Argentinië presenteert zich als een land vol tegenstrijdigheden: Buenos Aires, met zijn blik gericht op het oude continent, Europa; het binnenland, gericht naar zichzelf in volle ontplooiing. Wat drijft mensen om een nieuw land te bevolken? Dit boek probeert de voetsporen te volgen van de goudzoekers in Patagonië. Patagonië, het einde van de wereld, het begin van een nieuw leven. Voor vele Europeanen is dit een totaal onbekende streek, hoewel de geschiedenis verbonden is met die van Europa.
De taal is het voornaamste instrument waarmee de mens weigert de wereld te accepteren zoals ze is.
Wij hebben het vermogen, de behoefte, de wereld te loochenen of te 'ontzeggen', ons een andere voorstelling te maken, haar anders te beschrijven.
George Steiner
Hoe vaak zeggen we niet : woorden schieten me tekort. Meestal is dat om emoties uit te drukken. Emoties van spijt, dank, verdriet, plezier, liefde... Juist dan komen echte woorden. Woorden in tranen, in een schaterlach, in een omhelzing. En dat zijn Echte Woorden voor mij.
Voor Pascal Paepen zijn zakendoen en economie altijd al een tweede natuur geweest. In Londen, diep in het financiële hart van de City, voelt hij zich dan ook thuis.
The Crosse Keys is een pub gevestigd in een voormalige bank die zaken deed met China. Binnenin gaat het er druk en luid aan toe en Paepen lacht wanneer hij onze verwonderde blikken ziet. "Dit is waarschijnlijk een van de goedkoopste adresjes in deze buurt. Het moederbedrijf JD Wetherspoon is beursgenoteerd, maar deze pub houdt de prijzen voor gerechten bewust laag. Hier maken ze geen winst op het eten, maar enkel op de sloten bier." Toen enkele jaren geleden KBC een Britse bank overnam die juist hierin was gespecialiseerd, greep Paepen snel de kans om zijn koffers te pakken en naar Londen te verhuizen. Voordien was hij zeven jaar lang trader in de marktenzaal van Brussel.
Ook een kopje koffie?
10-05-2007
Torenhoog
De zon sliert als een vuurlicht over de witte sneeuwtoppen van de berg, dansend in zijn zwevende gouden tuniek. De boomgaard zinkt in een zee van licht, wentelend in het inmense plezier van deze ochtendkus. Het aura tussen de kruinen richt zich op als zware zwangere borsten die bij elke zuchtde topase en smaragden parels laat schitteren tussen het geurend onkruid en ranke stammen. Het oranje van de perzikken omfloerst de horizon zoals een zacht lieflijke meisjeshuid onze zinnen verdroomt in een paradijselijk satijnen sofa. De harde droge rode grond houdt het leven gevangen en toont het in al zijn pracht, smachtend naar de dauwdruppels die traag de bladeren te zwaar maken zodat ze naar hem toe reiken. Het is alsof de aarde wil opstijgen, zonder geduld wachtend tot de blaadjes boven hem druppelsgewijs de gouden nectar overlevert. De druppels twijfelen om zich over te geven aan de warmte van de ochtendzon of zich vlijend neer te druppelen in de smachtende aarde. De stam durft zich niet te bewegen. Het sap loopt als lava door zijn venen. Zwoel speelt de wind tussen de kruin, als een speelse bondgenoot helpt hij de aantrekkingskracht van de aarde. Spetterend vallen de druppels op de harde ondergrond, slorpend kruipen de wortels dieper en jagen het vocht tot de hoge kruin, openbarstend in een rijpe mooie vrucht, schitterend van levensvreugde, zomers van geur, stelen zij het kostbare vloeibare goud van elk blad dat rondom verdort.
De boomgaard is in stilte gehuld. De rust is er adembenemend. Alleen vogels maken een hels lawaai, alleen in de morgen. Siestastilte keert op het zenituur terug. Een boomgaard is een synfonie van rust en werkdrift, een discordantie tussen de kalmte tussen stammen en de onrust bij de plukker. Hij roesht tussen de takken door als een overijverige bij. Nooit genoeg, nooit groot genoeg, nooit geurig, rijp, onrijp, opbrengst, hij komt nooit toe. De bomen schenken in alle stilte, bedrijvig in hun harde kern, maar rustig en zonder geluid. De plukker is overgeleverd aan de capriolen van de takken, reiken zij juist iets te ver de mooiste vrucht.
Deze boomgaard is de geliefste plek van emirBen-Alhamar. Hij ligt uitgestrekt op een comfortabele witte sofa, onder de oudste boom, rijk in kruin en blad. Hij wappert zich verluchting toe in deze droge omgeving, zinderend in de passie van de ochtendzon. De nacht had hem de slaap ontrukt in zijn warme omhelzing. Zijn geest had daarom rondgedwaald in cirkels van nieuwe ideeën en ingevingen. Azhuna kwam aangeslenterd. Hij was de meester architect van de stad. Van eenvoudige afkomst, snuffelend in boeken en bibliotheken had hij de wijsheid van de gewone metser als zijn vader was, overstegen. Elke koepel, elke toren torenhoog had geen geheimen voor hem. Zijn droom dreeft af naar het reiken van de wolken, zich verwarmen op een hemels terras aan een zon die op die hoogte enkel voor hem zou branden. Ranke hoge torens zouden bergen jaloers maken, Azhuna zou het ultime paleis ooit ontwerpen voor zijn geliefde droom, zichzelf overstijgen in steen.
De emir wou hem spreken, meestal draaide dat op niets uit. Hij kende de driften en grollen van de emir. Nooit genoeg respect om zijn bouwwerken met het gepaste goud te betalen. Een huttenmaker had de emir nodig, niet hem. Hij moest vertrekken uit deze kleine provinciale stad, de wereld intrekken, koningen en wijzen ontmoeten, zodat hij op hun niveau kon meegroeien naar een nieuwe wereld toe. Maar deze keer was het anders. Ben-Alhamar had in een vizioen gezien dat hij ter verheerlijking van zijn emiraat een toren moest bouwen waaruit hij verder dan de horizon zou zien. De emir zou daardoor zijn rijk vergroten, want zijn vader en vaders vader en vaders vaders vader had altijd gezegd datalles van hem was zover hij kon zien. Een hoge toren een wijder zicht een groter rijk.Azhuna kreeg interesse. De passie steeg uit hun gesprek, zweefde tussen de boomgaard door en dreef de plukker met de plukster in het stuikgewas. De vuur van de ambitie van Azhuna warmde de lucht die sidderde tot in het onkruid waar Alana en Abu in elkaar gestrengeld genoten. Abu ging dieper, Alana hoger, de gulzigheid van Ben-Alhamar bezwette de strelende huid, vingertoppen prikkelend over een perzikzachte rug van Alana, een abasten geur van gitzwart haar door de vingers van Abu. Hoger en hoger werd de toren door de overmoed van de bouwmeester en bouwheer, overstijgende overmoed, het struikgewas slorpte de gonzende geuten van genot in zich op, een kreet, torenhoog, en daarna de harde werkelijkheid van twee voeten op de grond, aan het natuurlijke bedeinde van de passionele vruchtenplukkers. Een korte discussie, een voorbereiding op een toekomstig huwelijk, passie zou sleur worden.
Maar even terug naar de torenbespreking van de emir en de architect. Zij geraakten gemakkelijk uit hun discussie uit. Hun ijverzucht gaf hen de mortel aan om tot een vergelijk te komen over materiaal, meters en prijs. Niets kon hoger zijn, niet de toren niet de prijs, het zou een meesterwerk worden. En tijdens de sleur van het 10 jarige huwelijk van Abu en Alana werd de toren ingehuldigd, de erfgenamen van Azhuna kregen hun laatste betaling, de rekening werd vereffend. De toren reek verder dan de horizon, de trapzaal draaide de hoogte in tot een ontoereikende waanzin. Ben-Alhamar besteeg de eerste treden onder luid aplaus. Heel de stad juichte hem toe, ook zijn erfgenamen stonden pasioneel op de eerste trede. Hij is nooit meer weergekeerd, wachters die hem zochten in de trappenschacht zijn zonder resultaat weergekeerd, zonder ooit het einde van de minarette te kunnen bereiken. Ben-Alhamar was in hogere sferen, zijn emiraat oversteeg het gewone menselijke, zijn heerschappij verzonk in eenzaamheid en de boomgaard ruiste rustig verder. De zoon van de zoon van lag rustig op de witte sofa onder de oudste boom. De harde grond reikte een bedstee aan voor Zulima en Abu-Da. De perzikken rijpend de geurig de passie voorbij.
Zekerheid is steeds veranderlijk. Zelfs de wetenschap kan niet zeggen : "Dit is de waarheid, zo is het en niet nooit anders". De wetenschap zegt steeds: "op dit moment is dit de waarheid. NU, tot later order, zijn we zeker."
Er bestaat dus alleen zekerheid in jezelf, in je ware ik, in jouw eigenliefde, in jouw aanvaarding, jouw geloof in jezelf, niet in het "weten" of "kennen" van jezelf. Want de zekerheid van weten en/of kennen is enkel zoals in de wetenschap: "tot later order, is dit de zekerheid" maar als we weer meer weten, verandert die zekerheid. Alleen onze ware ik is zeker, onveranderlijk, alleen "weten" we dat niet, we "kennen" onszelf niet , we moeten dat alleen maar aanvaarden.
De liefde die we voelen als we met ons verstand leven, is liefde die steeds verandert. "nu op dit moment" denkt de geest, "is dit de mooiste vrouw/man van mijn leven" Maar morgen kan je iemand mooier tegenkomen en dan moet je jezelf , nee sorry, je verstand, je geest tegenspreken, want dan is die vrouw/man van gisteren niet meer de mooiste. Er is geen zekerheid in een rationeel leven. Alleen in een leven volgens ons hart, volgens onze ware ik, is er zekerheid. Is er puurheid en dat moeten we proberen te achterhalen, niet proberen , dat moeten we achterhalen door de weg van ons leven zelf te bewandelen door het polijsten van de spiegel van ons zelf.
Ons hart, onze ware ik is ons centrum. En in dat centrum kunnen we rust vinden, harmonie, ook al valt heel de wereld rondom ons in stukken. Als we zeker zijn van onszelf, als we van onszelf houden en onszelf aanvaarden, vallen die stukken steeds weer te lijmen.
Iedereen handelt naar de aard van zijn natuur, wat heft dwang dan voor nut?
In indere taak ligt afkeer en liefde verscholen, een mens dient zich niet over te geven aan de macht van deze twee passies. Het is daarom beter zijn eigen plicht te vervullen, gelijkwaardig in afkeer en liefde voor de taak, zelfs als men er niet in slaagt het helemaal goed te doen , is dat toch nog beter dan de plicht van een ander goed te doen. Het is beter te mislukken bij het uitvoeren van je eigen plicht; de plicht van een ander is vol gevaar. Het motief van handelen zou moeten liggen in het plezier van het handelen zelf, niet in de uitkomst.
Alles is tweezijdig en als de handeling met liefde en zelfdiscipline wordt uitgevoerd zal ook de uitkomst duaal zijn: een goed resultaat is misschien geen zege, een slecht resultaat misschien wel.
Denk even aan de uitvinding van de kernenergie:
Jaren zochten de onderzoekers ernaar, zonder resultaat, wat op zich een zege was. Tot het een plicht van anderen werd, gedreven door haat, en de uitkomst een ramp werd.
Soms komen er gedachten in me op, mooie lieve: soms weet ik gewoon iets tofs, zonder dat ik weet waar het eigenlijk vandaan komt. Dan vraag ik me af of ik het verzonnen heb of of ik het me herinner van ooit eens gelezen te hebben of gehoord van iemand. Maar dat is niet belangrijk het belangrijkse is dat ik het overdraag of verder vertel, misschien helpt het wel iemand om ook op een idée te komen en zo kunnen we ideeën aan elkaarrijgen, ideeën verslingeren en de wereld versieren.
Nooit en streelde er mijne wangen traan zoo dierbaar en zoo lief als die ik heb opgevangen in de plooien van uw brief, zoenend hem zoo menigwerven eer dat ik nog tenden was, vreezende eerder hem te derven hoe ik snel- en snelder las. Ja, een kind dat blijve uw herte, schoon al t ander manlijk zij, ende, vriend in vreugd en smerte, heb ik u, zoo hebt ge mij. Hebbe God ons boven allen, hebbe Jesus ons getween! Laat al t andre, moet het vallen, t valle! Jesus blijve alleen!
Het leven is dualiteit. Het proces van het leven is afhankelijk van twee tegengestelde polen. Het is zoals een rivier: ook hier zijn twee oevers nodig om het water in de bedding te laten stromen. Het leven heeft deze dualiteit nodig. De dualiteit komen we overal tegen, tegenpolen, tot het ultieme uiterste, tot alles één wordt. In dat éne stromen de tegenpolen in elkaar, wordt de dualiteit opgeheven, verdwijnt het leven en wordt het onzichtbaar. Daar heeft het geen naam, geen vorm, daar wordt het leven meer, het wordt Nirvana.
Het leven in dualiteit is dialectisch: tussen man en vrouw, tussen licht en donker, tussen leven en dood, tussen goed en kwaad. Als de dualiteit wordt opgeheven verdwijnt het in de vorm zoals wij het kennen, tijd en ruimte verdwijnt. En de poort wordt geopend. Dan pas kunnen we binnengaan in het onzichtbare, in het misterieuze. Alles is maar manifesteert zich niet, dit is het Nirvana, Moksha: het ultieme waarin alles verdwijnt en alles is.
De gnostische traditie zegt dat er twee wegen,wederom de dualiteit, zijn om de poort te ontdekken *langs meditatie, het Zen, of *de weg nemen van de liefde, Sufi.
Zoals Hakim Sanai zegt:
De pure man verenigt twee in 1 de geliefde verenigt drie in 1
De eerste weg noemen de gnosten: de weg van de puurheid, meditatie, het leegmaken en zo totaal leeg de eenheid te ontdekken. De tweede weg noemen ze de weg van de eenheid om zo vol van alles en vol van liefde de pure liefde te ontdekken, of liever, pure liefde worden.
De twee wegen zijn gelijkwaardig, zoals een woestijn en een tuin vol mooie bloemen, naargelang je voorkeur kan je je stilte vinden in de woestijn of in de tuin.
Buddha volgde de weg van de puurheid, door totale leegte eenheid worden. Hij is zoals een woestijn: stil, bewegingsloos, puur en leeg. De suffies volgen de weg van de liefde, de dans, de vrolijkheid, de weg in de tuin vol speelse vlinders, geurige bloemen, bomen die pure liefde zijn en hun omgeving voorzien van zuurstof, planten die liefde ademen.
In de woestijn van Buddha of in de tuin van de suffies is geen plaats voor onze ego. Het achterlaten van onszelfzijn moet gebeuren aan de poort van deze woestijn of de tuin. In de stilte en de droogte van de woestijn kunnen we onze ego laten opdrogen, verdorren, tot wij hem verpluverd kunnen achterlaten. Op de wandelwegen in de tuin kan onze ego de geur van de bloemen niet opsnuiven, het groen van de bomen lijkt vaag kleurloos door de ogen van onze ego. De vlinders lijken lastige muggen die ons beperken om te genieten. Aan de poort van de tuin is geen plaats voor onze ego.
De methode van de meditatie is net zoals een ui schillen, schil per schil onze "ik" wegnemen tot we niets meer overhouden en de leegte ons doel is. De methode van de Suffies is de ui juist koesteren tot er weer een schil bijkomt, het "ik" "wij" wordt, tot ze genoeg voedsel heeft om te bloeien en open te barsten in volle glorie.
Meditatie is elimineren, suffie is alles opnemen.
Zen zegt net als Sartre: het andere is de hel. Maar zij geven een antwoord op de hel van Sartre. Als we zelf verdwijnen, verdwijnt ook de hel. Als het "ik" verdwijnt, verdwijnt ook "jij" en wordt alles 1.
"Er is geen groter mysterie dan het feit dat we maar blijven zoeken naar werkelijkheid hoewel we in wezen werkelijkheid zijn. We denken dat er iets is dat de werkelijkheid verbergt en dat dat eerst uit de weg moet worden geruimd voordat we de werkelijkheid kunnen zien. Hoe belachelijk! Er zal een dag komen waarop je over al je inspanningen in het verleden zult lachen. Die dag dat je zult lachen is ook hier en nu."
Ik logeerde eens bij Moella Nasroedin. Een heel knappe weduwe kwam hem om raad vragen. Ze zei: 'Ik zit in de problemen en u moet me helpen. Ik ben verliefd op een heel knappe man. Hij is jonger dan ik, maar arm. En een oerlelijke oude man die schatrijk is, is verliefd op mij. Wat moet ik doen? Met wie van de twee moet ik trouwen? Moella Nasroedin sloot zijn ogen, dacht na en zei: 'Trouw met de rijkaard en wees goed voor de armen.
Omdat onze ego zo hard wil roepen om gehoord te worden, uit angst om te sterven. We lopen onze ego achterna en denken dat we dat zelf zijn, hoe vaak zeggen we niet: "zo ben ik niet" "Ik lieg nooit" "ik twijfel niet aan mezelf" "...." dat zijn paniekkreten van onze ego. Juist dat wat we over onszelf steeds herhalen zijn we zelf. Doe maar eens de proef op de som. Vorige week zei ik nog en ik hoorde het me twee keer herhalen: "ik maak me geen zorgen op voorhand. Ik heb mezelf in de hand, problemen van de toekomst kunnen misschien opgelost geraken voor het problemen worden en ik ben me er goed van bewust, ik maak me niet nodeloos ongerust...." Toen ik uitgesproken was, wist ik dat dit mijn probleem is: zorgen maken op voorhand voor er problemen zijn. Maar mijn ego wil me iets anders wijsmaken, zodat ik het niet kan rechtzetten en ik mijn ego niet kan bijsturen. Onze ego is sterker dan wijzelf. Onze ego is destructief, net zoals de schorpioen. "Ik zal je niet steken, echt niet..." en juist dan weet je dat je het wel zal doen, omdat het sterker is dan jezelf, je ego is sterker dan jij.
Daarom is stilte zo moeilijk omdat je in stilte naar jezelf luistert en niet naar je ego
Waarom zijn mijn woorden zo mechanisch en klinken ze als slogans?
Omdat woorden zo zijn, woorden verwoorden niet het echte, woorden stromen automatisch uit je mond, en meestal zijn die al eens gebruikt, een ego gebruikt woorden om te misleiden, kopieert woorden. Woorden die je ergernis willen uitdrukken versmoren de juiste oorzaken van je ergernis. Woorden in een ruzie gebruikt worden oorlogswapens en de ruzie escaleert omdat je ego de ruzie wil winnen. Als je ruzie maakt in stilte, is het zo opgelost, als je in stilte de juiste oorzaak van je kwaadheid achterhaalt, zul je zien dat het bagatellen zijn.
In stilte vind je jezelf, in stilte ontdek je de anderen. In stilte breek je uit de stilte, breek je uit jezelf In stilte leef je intens met jezelf zodat er plaats is voor de ander
Er ontsteekt een zware bliksemstorm. De steppe staat in een mum van tijd in lichtelaaie. De dieren die zich nog kunnen redden, rennen voor hun leven. Een olifant en een schorpioen komen samen aan de grote rivier die hen scheidt van de veiligheid. De schorpioen schreeuwt om hulp en smeekt de olifant om hem op zijn rug mee naar de overkant te nemen. De olifant kijkt hem wantrouwig aan. "Please, ik zal je niet steken, wat voor zin heeft dat? Jij bent mijn enige redding en ik zal je eeuwig dankbaar zijn!" De smeekbede van de schorpioen doet het kleine olifantenhartje smelten en hij laat hem op zijn rug kruipen. Veel tijd om te onderhandelen hebben ze niet, het is zwemmen of verzuipen of liever verbranden. Juist in het midden van de rivier, het diepste punt, ontkrult de schorpioen zijn staart en steekt de olifant in zijn nek. De olifant voelt de verlamming opkomen en zinkt traag weg, met op zijn lippen nog de laatste wanhopige vraag: " waarom???" De schorpioen zinkt met hem met op zijn lippen de laatste woorden : " het was sterker dan mezelf"
Ik ben het kwijt. Verloren geraakt ergens in een hoekje van de wachtzaal van intensieve zorgen. Wel wachtzaal...vieze vuile gang zonder verluchting en met veel triestige radeloze mensen. Mijn schoonvader heeft een hartaanval gehad en ligt nu hier, ergens in Buenos Aires, vergeten in een bedje. Hij is heel zijn leven staatsambetenaar geweest in Argentinië en nu is de staat hem liever kwijt dan rijk. Hartverscheurend. Frustrerend. Hard en wreed. Er is geen geld voor zijn behandeling, lees ik op de lippen van mijn echtgenoot, "wij doen alles wat we kunnen" hoor ik de artsen zeggen. Maar ik weet beter, sorry, ik wil niet eigenwijs zijn, niet onhebbelijk pretenzieus overkomen, maar in Europa gebeurd dit anders."Dit is Argentinie en er zijn hier systemen, systemen die je moet volgen" hoor ik de medische en financiele wereld murmelen. Ik kan er echt niet bij. Hun kennis is dezelfde, hun capaciteiten zijn dezelfde, de hartspecialist heeft 15 jaar in USA gewerkt, dat is geen uil. En toch als mijn schoonvader in intensieve zijn tweede hartaanval krijgt, staat hij erbij en kruist hij zijn armen.
Ik ben mijn centrum kwijt, ik zoek vergeefs het middelpunt en mediteer me te pletter, maar het is weg. Ofschoon mijn man en ik redelijk kalm zijn, niettegenstaande de omstandigheden, lukt het ons toch niet om deze muur van irritante negligentie te overbruggen met liefde en kalmte.
Het is niet alleen ons verdriet en frustratie die ons uit ons evenwicht brengt, de negatieve en triestige energie die door de wachtgang sluipt, keldert elke poging tot het "niet-denken". Radeloos zoeken we een oplossing voor "papa" . Er zijn er voor handen, we hebben keuzes of toch niet...:
*humaan sterven dicht bij zijn familie? Onmogelijk want op intensieve mag je er maar een half uurtje bij. "En meneer is niet terminaal", zegt de arts ons, ik hoor hem denken: "dat zullen we nooit toegeven"
*hem een normale behandeling geven (goede opvolging van de stent ; bijpass ; ...) onmogelijk daar is geen geld voor. De staat zou het moeten betalen, maar die doet dat niet, wij kunnen het niet betalen alhoewel het prive ziekenhuis waar dit alles op normale manier gebeurd maar 1 kilometer verderop staat. De artsen zeggen: " we hebben al een stent gezet" jaaa maar hem niet opgevolgd, dus is hij terug geblokkeerd en daardoor heeft hij zijn tweede infarct gekregen "nee, nee, we konden niets meer doen" hoor ik hen in de verte nog brabbelen, maar ik ben reeds vertrokken, deze leugens zijn te zwaar om dragen.
*informatie zodat we weten waar we nu voor staan, een nieuw hart kunnen ze ons niet meer geven, ze hebben het mismeesterd dus daar is niets meer aan te doen. Maar de ontkenning, de lacune aan informatie, de leugens ....
Mijn man en ik zijn ons middelpunt kwijt, stilaan verglijden we in paniek, maar toch ergens diep tussen ons beide in vinden we af en toe weer de houvast, samen, de kalmte om te aanvaarden wat is misgelopen. Om te aanvaarden waar we voor staan en waar we samen door moeten.
Een man is op doorreis. s'Nachts komt hij aan de voet van een rivier. Aangezien hij die moet oversteken, wacht hij liever tot het licht wordt. Hij zet zich aan de oever neer en speels gooit hij de stenen die hij naast zich vindt in het water. De maan trekt in rimpels over het wateroppervlak, de man kijkt naar het mooie schouwspel en gooit steeds meer stenen. De zon komt traag op tussen de bomen en net als hij de laatste steen wil werpen, schittert deze in de eerste zonnestralen. De kleuren spatten in het rond. De man kijkt verbaasd naar de steen in zijn hand en ziet dat het een diamant is. Hij heeft heel de nacht diamanten in de rivier geworpen, denkende dat het stenen waren. Nu rest hem nog maar eentje....
Gelukkig heeft hij die ene nog en wierp hij niet alle diamanten des levens in de snelstromende rivier.
"Zonder revolutionaire theorie kan er geen revolutionaire beweging bestaan"
Zalig toch!! Dan moeten we alleen maar gewoon geen theorieën meer verzinnen en dan wordt echt alles rustig? Als we allemaal met respect naar elkaar toe leven, elkaar de ruimte geven en niet verlangen wat anderen hebben, maar blij zijn dat ze er zijn en wie ze zijn, en samen delen wat we hebben, hoeft dus al die revolutionaire troep niet meer? Heel eenvoudig, ik had het zelf niet kunnen verzinnen. Kan er even iemand dit aan de rest van de wereld uitleggen?
Grote zus en klein broer spelen samen in de tuin. Mama is even gerust,ze kan de pagaders gadeslaan vanuit haar leeszetel gadeslaan. Het boek waar ze in begonnen is, is heerlijk leesplezier. Grote zus begint plots te wenen. Moeder kijkt even de tuin in en ziet dat kleine broer aan haar haar trekt. Grote zus vraagt hulp aan mama, minstens een bestraffend woordje voor kleine broer... Maar mama legt haar uit dat kleine broertje dat nog niet verstaat. Hij begrijpt niet dat dat pijnlijk is. Grote zus kijkt kleine broer wantrouwig aan. Mama is alweer in haar boek verzonken. Tot plots weer geween, nu is het kleine broer die het uitschreeuwt. Mama loopt opnieuw de tuin in, ze ziet nog net dat grote zus aan het haar trekt van kleine broer "wat doe je nu?" vraagt mama ongerust. "Je weet dat dat pijn doet!" "ja ik wel en nu kleine broer ook." zegt grote zus rustig.
Als je lacht, echt lacht, lacht van diep, stopt je verstand, want je verstand kan niet lachen. Het is gestructureerd om ernstig te zijn, serieus te zijn. Het moment dat je lacht, komt dat geklater niet uit je geest, het komt van dieper, van echter, vanuit je zelf
Gelijk wat je doet, doe het met een lach, met plezier, met al de liefde voor wat je doet, met passie! Dan doe je het met creativiteit. De muze zit in je, in je lach, in het plezier, in je amusement. Zo word je creatie jouw, en jij wordt jouw creatie, dan is het goddelijk. (Osho)
Het woord "mens" (man in het engels) komt van het sanscriet: man, dat verstand wil zeggen. Als we begrijpen hoe het verstand, de hersenen werken, kunnen we misschien de "mens" en zijn mogelijkheden doorgronden. Als we het menselijke "verstand" analizeren, kunnen we misschien ook het verleden van de "mens" verstaan, net zoals zijn heden en zijn toekomst. De mens als lichaam is geen "wezen" het is een reiziger. We zijn steeds in verandering, onderweg, opweg naar anders zijn. We evolueren soms naar beter soms naar slechter. Maar we zijn steeds in beweging. Beneden ons hebben we de natuur, boven ons hebben we de cosmos. De mens zit er midden in, hij is niet het centrum, hij staan er gewoon midden in, op weg naar beneden of op weg naar boven. De mens is op reis naar zijn twee eeuwigheden. Ene is de natuur, de andere is het overstijgende. Sommigen noemen het God, anderen noemen het De Energie, laat mij het ons Doel noemen. De mens zit dus juist tussen deze twee eindeloosheden in.
We staan er niet alleen tussen, we zijn ook een deel van deze twee. Een deel zowel van de natuur als een deel van het Overstijgende. Daarom zijn we steeds in dualiteit. Deze twee krachten trekken ons ofwel omhoog ofwel omlaag. We zijn een deel van hen, maar we "zijn" niet hen. We moeten nog ergens naartoe, net zoals een reiziger zijn laatste trein moet halen, of moet inchecken en de file voor ons eindeloos is. Als we daarna eindelijk rustig in de trein zitten, of op onze vlucht zitten en de handbage opgeborgen is, keert onze rust even terug, maar niet voor lang. Daarna komen er vertragingen, andere reizigers stappen op, de wagon loopt vol. Er is geen ruimte. We willen er weer uit, maar er zijn teveel drempels.
We kijken soms slinks naar de pasagiers in eerste classe. Die zitten heerlijk breed, mogen eerst op en af het vliegtuig. Zij hebben ruimte, krijgen meer aandacht, meer keuzes in de films. Misschien hebben ze wel beter stewards ? En eigenlijk kunnen we allemaal eerste classe vliegen of reizen, zelfs eerste classe leven. Rustig en met ruimte. Meer keuzes of liever minder keuzes nodig, omdat we tevreden zijn en we minder valse verlangens koesteren. Eerste classe maak je in je hoofd, in je eigen hart. Gewoon het centrum vinden van onszelf om zo de rust en de ruimte in ons te vinden. Leven is nu eenmaal reizen, probeer dat dus te doen met classe. Verlangens zorgen voor stress, iets willen geeft ons een drang die ons onrustig maakt. We moeten niet wachten tot de anderen ons de rust geven, een betere service geven, wij zelf moeten aan onszelf een betere service geven. Zodat we heerlijk zalig eerste classe kunnen reizen al is het in een huifkar.
akkoorden die ons vertrouwd in de oren klinken, maar hoe meer ik erover lees hoe we ze eigenlijk in praktijk zouden moeten brengen, hoe meer ik tot de vaststelling kom, dat ik er niks van bak. De momenten dat ik het een beetje door had, heb ik reuze grote levensproblemen kunnen oplossen. Wat een ego...alsof mijn levensproblemen reuze groot zijn, en wat een giller dat mijn leven een probleem zou zijn... en daar is het eigenlijk mee begonnen. Mijn zoektocht naar de leegt, naar het niets, nog altijd niets gevonden uiteraard, maar het schijnt dat ik op goede weg ben. Ik ben eerst en vooral begonnen met niets meer te doen. Dat was al een zalige openbaring. Daarna ben ik begonnen om niets meer te denken, geen sinecure, en ik slaag nog steeds de bal mis, maar ik denk...voila te laat.
Op mijn zwerftocht naar het niets vond ik vorige week dit: Mooi! bedankt Rik Torfs.
"IK zeg altijd wat ik denk." Dat hoor je wel vaker. Vooral mannen pakken er graag mee uit. Daarbij kijken zij trots en lichtjes hanig in het rond, geheel en al bereid om bewonderende blikken in ontvangst te nemen. Sjonge, stoer, hoe dapper toch: iemand die altijd zegt wat hij denkt. Een held. Mannen zijn graag helden. Anders hadden ze net zo goed een vrouw kunnen zijn.
Producten van Peyeche, de moeite waard om eens een kijkje te nemen.
Over mijzelf
Ik ben Rein Remaut
Ik ben een vrouw en woon in Buenos Aires (Argentinie) en mijn beroep is levensgenietster.
Ik ben geboren op 04/02/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, lezen, zwemmen, mediteren, observeren, zoeken.
Deze site ben ik begonnen om in discussie te gaan over waar we naartoe wandelen, waar het leven ons brengen kan. Discussieren is niet echt het juiste woord, een koffieklappeke houden, wat tetteren, gedachten wisselen. Ik hoor heel graag iets van jullie. B