Argentinië presenteert zich als een land vol tegenstrijdigheden: Buenos Aires, met zijn blik gericht op het oude continent, Europa; het binnenland, gericht naar zichzelf in volle ontplooiing. Wat drijft mensen om een nieuw land te bevolken? Dit boek probeert de voetsporen te volgen van de goudzoekers in Patagonië. Patagonië, het einde van de wereld, het begin van een nieuw leven. Voor vele Europeanen is dit een totaal onbekende streek, hoewel de geschiedenis verbonden is met die van Europa.
De taal is het voornaamste instrument waarmee de mens weigert de wereld te accepteren zoals ze is.
Wij hebben het vermogen, de behoefte, de wereld te loochenen of te 'ontzeggen', ons een andere voorstelling te maken, haar anders te beschrijven.
George Steiner
Hoe vaak zeggen we niet : woorden schieten me tekort. Meestal is dat om emoties uit te drukken. Emoties van spijt, dank, verdriet, plezier, liefde... Juist dan komen echte woorden. Woorden in tranen, in een schaterlach, in een omhelzing. En dat zijn Echte Woorden voor mij.
Voor Pascal Paepen zijn zakendoen en economie altijd al een tweede natuur geweest. In Londen, diep in het financiële hart van de City, voelt hij zich dan ook thuis.
The Crosse Keys is een pub gevestigd in een voormalige bank die zaken deed met China. Binnenin gaat het er druk en luid aan toe en Paepen lacht wanneer hij onze verwonderde blikken ziet. "Dit is waarschijnlijk een van de goedkoopste adresjes in deze buurt. Het moederbedrijf JD Wetherspoon is beursgenoteerd, maar deze pub houdt de prijzen voor gerechten bewust laag. Hier maken ze geen winst op het eten, maar enkel op de sloten bier." Toen enkele jaren geleden KBC een Britse bank overnam die juist hierin was gespecialiseerd, greep Paepen snel de kans om zijn koffers te pakken en naar Londen te verhuizen. Voordien was hij zeven jaar lang trader in de marktenzaal van Brussel.
Ook een kopje koffie?
10-08-2007
Moeders van het woud: even om bij stil te staan (deel I)
In een land waar mannen ver weg trekken om te gaan werken en de vrouwen naar buitenkomen om de gemeenschap te organizeren, wordt hard gestreden voor het behoud van een gezonde en leefbare toekomst voor kinderen en kleinkinderen.Ergens waar vroeger een ondoordringbaar woud stond, hoog in de bergen waar natuurlijke wouden heer en meester waren, wordt nu stilletjes gerouwd en strijdig geijverd voor het behoud van wat er nog rest. Ze noemen zich "de moeders van het woud".
In Salta: Maria Mansilla
Ergens in de heuvel tussen de aromatische kruiden en de laag- en hoogstammige bomen vinden we haar terug. Ze zoekt de ingredienten bij elkaar voor haar "apotheekje". Het woud is haar supermarkt, de bomen de airconditioning voor het dorp, de natuur de waterregelaar voor hun groententuintjes. Hier vindt zij haar leven en vrijdheid. Het is de achtertuin van het paradijs van haar, haar kinderen en kleinkinderen, haar neefjes en nichten. De rustplaats van haar moeders en haar grootmoeders. Deze vrouw, samen met haar sexegenoten van het kleine dorp in Salta, beschermt de boompopulatie met hand en tand. Het nationalisme, het chauvinisme kan haar gestolen worden. Vechten voor het behoud van dit stukje natuur is veel belangrijker. En niet alleen voor hen, niet alleen voor het kleine dorpje aan de voet van de berg. Heel de mensheid zou hier moeten stilstaan, zegt ze mijmerend. "Iedereen op aarde zou elk blaadje van deze bomen in zijn hart moeten dragen. Maar ze zijn liever doof en stom. Zwijgzaam kwetterend draait de wereld verder terwijl er elke seconde ergens een reus wordt geveld. Terwijl er elke seconde een stukje uit onze longen wordt gesneden."
Maria is Wichí, een indiaanse van Salta. Ze leeft in het reservaat, houdt zich daar aan de regels van haar regering. Ze zoekt op de berg brandhout bijelkaar. Ze onderzoekt en registreert de beplanting. Ze streelt met haar eelterige vingertoppen en haar hart elk blaadje van het mooie groen rondom haar. En toch worden haar ogen waterig als ze de kreten hoort van het woud om haar heen. In Argentinië blijft er nog maar 25% over van de natuurlijke oorspronkelijke woudpopulatie. De rest is weggevaagd door de menselijke hand. Weggepland voor de uitbreiding van de landbouw, transport en veeteelt. Elke minuut gaat er 1 hectaar in woud in rook op. Voor elke 7000 hectaar ontbossing, zijn er niet alleen ecologische gevolgen, ook sociale: 400 personen worden hierdoor dakloos, verliezen hun cultuur en hun economische draagkracht, hun geitjes en kippen. Ze worden omgevord tot vluchtelingen in hun eigen land. Nergens kunnen ze naartoe, nergens zijn ze welkom. Ze worden vergeten tussen de boomstammen die ooit een mooie vloer in een luxueuze villa zal sieren. Vaak worden dorpen ontruimd of overgeplaats, totaal onwettelijk, zonder enig voorbereidend werk, zonder voorafgaandelijk bericht. Als de overheid toch de woonst van families kan ontzien, worden deze mensen toch "geonnaturaliseerd". Zij verliezen heel de natuur rondom hen en het dorp. Zij verliezen meer dan hun huis, zij verliezen hun bescherming, hun voeding, hun liefde en geborgenheid.
Hij zat een beetje ongerust op de rand van het zwembad, net aan de trapjes. Zijn volwassen handen geklemd rond de leuningen. Hij keek angstig het water in dat rimpeloos voor hem lag. Zijn begeleidster stond tot haar middenrif in het water. Ze keek hem vriendelijk en aanmoedigend aan. Het stelde hem niet geruster. Zijn ogen gingen van het rimpeloze wateroppervlak naar haar ogen. Een vriendelijke aanmoedigende blik gleed van haar gezicht naar het zijne. Het leek hem niet overtuigend genoeg. Zijn voeten hield hij juist boven het wateroppervlak. Toen zij haar handen voor hem opende, legde hij vol vertrouwen zijn rechtervoet in haar linker hand. Hij zag hoe ze zachtjes zijn voet naar het water begeleidde. Hij trok terug, zijn voet helemaal omhoog, zijn handen gingen wild tekeer over de leuning. Haar hand bleef uitnodigend en kalm juist onder zijn voet hangen. De warmte van haar handpalm trok hem aan. Een strakke blik gericht op het water voor hem, de warmte van haar hand als een zekerheid onder zijn voet. Zijn angst versoepelde even, het vertrouwen won. De tederheid leek hem veilig genoeg. Traag zakte haar hand naar beneden en zoog zijn voet met zich mee, langzaam, een geladen moment. Plots verdween zijn voet de diepte in, hij keek haar geschrokken aan. Zij sprak zacht, geen angst, vertrouw, wees moedig. Maar hij zag zijn voet verdwijnen, kijk hij was echt weg...daar waren woorden niet tegen opgewassen. Toch verscheen er vanuit de diepte in zijn blik even een zweem van geruststelling, traag maar zeker. Hij voelde haar hand warm en zeker rond zijn voet, alhoewel dit tafereel aan zijn oog ontrokken was. De zekerheid van haar hand leek wazig, waterachtig. Troebel pastelkleurig probeerde hij zichzelf moed in te spreken. Zij stak traag nu haar rechterhand uit, zijn linkervoet zacht aanrakend. Probeer het, vertrouw, geef je over. Zijn blik sprong van zijn ene troebele waterige voet naar zijn echte voet boven het wateroppervlak. Vluchtig gingen zijn ogen naar de hare, dan naar haar hand, zijn verdwenen voet zoekend. Zijn handen wrongen zich rond de leuning, zijn kneukels waren wit. Schichtig vloog zijn blik van haar linker- naar haar rechterhand. Toe, geef nou je andere voet, het komt wel goed. Hij schudde heftig zijn hoofd, kirde even en nam een beslissing. Hij trok zijn linkervoet uit het water en in zijn ogen lag een verrassende en blije overwinning, hij keek vrolijk naar zijn twee voeten boven het wateroppervlak. De lach in zijn snoet sprak boekdelen: ik vertrouw je wel, maar dat water lijkt nergens op.... Zijn handen gingen door zijn haar, zijn minderbegaafde vriendjes rond hem lachtten hem juichend toe. Na drie weken had hij eindelijk gedurfd om zijn voet te water te laten. De persoonlijke overwinning straalde van zijn gezicht. Iedereen in het zwembad leek mee te leven, de warmte van zijn overwinning trok rimpels van blijdschap over het wateroppervlak. De redder klapte in zijn handen en de vriendjes van de held volgden zijn voorbeeld. Hij lachte uitgelaten. Einde van de zwemles voor geestelijk minderbegaafden, elke vrijdag om 11u. Het was een mooi tafereeltje dat ik te zien kreeg, tussen mijn schoolslag en crow door.
Terug in de kleedkamer vroeg een meisje, jaar of 6, of ik haar de haardroger wilde geven die hoog boven haar was vastgehecht naast de spiegel. Ik gaf hem aan en zei dat ze moest oppassen met de temperatuur: met dit knopje zet je het op koud, zei ik.
Ze keek me wijfelend aan. "pasop, verbrand je niet" zei ik nog. Flor, zo heet ze, bleef me aankijken en vroeg toen: -ben jij spaanse? -nee, ik ben belgische Haar helder blauwe ogen werden groter, haar mond opende zich en ze zei: -waaaaaaaw Toen liet ze de haardroger voor wat het was en liep naar haar moeder: -mama ik kan belgisch verstaan!!!
ik dacht even terug aan de discussie in Belgie over Anna en Angelica, over wet en illegalen en kinderen en het zou zo simpel kunnen zijn: elkaar begrijpen, elkaar verstaan.
Op een dag werd aan Mulla gevraagd om de verdediging op zich te nemen van een "leegloper". Hij zou in het dorp berecht worden omdat hij bedelt en de jeugd aanzet tot luiheid en nietsdenkerij. Mulla neemt de taak op zich en brengt een bezoekje aan de gevangene. Hij houdt er wel niet van om de gevangenis te bezoeken. De plek geeft hem steeds de kriebels. Zonder enige verklaarbare reden trekt de zaak hem aan. Heel vroeg in de morgen klopt hij aan de poort aan. De bewakers van de nachtploeg zijn nog aanwezig. Deze bewakers zijn meestal rustiger en minder agressief dan de bewakers van de dagploeg. Mulla loopt de gangen door en voelt de zware energie zo in hem omhoogstijgen.Hij ziet de arme drommels op hun brits liggen en het idee besluipt hem om hen allemaal eens een bezoek te brengen. Vlug schudt hij deze gedachte uit zijn hoofd. Als je mensen wil helpen, moeten die mensen er klaar voor zijn en dat was hier niet het geval. Toen hij de cel van zijn "leegloper" naderde, hoorde hij een heel licht zacht geneurie, zonder dat hij wist waarom toverde deze muziek een glimlach op zijn lippen. Hij zag dat ook zijn begeleidende bewaker een vrolijke snoet kreeg. De gevangene zat in lotus in zijn cel. Toen Mulla de cel betrad, voelde hij een warme kalmte over zich heen. De bewaker boog voor de gevangene, kondige mijn komst aan en sloot daarna zacht de celdeur. Mulla zette zich naast de "leegloper" neer, ook in lotus en beiden hulde zich in een absolute stilte. Een stilte die als een luchtig donsdeken over hen heen gleed. De andere gevangen in dezelfde cel werden wakker met in hun achterhoofd een herinnering aan een tedere droom.
De dag van de rechtzaak kwam Mulla haast te laat de zaal binnen. De rechter was in een zeer slechte bui. Heel de morgen had hij al nietsnutten berecht. Hij vond het vreselijk dat er zo veel luie mensen rondliepen op deze aardbol. Wat zou er toch van de mensheid worden als ze dit zo maar oogluikend zouden toelaten zoals de nieuwe trend zich zette. De volgende zaak ontstemde hem nog meer. Niet alleen was dit heerschap een leegloper, hij zette ook nog eens de jeugd aan om zich over te geven aan het "niets": nietsdoen, niets-denken, niets-zeggen...ongehoord vreselijk gevaarlijk. Deze man moest hij als voorbeeld erg streng berechten. Hij had dan ook reeds een hele strafrede klaar, hij was zeker dat de jury deze man dadelijk zou veroordelen. De zaak was zo klaar als een klontje. Daarom was de late komst van Mulla nog een extra doorn in de etterende wonde van de rechter. Zelf de advokaat van deze luizwam is een ongediciplineerde nietsnut. Een reiziger, zo had hij vernomen. Een man met joffele kledij en zonder vaste stek, hetzelfde slag. Eigenlijk is het beneden zijn waardigheid dat hij hier heel de morgen naar de prietpraat van deze ellendelingen moest luisteren. Mensen met zijn cultuur en standing zouden veel verhevenere zaken moeten doen, zoals...en zoals...wel zoals , ach voor voorbeelden had hij nu geen tijd. Deze uren van publieke verplichtingen hadden natuurlijk hun waarden, alhoewel zijn vrienden van de golfclub het niet altijd in het juiste persfectief zagen. Arme drommels op het rechte pad proberen te brengen was een zware taak, maar als hij er in slaagde om eentje echt weer op de rails te krijgen, zou zijn beloning groot zijn, zo had zijn voorganger rechter hem steeds geleerd. De gedachte van de rechter bleven even hangen rond het woordje "beloning", hij dacht aan het schamele loon dat de provincie hem toebedeelde. En iets in de woorden van de oude rechter klopte niet met de werkelijkheid. Misschien was het loon ten tijde van de oude rechter wel een mooie en grote beloning, maar volgens de huidige inflatie was het een schrale tegemoetkoming voor zijn verloren tijd hier.
"Laat ik beginnen met een simpele vraag aan de jury, als U het mij toestaat, heer Rechter. Mag ik aan elk van de juryleden een blad papier en pen geven zodat ze, zonder af te kijken, een antwoord op een vraag kunnen opschrijven die cruciaal is voor mijn pleidooi."
De rechter keek geërgerd op uit zijn overpeinzingen. De laatkomer kwam niet alleen te laat, hij begon ook nog eens lastig te doen. Verveeld gaf hij toestemming aan de zaalwachter om de velletjes papier en de potloodjes door te geven aan de juryleden. Hij had zijn bedenkingen over de kracht van het pleidooi van deze armzalige advocaat. Als hij zich moest beroepen op het geschrevenen van deze juryleden...kon iedereen van de aanwezigen trouwens wel schrijven? Maar dat was zijn zorg niet, de advocaat wilde duidelijk nog meer tijd vermorsen en het ontstemde hem vreselijk.
Mulla richtte zich tot de jury en vroeg of ze op het papiertje wilden noteren wat voor hen "brood" was. "brood?" vroeg de rechter verbaasd, "wat heeft dat met deze beschuldigde te maken? Waag het niet om grapjes uit te halen Heer M...., " hij keek verstrooid naar zijn blad op zoek naar de naam van dit stukje verdediger. "Mulla is de naam, met alle respect, heer rechter, dit is een hele ernstige zaak. Ik zou nooit spotten met de tijd van anderen, daarom zal ik heus uw en de tijd van deze juryleden niet willen verbeuzelen. Het is echt cruciaal voor mijn verdediging, een verdediging waar elke burger recht op heeft, niet?" "ga verder" verveeld schikte de rechter de documenten op zijn bureau, er zijn zo van die dagen...
Toen Mulla de papiertjes terug verzameld had, richtte hij zich tot de jury en de rechter. "kijk, mijne heren, de zaak zit zo: voor u staat een man terecht die verdacht wordt van nietsdoenerij en aanzetten tot. In onze maatschappij een daad die enig sociaal gevaar in zich meedraagt. Deze mensen zijn meestal tot last van diegene die zich elke dag weer in het zweets des aanschijn inzetten om brood en spijs te verdienen voor de zijnen. Elke hand in onze gemeenschap is van belang. Ieder steentje dat iedereen kan aanreiken tot een mooie samenleving is belangrijk. Daarom, mijne heren, wil ik hier bewijzen dat ook deze beklaagde zijn steentje bijdraagt in het sociale radarwerk. Hij zet ons aan tot niet-denken, een taak die haast onmogelijk is, maar cruciaal om ons als mens op dezelfde lijn te krijgen. Alleen als we niet denken, denken we allemaal hetzelfde. Daarom deze test: "wat is brood?" een simpele vraag over een onderwerp dat we dagelijks gebruiken, nuttigen en maken. "wat is er simpeler dan te verwoorden wat brood is?" Zie hier de antwoorden van de juryleden:
1. Een lekker ding dat mijn toespijs samenhoudt 2. gemaakt van bloem en water, ze doen er ook zout bij, denk ik 3. net als de spelen een gave van de overheid 4. welk brood, de vraag lijkt me onduidelijk, je hebt witbrood, grofbrood, melkbrood, een gesneden, een rond, lang...te weinig informatie om een duidelijk en onomstootbaar antwoord te geven. 5. wiens brood men eet, wiens woord men spreekt 6. breek het brood en geeft het door, het brood is onze spiritualiteit, het dagelijks brood, de dagelijkse gedachte, onze energie 7. een boterham met choco, een lekkernij dat me doet terugdenken aan mijn oma 8. het voedsel voor de armen onder ons, zeer voedingsrijk, mag eigenlijk niet ontbreken in de voedingspyramide van de arbeidersklasse .../...
Ik heb hier 25 papiertjes in mijn handen en geen enkel van deze stellingen zijn dezelfde. Als de jury nog niet overeen kan komen over wat een simpel begrip als "brood" is, hoe wil u hun unanimiteit dan serieus nemen over het antwoord of mijn kliënt al of niet schuldig is aan de misdaad van een zo moeilijk te omschrijven begrip als : leegloperij en niet-denken. Zoals ik al bewezen heb, is er pas een eensgezindheid mogelijk onder de bevolking als er "niet wordt gedacht", want over een simpel begrip als "brood" hebben we al allemaal een ander gedacht. De tweede beschuldiging is leegloperij en het daaraan gepaarde bedelen. Mijn cliënt vraagt elke dag opnieuw een beetje van het dagelijks brood aan goede lieden die hij op zijn weg tegenkomt, deze goede lieden geven of niet, dat is hun beslissing. Maar als ze geven, voelen ze zich goed vanbinnen, als ze niets geven, zij het ook zo, dan verandert er niets. Waar is het kwade geschied? Ook mijn cliënt levert zijn steentje bij bij de sociale radarwerk van onze samenleving door zijn activiteit als leegloper en bedelaar. Hij geeft de mensen om hem heen de mogelijk om zich goed te voelen, dat alleen al is een heel byzondere dagtaak.
De jury keek de rechter twijfelend aan. De rechter zag dadelijk in dat het en verloren zaak was. "Onschuldig", klonk er unaniem en in de zaal ging iedereen reeds rond om in het mandje van Mulla een stukje brood te deponeren, zijn ereloon. De vrijgesprokene zat neuriënd in lotus en glimlachte sereen voor zich uit.
Wel foei een vouwtje in dit blad. En bovendien nog vastgeplakt. Men vraagt gewis; Is dit niet iets wat mode is? Welnee mijn beste lieve meid. Dit is maar voor de zekerheid. Omdat gij onder uw vriendinnen Je zusje haar blad weer terug zult vinden
We zijn allemaal op zoek naar iets, we geven het ook allemaal een andere naam. Als je dat nader bekijkt, kom je tot rare vaststellingen. Het lijkt ons allemaal zo verschillend, zo ingewikkeld. En daarom zetten we ons ertegen af, blijven we gewoon gezellig in ons hoekje zitten: huisje tuintje kindjes partner en blazen we de rest op. Dat werkt meestal wel tot op een zekere hoogte. Als alles blijft draaien zoals wij dat willen, loopt alles goed en hebben we niet meer nodig. Af en toe een aanvaring op je werk of met de rest van je familie, zoals ouders, broers of zussen. Af en toe eens een baaldag en het is weer gefixed, denken we meestal.
We nestelen ons in onze cocoon en alles verloopt smoothy. Elke dag is weer een dag zoals er 7 in de week zijn, met af en toe een rustdag. Dan komen we op adem en vliegen er daarna weer in, sluiten onze ogen en halen eens diep adem. De rekeningen blijven betaalbaar, de kindjes gaan naar school, het werk is haalbaar, de stress is tolereerbaar. Alles is onder controle. Iets wat ons een enorme macht geeft. We kunnen alles zelf controleren, we zijn baas over ons eigen leven!Meer moet dat niet zijn, waarom zouden we dieper zoeken?
Toch gebeurt het vaak genoeg dat de hemel op ons hoofd valt. Een bliksem en daarna stapelen de donderwolken zich rond onze cocoon. Misschien draait het werk vierkant of worden de kinderen ernstig ziek, een partner valt weg. Je grondvesten daveren, je funda-menten begeven. Je bent ten einde raad. De onweerswolken nemen je huis in beslag, de bliksem zindert om je oren. Een enorme krachtige energie verstikt je begrijpen en je doen. Iedereen kijkt je vragend aan en in hun onwetendheid slaan ze de nagel op de kop met hun opmerkingen, terwijl jij als een blinde verwoed de spijkers op laag water blijft zoeken. Je wil terug naar je controletoren, freakerig terug de macht van je eigen leven in handen nemen. Maar de cirkel is niet sluitend, je draait rond als een tol in een neerwaarts spiraal dat steeds vlugger en vlugger draait en de twijgen die je ziet om je vast te grijpen, glijden tussen je vingers door. Na een tijdje ben je te moe om er zelfs nog naar te grijpen. Je bent ongelukkig en een ongelukkig mens is een zeer actieve en energetische geest. Steeds weer ga je op zoek naar oorzaken om je nog meer ongelukkig te maken, op zoek naar reasons, met het zwaard van de kritiek alle twijgen voor jezelf neerhalend, omdat er om je heen misschien toch wel een reden zou zijn om gelukkig te zijn. Je cocoon is verscheurd, het ligt aan diggelen aan je voeten. De controle ben je kwijt.
Toch blijft er ergens in je achterhoofd een stemmetje dat je toefluistert dat er meer is dan alleen het ongelukkig zijn. Je voelt dat je leven niet alleen dit kan zijn. Maar waar moet je naartoe? Welke weg moet je zoeken, je hebt geen levenskompas, geen map waarom de straatnamen staan, een wegwijzer waar duidelijk opstaat waar je naartoe moet. Je begint te zoeken, je begint te twijfelen. Als je na een tijdje ontdaan op een richel even kan pauzeren, even rondom je heen kan kijken, begin je de nieuwe omgeving waar je in terecht bent gekomen te observeren. Je bent een vreemdeling voor jezelf. Beslissingen kan je niet meer nemen, die worden voor jouw genomen. Ze stelen je zelfbeheersing, je zelfcontrole. Je eigen gedachten zijn als een lichte nevel die de gedachten van anderen ontsluieren maar ze niet verduisteren. Je kan niet meer vechten, lijkt het, je raakt in paniek. Je zinnen worden een licht gefluister, onhoorbaar voor hen waarvoor ze bestemd zijn. Je blik dwaalt af en je zoekt vertwijfeld naar dingen uit je veilige verleden. Je probeert verstomd te leven, blind en doof. Je voelt dat je waarheid je ontglipt. Je voelt dat het de waarheid van anderen is die stilaan jouw leven overneemt. In momenten zie je het helder voor je : je leven was een leugen. Maar toch wil je terug naar dat leugenleventje. Het was veilig, warm, zonder grote zorgen. Je had niet zoveel vraagtekens. Maar was dat wel zo, is dat wel zo?
De bliksem die uit de storm van je nieuwe leven in je hoofd flitsen, dwingt je om oprecht te zijn, dwingt je terug recht te staan en jezelf in handen te nemen. De donderslagen in je overhoop gehaalde leven zijn niets anders dan het geluid waarmee de poort van je nieuwe levensweg wordt geopend. Je bent afgedwaald, verdwaald bevind je je op een benevelde bergpas, vol gevaarlijke dogma's en onomstootbare waarleugens. De bergpas van je cocoonleventje is begrensd met rotsblokken van andermans ideeën, lawines van hoe het zou moeten en beterweterij die je in een moment van zwakte gelijk geeft. En toch wil je terug op dat pad, je wil terug, omdat het een effen pad leek, gelijk en gepolijst met al de waarheden als koeien in de groene weide, met alleen maar even je eigen hersenspinsels die als lichte nevels verdwijnen als de zon met al zijn sociale waarheid doorbreekt en jouw sleurwegje verwarmt met hun dagelijkse leugens van het ik-zijn. Je wil terug, op je richeltje steek je je handen uit naar die pas, je verleden, zo kalm en rustig leek het, waarom zou je het andere pad kiezen, dat gepaard gaat met donderslagen en bliksem, waarom niet gewoon de geplaveide straat aflopen die door anderen reeds voor je is geëffend?
Waarom de onzin van je "ik-zijn" kiezen als je zo lichtzinnig de andere ik kan zijn?
Het is juist deze onzin die zin geeft aan verdwaalde reizigers. Zij geraken verder door dit moeilijke pad te kiezen en komen zo dichterbij. Ik weet dat je terug je pad wil afrennen en samen met je omgeving verder wil wandelen over het rijke bloemenveld de groene leugenweide in, de horizon van het onechte tegemoet. Naar de zon van de anderen, met alleen in de vroege ochtend de lichte nevels van je eigen ik, de onzinnige reizigers achter je latend die met de waarheid in hun ogen weten dat voor jou op dit mooie pad eens een muur zal staan. Maar zolang jij je ogen dichthoudt, zie je die niet. Je wil echt terug maar de reiziger kijkt je doordringend aan, hij schudt je wakker, hij toont je het andere pad, het pad dat je zelf al krabbelend zult moeten zoeken.
dit is een berichtje om te vertellen dat mijn schoonpapa beter is. Hiermee wil ik alle hartpatienten ook een riem onder het hart steken. het leven is een geschenk, bewaar het goed.
Kristalkinderen Kundalini energie komt momenteel collectief op gang en verenigt de linker en rechter hersenhelften met elkaar. Er worden ook steeds meer kinderen geboren met deze actieve energie. Ze zijn nog volledig afgestemd op de energie en sporen hun ouders aan om hun eigen bewustwordingspoces te beginnen. Kundalini heeft namelijk de kwaliteit anderen ook in beweging te brengen. Kort gezegd: de energie van deze kinderen raakt de ouders aan en brengt ze in hun inwijdingsproces. Jonge kinderen zijn natuurlijk nog vrij van zorgen en beperkingen. De chakras stromen heel natuurlijk en de aspecten per chakra kunnen zich vrijuit ontwikkelen als zij er de kans voor krijgen. Zij reageren intuitief, maar zijn ook heel slim. Emotioneel intelligent en energiek. Dat is de reden dat volwassenen hen moeten beschermen. Want omdat deze kinderen zo open zijn, kunnen ze ook makkelijk uit balans raken. Vaak herstellen ze wel makkelijk, en hun loyaliteit kent bijna geen grenzen. Soms lijkt het alsof ze erg wijs zijn en weten.
Hoe komt het dat de Kundalini op gang komt? Onze collectieve ontwikkeling naar een ruimer bewustzijn helpt ons daarbij. Ook slaat de aarde volgens sommige berichten al geruime tijd gigantische hoeveelheden energie op. Zonnevlekken en Gammastralen bezorgen de aarde enorme energiegolven die ons in beweging brengen. Er komt veel meer energie vrij in de kosmos en die bereikt de aarde, zo simpel lijkt het. Soms kun je deze energie voelen, kun je er bijvoorbeeld wakker van worden en niet meer in slaap komen. Je kunt allerlei ongemak ervaren tijdens deze energiegolven: trillingen over je hele lijf, transpiratieaanvallen, griepverschijnselen, gewrichtspijnen, angsten of luciditeit. Allereerst zullen gevoelige mensen aangeraakt worden door deze energie, zij zijn er immers al redelijk op ingesteld. Er komt misschien pijn vrij en oud verdriet, ongemak ook. De energie trilt feitelijk los wat we los moeten laten. Energie trilt. Ook onze energie. Emoties en gedachten bestaan ook uit energie. De toegenomen energie maakt dat we massaal loslaten momenteel. Ons lichaam wordt als het ware opnieuw ingesteld op deze nieuwe hogere energie. Het is alsof er grote opruiming wordt gehouden in onze chakras en ons energiesysteem.
Het doven van de energie Kundalini dooft tijdelijk als anderen deze energie bij ons bedekken vanwege hun angsten en onzekerheid of als er niet voldoende voeding in onze omgeving is. Als onze aura steeds wordt gevoed met lagere emotionele frequenties zal dat zeer ongemakkelijk voelen. We herkennen de Kundalini energie dan niet (meer) bij onszelf. Zodra we bij anderen zijn met dezelfde of hogere energie worden we weer gevoed en zullen we ons een stuk lichter en vrijer voelen. Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat we als volwassenen deze energie serieus nemen. We ontnemen onze kinderen anders hun kracht. Televisie kun je in dit licht ook beschouwen als een medium dat kinderen (en volwassenen) makkelijk uit hun kacht haalt.
Linker-en rechterhersenhelft Tot nu toe reageerde de linker hersenhelft: de schijnbaar logische, rationele helft in ons bedenkt voortdurend oplossingen voor alle ervaren problemen en een enorme controle ontstaat momenteel in de samenleving. De politiek, het bedrijfsleven en alle belangrijke stromingen in de samenleving reageren nog sterk vanuit de linker hersenhelft en wel op een beperkende manier. Links bedenkt veel van de soms uitputtende wetenschappelijke benaderingen waar we nu met zijn allen onder lijden. Alle belangrijke uitvindingen worden mijns inziens gedaan als links en rechts goed samenwerken. Intuïtie is namelijk belangrijk bij het vinden van nieuwe zaken. Dromen en groot denken zijn nodig om buiten bestaande grenzen te gaan. De uitwerking van een idee echter vindt vooral plaats vanuit de linkerkant. Als de rechterkant meer betrokken zou worden bij het uitvoeringsproces, zou de aarde minder uitgeput raken en zouden we onnuttige zaken niet verder ontwikkelen. We zouden deze kracht eerder gaan gebruiken om de aarde te ondersteunen.
De krachten van beide kanten in ons ontwikkelen is van groot belang Gevoelige mensen hebben een sterker ontwikkelde rechterhersenhelft. Deze kant is voedend en moederlijk. Ze respecteert de organische structuren om ons heen. Ze voelt zich verbonden met de natuur en moeder aarde. Ze reageert ook heel heftig emotioneel bij tijd en wijle, zeker op dit moment, nu er zich zoveel gevaarlijke en onveilige zaken voordoen (oorlog, armoede, honger, manipulatie). Gebleken is dat het rationele brein, maar waarschijnlijk de gehele Neocortex dan tijdelijk uitgeschakeld kan worden. We reageren dan alleen vanuit instinctieve driften als angst, vijandigheid, vluchten etc. We raken uit onze daadkracht, want sterke angst en woede verlammen ons eerder dan dat ze ons in beweging brengen. Gevoelige mensen zullen dus hun daadkracht meer moeten ontwikkelen. Dat is werkelijk nodig! Als we krachtig worden zullen we de wereld kunnen veranderen! Dat is de reden dat we ons allerlei aspecten die door de linkerhersenhelft worden gerepresenteerd eigen moeten maken als (hoog)gevoelig mens. We mogen deze aspecten niet afwijzen, we hebben ze nodig om een zekere CommonSense te ontwikkelen bij onszelf, ervoor te zorgen dat voelen en denken met elkaar in evenwicht komen. Rationele mensen wijzen vaak te veel gevoel af. Zij zullen moeten accepteren dat ze de ratio niet helemaal zuiver gebruiken, eerder om hun angsten te beredeneren dan om te creëeren. Zij zullen dus weer moeten leren te voelen, zonder altijd oplossingen te zoeken voor ongemak en pijn. Als zij het gevoel niet afwijzen maar durven te omarmen, zullen ook zij in hun kracht gaan staan en anderen bekrachtigen. Dit is dus de reden waarom linkerhersenhelftmensen hun gevoel moeten ontwikkelen en rechterhersenhelftmensen hun logische, denkende linkerkant moeten activeren. Als linker- en rechterkant (mannelijke en vrouwelijke kacht) in ons verenigd worden zal de Kundalini, de creëerende kracht, in ons vrijuit kunnen stromen.
Hoe kun je je kristalkind helpen? Kinderen staan aan de wieg van hun ontwikkeling. Hun brein ontwikkelt zich in hun eerste jaren en ze leren gaandeweg op een juiste, evenwichtige manier te reageren op ervaringen. Input uit hun omgeving is heel belangrijk hierbij. Ze nemen makkelijk overtuigingen over van de volwassenen om zich heen. Heb jij als ouder eerder geleerd je linkerhersenhelft te gebruiken om te beredeneren en je angsten te bezweren, dan om te creëeren, dan zul je nu iets moeten ondernemen om je kristalkind te helpen. Het is ook belangrijk je bewust te worden van de energie in en om je heen. Als je je kristalkind wilt helpen zichzelf te ontwikkelen zonder al te veel ongemak is het allereerst nodig je te ontdoen van angst en onzekerheid. Als jij bang bent zal het kind zich afstemmen op jou en zich afscheiden van de Kundalini. Jouw angst beperkt dus feitelijk je kind. Ook zul je je kind moeten beschermen tegen allerlei negatieve impulsen die nu zo makkelijk vrijkomen in onze samenleving. Prestatiegerichtheid is daarbij niet het enige dat nu nog thuishoort in de opvoeding van kleine kinderen. Het leren omgaan met hun eigen kracht moet eigenlijk voorop staan. Bedenk ook dat dit kind je eigenlijk iets leert: namelijk gaandeweg je eigen kracht te ervaren!
In onze kracht komen Kundalini is manifesterend. Het helpt ons te creëren. Zuivere creatie ontstaat als denken en voelen met elkaar in evenwicht zijn, als linker- en rechterhersenhelft in balans zijn, als de Kundalini ons voorhoofdchakra bereikt. Onze keel- en hartchakra doen momenteel het voorwerk, we leren liefde en vertrouwen steeds meer als uitgangspunt te nemen en onze keelchakra helpt ons te creëren. Groeien door lijden (karma) is binnenkort voorbij. We zullen in de toekomst groeien door onze nieuwe werkelijkheid te creëren. Op dit moment creëren we nog een beperkende angstige werkelijkheid. Maar hier zullen we boven uitstijgen.
Hoe zal die werkelijkheid er dan uitzien als we onze angsten gedag zeggen? Dit maakt ons nu erg onzeker op dit moment. Als we bang zijn en blijven, zal het een angstige werkelijkheid blijven. Zijn we bevrijd van angsten en voelen we ons veilig, dan zal onze toekomst een stralende toekomst zijn. Om dit te kunnen creëren met elkaar zijn momenteel zoveel mensen zich aan het ontdoen van onbewust beperkende angsten.
Ben jij ouder van een kristalkind? Wat kun je dan doen?
1. Maak eens de balans op van wat je allemaal doet en moet van jezelf. Geef prioriteit aan belangrijke zaken. Wat moet je allemaal van jezelf of van anderen? Wil je dat ook doen? En: kan je dat dan ook doen? Wil je niet te veel doen? 2. Leer je te ontspannen. Leer te leven met de flow. Kinderen doen dat ook. Ben je gespannen? Maak je je zorgen? Ben je bang? Doe er iets mee! Hiermee help je je kind als geen ander! 3. Wees gegrond. Gronden is: jezelf serieus nemen, het heft in handen nemen, assertief zijn, keuzes maken, een standpunt innemen. Ook een goed lichaamsgevoel hebben is gronden, je lichaam dat ben jij. 4. Ken je kwaliteiten en je valkuilen. Wat voor een ouder wil je zijn? Wie wil je zijn? Waar liggen in dit geval jouw valkuilen? Perfectionisme? Alles op orde willen hebben? Ben je zorgzaam, dan neem je misschien soms een te beschermende rol op je. Ben je tolerant, dan laat je misschien soms te veel over aan het kind. 5. Hanteer principes waar je achter kunt staan, in plaats van overgenomen overtuigingen (van familie, mede-ouders, vriendinnen etc.) Principes zijn bijvoorbeeld: respect, geduld, moeiteloosheid, dienstbaarheid. Laat beperkende overtuigingen dus los, ontdoe je van ballast uit het verleden. 6. Kijk en luister goed naar je kind. Neem nooit aan dat je kind het al weet. Beschouw het niet als een mede-volwassene, maar als een kwetsbaar kind dat volop aan het leren is en van alles nodig heeft. Stem je op je kind af. 7. Neem de rol van moeder of vader op je. 8. Leer emoties van jezelf en anderen te accepteren. Zoek je eigen waarheid en respecteer andermans waarheid. 9. Wees steeds opnieuw de volwassen begeleider, die echter ook kind kan zijn van tijd tot tijd. 10. Durf risicos te nemen. Altijd mee willen gaan in de waarheid van anderen beperkt je. Neem een eigen standpunt in over de gevoeligheid van je kind. Dat maakt het eenvoudiger antwoorden te vinden als iets zich voordoet. Je staat erdoor in je kracht en geeft je kind het gevoel achter hem/haar te staan!
-Prof, ik ben hier omdat ik me niet goed in mijn vel voel. Iedereen zegt dat ik voor niets deug, ik niets goed kan doen en ik een idioot ben. Hoe kan ik mezelf verbeteren? Wat kan ik doen zodat de anderen me hoger inschatten?
De professor kijkt hem aan en zucht:
-het spijt me jonge, maar ik heb nu echt geen tijd om je te helpen. Ik heb zelf ook een groot probleem en dat moet ik eerst oplossen voor ik jouw kan helpen.
Hij pauzeert even en vervolgt dan:
-misschien kan jij me helpen mijn probleem op te lossen... zou je deze ring voor me willen verkopen op de markt, ik moet een schuld afbetalen, maar je mag hem alleen maar verkopen als ze je er minstens een gouden muntstuk voor aanbieden, voor minder mag je hem niet verkopen.
De jonge twijfelt even maar neemt dan de ring aan. Hij spoedt zich naar de markt en biedt het kleinood aan iedereen aan. Een paar handelaars halen een nikkel of koperen muntstuk tevoorschijn, maar de jonge schudt zijn hoofd.
-ik kan hem enkel verkopen als je me een gouden muntstuk geeft.
De handelaars lachen hem uit en drijven de spot met hem. De jonge echter houdt voet bij stuk. Een oudere man krijgt medelijde met de jonge en wil hem wel helpen, hij ofreert twee zilverstukken. Maar de jonge blijft hardnekkig weigeren. Hoe erg hij het ook vindt, de prof zei enkel voor een gouden muntstuk... teleurgesteld gaat hij terug naar het huis van zijn leraar.
-sorry maar zie, ik deug zelf niet om u te helpen. Ik heb alles gedaan wat ik kon, ik kreeg niet meer dan twee zilverstukken voor uw ring.
De prof kijkt hem treurig aan.
-misschien is het beter dat we eerst de juiste waarde kennen van de ring voor we ons valse hoop geven. Ga ermee naar de juwelier en vraag hem wat hij er voor kan geven. Hij kent de ring en weet de juiste waarde.
De jonge spurt naar de juwelier en laat hem de ring zien. De juwelier bekijkt het juweel nauwkeurig en legt het voorzichtig terug in de handen van de jonge:
-het spijt me jonge, ik kan je momenteel echt niet meer dan 50 goudstukken geven, als je hem vlug wil verkopen is dat alles wat ik voor je kan doen. Als je tijd van wachten hebt en ik eerst een klant kan zoeken, kan ik je waarschijnlijk 70 goudstukken geven.
De jonge is sprakeloos en keert terug naar de leraar om hem alles te vertellen.
-zet je eens neer jonge, zegt de prof en hij gaat verder, kijk wij zijn allemaal zoals dit juweel. Ook jij bent een kostbaar juweel. Alleen is het aan specialisten om de juiste waarde te beoordelen. Dacht je dat iedereen je zomaar naar waarde kan schatten?Alleen iemand die oog heeft voor jouw weet wat je waard bent.
En langzaam schuift hij de ring terug aan zijn vinger.
Elke middag zakken de armen en dalkozen af naar het centrum van BA. Zij halen de kartonnen dozen op bij de afval en bij de winkels die ze dan in karretjes leggen die ze met veel fantasie in elkaar hebben gestoken. Ook met paard en kar schuimen ze de afvalberg van het centrum af. Rita is een vrouw van 43 met 6 kinderen, man en grootmoeder trekken ze elke dag naar BA, een reis van 50 km, behalve zaterdag. Dan is het verboden om de vuilnis buiten te zetten.Zij leeft in een huisje met 14 mensen: haar man, 6 kinderen, 4 kleinkinderen oma en opa. Deze recycleerders zijn mensen die hun broodwinning halen uit de afvalberg van de rijke metropool. Veel producten herbruiken ze zelf en plastiek, karton en aluminium verkopen ze aan de fabrieken die het herbruiken. Zij vormen zelf per "villa" een cooperatieve, brengen al hun afval samen en verkopen het per kilo.
Rita en haar familie halen per dag zo een 200 kilo samen bijelkaar.Haar man blijft thuis om al hun buit te trieren en het verkoopbaar materiaal naar de cooperatieve te brengen.De trein die hen naar het centrum brengt is een oude locomitief met een paar wagonnetjes achter, zonder deuren, vensters en banken, elke middag zit deze propvol en hij vertrekt terug in BA om 2u snachts. De treinreis duurt 2 uur. Rita schuimt de straten van palermo af, ieder dorp heeft zijn stuk wijk in BA. Ze worden geregeld lastig gevallen door de politie die hen beschouwt als delicuenten en een jaar geleden is ze met haar dochter en kleinkind aangereden door een automobilist die vluchtmisdrijf pleegde. Haar dochter was bijna overleden maar heeft het overleefd. Zij reisde terug met een gebroken arm en been en de gekwetste baby naar haar dorp op zoek naar medische verzorging, terwijl ze haar dochter voor dood achterliet.
Rond 23u komen de grote vrachtwagens van de cooperatieve om alles op te halen. Ze zet een klein fietsje opzij bij de bestuurder, dat is voor haar kleinzoon, zegt ze trots. Rond 1u trekken ze terug naar het station vanwaar ze de reis naar huis aanvangen en doodmoe ze ze zich neer tussen haar familie om al slapend in haar dorp uit de trein te rollen. De trein stopt niet in haar dorp, dus ze moeten er afspringen en met haar slecht herstelde been is dat een hele opgave,elke nacht opnieuw.
We hebben veel delen in onze geest. Ons verstand bestaat uit verschillende onderverdelingen. Ons hart bestaat maar uit 1. We hebben geen eenheid in ons denken, ons verstand is multifuncioneel, multipsicho. Ons verstand verandert dagelijks, het maakt sprongen, het legt een probleem uit met verschillende facetten. Ons verstand verandert elk moment, we weten iets en dadelijk daarna beginnen we al te twijfelen. Onze zekerheid in "weten" wordt steeds op de proef gesteld. We zijn verliefd en ons verstand maakt een sprong en we worden kwaad, we beginnen te twijfelen, zelfs soms te haten waar we eerst zo veel liefde voor hadden. In ons hoofd draait alles rond, in cirkels, er is geen begin en geen einde aan ons denken. Wat we eerst zo zeker wisten wordt met ons denken weer in twijfel getrokken. Als ons verstand heer en meester wordt, denken we dat we zeker zijn, dat we op goede weg zijn. Maar dan is er weer een ander verstandelijke "uitleg" die de heerschappij van dat eerste verstandelijk deeltje wil overnemen en krijgen we een "tweestrijd" in onszelf, steeds in ons hoofd, verstandelijk speelt onze "ego" met ons. Ons verstandelijke "ik" speelt steeds een spelletje met een ander verstandelijke "ik". We beginnen in ons hoofd te discussieren, beslissingen aan te vechten die we juist een moment tevoren heel zeker genomen hebben. Op een bepaald moment beslis je verstandelijk om te stoppen met roken en een moment later heb je weer 1001 verstandelijke uitleggen om dat stoppen uit te stellen. Daarna begint je eerste verstandelijke "ik" een discussie aan om die beslissing weer aan te vechten en nestelt een schuldgevoel in jezelf. Het eerste verstandelijke "ik" beschuldigt de tweede voor je herroeping van je eerste beslissing. Je geraakt in tweestrijd, je voelt je slecht in jezelf, je gaat in discussie. Een cirkel zonder einde zonder begin. Wie was eerst, ik of ik....
Je hart, je gevoel is steeds dezelfde. Het is je ware ik. Tussen je ware ik is er geen tweestrijd aangezien je gevoel in je hart 1 is en niet in discussie kan gaan. Het is alleen je verstand dat in discussie gaat, ook met je gevoel, maar gevoel diep in je ware ik antwoordt daar niet op. "Hij" is zeker, hij is, en daarom is er geen discussie mogelijk. Je ware ik weet dat je moet stoppen met roken en daar is geen weg naast, daar is geen uitleg mogelijk. Maar je ware ik wordt verstomd door de roepende discusies in je geest, in je verstand. Je ego roept steeds om gelijk, hij discusiert steeds omdat hij altijd gelijk "wil" hebben, terwijl je ware ik gelijk heeft en geen uitleg of discussie nodig heeft.
Je hart is je zuivere geweten, je bewustzijn, jijzelf, en hij observeert jou. Als je boos bent, observeer jezelf. Neem tijd om even afstand te nemen van de woedeaanval in jezelf. Stop de wereld om je heen, zet je neer en observeer dat gevoel van boosheid. Je bent heel zeker dat je boos bent. Je voelt het, heel je wezen is boos. Een minuut later kan die boosheid wegtrekken, door gelijk welke reden.
Je bent verliefd. Observeer die verliefdheid. Je bent zeker van je verliefdheid, heel je wezen is verliefd. En plots door gelijk welk iets vloeit die verliefdheid weg. Liefde komt en gaat, je bent gelukkig, je bent heel zeker dat je gelukkig bent en plots voel je je heel ongelukkig.
Wie is het in jezelf die zegt dat je boos bent? Wie is het in jezelf die verliefd is, wie is er gelukkig?
Gevoelens komen en gaan, alleen jij en je observator blijft achter. Met vragen ,met twijfels, met onzekerheden.
De zon sliert als een vuurlicht over de witte sneeuwtoppen van de berg, dansend in zijn zwevende gouden tuniek. De boomgaard zinkt in een zee van licht, wentelend in het inmense plezier van deze ochtendkus. Het aura tussen de kruinen richt zich op als zware zwangere borsten die bij elke zuchtde topase en smaragden parels laat schitteren tussen het geurend onkruid en ranke stammen. Het oranje van de perzikken omfloerst de horizon zoals een zacht lieflijke meisjeshuid onze zinnen verdroomt in een paradijselijk satijnen sofa. De harde droge rode grond houdt het leven gevangen en toont het in al zijn pracht, smachtend naar de dauwdruppels die traag de bladeren te zwaar maken zodat ze naar hem toe reiken. Het is alsof de aarde wil opstijgen, zonder geduld wachtend tot de blaadjes boven hem druppelsgewijs de gouden nectar overlevert. De druppels twijfelen om zich over te geven aan de warmte van de ochtendzon of zich vlijend neer te druppelen in de smachtende aarde. De stam durft zich niet te bewegen. Het sap loopt als lava door zijn venen. Zwoel speelt de wind tussen de kruin, als een speelse bondgenoot helpt hij de aantrekkingskracht van de aarde. Spetterend vallen de druppels op de harde ondergrond, slorpend kruipen de wortels dieper en jagen het vocht tot de hoge kruin, openbarstend in een rijpe mooie vrucht, schitterend van levensvreugde, zomers van geur, stelen zij het kostbare vloeibare goud van elk blad dat rondom verdort.
De boomgaard is in stilte gehuld. De rust is er adembenemend. Alleen vogels maken een hels lawaai, alleen in de morgen. Siestastilte keert op het zenituur terug. Een boomgaard is een synfonie van rust en werkdrift, een discordantie tussen de kalmte tussen stammen en de onrust bij de plukker. Hij roesht tussen de takken door als een overijverige bij. Nooit genoeg, nooit groot genoeg, nooit geurig, rijp, onrijp, opbrengst, hij komt nooit toe. De bomen schenken in alle stilte, bedrijvig in hun harde kern, maar rustig en zonder geluid. De plukker is overgeleverd aan de capriolen van de takken, reiken zij juist iets te ver de mooiste vrucht.
Deze boomgaard is de geliefste plek van emirBen-Alhamar. Hij ligt uitgestrekt op een comfortabele witte sofa, onder de oudste boom, rijk in kruin en blad. Hij wappert zich verluchting toe in deze droge omgeving, zinderend in de passie van de ochtendzon. De nacht had hem de slaap ontrukt in zijn warme omhelzing. Zijn geest had daarom rondgedwaald in cirkels van nieuwe ideeën en ingevingen. Azhuna kwam aangeslenterd. Hij was de meester architect van de stad. Van eenvoudige afkomst, snuffelend in boeken en bibliotheken had hij de wijsheid van de gewone metser als zijn vader was, overstegen. Elke koepel, elke toren torenhoog had geen geheimen voor hem. Zijn droom dreeft af naar het reiken van de wolken, zich verwarmen op een hemels terras aan een zon die op die hoogte enkel voor hem zou branden. Ranke hoge torens zouden bergen jaloers maken, Azhuna zou het ultime paleis ooit ontwerpen voor zijn geliefde droom, zichzelf overstijgen in steen.
De emir wou hem spreken, meestal draaide dat op niets uit. Hij kende de driften en grollen van de emir. Nooit genoeg respect om zijn bouwwerken met het gepaste goud te betalen. Een huttenmaker had de emir nodig, niet hem. Hij moest vertrekken uit deze kleine provinciale stad, de wereld intrekken, koningen en wijzen ontmoeten, zodat hij op hun niveau kon meegroeien naar een nieuwe wereld toe. Maar deze keer was het anders. Ben-Alhamar had in een vizioen gezien dat hij ter verheerlijking van zijn emiraat een toren moest bouwen waaruit hij verder dan de horizon zou zien. De emir zou daardoor zijn rijk vergroten, want zijn vader en vaders vader en vaders vaders vader had altijd gezegd datalles van hem was zover hij kon zien. Een hoge toren een wijder zicht een groter rijk.Azhuna kreeg interesse. De passie steeg uit hun gesprek, zweefde tussen de boomgaard door en dreef de plukker met de plukster in het stuikgewas. De vuur van de ambitie van Azhuna warmde de lucht die sidderde tot in het onkruid waar Alana en Abu in elkaar gestrengeld genoten. Abu ging dieper, Alana hoger, de gulzigheid van Ben-Alhamar bezwette de strelende huid, vingertoppen prikkelend over een perzikzachte rug van Alana, een abasten geur van gitzwart haar door de vingers van Abu. Hoger en hoger werd de toren door de overmoed van de bouwmeester en bouwheer, overstijgende overmoed, het struikgewas slorpte de gonzende geuten van genot in zich op, een kreet, torenhoog, en daarna de harde werkelijkheid van twee voeten op de grond, aan het natuurlijke bedeinde van de passionele vruchtenplukkers. Een korte discussie, een voorbereiding op een toekomstig huwelijk, passie zou sleur worden.
Maar even terug naar de torenbespreking van de emir en de architect. Zij geraakten gemakkelijk uit hun discussie uit. Hun ijverzucht gaf hen de mortel aan om tot een vergelijk te komen over materiaal, meters en prijs. Niets kon hoger zijn, niet de toren niet de prijs, het zou een meesterwerk worden. En tijdens de sleur van het 10 jarige huwelijk van Abu en Alana werd de toren ingehuldigd, de erfgenamen van Azhuna kregen hun laatste betaling, de rekening werd vereffend. De toren reek verder dan de horizon, de trapzaal draaide de hoogte in tot een ontoereikende waanzin. Ben-Alhamar besteeg de eerste treden onder luid aplaus. Heel de stad juichte hem toe, ook zijn erfgenamen stonden pasioneel op de eerste trede. Hij is nooit meer weergekeerd, wachters die hem zochten in de trappenschacht zijn zonder resultaat weergekeerd, zonder ooit het einde van de minarette te kunnen bereiken. Ben-Alhamar was in hogere sferen, zijn emiraat oversteeg het gewone menselijke, zijn heerschappij verzonk in eenzaamheid en de boomgaard ruiste rustig verder. De zoon van de zoon van lag rustig op de witte sofa onder de oudste boom. De harde grond reikte een bedstee aan voor Zulima en Abu-Da. De perzikken rijpend de geurig de passie voorbij.
Zekerheid is steeds veranderlijk. Zelfs de wetenschap kan niet zeggen : "Dit is de waarheid, zo is het en niet nooit anders". De wetenschap zegt steeds: "op dit moment is dit de waarheid. NU, tot later order, zijn we zeker."
Er bestaat dus alleen zekerheid in jezelf, in je ware ik, in jouw eigenliefde, in jouw aanvaarding, jouw geloof in jezelf, niet in het "weten" of "kennen" van jezelf. Want de zekerheid van weten en/of kennen is enkel zoals in de wetenschap: "tot later order, is dit de zekerheid" maar als we weer meer weten, verandert die zekerheid. Alleen onze ware ik is zeker, onveranderlijk, alleen "weten" we dat niet, we "kennen" onszelf niet , we moeten dat alleen maar aanvaarden.
De liefde die we voelen als we met ons verstand leven, is liefde die steeds verandert. "nu op dit moment" denkt de geest, "is dit de mooiste vrouw/man van mijn leven" Maar morgen kan je iemand mooier tegenkomen en dan moet je jezelf , nee sorry, je verstand, je geest tegenspreken, want dan is die vrouw/man van gisteren niet meer de mooiste. Er is geen zekerheid in een rationeel leven. Alleen in een leven volgens ons hart, volgens onze ware ik, is er zekerheid. Is er puurheid en dat moeten we proberen te achterhalen, niet proberen , dat moeten we achterhalen door de weg van ons leven zelf te bewandelen door het polijsten van de spiegel van ons zelf.
Ons hart, onze ware ik is ons centrum. En in dat centrum kunnen we rust vinden, harmonie, ook al valt heel de wereld rondom ons in stukken. Als we zeker zijn van onszelf, als we van onszelf houden en onszelf aanvaarden, vallen die stukken steeds weer te lijmen.
Iedereen handelt naar de aard van zijn natuur, wat heft dwang dan voor nut?
In indere taak ligt afkeer en liefde verscholen, een mens dient zich niet over te geven aan de macht van deze twee passies. Het is daarom beter zijn eigen plicht te vervullen, gelijkwaardig in afkeer en liefde voor de taak, zelfs als men er niet in slaagt het helemaal goed te doen , is dat toch nog beter dan de plicht van een ander goed te doen. Het is beter te mislukken bij het uitvoeren van je eigen plicht; de plicht van een ander is vol gevaar. Het motief van handelen zou moeten liggen in het plezier van het handelen zelf, niet in de uitkomst.
Alles is tweezijdig en als de handeling met liefde en zelfdiscipline wordt uitgevoerd zal ook de uitkomst duaal zijn: een goed resultaat is misschien geen zege, een slecht resultaat misschien wel.
Denk even aan de uitvinding van de kernenergie:
Jaren zochten de onderzoekers ernaar, zonder resultaat, wat op zich een zege was. Tot het een plicht van anderen werd, gedreven door haat, en de uitkomst een ramp werd.
Soms komen er gedachten in me op, mooie lieve: soms weet ik gewoon iets tofs, zonder dat ik weet waar het eigenlijk vandaan komt. Dan vraag ik me af of ik het verzonnen heb of of ik het me herinner van ooit eens gelezen te hebben of gehoord van iemand. Maar dat is niet belangrijk het belangrijkse is dat ik het overdraag of verder vertel, misschien helpt het wel iemand om ook op een idée te komen en zo kunnen we ideeën aan elkaarrijgen, ideeën verslingeren en de wereld versieren.
Nooit en streelde er mijne wangen traan zoo dierbaar en zoo lief als die ik heb opgevangen in de plooien van uw brief, zoenend hem zoo menigwerven eer dat ik nog tenden was, vreezende eerder hem te derven hoe ik snel- en snelder las. Ja, een kind dat blijve uw herte, schoon al t ander manlijk zij, ende, vriend in vreugd en smerte, heb ik u, zoo hebt ge mij. Hebbe God ons boven allen, hebbe Jesus ons getween! Laat al t andre, moet het vallen, t valle! Jesus blijve alleen!
Het leven is dualiteit. Het proces van het leven is afhankelijk van twee tegengestelde polen. Het is zoals een rivier: ook hier zijn twee oevers nodig om het water in de bedding te laten stromen. Het leven heeft deze dualiteit nodig. De dualiteit komen we overal tegen, tegenpolen, tot het ultieme uiterste, tot alles één wordt. In dat éne stromen de tegenpolen in elkaar, wordt de dualiteit opgeheven, verdwijnt het leven en wordt het onzichtbaar. Daar heeft het geen naam, geen vorm, daar wordt het leven meer, het wordt Nirvana.
Het leven in dualiteit is dialectisch: tussen man en vrouw, tussen licht en donker, tussen leven en dood, tussen goed en kwaad. Als de dualiteit wordt opgeheven verdwijnt het in de vorm zoals wij het kennen, tijd en ruimte verdwijnt. En de poort wordt geopend. Dan pas kunnen we binnengaan in het onzichtbare, in het misterieuze. Alles is maar manifesteert zich niet, dit is het Nirvana, Moksha: het ultieme waarin alles verdwijnt en alles is.
De gnostische traditie zegt dat er twee wegen,wederom de dualiteit, zijn om de poort te ontdekken *langs meditatie, het Zen, of *de weg nemen van de liefde, Sufi.
Zoals Hakim Sanai zegt:
De pure man verenigt twee in 1 de geliefde verenigt drie in 1
De eerste weg noemen de gnosten: de weg van de puurheid, meditatie, het leegmaken en zo totaal leeg de eenheid te ontdekken. De tweede weg noemen ze de weg van de eenheid om zo vol van alles en vol van liefde de pure liefde te ontdekken, of liever, pure liefde worden.
De twee wegen zijn gelijkwaardig, zoals een woestijn en een tuin vol mooie bloemen, naargelang je voorkeur kan je je stilte vinden in de woestijn of in de tuin.
Buddha volgde de weg van de puurheid, door totale leegte eenheid worden. Hij is zoals een woestijn: stil, bewegingsloos, puur en leeg. De suffies volgen de weg van de liefde, de dans, de vrolijkheid, de weg in de tuin vol speelse vlinders, geurige bloemen, bomen die pure liefde zijn en hun omgeving voorzien van zuurstof, planten die liefde ademen.
In de woestijn van Buddha of in de tuin van de suffies is geen plaats voor onze ego. Het achterlaten van onszelfzijn moet gebeuren aan de poort van deze woestijn of de tuin. In de stilte en de droogte van de woestijn kunnen we onze ego laten opdrogen, verdorren, tot wij hem verpluverd kunnen achterlaten. Op de wandelwegen in de tuin kan onze ego de geur van de bloemen niet opsnuiven, het groen van de bomen lijkt vaag kleurloos door de ogen van onze ego. De vlinders lijken lastige muggen die ons beperken om te genieten. Aan de poort van de tuin is geen plaats voor onze ego.
De methode van de meditatie is net zoals een ui schillen, schil per schil onze "ik" wegnemen tot we niets meer overhouden en de leegte ons doel is. De methode van de Suffies is de ui juist koesteren tot er weer een schil bijkomt, het "ik" "wij" wordt, tot ze genoeg voedsel heeft om te bloeien en open te barsten in volle glorie.
Meditatie is elimineren, suffie is alles opnemen.
Zen zegt net als Sartre: het andere is de hel. Maar zij geven een antwoord op de hel van Sartre. Als we zelf verdwijnen, verdwijnt ook de hel. Als het "ik" verdwijnt, verdwijnt ook "jij" en wordt alles 1.
"Er is geen groter mysterie dan het feit dat we maar blijven zoeken naar werkelijkheid hoewel we in wezen werkelijkheid zijn. We denken dat er iets is dat de werkelijkheid verbergt en dat dat eerst uit de weg moet worden geruimd voordat we de werkelijkheid kunnen zien. Hoe belachelijk! Er zal een dag komen waarop je over al je inspanningen in het verleden zult lachen. Die dag dat je zult lachen is ook hier en nu."
Producten van Peyeche, de moeite waard om eens een kijkje te nemen.
Over mijzelf
Ik ben Rein Remaut
Ik ben een vrouw en woon in Buenos Aires (Argentinie) en mijn beroep is levensgenietster.
Ik ben geboren op 04/02/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, lezen, zwemmen, mediteren, observeren, zoeken.
Deze site ben ik begonnen om in discussie te gaan over waar we naartoe wandelen, waar het leven ons brengen kan. Discussieren is niet echt het juiste woord, een koffieklappeke houden, wat tetteren, gedachten wisselen. Ik hoor heel graag iets van jullie. B