. Ik word natuurlijk niet betaald, maar ik krijg wel vriendschap, al eens een compliment, een dankjewel en nog zoveel meer. Ge kunt toch niet alle dagen een kop koffie gaan drinken op de Korenmarkt.”
Ondertussen heeft collega Antoine de doos pralines geopend. Iedereen tast eens in de doos en dan vertrekt het drietal op boekentour. Ze kunnen allemaal zeker 10 jaar liegen over hun leeftijd. In beweging blijven houdt jong!
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 12:01
geschreven door Pikuurtje
INTERVIEW MET MIEKE GELDHOF
De dood als inzicht in het leven.
“Bij mijn geboorte kreeg ik de naam Maria. Als je die naam opsplitst in de Romeinse letter M voor duizend en laat volgen door aria, dan lees je ‘duizend aria’s’. Zo wil ik leven, dankbaar voor de duizenden dagen die me gegund zijn en waarvan ik ieder moment wil zien als een aria.” Daarmee is meteen de toon gezet. Mijn gesprekspartner Maria (Mieke) Geldhof is een muziekliefhebster met een spirituele levensinstelling.Ze is waakvrijwilligster in het ziekenhuis.
Mieke was verpleegkundige. Ze gaf ook les aan zorgverleners. Als jong meisje is ze gebeten door het podium. Ze doet aan ballet, speelt piano en droomt van een carrière als actrice. Eens gehuwd, gaat ze naar het conservatorium Woordkunst studeren. Omdat haar stem te hees wordt bevonden, stopt ze vroegtijdig met de opleiding. Maar de communicatievaardigheden komen haar later goed van pas als leerkracht en nu bij het geven van voordrachten. Mieke heeft drie kinderen en zes kleinkinderen, allemaal jongens. Na het overlijden van haar man is ze gestopt met werken en verder gegaan als vrijwilligster. Ze schreef teksten voor de Elisabeth Kubler-Ross stichting*, zette mede voor de Federatie van Palliatieve Zorg de spirituele en existentiële zorg op de kaart, was vrijwilligster in de gevangenis en stond 9 jaar op de Palliatieve eenheid van AZ Sint-Lucas. Vandaag is ze waakvrijwilligster in het ziekenhuis en geeft vormingen voor mantelzorgers, vrijwilligers en voordrachten rond het natuurlijke stervensproces.
Waken, een zinvolle tijd
Het is de pastorale zorg die de waakvrijwilligers oproept. Mieke: “Soms zit ik alleen, maar soms zit er ook familie of vrienden bij de stervenden. De ene keer is waken in stilte aanwezig zijn, de andere keer is het een gesprek. Sommige elementen in het stervensproces zijn voor de bezoekers zo verontrustend en onbekend, dat de herinnering eraan het rouwproces kan belemmeren. Daarom vind ik het belangrijk te duiden wat er zich afspeelt. Maar het allerbelangrijkste is dat je zelf rust uitstraalt. Als verpleegkundige heb ik veel met de dood te maken gehad. De kennismaking met deSpirituele Stervensbegeleiding via het Boeddhistisch Tibetaanse boek van ‘Leven en Sterven’ van Sogyal Rimpoche heeft mij een inzicht bijgebracht in de fysieke loslatingsprocessen en een spirituele visie.Het biedt mij perspectief van iets dat groter is dan dit leven. Het is mijn overtuiging dat de dood niet het einde is, maar een terugkeer naar waar we vandaan komen.Het geboorte- en stervensproces hebben veel overeenkomsten. Net als een vroedvrouw het kind opvangt, mag ik de stervende tot aan de grens begeleiden, de rest is overgave…. Waken is voor mij vaak ook een meditatie. Stil worden en gewoon kijken. Communiceren met het hart. Uit het boeddhisme heb ik ook geleerd hoe ik de mens in zijn totaliteit kan benaderen. Dit noemt men tonglen, een lange weg om te oefenen, maar zo zinvol bij het waken.”
De geschenken van de stervende
Als waakvrijwilliger neem je een engagement op waar emoties sterk spelen. Mieke: “Er is uiteraard verdriet, maar het kan ook zo schoon zijn. Een dame was stervende, nog bewust maar zeer onrustig. Ze had me toevertrouwd dat ze niets meer verwachtte na de dood. Ik zag een foto staan van haar man en vroeg haar of ze geloofde in de liefde die ze gekend had. Ze vertelde over haar mooie relatie. Ik legde de foto in haar handen en ze werd rustig. De angstgedachte had plaats gemaakt voor een liefdesgedachte. Een man was angstig omdat hij niet meer kon praten. Hij trok zijn lade open en daarin lag een prent van Jezus. Ik vroeg of ik mocht bidden met hem. We hebben dat samen gedaan. Wat is bidden anders dan zich in de stilte van uitgesproken woorden verbinden in het onzegbare. De intensiteit van de verbinding in het zijn. De tranen liepen over ons beider wangen. Dat zijn geschenken van de stervenden aan de levenden. Dat vergeet ik nooit. Omgekeerd is vergeven een van de mooiste geschenken die wij aan onszelf en de stervenden kunnen geven in functie van het bewustzijn. Ik probeer niet te oordelen. Dit is in het dagelijks leven niet altijd evident. Iedereen heeft de kwaliteit van liefde en goedheid in zich, dat is mijn uitgangspunt. Een aartsmoeilijke opdracht.” “In een bepaald jaar ben ik in mijn persoonlijk leven getroffen door acht overlijdens, waaronder mijn man en mijn schoondochter. Die gebeurtenissen hebben een groot impact gehad op mij. Maar de beleving heeft me ook kracht gegeven en geïnspireerd voor mijn verder leven. Loslaten van ‘hebben’, bewust bezig zijn met het ‘nu’, tijd nemen voor de verwerking van emoties. Mijn aangeleerde ademhalingstechnieken hebben mij ook heel erg geholpen. Door je te concentreren op je adem doorbreek je je angstgevoelens. Ik raad iedereen aan om die vaardigheid aan te leren en te blijven oefenen zodat het een automatisme wordt waarop je kunt terugvallen.”
Sterven leert je veel over het leven
“Het proces van loslaten leert je veel. Elk moment wordt kostbaar als je de vergankelijkheid van het leven van dichtbij ervaart. Dus verlies je tijd niet. Weg is weg. ‘Aan alle streven, zul je sterven.’ Geef tijd aan wat echt betekenis heeft en kijk met afstand naar wat men tijdelijk in bezit heeft. Neem ook tijd om jezelf beter te kennen. Word je eigen leermeester, dat is je beste leraar. Neem tijd om relaties op te bouwen. Mensen zijn belangrijk, ze hebben je iets te leren, het zijn de spiegels, de onontgonnen gebieden in jezelf. Ik ben heel dankbaar voor die verworven inzichten rond leven en sterven. Ik deel ze graag met anderen in vormingen voor stervensbegeleiders.” Het kunstwerk ‘mens’ inspireert Mieke ook om gedichten te schrijven.* Ze is momenteel bezig aan een nieuwe bundel.
(*) Elisabeth Kubler-Ross wordt internationaal erkend als de pionier en autoriteit op het gebied van stervensbegeleiding en verliesverwerking.
Interview: Viviane Venneman
20-02-2019 om 00:00
geschreven door Pikuurtje
19-02-2019
MAAK KENNIS MET ONZE 'INTERVIEWER' : VIVIANE VENNEMAN
Als je een dame wilt interviewen, kies je best - een voor haar - aangename plaats uit. Een klasserestaurant leek mij een aangewezen plek, maar...door de overheid opgelegde besparingen, bleek dit geen goed idee te zijn. Het enige wat mij door de directie kon aangeboden worden, was de keuken van de sociale dienst op straat 66 van het ziekenhuis. Aangezien ik een hekel heb aan te laat komen, trok ik tijdig naar de mij ongekende locatie. In de sober ingerichte keuken wachtte mij een uiterst aangename verrassing: een charmante dame met een stralende glimlach bij een kopje koffie en twee speculaasjes. De vlugge blik die ze op haar uurwerk wierp, vertelde mij dat ze blijkbaar ook erg gesteld was op stiptheid en het waardeerde dat ik ook op tijd was. Het zat dus snor!. Maar...was zij het wel, die ik mocht interviewen? Voor alle zekerheid dus maar even mekaars badge gecheckt, kwestie van niet in onaangename situaties te belanden. Zij was het: Viviane Venneman! Ik concludeerde meteen dat haar naam, met de v-alliteratie, het allemaal heeft om het helemaal te maken in de interviewwereld. Ik ondervond ook meteen dat zij een 'veel-vertellende-vrijwilligster' is en dat zij blijkbaar ook in de wieg gelegd is om te fungeren als ideale reporter voor site.
Viviane blijkt na haar studie 'secretariaat twee-talig' een carrière van vierenveertig jaar uitgebouwd te hebben bij drie verschillende werkgevers: bij UCO, bij het toenmalige Gemeentekrediet (later Dexia en nog later Belfius) en bij de stad Gent. Bij UCO, het textielbedrijf uit Gent dat zich in 1974 specialiseerde in de fabricage van denim, de stof voor spijkerbroeken, wist Viviane een spijkerbroek mét inhoud aan de haak te slaan: haar man Luc. Na zeven jaar had Viviane echter voldoende orderboeken van jeansbroeken gezien en maakte zij de overstap van de verkoopafdeling voor de Noord-Europese landen bij UCO naar de nog veel grotere bankwereld. Het Gemeentekrediet sloot haar in de armen en zou haar, ondanks de naamveranderingen, niet meer loslaten tot zij in 2010 besloot - door familiale omstandigheden - een job te zoeken dichter bij Wondelgem en ze solliciteerde resoluut en zonder schroom bij de stad Gent. Vermits Viviane tweeëndertig jaar in de communicatiewereld van de bank gezeten had, zowel interne als externe, twijfelden ze in de Stroppenstad géén ogenblik om haar in dienst te nemen. Zo werd ze nog vijf jaar lang communicatie-coördinator. Ze werd dan ook verliefd op de stad en samen met haar man Luc verhuisde ze in 2015 naar een appartement vlak bij het ziekenhuis op de Blaisantvest. Toen ze op 1 april 2016 met pensioen ging, stond het reeds vanaf maart vast dat zij zou gaan werken als vrijwilligster in ons Sint-Lucas ziekenhuis en...hoe zou het anders kunnen...op de dienst communicatie.
Alhoewel ze nog géén volledig jaar in dienst is, kent zij het reilen zeilen van deze dienst al door-en-door. Twee halve dagen, de maandagnamiddag en de dinsdagvoormiddag volstonden hiervoor. Toch is dit niet alles: ze is ook nog vrijwilliger bij de CM op de telefoondienst en in het dienstencentrum 'Ten Hove' waar ze rondleidingen begeleidt. Opmerkelijk is toch dat Viviane in haar jeugdjaren de wens had om verpleegster te worden, maar dat haar vader toen een sterke oppositie voerde om haar dat uit het hoofd te praten en daarbij zelfs de hulp van de huisdokter inriep. Toch bleef een ziekenhuis een zekere aantrekkingskracht op haar uitoefenen, vandaar dat zij een vrijwilligersjob zocht in ons ziekenhuis en - wat niet onbelangrijk is- die ook vond, samen met haar man die een handje toesteekt op een verpleegdienst.
Viviane is de trotse moeder van twee kinderen en de oma van vier kleinkinderen die haar maar wat graag hebben...en niet alleen als babysit! De hobby van Viviane, die de laatste tijd wat minder aan bod kwam, zal zij weldra in haar job van interviewer, terug kunnen oppakken als zij van interview naar interview moet wandelen, want wandelen dat is voor haar dé van het!
Toch nog even dit: als u, beste lezer, na grondige studie van haar profielfoto, Viviane in het ziekenhuis meent te herkennen en haar een vraag stelt over haar curriculum en/of haar ziekenhuisactiviteiten en...er géén antwoord komt...weet dan dat u met haar tweelingzus te maken heeft...De anekdotes die ze daarmee heeft meegemaakt en die ze mij vertelde, zijn helaas niet voor publicatie vatbaar!
Van harte welkom Viviane bij de ploeg van 't Pikuurtje! Wij wensen je vele aangename en spraakmakende interviews toe!