Argentinië presenteert zich als een land vol tegenstrijdigheden: Buenos Aires, met zijn blik gericht op het oude continent, Europa; het binnenland, gericht naar zichzelf in volle ontplooiing. Wat drijft mensen om een nieuw land te bevolken? Dit boek probeert de voetsporen te volgen van de goudzoekers in Patagonië. Patagonië, het einde van de wereld, het begin van een nieuw leven. Voor vele Europeanen is dit een totaal onbekende streek, hoewel de geschiedenis verbonden is met die van Europa.
De taal is het voornaamste instrument waarmee de mens weigert de wereld te accepteren zoals ze is.
Wij hebben het vermogen, de behoefte, de wereld te loochenen of te 'ontzeggen', ons een andere voorstelling te maken, haar anders te beschrijven.
George Steiner
Hoe vaak zeggen we niet : woorden schieten me tekort. Meestal is dat om emoties uit te drukken. Emoties van spijt, dank, verdriet, plezier, liefde... Juist dan komen echte woorden. Woorden in tranen, in een schaterlach, in een omhelzing. En dat zijn Echte Woorden voor mij.
Voor Pascal Paepen zijn zakendoen en economie altijd al een tweede natuur geweest. In Londen, diep in het financiële hart van de City, voelt hij zich dan ook thuis.
The Crosse Keys is een pub gevestigd in een voormalige bank die zaken deed met China. Binnenin gaat het er druk en luid aan toe en Paepen lacht wanneer hij onze verwonderde blikken ziet. "Dit is waarschijnlijk een van de goedkoopste adresjes in deze buurt. Het moederbedrijf JD Wetherspoon is beursgenoteerd, maar deze pub houdt de prijzen voor gerechten bewust laag. Hier maken ze geen winst op het eten, maar enkel op de sloten bier." Toen enkele jaren geleden KBC een Britse bank overnam die juist hierin was gespecialiseerd, greep Paepen snel de kans om zijn koffers te pakken en naar Londen te verhuizen. Voordien was hij zeven jaar lang trader in de marktenzaal van Brussel.
Ook een kopje koffie?
18-08-2007
Op zoek naar onszelf, voorbij onze ego. Deel I
Ego klinkt ons negatief in de oren het verwijst misschien naar egoisme. Ego is het latijn voor ik. In de titel staat dus een tegenstrijdigheid, staat onzin. Als we op zoek gaan naar onze IK, zoeken we eigenlijk onze ego. Als we dan onze ego voorbijlopen, verliezen we onze IK. Maar dit is enkel schijn. Ego en ik zijn voor mij geen één en dezelfde. Het ik-zijnheeft niets met onze ego te maken, juist het tegenovergestelde.
We kunnen het simpel stellen:
ego - egoisme: in cirkels rond onszelf draaien, en met de middelpuntvliedende kracht alles aantrekken zonder echt ooit tot de kern te geraken.
Zei ik simpel?
Ik - ik-zijn: de kern waarnemen en door fusies komen tot verdeling, tot uitbreiding, tot vergroting, door de kern komen tot het alles.
Onze ego draait in cirkels om ons heen.
Ons ik-zijn is onze kern en breidt zich vandaar verder uit.
Zo simpel is het eigenlijk. Ook hier zijn de natuurwetten van toepassing, zoals op alles:
Ego versus IK : middelpuntvliedende kracht
Middelpuntvliedende kracht of ook centrifugale kracht is de kracht die lijkt te werken op voorwerpen die een gekromde baan volgen. Een voorwerp dat bijvoorbeeld aan een touwtje wordt rondgeslingerd lijkt aan het touwtje te trekken: van uit het midden naar buiten, dus middelpuntvliedend of -"vluchtend". Volgens de natuurkunde van Newton is het juist andersom. Zonder touwtje zou het voorwerp ongehinderd rechtdoor vliegen. Het touwtje trekt het naar het middelpunt toe met een middelpuntzoekende kracht. Om de snelheid van een voorwerp te veranderen - dus bij het maken van een bocht - is kracht nodig. (bron: Wikipedia encyclopedie online)
Ego en IK zijn krachten die tegen elkaar inwerken. Je zou kunnen zeggen dat IK het middelpunt is, onze kern, ons "hart", de Ego, ons verstand, is het touwtje en jou leven of jou omgeving is het voorwerp dat aan het touwtje hangt. Als we dit bekijken zoals Newton, zien we dat als er geen touwtje(geen Ego) is, je leven ongehinderd rechtdoor zou vliegen. Het touwtje verbindt het voorwerp met het middelpunt. En net zoals Newton bewijst, is er een kracht nodig om het voorwerp van snelheid of van bocht te doen veranderen. Deze kracht zit in ons. Ego en IK zouden, zoals in de Fysica, met elkaar moeten samenwerken. Maar dat is niet zo. Als de touw te lang is, vliegt ons leven te ver van ons af. Als de touw te kort is, vliegt ons leven te snel voorbij, zonder dat de kern er echt zicht op krijgt.
Onze ego vecht tegen ons zelf. Hij wil helemaal niet dat we weten wie ze zelf zijn, want dat kan alleen door hem te laten vallen. Hij wil ons alleen maar kennen, herkennen en herkenbaar maken. Hij wil niet weten. Hij vecht om te overleven, hij roept en tiert en bestuurt ons naar zijn eigen gelijk, terwijl we daardoor onszelf verloochenen of vergeten. De ego voedt zich in de ogen van anderen, hij kleedt zich in de mening van onze omgeving. Dat is gemakkelijk uit te leggen met een voorbeeldje dat je vast dagelijks meemaakt: jij hebt zin in een chocolaatje, heerlijk bij de koffie, op een mooie zonnige winterse namiddag. Je zit achter het raampje in de zon. Het aroma van de koffie streelt je behaaglijk. De chocolade doos staat voor je op de tafel. De poes snort gezellig naast je. Je neemt een reepje en sopt die heerlijk in je hete koffie. Smeuig slurp je aan de half gesmolten chocola, een zonde! Maar o zo lekker. Het is vlugger op dan je verwacht. Je drang naar nog eentje is groot en je tast toe. Weer op je wil weer tasten, maar dan hoor je een stem in jezelf: "ben je niet verlegen, je bent al zo dik, ja hoor neem nog maar wat suiker, lek nog maar eens aan een reepje, de kilo's kunnen je toch niet schelen he! "
Heel je gezellige stemming ligt aan diggelen, je moet je verzetten tegen dat kleine stukje zwarte goud. Je hebt al je energie nodig om NEE te zeggen. Je vergeet daardoor de behagelijke zon die zo warm op je huid schijnt, je vergeet het luchtige aroma van de koffie die je zo heerlijk ontspande.
Nu kan je twee dingen doen: je drinkt je tas in één teug leeg en gaat terug aan je werk, jezelf straffen omdat je even hebt genoten, waar heb je dat trouwens verdient? Zo maar even niets doen en genieten, en je dan nog bezondigen aan gulzigheid .
Je kan ook dit doen: je blijft rustig zitten, je geniet van je koffie en je neemt al of niet nog een reepje, gewoon jezelf verwennend op dit mooie momentje, gestolen uit je drukke leven.
De eerste reactie is je ego. Hij gaat tegen jezelf te keer. Hij verdringt je ik-zijn en belaadt je met een hoop schuldgevoelens. Je verstand wint van je: inderdaad chocola, een sigaretje, een snoepje, is rationeel gezien niet goed voor je. Maar je hart wilde maar even op adem komen, de stres van elke minuut dat je leeft even vergeten en gewoon even genieten en eens niets doen en (als dat lukt) eens aan niets denken. In het tweede geval handel jij zelf, ben je eventje jezelf en zet je je verstand op nul en je hart op fullspeed. Zulke momenten, als je echt eerlijk bent, heb je zeker niet dagelijks. Meestal zal je ego wel winnen. Je verstand haalt het in onze maatschappij vaak van ons hart. Hoevaak nemen we niet een rationele beslissing waar we zelf eigenlijk niet achter staan.
Maar ons excuus is dan: dat wordt van me verwacht.
Maar ons excuus is dan wel: dat wordt van me verwacht.
Al is het door onze ouders, al is het door onze partner, door onze opvoeders, enz. Het wordt door anderen van ons verwacht en dan vindt onze ego het ook maar best om het zo te doen. Meestal is dat ook wel het eenvoudigste, denken we. Op korte termijn heb je misschien wel gelijk. Je hoort niemand zeuren en je kan gewoon verder met "je leven". Maar daar ga je dan wel de mist in, want je gaat niet verder met "jouw leven" je gaat verder met het leven van anderen, met je ego, niet met jezelf. Wat van je verwacht wordt, is gegraveerd in je ego van een beetje na je geboorte. Je leven zit gekneld in de tang van "wat er van je verwacht wordt". En op langere termijn knelt dan het schoentje niet meer, vroeg of laat zal de leest uitgelebberd zijn en schop je die schoen zo ver je kan of sla je meestal je enkels om, zodat je steeds weer op je gezicht valt. Je ego roept en tiert en houdt je in het gareel. Dat gaat zolang jouw controle je in het gareel houdt. Als je die controle verliest, lig je languit op de vloer. In crisissituaties kan je alleen terugvallen op jezelf, niet op anderen, zo ook niet op je ego. Als je dus valt, ergens in je leven uit de bocht vliegt, kan je alleen terugvallen op jezelf als je jezelf ook echt kent. Maar meestal ben je jezelf onderweg kwijtgeraakt of is je ik zo zwijgzaam geworden dat je hem niet meer hoort of verstaat. En dan sta je alleen. Op het kruispunt van je zoektocht of de ondergang volgen van je ego. Niet bij iedereen valt die ondergang van ego zo hard tegen. Er zijn mensen die tot aan hun laatste adem hun ego blijven volgen. Het lijkt dan ook dat deze mensen tijdens hun leven helemaal geen problemen hebben gehad. Alles leek voor hen gemakkelijk en ze volgenden ook maar gewoon de weg van de rest. Maar is dat wel zo. Wij laten ook niet altijd blijken dat we problemen hebben, al woedt er een orkaan in ons. Voor de collega's, vrienden, iets verdere familie, zijn we heel goed bezig.
-"Zeg dat is lang geleden, je ziet er een beetje bleek uit, hoe gaat het ermee?"
Ons geijkte antwoord: ja vul zelf maar in:
"Heel goed! Ja een beetje zon nodig he, maar wat wil je met die regen hier ook altijd."
Terwijl we met één voet in de afgrond staan, is het uitstekend met ons, geen vuiltje aan de lucht. Dus waarom zouden wij dan de problemen of het moeilijkere leven van anderen kunnen zien. We mogen ons niet blindstaren op wat anderen ons willen vertellen of tonen. En eigenlijk is het ook niet belangrijk dat we weten dat anderen een moeilijk leven hebben of niet. Het gaat om ons eigen leven, daar hebben we onze handen al vol aan.
Slapeloosheid is een probleem met veel facetten. De oorzaken zijn dan haast ontelbaar. Het meest voorkomende is: insomnia, een slaapstoornis die meestal wel op te lossen is zonder medicatie. Naargelang de intensiteit is het probleem vaak op te lossen door een zelfanalyse. Als het aanhoudt geeft het een kettingreactie aan andere fysische problemen. Het kan ook onze kwaliteit van leven heel grondig aantasten. Door de complexiteit van het probleem is het heel moeilijk de echte oorzaak te achterhalen. Schaapjes tellen is een middel van oudsher en wordt nu vaak van de hand gedaan als prietpraat, praat voor de vaak (hoe toepasselijk). Maar is dat wel zo? Kan schaapjes tellen misschien echt niet het probleem oplossen, zonder de onderliggende oorzaak te moeten achterhalen. Na een goede nachtrust is lossen we vele fysische problemen op, maar als die slaap ons ontzegd wordt, wordt het oorspronkelijk probleem nog groter en onoverzichtelijker. Met slapenloosheid is het zoals het "kip en het ei". Wat was er eerst: de oorzaak van de slapenloosheid of de slapenloosheid die de oorzaak (het probleem) juist versterkte?
Wat gebeurt er bij schaapjestellen?
Als we beginnen te tellen, doen we dat liefst van 100 naar beneden. We hebben 100 schaapjes in een weiland staan en één voor één ontsnappen ze. Om onze inventaris bij te houden, tellen we dus van 100 naar beneden. We houden deze techniek zo zakelijk mogelijk, zodat ook de manager van tegenwoordig, zich zou aangetrokken voelen tot deze techniek. Best zijn we zo geconcentreerd mogelijk. Er mag geen enkel schaapje aan onze aandacht ontsnappen, en we tellen naar beneden. Door deze concentratie verslapt onze concentratie op de problemen van elke dag. Als je voelt dat je aandacht op de schaapjes verslapt en je de tel bent kwijtgeraakt, omdat een probleem van die morgen tijdens de vergadering van de aandeelhouders, of een probleem met je oudste zoon/dochter, weer de bovenhand krijgt, zet je de teller terug op nul, of liever op 100 en begin je opnieuw. Als je denkt dat je de teller niet op nul kan zetten, heb je het verkeerd voor. Onze herdershond is heel attent. Als jouw aandacht verslapt, fluit je even tussen je tanden en hij komt dadelijk in actie. Hij zal er voor zorgen dat al de voordien ontsnapte schaapjes terug in je omheining zitten, zodat je terug van 100 kan beginnen.
Probeer het eens, en laat me weten of het helpt. Als je nog vragen hebt rond deze techniek, feel free om je vragen af te vuren. Deze techniek is gezond, ongevaarlijk en bovenal gratis!!
De familiale economie in Salta, zoals op vele andere plaatsen waar mensen van het land moeten leven, is nauw verbonden met wat het woud kan schenken aan de vrouwen en kinderen die in deze streken achterblijven. De mannen trekken weg om hun heil en arbeid te zoeken in steden of industriele gebieden. Het dorp blijft achter, overgeleverd aan wat het land ter plaatse te bieden heeft. Deze mensen zijn nauw verbonden met het land, met hun streek. De voeling met de natuur is hun overlevingskans. Hun dagelijks leven, hun gewoontes, cultuur en opvoeding krijgen ze van de aarde die ze aanraken, de bomen die hen omringen, de wind die in het woud speelt. Hun fysische en geestelijke voeding vinden ze in deze onafhankelijke natuur om hen heen.Zij behoren tot het woud, het woud is een deel van hen. Het sociale leven, hun geestelijke ontwikkeling gaat gepaard met de seizoenen en de veranderingen die ze ervaren in de natuur. Zij beschermen hun levenstijl met hun leven. Zij zijn de miliciens van het woud. Deze Wichi vrouwen en kinderen die alleen zijn achtergebleven ontvangen de nieuwkomers als indringers, de agressie is wederzijds. De nieuwkomers behandelen deze Wichi's als overtollige last. Het zijn de nieuwe eigenaars van de duizenden hectaren woud, het zijn de vrouwen van deze nieuwe eigenaars die met hun hoog spaans niet eens de taal spreken van de streek. Het zijn de landbouwingenieurs die met hun kennis van de universiteit de natuur willen trotseren, naar hun hand willen zetten. De Wichi's zien hem komen, net zoals voordien hun voorvaderen de colonisten van Spanje zagen komen. Boodschappers met slecht nieuws. Onwetendheid en betweterij tegen alle regels van de natuurwetten. Deze vrouwen en hun kinderen zien het land verrotten, zien het land opdrogen, zien het land wenen en de droefheid van de tranen van dit woud, kerft hun hart tot bloedens toe.
"Wij als vrouwen zijn de strijd tegen het ontbossen zo een 20 jaar geleden begonnen." Vertelt Nelly, vicepresidente van de organisatie MoCaSE (landbouwersbeweging in Santiago del Estero-Argentinië). Voordien toen wij bosgrond omvormden tot landbouwgrond, gebeurde dit op kleine schaal. We zagen er de vooruitgang in, deze groene weilanden betekende meer welvaart voorons. Maar toen de grote firma's kwamen en er plots duizenden hectaren tegelijk ontbost werden,veranderde de zaak. Al gauw kwamen we tot de constatatie dat met het kappen van miljoenen bomen rondom ons, ons leefklimaat totaal veranderde. De hitte was meer ondraaglijker, de vochtigheid meer vochtig, de droogte alles verterend. Toen de grote firma's naar deze streken afzakten en begonnen te ontbossen, spraken ze over werk. Ze beloofden ons een beterleven, meer levenskwaliteit. Ze spraken/spreken over biodiesel, wat dat is weet ik eigenlijk niet zo goed, en niemand van mijn dorp, maar het klonk alsof ze over een betere toekomst praatten voor onze kinderen. Maar langzaam aan wisten we dat we ze niet konden geloven. We hadden al zo veel slechte ervaringen met ze.
En we mogen ook niet alleen aan ons en ons dorpje alleen denken. Als deze natuurlijke ecosystemen in de as worden gelegd, heeft dit niet alleen een impact op ons die op deze berg wonen, het heeft een impact op zeer veel mensen. Het zijn de longen van de wereld. Deze machtige bomen in hun varieteit houden het waterhuishouden in de hand, en niet alleen van deze streek. Ik kan het niet zo goed uitleggen, ik weet het gewoon. Diep in mijn hart weet ik die dingen, alhoewel ik niet de wetenschappelijke regels ken. Onze voorouders hebben ons die dingen geleerd en het is niet omdat het traditie is, dat we ons er zo aan vasthouden. Het is omdat zij wisten, omdat zij samen met de bomen leefden in een symbiosis, niet naast hen. Het woud is voor ons een tweede huid. Een schuilplaats, geborgenheid. Het is onze tempel. De weg naar de kosmos. Daarom hebben we de bosnoodwet ingevoerd in onze provincie. We kunnen alleen maar hopen dat er mensen naar ons luisteren. Wij moeten schreeuwen, roepen, tieren voor deze koningen van het woud, aangezien zij de stille vertegen-woordigers zijn van iets dat verder reikt dan wij nu nog kunnen voelen.
We weten dat we nooit bij de vooruitgang zullen horen, als we zo blijven denken. We zijn er ons van bewust dat onze toekomst van onze kinderen niet anders zal zijn dan ons verleden. Maar dat is goed zo. Wij horen niet thuis in de vooruitgang, wie wel trouwens? Kwaliteit van leven vind je niet in de vooruitgang, ook niet in het verleden, niet in de toekomst, kwaliteit van leven vind je hier en nu en injezelf."
Ze streelde vertederd de aarde rond haar voeten. De rode salteense aarde die haar het voedsel en de gezondheid aanreikte die ze nodig had. Voor hoelang nog? Zonder water, zonder een gezonde vochtigheid zou haar landerijtje vlug uitdrogen, scheuren, hard worden, zodat de granen die zij kan betalen (niet genetisch gemanipuleerd) niet kunnen brotten
Moeders van het woud: even om bij stil te staan (deel I)
In een land waar mannen ver weg trekken om te gaan werken en de vrouwen naar buitenkomen om de gemeenschap te organizeren, wordt hard gestreden voor het behoud van een gezonde en leefbare toekomst voor kinderen en kleinkinderen.Ergens waar vroeger een ondoordringbaar woud stond, hoog in de bergen waar natuurlijke wouden heer en meester waren, wordt nu stilletjes gerouwd en strijdig geijverd voor het behoud van wat er nog rest. Ze noemen zich "de moeders van het woud".
In Salta: Maria Mansilla
Ergens in de heuvel tussen de aromatische kruiden en de laag- en hoogstammige bomen vinden we haar terug. Ze zoekt de ingredienten bij elkaar voor haar "apotheekje". Het woud is haar supermarkt, de bomen de airconditioning voor het dorp, de natuur de waterregelaar voor hun groententuintjes. Hier vindt zij haar leven en vrijdheid. Het is de achtertuin van het paradijs van haar, haar kinderen en kleinkinderen, haar neefjes en nichten. De rustplaats van haar moeders en haar grootmoeders. Deze vrouw, samen met haar sexegenoten van het kleine dorp in Salta, beschermt de boompopulatie met hand en tand. Het nationalisme, het chauvinisme kan haar gestolen worden. Vechten voor het behoud van dit stukje natuur is veel belangrijker. En niet alleen voor hen, niet alleen voor het kleine dorpje aan de voet van de berg. Heel de mensheid zou hier moeten stilstaan, zegt ze mijmerend. "Iedereen op aarde zou elk blaadje van deze bomen in zijn hart moeten dragen. Maar ze zijn liever doof en stom. Zwijgzaam kwetterend draait de wereld verder terwijl er elke seconde ergens een reus wordt geveld. Terwijl er elke seconde een stukje uit onze longen wordt gesneden."
Maria is Wichí, een indiaanse van Salta. Ze leeft in het reservaat, houdt zich daar aan de regels van haar regering. Ze zoekt op de berg brandhout bijelkaar. Ze onderzoekt en registreert de beplanting. Ze streelt met haar eelterige vingertoppen en haar hart elk blaadje van het mooie groen rondom haar. En toch worden haar ogen waterig als ze de kreten hoort van het woud om haar heen. In Argentinië blijft er nog maar 25% over van de natuurlijke oorspronkelijke woudpopulatie. De rest is weggevaagd door de menselijke hand. Weggepland voor de uitbreiding van de landbouw, transport en veeteelt. Elke minuut gaat er 1 hectaar in woud in rook op. Voor elke 7000 hectaar ontbossing, zijn er niet alleen ecologische gevolgen, ook sociale: 400 personen worden hierdoor dakloos, verliezen hun cultuur en hun economische draagkracht, hun geitjes en kippen. Ze worden omgevord tot vluchtelingen in hun eigen land. Nergens kunnen ze naartoe, nergens zijn ze welkom. Ze worden vergeten tussen de boomstammen die ooit een mooie vloer in een luxueuze villa zal sieren. Vaak worden dorpen ontruimd of overgeplaats, totaal onwettelijk, zonder enig voorbereidend werk, zonder voorafgaandelijk bericht. Als de overheid toch de woonst van families kan ontzien, worden deze mensen toch "geonnaturaliseerd". Zij verliezen heel de natuur rondom hen en het dorp. Zij verliezen meer dan hun huis, zij verliezen hun bescherming, hun voeding, hun liefde en geborgenheid.
Hij zat een beetje ongerust op de rand van het zwembad, net aan de trapjes. Zijn volwassen handen geklemd rond de leuningen. Hij keek angstig het water in dat rimpeloos voor hem lag. Zijn begeleidster stond tot haar middenrif in het water. Ze keek hem vriendelijk en aanmoedigend aan. Het stelde hem niet geruster. Zijn ogen gingen van het rimpeloze wateroppervlak naar haar ogen. Een vriendelijke aanmoedigende blik gleed van haar gezicht naar het zijne. Het leek hem niet overtuigend genoeg. Zijn voeten hield hij juist boven het wateroppervlak. Toen zij haar handen voor hem opende, legde hij vol vertrouwen zijn rechtervoet in haar linker hand. Hij zag hoe ze zachtjes zijn voet naar het water begeleidde. Hij trok terug, zijn voet helemaal omhoog, zijn handen gingen wild tekeer over de leuning. Haar hand bleef uitnodigend en kalm juist onder zijn voet hangen. De warmte van haar handpalm trok hem aan. Een strakke blik gericht op het water voor hem, de warmte van haar hand als een zekerheid onder zijn voet. Zijn angst versoepelde even, het vertrouwen won. De tederheid leek hem veilig genoeg. Traag zakte haar hand naar beneden en zoog zijn voet met zich mee, langzaam, een geladen moment. Plots verdween zijn voet de diepte in, hij keek haar geschrokken aan. Zij sprak zacht, geen angst, vertrouw, wees moedig. Maar hij zag zijn voet verdwijnen, kijk hij was echt weg...daar waren woorden niet tegen opgewassen. Toch verscheen er vanuit de diepte in zijn blik even een zweem van geruststelling, traag maar zeker. Hij voelde haar hand warm en zeker rond zijn voet, alhoewel dit tafereel aan zijn oog ontrokken was. De zekerheid van haar hand leek wazig, waterachtig. Troebel pastelkleurig probeerde hij zichzelf moed in te spreken. Zij stak traag nu haar rechterhand uit, zijn linkervoet zacht aanrakend. Probeer het, vertrouw, geef je over. Zijn blik sprong van zijn ene troebele waterige voet naar zijn echte voet boven het wateroppervlak. Vluchtig gingen zijn ogen naar de hare, dan naar haar hand, zijn verdwenen voet zoekend. Zijn handen wrongen zich rond de leuning, zijn kneukels waren wit. Schichtig vloog zijn blik van haar linker- naar haar rechterhand. Toe, geef nou je andere voet, het komt wel goed. Hij schudde heftig zijn hoofd, kirde even en nam een beslissing. Hij trok zijn linkervoet uit het water en in zijn ogen lag een verrassende en blije overwinning, hij keek vrolijk naar zijn twee voeten boven het wateroppervlak. De lach in zijn snoet sprak boekdelen: ik vertrouw je wel, maar dat water lijkt nergens op.... Zijn handen gingen door zijn haar, zijn minderbegaafde vriendjes rond hem lachtten hem juichend toe. Na drie weken had hij eindelijk gedurfd om zijn voet te water te laten. De persoonlijke overwinning straalde van zijn gezicht. Iedereen in het zwembad leek mee te leven, de warmte van zijn overwinning trok rimpels van blijdschap over het wateroppervlak. De redder klapte in zijn handen en de vriendjes van de held volgden zijn voorbeeld. Hij lachte uitgelaten. Einde van de zwemles voor geestelijk minderbegaafden, elke vrijdag om 11u. Het was een mooi tafereeltje dat ik te zien kreeg, tussen mijn schoolslag en crow door.
Terug in de kleedkamer vroeg een meisje, jaar of 6, of ik haar de haardroger wilde geven die hoog boven haar was vastgehecht naast de spiegel. Ik gaf hem aan en zei dat ze moest oppassen met de temperatuur: met dit knopje zet je het op koud, zei ik.
Ze keek me wijfelend aan. "pasop, verbrand je niet" zei ik nog. Flor, zo heet ze, bleef me aankijken en vroeg toen: -ben jij spaanse? -nee, ik ben belgische Haar helder blauwe ogen werden groter, haar mond opende zich en ze zei: -waaaaaaaw Toen liet ze de haardroger voor wat het was en liep naar haar moeder: -mama ik kan belgisch verstaan!!!
ik dacht even terug aan de discussie in Belgie over Anna en Angelica, over wet en illegalen en kinderen en het zou zo simpel kunnen zijn: elkaar begrijpen, elkaar verstaan.
Op een dag werd aan Mulla gevraagd om de verdediging op zich te nemen van een "leegloper". Hij zou in het dorp berecht worden omdat hij bedelt en de jeugd aanzet tot luiheid en nietsdenkerij. Mulla neemt de taak op zich en brengt een bezoekje aan de gevangene. Hij houdt er wel niet van om de gevangenis te bezoeken. De plek geeft hem steeds de kriebels. Zonder enige verklaarbare reden trekt de zaak hem aan. Heel vroeg in de morgen klopt hij aan de poort aan. De bewakers van de nachtploeg zijn nog aanwezig. Deze bewakers zijn meestal rustiger en minder agressief dan de bewakers van de dagploeg. Mulla loopt de gangen door en voelt de zware energie zo in hem omhoogstijgen.Hij ziet de arme drommels op hun brits liggen en het idee besluipt hem om hen allemaal eens een bezoek te brengen. Vlug schudt hij deze gedachte uit zijn hoofd. Als je mensen wil helpen, moeten die mensen er klaar voor zijn en dat was hier niet het geval. Toen hij de cel van zijn "leegloper" naderde, hoorde hij een heel licht zacht geneurie, zonder dat hij wist waarom toverde deze muziek een glimlach op zijn lippen. Hij zag dat ook zijn begeleidende bewaker een vrolijke snoet kreeg. De gevangene zat in lotus in zijn cel. Toen Mulla de cel betrad, voelde hij een warme kalmte over zich heen. De bewaker boog voor de gevangene, kondige mijn komst aan en sloot daarna zacht de celdeur. Mulla zette zich naast de "leegloper" neer, ook in lotus en beiden hulde zich in een absolute stilte. Een stilte die als een luchtig donsdeken over hen heen gleed. De andere gevangen in dezelfde cel werden wakker met in hun achterhoofd een herinnering aan een tedere droom.
De dag van de rechtzaak kwam Mulla haast te laat de zaal binnen. De rechter was in een zeer slechte bui. Heel de morgen had hij al nietsnutten berecht. Hij vond het vreselijk dat er zo veel luie mensen rondliepen op deze aardbol. Wat zou er toch van de mensheid worden als ze dit zo maar oogluikend zouden toelaten zoals de nieuwe trend zich zette. De volgende zaak ontstemde hem nog meer. Niet alleen was dit heerschap een leegloper, hij zette ook nog eens de jeugd aan om zich over te geven aan het "niets": nietsdoen, niets-denken, niets-zeggen...ongehoord vreselijk gevaarlijk. Deze man moest hij als voorbeeld erg streng berechten. Hij had dan ook reeds een hele strafrede klaar, hij was zeker dat de jury deze man dadelijk zou veroordelen. De zaak was zo klaar als een klontje. Daarom was de late komst van Mulla nog een extra doorn in de etterende wonde van de rechter. Zelf de advokaat van deze luizwam is een ongediciplineerde nietsnut. Een reiziger, zo had hij vernomen. Een man met joffele kledij en zonder vaste stek, hetzelfde slag. Eigenlijk is het beneden zijn waardigheid dat hij hier heel de morgen naar de prietpraat van deze ellendelingen moest luisteren. Mensen met zijn cultuur en standing zouden veel verhevenere zaken moeten doen, zoals...en zoals...wel zoals , ach voor voorbeelden had hij nu geen tijd. Deze uren van publieke verplichtingen hadden natuurlijk hun waarden, alhoewel zijn vrienden van de golfclub het niet altijd in het juiste persfectief zagen. Arme drommels op het rechte pad proberen te brengen was een zware taak, maar als hij er in slaagde om eentje echt weer op de rails te krijgen, zou zijn beloning groot zijn, zo had zijn voorganger rechter hem steeds geleerd. De gedachte van de rechter bleven even hangen rond het woordje "beloning", hij dacht aan het schamele loon dat de provincie hem toebedeelde. En iets in de woorden van de oude rechter klopte niet met de werkelijkheid. Misschien was het loon ten tijde van de oude rechter wel een mooie en grote beloning, maar volgens de huidige inflatie was het een schrale tegemoetkoming voor zijn verloren tijd hier.
"Laat ik beginnen met een simpele vraag aan de jury, als U het mij toestaat, heer Rechter. Mag ik aan elk van de juryleden een blad papier en pen geven zodat ze, zonder af te kijken, een antwoord op een vraag kunnen opschrijven die cruciaal is voor mijn pleidooi."
De rechter keek geërgerd op uit zijn overpeinzingen. De laatkomer kwam niet alleen te laat, hij begon ook nog eens lastig te doen. Verveeld gaf hij toestemming aan de zaalwachter om de velletjes papier en de potloodjes door te geven aan de juryleden. Hij had zijn bedenkingen over de kracht van het pleidooi van deze armzalige advocaat. Als hij zich moest beroepen op het geschrevenen van deze juryleden...kon iedereen van de aanwezigen trouwens wel schrijven? Maar dat was zijn zorg niet, de advocaat wilde duidelijk nog meer tijd vermorsen en het ontstemde hem vreselijk.
Mulla richtte zich tot de jury en vroeg of ze op het papiertje wilden noteren wat voor hen "brood" was. "brood?" vroeg de rechter verbaasd, "wat heeft dat met deze beschuldigde te maken? Waag het niet om grapjes uit te halen Heer M...., " hij keek verstrooid naar zijn blad op zoek naar de naam van dit stukje verdediger. "Mulla is de naam, met alle respect, heer rechter, dit is een hele ernstige zaak. Ik zou nooit spotten met de tijd van anderen, daarom zal ik heus uw en de tijd van deze juryleden niet willen verbeuzelen. Het is echt cruciaal voor mijn verdediging, een verdediging waar elke burger recht op heeft, niet?" "ga verder" verveeld schikte de rechter de documenten op zijn bureau, er zijn zo van die dagen...
Toen Mulla de papiertjes terug verzameld had, richtte hij zich tot de jury en de rechter. "kijk, mijne heren, de zaak zit zo: voor u staat een man terecht die verdacht wordt van nietsdoenerij en aanzetten tot. In onze maatschappij een daad die enig sociaal gevaar in zich meedraagt. Deze mensen zijn meestal tot last van diegene die zich elke dag weer in het zweets des aanschijn inzetten om brood en spijs te verdienen voor de zijnen. Elke hand in onze gemeenschap is van belang. Ieder steentje dat iedereen kan aanreiken tot een mooie samenleving is belangrijk. Daarom, mijne heren, wil ik hier bewijzen dat ook deze beklaagde zijn steentje bijdraagt in het sociale radarwerk. Hij zet ons aan tot niet-denken, een taak die haast onmogelijk is, maar cruciaal om ons als mens op dezelfde lijn te krijgen. Alleen als we niet denken, denken we allemaal hetzelfde. Daarom deze test: "wat is brood?" een simpele vraag over een onderwerp dat we dagelijks gebruiken, nuttigen en maken. "wat is er simpeler dan te verwoorden wat brood is?" Zie hier de antwoorden van de juryleden:
1. Een lekker ding dat mijn toespijs samenhoudt 2. gemaakt van bloem en water, ze doen er ook zout bij, denk ik 3. net als de spelen een gave van de overheid 4. welk brood, de vraag lijkt me onduidelijk, je hebt witbrood, grofbrood, melkbrood, een gesneden, een rond, lang...te weinig informatie om een duidelijk en onomstootbaar antwoord te geven. 5. wiens brood men eet, wiens woord men spreekt 6. breek het brood en geeft het door, het brood is onze spiritualiteit, het dagelijks brood, de dagelijkse gedachte, onze energie 7. een boterham met choco, een lekkernij dat me doet terugdenken aan mijn oma 8. het voedsel voor de armen onder ons, zeer voedingsrijk, mag eigenlijk niet ontbreken in de voedingspyramide van de arbeidersklasse .../...
Ik heb hier 25 papiertjes in mijn handen en geen enkel van deze stellingen zijn dezelfde. Als de jury nog niet overeen kan komen over wat een simpel begrip als "brood" is, hoe wil u hun unanimiteit dan serieus nemen over het antwoord of mijn kliënt al of niet schuldig is aan de misdaad van een zo moeilijk te omschrijven begrip als : leegloperij en niet-denken. Zoals ik al bewezen heb, is er pas een eensgezindheid mogelijk onder de bevolking als er "niet wordt gedacht", want over een simpel begrip als "brood" hebben we al allemaal een ander gedacht. De tweede beschuldiging is leegloperij en het daaraan gepaarde bedelen. Mijn cliënt vraagt elke dag opnieuw een beetje van het dagelijks brood aan goede lieden die hij op zijn weg tegenkomt, deze goede lieden geven of niet, dat is hun beslissing. Maar als ze geven, voelen ze zich goed vanbinnen, als ze niets geven, zij het ook zo, dan verandert er niets. Waar is het kwade geschied? Ook mijn cliënt levert zijn steentje bij bij de sociale radarwerk van onze samenleving door zijn activiteit als leegloper en bedelaar. Hij geeft de mensen om hem heen de mogelijk om zich goed te voelen, dat alleen al is een heel byzondere dagtaak.
De jury keek de rechter twijfelend aan. De rechter zag dadelijk in dat het en verloren zaak was. "Onschuldig", klonk er unaniem en in de zaal ging iedereen reeds rond om in het mandje van Mulla een stukje brood te deponeren, zijn ereloon. De vrijgesprokene zat neuriënd in lotus en glimlachte sereen voor zich uit.
Wel foei een vouwtje in dit blad. En bovendien nog vastgeplakt. Men vraagt gewis; Is dit niet iets wat mode is? Welnee mijn beste lieve meid. Dit is maar voor de zekerheid. Omdat gij onder uw vriendinnen Je zusje haar blad weer terug zult vinden
We zijn allemaal op zoek naar iets, we geven het ook allemaal een andere naam. Als je dat nader bekijkt, kom je tot rare vaststellingen. Het lijkt ons allemaal zo verschillend, zo ingewikkeld. En daarom zetten we ons ertegen af, blijven we gewoon gezellig in ons hoekje zitten: huisje tuintje kindjes partner en blazen we de rest op. Dat werkt meestal wel tot op een zekere hoogte. Als alles blijft draaien zoals wij dat willen, loopt alles goed en hebben we niet meer nodig. Af en toe een aanvaring op je werk of met de rest van je familie, zoals ouders, broers of zussen. Af en toe eens een baaldag en het is weer gefixed, denken we meestal.
We nestelen ons in onze cocoon en alles verloopt smoothy. Elke dag is weer een dag zoals er 7 in de week zijn, met af en toe een rustdag. Dan komen we op adem en vliegen er daarna weer in, sluiten onze ogen en halen eens diep adem. De rekeningen blijven betaalbaar, de kindjes gaan naar school, het werk is haalbaar, de stress is tolereerbaar. Alles is onder controle. Iets wat ons een enorme macht geeft. We kunnen alles zelf controleren, we zijn baas over ons eigen leven!Meer moet dat niet zijn, waarom zouden we dieper zoeken?
Toch gebeurt het vaak genoeg dat de hemel op ons hoofd valt. Een bliksem en daarna stapelen de donderwolken zich rond onze cocoon. Misschien draait het werk vierkant of worden de kinderen ernstig ziek, een partner valt weg. Je grondvesten daveren, je funda-menten begeven. Je bent ten einde raad. De onweerswolken nemen je huis in beslag, de bliksem zindert om je oren. Een enorme krachtige energie verstikt je begrijpen en je doen. Iedereen kijkt je vragend aan en in hun onwetendheid slaan ze de nagel op de kop met hun opmerkingen, terwijl jij als een blinde verwoed de spijkers op laag water blijft zoeken. Je wil terug naar je controletoren, freakerig terug de macht van je eigen leven in handen nemen. Maar de cirkel is niet sluitend, je draait rond als een tol in een neerwaarts spiraal dat steeds vlugger en vlugger draait en de twijgen die je ziet om je vast te grijpen, glijden tussen je vingers door. Na een tijdje ben je te moe om er zelfs nog naar te grijpen. Je bent ongelukkig en een ongelukkig mens is een zeer actieve en energetische geest. Steeds weer ga je op zoek naar oorzaken om je nog meer ongelukkig te maken, op zoek naar reasons, met het zwaard van de kritiek alle twijgen voor jezelf neerhalend, omdat er om je heen misschien toch wel een reden zou zijn om gelukkig te zijn. Je cocoon is verscheurd, het ligt aan diggelen aan je voeten. De controle ben je kwijt.
Toch blijft er ergens in je achterhoofd een stemmetje dat je toefluistert dat er meer is dan alleen het ongelukkig zijn. Je voelt dat je leven niet alleen dit kan zijn. Maar waar moet je naartoe? Welke weg moet je zoeken, je hebt geen levenskompas, geen map waarom de straatnamen staan, een wegwijzer waar duidelijk opstaat waar je naartoe moet. Je begint te zoeken, je begint te twijfelen. Als je na een tijdje ontdaan op een richel even kan pauzeren, even rondom je heen kan kijken, begin je de nieuwe omgeving waar je in terecht bent gekomen te observeren. Je bent een vreemdeling voor jezelf. Beslissingen kan je niet meer nemen, die worden voor jouw genomen. Ze stelen je zelfbeheersing, je zelfcontrole. Je eigen gedachten zijn als een lichte nevel die de gedachten van anderen ontsluieren maar ze niet verduisteren. Je kan niet meer vechten, lijkt het, je raakt in paniek. Je zinnen worden een licht gefluister, onhoorbaar voor hen waarvoor ze bestemd zijn. Je blik dwaalt af en je zoekt vertwijfeld naar dingen uit je veilige verleden. Je probeert verstomd te leven, blind en doof. Je voelt dat je waarheid je ontglipt. Je voelt dat het de waarheid van anderen is die stilaan jouw leven overneemt. In momenten zie je het helder voor je : je leven was een leugen. Maar toch wil je terug naar dat leugenleventje. Het was veilig, warm, zonder grote zorgen. Je had niet zoveel vraagtekens. Maar was dat wel zo, is dat wel zo?
De bliksem die uit de storm van je nieuwe leven in je hoofd flitsen, dwingt je om oprecht te zijn, dwingt je terug recht te staan en jezelf in handen te nemen. De donderslagen in je overhoop gehaalde leven zijn niets anders dan het geluid waarmee de poort van je nieuwe levensweg wordt geopend. Je bent afgedwaald, verdwaald bevind je je op een benevelde bergpas, vol gevaarlijke dogma's en onomstootbare waarleugens. De bergpas van je cocoonleventje is begrensd met rotsblokken van andermans ideeën, lawines van hoe het zou moeten en beterweterij die je in een moment van zwakte gelijk geeft. En toch wil je terug op dat pad, je wil terug, omdat het een effen pad leek, gelijk en gepolijst met al de waarheden als koeien in de groene weide, met alleen maar even je eigen hersenspinsels die als lichte nevels verdwijnen als de zon met al zijn sociale waarheid doorbreekt en jouw sleurwegje verwarmt met hun dagelijkse leugens van het ik-zijn. Je wil terug, op je richeltje steek je je handen uit naar die pas, je verleden, zo kalm en rustig leek het, waarom zou je het andere pad kiezen, dat gepaard gaat met donderslagen en bliksem, waarom niet gewoon de geplaveide straat aflopen die door anderen reeds voor je is geëffend?
Waarom de onzin van je "ik-zijn" kiezen als je zo lichtzinnig de andere ik kan zijn?
Het is juist deze onzin die zin geeft aan verdwaalde reizigers. Zij geraken verder door dit moeilijke pad te kiezen en komen zo dichterbij. Ik weet dat je terug je pad wil afrennen en samen met je omgeving verder wil wandelen over het rijke bloemenveld de groene leugenweide in, de horizon van het onechte tegemoet. Naar de zon van de anderen, met alleen in de vroege ochtend de lichte nevels van je eigen ik, de onzinnige reizigers achter je latend die met de waarheid in hun ogen weten dat voor jou op dit mooie pad eens een muur zal staan. Maar zolang jij je ogen dichthoudt, zie je die niet. Je wil echt terug maar de reiziger kijkt je doordringend aan, hij schudt je wakker, hij toont je het andere pad, het pad dat je zelf al krabbelend zult moeten zoeken.
dit is een berichtje om te vertellen dat mijn schoonpapa beter is. Hiermee wil ik alle hartpatienten ook een riem onder het hart steken. het leven is een geschenk, bewaar het goed.
Kristalkinderen Kundalini energie komt momenteel collectief op gang en verenigt de linker en rechter hersenhelften met elkaar. Er worden ook steeds meer kinderen geboren met deze actieve energie. Ze zijn nog volledig afgestemd op de energie en sporen hun ouders aan om hun eigen bewustwordingspoces te beginnen. Kundalini heeft namelijk de kwaliteit anderen ook in beweging te brengen. Kort gezegd: de energie van deze kinderen raakt de ouders aan en brengt ze in hun inwijdingsproces. Jonge kinderen zijn natuurlijk nog vrij van zorgen en beperkingen. De chakras stromen heel natuurlijk en de aspecten per chakra kunnen zich vrijuit ontwikkelen als zij er de kans voor krijgen. Zij reageren intuitief, maar zijn ook heel slim. Emotioneel intelligent en energiek. Dat is de reden dat volwassenen hen moeten beschermen. Want omdat deze kinderen zo open zijn, kunnen ze ook makkelijk uit balans raken. Vaak herstellen ze wel makkelijk, en hun loyaliteit kent bijna geen grenzen. Soms lijkt het alsof ze erg wijs zijn en weten.
Hoe komt het dat de Kundalini op gang komt? Onze collectieve ontwikkeling naar een ruimer bewustzijn helpt ons daarbij. Ook slaat de aarde volgens sommige berichten al geruime tijd gigantische hoeveelheden energie op. Zonnevlekken en Gammastralen bezorgen de aarde enorme energiegolven die ons in beweging brengen. Er komt veel meer energie vrij in de kosmos en die bereikt de aarde, zo simpel lijkt het. Soms kun je deze energie voelen, kun je er bijvoorbeeld wakker van worden en niet meer in slaap komen. Je kunt allerlei ongemak ervaren tijdens deze energiegolven: trillingen over je hele lijf, transpiratieaanvallen, griepverschijnselen, gewrichtspijnen, angsten of luciditeit. Allereerst zullen gevoelige mensen aangeraakt worden door deze energie, zij zijn er immers al redelijk op ingesteld. Er komt misschien pijn vrij en oud verdriet, ongemak ook. De energie trilt feitelijk los wat we los moeten laten. Energie trilt. Ook onze energie. Emoties en gedachten bestaan ook uit energie. De toegenomen energie maakt dat we massaal loslaten momenteel. Ons lichaam wordt als het ware opnieuw ingesteld op deze nieuwe hogere energie. Het is alsof er grote opruiming wordt gehouden in onze chakras en ons energiesysteem.
Het doven van de energie Kundalini dooft tijdelijk als anderen deze energie bij ons bedekken vanwege hun angsten en onzekerheid of als er niet voldoende voeding in onze omgeving is. Als onze aura steeds wordt gevoed met lagere emotionele frequenties zal dat zeer ongemakkelijk voelen. We herkennen de Kundalini energie dan niet (meer) bij onszelf. Zodra we bij anderen zijn met dezelfde of hogere energie worden we weer gevoed en zullen we ons een stuk lichter en vrijer voelen. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat we als volwassenen deze energie serieus nemen. We ontnemen onze kinderen anders hun kracht. Televisie kun je in dit licht ook beschouwen als een medium dat kinderen (en volwassenen) makkelijk uit hun kacht haalt.
Linker-en rechterhersenhelft Tot nu toe reageerde de linker hersenhelft: de schijnbaar logische, rationele helft in ons bedenkt voortdurend oplossingen voor alle ervaren problemen en een enorme controle ontstaat momenteel in de samenleving. De politiek, het bedrijfsleven en alle belangrijke stromingen in de samenleving reageren nog sterk vanuit de linker hersenhelft en wel op een beperkende manier. Links bedenkt veel van de soms uitputtende wetenschappelijke benaderingen waar we nu met zijn allen onder lijden. Alle belangrijke uitvindingen worden mijns inziens gedaan als links en rechts goed samenwerken. Intuïtie is namelijk belangrijk bij het vinden van nieuwe zaken. Dromen en groot denken zijn nodig om buiten bestaande grenzen te gaan. De uitwerking van een idee echter vindt vooral plaats vanuit de linkerkant. Als de rechterkant meer betrokken zou worden bij het uitvoeringsproces, zou de aarde minder uitgeput raken en zouden we onnuttige zaken niet verder ontwikkelen. We zouden deze kracht eerder gaan gebruiken om de aarde te ondersteunen.
De krachten van beide kanten in ons ontwikkelen is van groot belang Gevoelige mensen hebben een sterker ontwikkelde rechterhersenhelft. Deze kant is voedend en moederlijk. Ze respecteert de organische structuren om ons heen. Ze voelt zich verbonden met de natuur en moeder aarde. Ze reageert ook heel heftig emotioneel bij tijd en wijle, zeker op dit moment, nu er zich zoveel gevaarlijke en onveilige zaken voordoen (oorlog, armoede, honger, manipulatie). Gebleken is dat het rationele brein, maar waarschijnlijk de gehele Neocortex dan tijdelijk uitgeschakeld kan worden. We reageren dan alleen vanuit instinctieve driften als angst, vijandigheid, vluchten etc. We raken uit onze daadkracht, want sterke angst en woede verlammen ons eerder dan dat ze ons in beweging brengen. Gevoelige mensen zullen dus hun daadkracht meer moeten ontwikkelen. Dat is werkelijk nodig! Als we krachtig worden zullen we de wereld kunnen veranderen! Dat is de reden dat we ons allerlei aspecten die door de linkerhersenhelft worden gerepresenteerd eigen moeten maken als (hoog)gevoelig mens. We mogen deze aspecten niet afwijzen, we hebben ze nodig om een zekere CommonSense te ontwikkelen bij onszelf, ervoor te zorgen dat voelen en denken met elkaar in evenwicht komen. Rationele mensen wijzen vaak te veel gevoel af. Zij zullen moeten accepteren dat ze de ratio niet helemaal zuiver gebruiken, eerder om hun angsten te beredeneren dan om te creëeren. Zij zullen dus weer moeten leren te voelen, zonder altijd oplossingen te zoeken voor ongemak en pijn. Als zij het gevoel niet afwijzen maar durven te omarmen, zullen ook zij in hun kracht gaan staan en anderen bekrachtigen. Dit is dus de reden waarom linkerhersenhelftmensen hun gevoel moeten ontwikkelen en rechterhersenhelftmensen hun logische, denkende linkerkant moeten activeren. Als linker- en rechterkant (mannelijke en vrouwelijke kacht) in ons verenigd worden zal de Kundalini, de creëerende kracht, in ons vrijuit kunnen stromen.
Hoe kun je je kristalkind helpen? Kinderen staan aan de wieg van hun ontwikkeling. Hun brein ontwikkelt zich in hun eerste jaren en ze leren gaandeweg op een juiste, evenwichtige manier te reageren op ervaringen. Input uit hun omgeving is heel belangrijk hierbij. Ze nemen makkelijk overtuigingen over van de volwassenen om zich heen. Heb jij als ouder eerder geleerd je linkerhersenhelft te gebruiken om te beredeneren en je angsten te bezweren, dan om te creëeren, dan zul je nu iets moeten ondernemen om je kristalkind te helpen. Het is ook belangrijk je bewust te worden van de energie in en om je heen. Als je je kristalkind wilt helpen zichzelf te ontwikkelen zonder al te veel ongemak is het allereerst nodig je te ontdoen van angst en onzekerheid. Als jij bang bent zal het kind zich afstemmen op jou en zich afscheiden van de Kundalini. Jouw angst beperkt dus feitelijk je kind. Ook zul je je kind moeten beschermen tegen allerlei negatieve impulsen die nu zo makkelijk vrijkomen in onze samenleving. Prestatiegerichtheid is daarbij niet het enige dat nu nog thuishoort in de opvoeding van kleine kinderen. Het leren omgaan met hun eigen kracht moet eigenlijk voorop staan. Bedenk ook dat dit kind je eigenlijk iets leert: namelijk gaandeweg je eigen kracht te ervaren!
In onze kracht komen Kundalini is manifesterend. Het helpt ons te creëren. Zuivere creatie ontstaat als denken en voelen met elkaar in evenwicht zijn, als linker- en rechterhersenhelft in balans zijn, als de Kundalini ons voorhoofdchakra bereikt. Onze keel- en hartchakra doen momenteel het voorwerk, we leren liefde en vertrouwen steeds meer als uitgangspunt te nemen en onze keelchakra helpt ons te creëren. Groeien door lijden (karma) is binnenkort voorbij. We zullen in de toekomst groeien door onze nieuwe werkelijkheid te creëren. Op dit moment creëren we nog een beperkende angstige werkelijkheid. Maar hier zullen we boven uitstijgen.
Hoe zal die werkelijkheid er dan uitzien als we onze angsten gedag zeggen? Dit maakt ons nu erg onzeker op dit moment. Als we bang zijn en blijven, zal het een angstige werkelijkheid blijven. Zijn we bevrijd van angsten en voelen we ons veilig, dan zal onze toekomst een stralende toekomst zijn. Om dit te kunnen creëren met elkaar zijn momenteel zoveel mensen zich aan het ontdoen van onbewust beperkende angsten.
Ben jij ouder van een kristalkind? Wat kun je dan doen?
1. Maak eens de balans op van wat je allemaal doet en moet van jezelf. Geef prioriteit aan belangrijke zaken. Wat moet je allemaal van jezelf of van anderen? Wil je dat ook doen? En: kan je dat dan ook doen? Wil je niet te veel doen? 2. Leer je te ontspannen. Leer te leven met de flow. Kinderen doen dat ook. Ben je gespannen? Maak je je zorgen? Ben je bang? Doe er iets mee! Hiermee help je je kind als geen ander! 3. Wees gegrond. Gronden is: jezelf serieus nemen, het heft in handen nemen, assertief zijn, keuzes maken, een standpunt innemen. Ook een goed lichaamsgevoel hebben is gronden, je lichaam dat ben jij. 4. Ken je kwaliteiten en je valkuilen. Wat voor een ouder wil je zijn? Wie wil je zijn? Waar liggen in dit geval jouw valkuilen? Perfectionisme? Alles op orde willen hebben? Ben je zorgzaam, dan neem je misschien soms een te beschermende rol op je. Ben je tolerant, dan laat je misschien soms te veel over aan het kind. 5. Hanteer principes waar je achter kunt staan, in plaats van overgenomen overtuigingen (van familie, mede-ouders, vriendinnen etc.) Principes zijn bijvoorbeeld: respect, geduld, moeiteloosheid, dienstbaarheid. Laat beperkende overtuigingen dus los, ontdoe je van ballast uit het verleden. 6. Kijk en luister goed naar je kind. Neem nooit aan dat je kind het al weet. Beschouw het niet als een mede-volwassene, maar als een kwetsbaar kind dat volop aan het leren is en van alles nodig heeft. Stem je op je kind af. 7. Neem de rol van moeder of vader op je. 8. Leer emoties van jezelf en anderen te accepteren. Zoek je eigen waarheid en respecteer andermans waarheid. 9. Wees steeds opnieuw de volwassen begeleider, die echter ook kind kan zijn van tijd tot tijd. 10. Durf risicos te nemen. Altijd mee willen gaan in de waarheid van anderen beperkt je. Neem een eigen standpunt in over de gevoeligheid van je kind. Dat maakt het eenvoudiger antwoorden te vinden als iets zich voordoet. Je staat erdoor in je kracht en geeft je kind het gevoel achter hem/haar te staan!
-Prof, ik ben hier omdat ik me niet goed in mijn vel voel. Iedereen zegt dat ik voor niets deug, ik niets goed kan doen en ik een idioot ben. Hoe kan ik mezelf verbeteren? Wat kan ik doen zodat de anderen me hoger inschatten?
De professor kijkt hem aan en zucht:
-het spijt me jonge, maar ik heb nu echt geen tijd om je te helpen. Ik heb zelf ook een groot probleem en dat moet ik eerst oplossen voor ik jouw kan helpen.
Hij pauzeert even en vervolgt dan:
-misschien kan jij me helpen mijn probleem op te lossen... zou je deze ring voor me willen verkopen op de markt, ik moet een schuld afbetalen, maar je mag hem alleen maar verkopen als ze je er minstens een gouden muntstuk voor aanbieden, voor minder mag je hem niet verkopen.
De jonge twijfelt even maar neemt dan de ring aan. Hij spoedt zich naar de markt en biedt het kleinood aan iedereen aan. Een paar handelaars halen een nikkel of koperen muntstuk tevoorschijn, maar de jonge schudt zijn hoofd.
-ik kan hem enkel verkopen als je me een gouden muntstuk geeft.
De handelaars lachen hem uit en drijven de spot met hem. De jonge echter houdt voet bij stuk. Een oudere man krijgt medelijde met de jonge en wil hem wel helpen, hij ofreert twee zilverstukken. Maar de jonge blijft hardnekkig weigeren. Hoe erg hij het ook vindt, de prof zei enkel voor een gouden muntstuk... teleurgesteld gaat hij terug naar het huis van zijn leraar.
-sorry maar zie, ik deug zelf niet om u te helpen. Ik heb alles gedaan wat ik kon, ik kreeg niet meer dan twee zilverstukken voor uw ring.
De prof kijkt hem treurig aan.
-misschien is het beter dat we eerst de juiste waarde kennen van de ring voor we ons valse hoop geven. Ga ermee naar de juwelier en vraag hem wat hij er voor kan geven. Hij kent de ring en weet de juiste waarde.
De jonge spurt naar de juwelier en laat hem de ring zien. De juwelier bekijkt het juweel nauwkeurig en legt het voorzichtig terug in de handen van de jonge:
-het spijt me jonge, ik kan je momenteel echt niet meer dan 50 goudstukken geven, als je hem vlug wil verkopen is dat alles wat ik voor je kan doen. Als je tijd van wachten hebt en ik eerst een klant kan zoeken, kan ik je waarschijnlijk 70 goudstukken geven.
De jonge is sprakeloos en keert terug naar de leraar om hem alles te vertellen.
-zet je eens neer jonge, zegt de prof en hij gaat verder, kijk wij zijn allemaal zoals dit juweel. Ook jij bent een kostbaar juweel. Alleen is het aan specialisten om de juiste waarde te beoordelen. Dacht je dat iedereen je zomaar naar waarde kan schatten?Alleen iemand die oog heeft voor jouw weet wat je waard bent.
En langzaam schuift hij de ring terug aan zijn vinger.
Elke middag zakken de armen en dalkozen af naar het centrum van BA. Zij halen de kartonnen dozen op bij de afval en bij de winkels die ze dan in karretjes leggen die ze met veel fantasie in elkaar hebben gestoken. Ook met paard en kar schuimen ze de afvalberg van het centrum af. Rita is een vrouw van 43 met 6 kinderen, man en grootmoeder trekken ze elke dag naar BA, een reis van 50 km, behalve zaterdag. Dan is het verboden om de vuilnis buiten te zetten.Zij leeft in een huisje met 14 mensen: haar man, 6 kinderen, 4 kleinkinderen oma en opa. Deze recycleerders zijn mensen die hun broodwinning halen uit de afvalberg van de rijke metropool. Veel producten herbruiken ze zelf en plastiek, karton en aluminium verkopen ze aan de fabrieken die het herbruiken. Zij vormen zelf per "villa" een cooperatieve, brengen al hun afval samen en verkopen het per kilo.
Rita en haar familie halen per dag zo een 200 kilo samen bijelkaar.Haar man blijft thuis om al hun buit te trieren en het verkoopbaar materiaal naar de cooperatieve te brengen.De trein die hen naar het centrum brengt is een oude locomitief met een paar wagonnetjes achter, zonder deuren, vensters en banken, elke middag zit deze propvol en hij vertrekt terug in BA om 2u snachts. De treinreis duurt 2 uur. Rita schuimt de straten van palermo af, ieder dorp heeft zijn stuk wijk in BA. Ze worden geregeld lastig gevallen door de politie die hen beschouwt als delicuenten en een jaar geleden is ze met haar dochter en kleinkind aangereden door een automobilist die vluchtmisdrijf pleegde. Haar dochter was bijna overleden maar heeft het overleefd. Zij reisde terug met een gebroken arm en been en de gekwetste baby naar haar dorp op zoek naar medische verzorging, terwijl ze haar dochter voor dood achterliet.
Rond 23u komen de grote vrachtwagens van de cooperatieve om alles op te halen. Ze zet een klein fietsje opzij bij de bestuurder, dat is voor haar kleinzoon, zegt ze trots. Rond 1u trekken ze terug naar het station vanwaar ze de reis naar huis aanvangen en doodmoe ze ze zich neer tussen haar familie om al slapend in haar dorp uit de trein te rollen. De trein stopt niet in haar dorp, dus ze moeten er afspringen en met haar slecht herstelde been is dat een hele opgave,elke nacht opnieuw.
We hebben veel delen in onze geest. Ons verstand bestaat uit verschillende onderverdelingen. Ons hart bestaat maar uit 1. We hebben geen eenheid in ons denken, ons verstand is multifuncioneel, multipsicho. Ons verstand verandert dagelijks, het maakt sprongen, het legt een probleem uit met verschillende facetten. Ons verstand verandert elk moment, we weten iets en dadelijk daarna beginnen we al te twijfelen. Onze zekerheid in "weten" wordt steeds op de proef gesteld. We zijn verliefd en ons verstand maakt een sprong en we worden kwaad, we beginnen te twijfelen, zelfs soms te haten waar we eerst zo veel liefde voor hadden. In ons hoofd draait alles rond, in cirkels, er is geen begin en geen einde aan ons denken. Wat we eerst zo zeker wisten wordt met ons denken weer in twijfel getrokken. Als ons verstand heer en meester wordt, denken we dat we zeker zijn, dat we op goede weg zijn. Maar dan is er weer een ander verstandelijke "uitleg" die de heerschappij van dat eerste verstandelijk deeltje wil overnemen en krijgen we een "tweestrijd" in onszelf, steeds in ons hoofd, verstandelijk speelt onze "ego" met ons. Ons verstandelijke "ik" speelt steeds een spelletje met een ander verstandelijke "ik". We beginnen in ons hoofd te discussieren, beslissingen aan te vechten die we juist een moment tevoren heel zeker genomen hebben. Op een bepaald moment beslis je verstandelijk om te stoppen met roken en een moment later heb je weer 1001 verstandelijke uitleggen om dat stoppen uit te stellen. Daarna begint je eerste verstandelijke "ik" een discussie aan om die beslissing weer aan te vechten en nestelt een schuldgevoel in jezelf. Het eerste verstandelijke "ik" beschuldigt de tweede voor je herroeping van je eerste beslissing. Je geraakt in tweestrijd, je voelt je slecht in jezelf, je gaat in discussie. Een cirkel zonder einde zonder begin. Wie was eerst, ik of ik....
Je hart, je gevoel is steeds dezelfde. Het is je ware ik. Tussen je ware ik is er geen tweestrijd aangezien je gevoel in je hart 1 is en niet in discussie kan gaan. Het is alleen je verstand dat in discussie gaat, ook met je gevoel, maar gevoel diep in je ware ik antwoordt daar niet op. "Hij" is zeker, hij is, en daarom is er geen discussie mogelijk. Je ware ik weet dat je moet stoppen met roken en daar is geen weg naast, daar is geen uitleg mogelijk. Maar je ware ik wordt verstomd door de roepende discusies in je geest, in je verstand. Je ego roept steeds om gelijk, hij discusiert steeds omdat hij altijd gelijk "wil" hebben, terwijl je ware ik gelijk heeft en geen uitleg of discussie nodig heeft.
Je hart is je zuivere geweten, je bewustzijn, jijzelf, en hij observeert jou. Als je boos bent, observeer jezelf. Neem tijd om even afstand te nemen van de woedeaanval in jezelf. Stop de wereld om je heen, zet je neer en observeer dat gevoel van boosheid. Je bent heel zeker dat je boos bent. Je voelt het, heel je wezen is boos. Een minuut later kan die boosheid wegtrekken, door gelijk welke reden.
Je bent verliefd. Observeer die verliefdheid. Je bent zeker van je verliefdheid, heel je wezen is verliefd. En plots door gelijk welk iets vloeit die verliefdheid weg. Liefde komt en gaat, je bent gelukkig, je bent heel zeker dat je gelukkig bent en plots voel je je heel ongelukkig.
Wie is het in jezelf die zegt dat je boos bent? Wie is het in jezelf die verliefd is, wie is er gelukkig?
Gevoelens komen en gaan, alleen jij en je observator blijft achter. Met vragen ,met twijfels, met onzekerheden.
Producten van Peyeche, de moeite waard om eens een kijkje te nemen.
Over mijzelf
Ik ben Rein Remaut
Ik ben een vrouw en woon in Buenos Aires (Argentinie) en mijn beroep is levensgenietster.
Ik ben geboren op 04/02/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, lezen, zwemmen, mediteren, observeren, zoeken.
Deze site ben ik begonnen om in discussie te gaan over waar we naartoe wandelen, waar het leven ons brengen kan. Discussieren is niet echt het juiste woord, een koffieklappeke houden, wat tetteren, gedachten wisselen. Ik hoor heel graag iets van jullie. B