Om 10u komt de rode bus aangereden voor een ritje door het Glacier Park. Er rijdt een hele vloot van deze busjes rond, allemaal mooi gerestaureerd want de bus waar wij mee rijden is gebouwd in 1936.
De chauffeur is erg spraakzaam en vertelt honderd uit over het park. Het park valt ons wat tegen na de vorige parken, we zien enkel bomen en af een toe een vergezicht. Mooi is dat een white tail onze weg kruist.
Onze eerste stop is bij een waterval die de Indianen de “secret dancing waters” noemden, voor hen was dit een heilige plaats.
Ook bij het Mac Donald meer (niet de fast food keten) werd gestopt met een mooi zicht op de bergen.
Over de pas konden we helaas niet rijden want die was nog dicht gesneeuwd. Het bezoekerscentrum aldaar was nog steeds voor de helft met sneeuw bedekt. Dus het mooiste stuk kregen we niet te zien. Om af te sluiten maakten we nog een korte wandeling door het bos tot bij een kleine waterval.
Maandagmorgen verlaten we het Yellowstone Park langs de westelijke uitgang. Vooraleer we de uitgang bereiken hebben we nog de gelegenheid om achtereenvolgens een mooie mule deer bok, een kale Amerikaanse arend en een blauwe reiger te fotograferen.
We rijden nu de staat Montana in, het landschap blijft bergachtig.
Het valt ons op dat er langsheen de weg ontelbare witte kruisen staan die elk een dodelijk verkeersslachtoffer herdenken en dit over de volledige weg die wij aflegden. In de valleien wordt vooral aan veeteelt gedaan met enorme ranches, de landbouw lijkt vooral uit veevoeder te bestaan. We zijn vertrokken met volle zon maar stilaan wordt het bewolkt. In het stadje Deer Lodge zoeken we de camping van KOA op. Het stadje ziet er typisch Amerikaans uit met zijn rechte straten en gebouwen van twee hoog in western stijl. Het is erg rustig op de kleine camping waar we “s avonds nog bezoek krijgen van twee reetjes die langs onze camper kwamen grazen, een mooie zonsondergang sluit de dag af.
Dinsdag gaat het naar het ”Glacier National Park”. De weg loopt doorheen het indianen reservaat van de “Flatheads” waarvan we niet veel merken. Langsheen het “Flathead meer” dat 36 mijl lang is liggen langsheen het meer veel plantages met kersenbomen, jammer genoeg zijn we te vroeg voor de kersen.
In de plaats Glacier West zoeken we ook weer een KOA camping op. De mensen aan het onthaal zijn zeer vriendelijk en geven ons uitleg hoe we het park kunnen bezoeken. Met onze motorhome mogen we het park niet in maar morgen kunnen we met een bustour mee om het park te bekijken.
Vrijdagmorgen 6 juni gaan we zeer vroeg op pad want we willen wilde dieren zien. We zien verschillende soorten herten en een eland maar steeds van ver en met behulp van de verrekijker. Er zijn verschillende schilderachtige meren in het park.
Op het Jenny meer worden we met een boot naar de overkant gebracht om op zoek te gaan naar de “Hidden Falls”. Het wordt een vrij steile klim over een met rotsen bezaaid bergpad maar het loont wel de moeite, bovendien kruist een mooie vos nog ons pad.
Bij “Jackson Lake” kunnen we een mooi beeld vastleggen van de bergen met spiegelbeeld in het meer. Moe maar tevreden keren we in de late namiddag teug op de camping. Plots ontstaat er tumult want er is een beer met twee jongen in de buurt. De jongen roepen op hun moeder en wanneer deze komt aangerend is het even paniek en het maken van foto’s wordt moeilijk.
Die berin met haar twee kleintjes werd de perfecte afsluiter van een mooie dag.
Zondag 8 juni
We hebben twee dagen rondgereden in Yellowstone Park en hebben het doorkruist van oost naar west en van noord naar zuid. Langs beboste hellingen, valleien, kloven, groene dalen ging de rit.
We zien spectaculaire watervallen en vele plaatsen waar we goed zien dat we ons boven een werkende vulkaan bevinden, volgens de wetenschappers zal die ooit gigantisch uitbarsten maar dat kan nog 10.000 jaar duren. Overal zien we nog kale stammen uitsteken boven jonge groene boompjes, getuigen van de reusachtige brand van 1988 die bijna de helft van het bosbestand vernielde. Wild zien we meestal van uit de verte zonder dat we het kunnen fotograferen. De velden waar we die vulkanische activiteit van kort bij kunnen zien zijn voorzien van houten wandelpaden zodat we die van dichtbij kunnen bekijken.
Het meest indrukwekkende stuk is een groot terras waar het hete water naar boven borrelt, dit water heeft een zeer hoge zuurtegraad dat de rotsen tot modder oplost. In dit water leven miljoenen bacteriën en wanneer die afsterven vormen die kalkrotsen die nog steeds aangroeien. We kunnen toch nog enkele dieren van dichtbij fotograferen, een jonge bok en enkele “mule deer” hinden.
Van op afstand hebben we met de verrekijker kunnen zien hoe een coyote zich tegoed deed aan een jong hertenkalf. Het weer was nog steeds gunstig in de nacht heeft het flink geregend maar overdag bleef het mooi zonnig met af en toe een klein buitje.
Woensdagmorgen 3juni is het weer schitterend weer en we hebben vandaag een rit van ongeveer 400km voor de boeg over Highway 84. Het is een vrij eentonige route onderbroken door een kleine bergketen.
Idaho staat bekend als de “Potato State” en onderweg zien we inderdaad vele uitgestrekte aardappelvelden. Net voor Twin Falls nodigt een uitzichtpunt ons uit om diep in een kloof te kijken waar de Snake rivier door loopt. Noordelijk van Twin Falls bevinden zich de “Shoshone Falls” waar we van op uitzichtplatforms prachtige zicht op de waterval hebben met bijbehorende regenboog.
Deze watervallen zouden vanaf hun hoogste punt gemeten hoger zijn dan de Niagara waterval. We vergelijken het later wel. In de late namiddag komen we aan op een KOA camping bij Pocatello.
Van Pocatello gaat het donderdagmorgen 4 juni naar Jackson in Wyoming. Kort voor we Jackson binnenrijden zien we in de verte reeds de bergen van de Grand Tetons .
Jackson is een erg leuk stadje met mooie winkels. Op de vier hoeken van het park in het midden van de stad staan en prachtige bogen gemaakt met de geweien van herten en elanden, ook de postkoets ontbreekt niet in het straatbeeld.
Kort nadien bereiken we het Grand Teton natuurpark waar we meteen een kudde bizons voor de lens krijgen.
Aangekomen op de camping krijgen we te horen dat alles volzet is, gelukkig komt er net een annulering binnen en kunnen we toch blijven voor twee nachten en krijgen een mooie plaats dicht bij het meer. ’s Avonds genieten we nog van een mooie zonsondergang in de bergen.
Maandagmorgen de zon is nog steeds onze metgezel en we rijden naar het noorden. Hier zien we landbouw en veeteelt waarbij de vele geitenboerderijen ons opvallen. Dank zij de reusachtige sproei installaties is alles hier mooi groen, aan water hebben ze hier geen gebrek. Van op een uitzichtpunt kijken we naar de besneeuwde toppen in de verte.
We staan op een brug over de Crooked River die door een kloof zo een dertig meter diep onder ons loopt. We draaien nu richting oost, heel de streek waar we reeds doorreden en de huidige route voert door een vulkaan landschap. De “John Day Fossil beds” zijn er de getuigen van. Aan het Clarno Unit kijkt een enorme rotswand de “Pallisades” op ons neer.
Deze formatie werd zo een 45 miljoen jaren geleden gevormd en de wetenschappers hebben in de verschillende lagen restanten van dieren en planten gevonden die hun vele informatie verschafte over de evolutie in de miljoenen jaren. Wij maakten een korte wandeling langs een pad met uitleg over de rotsformaties, ons ongeoefend oog zag natuurlijk geen fossielen Het is er trouwens strikt verboden om fossielen of zelfs maar een keitje mee te nemen.
In een andere vallei bevinden zich de “Painted Hills” of beschilderde heuvels. De vele verschillende kleuren zijn ook weer getuigen van de evolutie over de vele miljoenen jaren, dank zij de vele fossielen die de onderzoekers er aantroffen. Het is ondertussen laat op de dag en wanneer we bijna op onze bestemming aankomen zetten er donkere wolken op en begint het te regenen.
Dinsdag is onze bestemming Boise in Idaho. Op een uitzichtpunt, waar een replica staat van een huifkar zoals de pioniers gebruikten voor hun lange tocht van Misouri naar centraal Oregon, kijken we een laatste maal naar de besneeuwde toppen van de bergketens waar we doorheen reden.
We volgen nu de “Oregon Trail”, de weg die de pioniers volgden op hun barre tocht, doorheen een schitterend landschap met mooie vlakten omzoomd door weer andere bergketens dan weer slingerend door de bergen. Wanneer we bij de grens van Idaho aankomen moeten we de klok 1uur vooruit zetten. Het verschil met thuis is nu 8 uur.
In Nanpa zo een 20km voor Boise zien we een verwijzing naar een museum van oorlogsvliegtuigen en dat wil ik wel zien. Ze hebben er een uitgebreide collectie memorabilia over de tweede wereldoorlog en verschillende prachtige oude vliegtuigen. Het is vandaag weer zeer warm en op de camping naast de Snake rivier, die we nog vaak zullen ontmoeten, vinden we enige schaduw en zetten de airco op volle kracht.
Woensdagmorgen is het weer schitterend weer en we hebben vandaag een rit van ongeveer 400km voor de boeg over highway 84. Het is een vrij eentonige route onderbroken door een kleine bergketen.
Idaho staat bekend als de “Potato State” en onderweg zien we inderdaad vele uitgestrekte aardappelvelden. Net voor Twin Falls nodigt een uitzichtpunt ons uit om diep in een kloof te kijken waar de Snake rivier door loopt.
Noordelijk van Twin Falls bevinden zich de “Shoshone Falls” waar we van op uitzichtplatforms prachtige zicht op de waterval hebben met bijbehorende regenboog.
Deze watervallen zouden vanaf hun hoogste punt gemeten hoger zijn dan de Niagara waterval. We vergelijken het later wel.
Om van La Pine naar Bend te rijden nemen we een route die door het “La Pine State Park loopt. We rijden door uitgestrekte bossen met veel redwood bomen, regelmatig zien we eekhoorns en chipmunks de weg over schieten en af en toe een glimp van een ree door de bomen.
In de verte zien we bergen met besneeuwde toppen, het landschap is gevormd door vulkanische activiteit en heeft haar sporen nagelaten met verschillende kratermeren en lavavelden.
In één van de meren zien we een hele populatie vogels, eenden ganzen en pelikanen.
Op de meren wordt er flink met kajaks gevaren, lijkt me heerlijk zo in de stille natuur met de bergen op de achtergrond.
Het laatste meer dat we te zien krijgen heeft een diepe turkooizen kleur.
Bij het binnenrijden van Bend, met keurig aangelegde wegen en het ene rondpunt na het andere het lijkt Frankrijk wel. De huizen langs de straten zien er duur en verzorgd uit. De camping Scandia is even mooi verzorgd en de ontvangst erg vriendelijk.
Vrijdag rijden we nog steeds langs de kust van de Stille Oceaan, het weer is betrokken en de hemel grijs.
Plots zien we langs de weg een kudde Wapiti herten die rustig naar het verkeer kijken. Bij Crescent City werpen we nog een laatste blik op de oceaan en verlaten definitief de westkust op weg naar Yellowstone.
De weg begint te stijgen en na korte tijd verlaten we Californië en komen in Oregon. De heuvels worden bergen. Oregon is veel groener dan Californië en de rit gaat door mooie berglandschappen. Hier is er vooral veel veeteelt waarbij de koeien vrij kunnen rondlopen op de ranches. Ons einddoel voor vandaag is Grants Pass waar we bij de Rogue rivier een plaats vinden op een mooi verzorgde camping.
Zaterdag weer verder en we willen het Crater Lake park aandoen we nemen de “scenic route” langs Klamath Falls waar we ook nog langs een erg groot meer rijden.
Nadien gaat de weg echt de hoogte in. Over een afstand van 20km stijgt de weg voortdurend. De weg rond het kratermeer ligt op gemiddeld 2400m hoog. Het meer zelf heeft een diepte van meer dan 600m en is het diepste meer in de VS. Wanneer we bij het uitzichtpunt komen wacht ons een adembenemend zicht op het meer met een prachtige blauwe kleur.
De kleur komt doordat het water zo zuiver is. Het meer wordt enkel gevoed door regen en sneeuwval die hier in deze bergen uitzonderlijk hoog is. Langs de weg ligt de sneeuw nog meters hoog, het smeltwater uit deze bergen voedt vele rivieren in Oregon waaronder de Rogue die wij deze morgen verlieten.
We dalen terug naar de vlakte en in La Pine stoppen we op een eenvoudige camping.
Woensdag verlaten we Petaluma en zetten koers naar Mendicino. We kiezen voor de route die langs de oceaan voert. De weg slingert zich aan de voet van de bergen met aan onze linkerkant de oceaan. Het gaat op en af langs stranden en kliffen en levert prachtige zichten op.
Het weer is zonnig maar er staat een flinke wind en de temperatuur is koud. Wanneer we lunchen op een plek met zicht op het water merken we onder ons een troep zeeleeuwen die voorbij zwemmen.
De camping ligt voorbij het stadje Mendicino aan het strand. Wanneer we bij een glas bier en nootjes zitten komen blauwe gaaien op de nootjes af.
Ze zijn erg brutaal en enkele uitgestrooide nootjes worden in geen tijd binnen gehapt. ’s Avond wandelen we nog naar het strand om de zon te zien onder gaan in de oceaan.
Donderdag is onze bestemming Eureka en we rijden weer langs de oceaan met opnieuw schitterende zichten.
Later voert de weg doorheen het Redwood State Park met ontelbare reuzengrote redwood bomen. In het bezoekerscentrum is er veel informatie over deze bomen te vinden er zijn zelfs bomen in het park die meer dan 2000 jaar oud zijn.
Eureka is vooral bekend voor zijn mooie verzameling oude Victoriaanse gebouwen en één ervan is het Carson Mansion dat waarschijnlijk het meest gefotografeerde gebouw is in Amerika van deze stijl. Meer dan 100 ambachtslui hebben lange tijd gewerkt aan dit gebouw met zijn sierlijke decoraties.
Het is leuk om in dit stadje rond te lopen en te genieten van de rustige sfeer. Vooraleer naar de camping te rijden genieten we in een stemmige koffiebar van een lekkere espresso en cappuccino.
Wanneer we maandag rond de middag de agglomeratie van San Francisco bereiken wordt het verkeer erg druk en onze GPS leidt ons feilloos naar onze bestemming via een tolbrug, net over de brug zien we aan onze linkerkant de beruchte gevangenis San Quentin. Aangekomen in het receptiekantoor van de camping schrijven we ons meteen in voor een geleid bezoek aan de stad San Francisco voor de volgende dag.
Dinsdagmorgen staat het busje klaar en met een gezelschap van 12 personen gaan we op weg. Het weer is zeer zonnig maar er staat een frisse wind. De gids, Johnny, geboren en getogen in San Francisco geeft ons onderweg zeer veel informatie over alles om ons heen. We rijden doorheen Sausolito met exclusieve woningen met uitzicht op de baai, volgens Johnny kost het een vermogen aan huur per maand. Dan langs het Presidio een voormalige legerbasis vanwaar we een prachtig uitzicht hebben op de Golden Gate brug.
Dan voert hij ons doorheen het park van San Francisco, waar hij vele uren van zijn jeugd doorbracht.
Bij het Young museum wordt halt gehouden voor een sanitaire stop en geeft hij ons een tip om de lift te nemen tot op de 9de verdieping vanwaar we een prachtig uitzicht hebben over de stad.
Dan de stad in, die gebouwd is op de helling van de bergen met vele echt steile straten met hellingen tot 36%. In vele straten zien we prachtige Victoriaanse woningen die mooi gerestaureerd zijn en nu zeer prijzig zijn.
We nemen dan de tram die door een ondergrondse kabel wordt voortgetrokken en duiken de helling af, werkelijk een apart vervoermiddel. Beneden aangekomen zijn we dicht bij Fishermans Wharf waar de kunnen lunchen en ruimschoots tijd krijgen om er rond te lopen.
Bij pier 39 horen we reeds van ver het geluid van de zeeleeuwen die er liggen te zonnen op pontons. Van op de uiterste punt van de pier zien we in de verte het eiland Alcatraz. Heel de lengte van de pier is als een kermis vol met souvenirwinkeltjes eethuisjes en attracties.
Nadien bezoeken we Chinatown, de grootste Chinese gemeenschap buiten China ter wereld. Hier ook vele winkeltjes die allerlei souvenirs en prullaria verkopen. Daarna vatten we de terugtocht aan en houden aan het einde van de Golden Gate brug nog even halt om enkele laatste foto’s van de brug en zicht op de stad aan de overkant van de baai te nemen.
Teruggekomen op de camping wordt Johnny uitvoerig bedankt door iedereen voor de erg leuke rondrit, doorspekt met allerlei anekdoten uit zijn jeugd in San Francisco.
Zaterdagmorgen vertrekken met schitterend weer we naar het Yosemite park. Op de vijfbaans wegen is het flink druk. We bevinden ons nog steeds in de vlakte waar het erg droog is, alle rivieren die we over rijden hebben uitgedroogde beddingen. De weg wordt, vier en drie baans en tenslotte een gewone landweg. We bereiken stilaan de bergen en de weg begint te stijgen. Onze GPS stuurt ons op een zeer smalle kronkelige weg die na enkele kilometers onverhard is voor de volgende 15km. We komen terug op de goede baan en kort daarna komen we op de camping aan. De ingang van het park ligt nog een 60km van hier vandaan maar is te bereiken met openbaar vervoer. Het is voor de Amerikanen een lang weekend want maandag is het Memorial Day en bijgevolg is de camping goed gevuld en zal het morgen beslist druk zijn in het park.
Zondagmorgen nemen we om 6u30 de bus naar Yosemite waar we rond kwart voor 8 aankwamen bij het bezoekerscentrum dat nog geslotenis. In de verte konden we reeds een waterval zien.
Het park is een reusachtige kloof waarvan de wanden in graniet steil omhoog torenen. In het park rijden shuttle bussen rond die je rond het park voeren en waar je op vaste plaatsen kan af en opstappen. Het is nog vroeg en rustig en vlakbij de bushalte zien we een kleine kudde reeën over het pad stappen.
Van ver zien we de langgerekte Yosemite Falls naar beneden stromen. We wandelen tot aan de voet van de waterval waar het water met geraas in de rivier terecht komt.
Het begint inmiddels drukker te worden en de bussen voller. Met de bus rijden we naar El Capitan de hoogste en grootste bergwand in graniet. Volgens de gids zou dit de grootste monoliet ter wereld zijn. Het is in elk geval erg imponerend. Hoog op de steile bergwand zien we met de verrekijker klimmers als vliegen aan de wand kleven.
Na de middag begint het park echt vol te lopen en alle parkeerplaatsen zijn benut. De bussen rijden nu frequenter en zitten echt propvol. We maken nog een mooie wandeling door het bos, waar een fijne geur hangt van de cederbomen, naar het Mirror Lake.
Dit weerspiegelde oorspronkelijk de omringende bergen. Maar het meer geraakt dichtgeslibd en droog. Er staat weinig water in en van een weerspiegeling is niets te merken. Voor de mensen is het lekker plonsen in het ondiepe water.
Overal op de vloer van de vallei liggen rotsblokken, sommigen zo groot als een huis, die in de loop der tijden van de wanden zijn afgebrokkeld. In 1996 is er van een bergwand een stuk rots afgebroken met de afmeting van twee voetbalvelden waarbij één dode en enkele gewonden vielen, ook een natuurstation werd vernield. We hebben weer een fijne dag gehad en moe en tevreden nemen de bus terug naar de camping.
Woensdag na het ontbijt verlaten we Pomona richting Visalia om een bezoek te brengen aan Sequoia en Kings Canyon parken. Het is op de snelweg erg druk maar het rijdt vlot iedereen houdt netjes zijn baan, de Amerikanen rijden vrij gedisciplineerd. Verder van de stad gaan we van 5 rijstroken naar 2 rijstroken in elke richting.
We rijden door een landbouwgebied met veel citrusvruchten en druiven plantages. De grond is er erg droog want het weinige gras is overal even bruin.De boeren smeken er werkelijk om betere watervoorzieningen. De planten zelf zijn mooi groen, dank zij een systeem dat de wortels van water voorziet. Onderweg doen we nog wat in kopen in een reusachtige supermarkt. Zonder probleem komen we aan op de camping in Visalia. Ons plan was om de eerste dag Kings Canyon te bezoeken en de volgende dag naar Sequoia. Dus donderdagmorgen op weg naar Kings Canyon. De rit er naar toe is meer dan 70mijl en gaat doorheen nog meer citrus- druiven- en notenplantages. Het is ook hier erg droog. Langzaam begint de weg te stijgen en we rijden nu de bergen in. Bij de ingang van het park bekomen we een folder met plan van het park. We besluiten om naar het einde van de canyon te rijden. Maar eerst rijden we een stuk doorheen Sequoia Park en maken kennis met deze reusachtige bomen.
Voordat deze bomen bekend waren bij het grote publiek geloofde niemand dat er zulke grote bomen bestonden. De eerste settlers die in het bos werkten huisden aanvankelijk in een omgevallen en uitgeholde boom.
Onze weg slingert zich verder doorheen de canyon met indrukwekkende vergezichten. Bij twee mooie watervallen houden we even halt en genieten van de natuurlijke schoonheid.
Wanneer we aan het einde van de canyon komen en de weg ophoudt moeten we terugkeren. De dag is reeds ver gevorderd want al bij al was het een lange rit. Morgen nog eens terugkeren vinden wat teveel.
De vrijdag gebruiken we dan om naar het nabij gelegen Fresno te rijden om enkele gebreken aan de camper te laten herstellen. Rond de middag zijn we terug, het is vandaag erg warm en we maken er een luie dag van. Even in het zwembad om af te koelen en de airco in de camper op volle kracht.
Na een vlucht van 8 uren landden we in de luchthaven Newark van New York. Op de vlucht naar Las Vegas moesten we 5 uren wachten, na eerst naar verschillende gates te zijn gestuurd konden we eindelijk aan boord gaan. Het was erg druk op de startbanen en er waren nog 16 vliegtuigen voor ons om op te stijgen, nog een uur vertraging. Toen we eindelijk ons hotel bereikten in Vegas waren we reeds 29 uren op de been en was het hoog tijd om te gaan slapen. De volgende dag werden we om 9u opgehaald door een taxi die ons afzette bij Cruise America om onze camper op te pikken. Onze eerste halt was bij een supermarkt om voorraden in te slaan en dan op weg naar Los Angeles. De route er naartoe was vrij saai want die voerde ons doorheen de Mojave woestijn met een dor landschap. Hoe nader we bij Los Angeles kwamen werd het landschap groener en de verkeer drukker. Met vijf en zes stroken in elke richting was het goed uitkijken want je wordt zowel rechts als links ingehaald. Maar onze GPS leidde ons feilloos naar de camping in Pomona. Het was ook hoog tijd want we waren doodmoe. Om 9u het bed in en hebben geslapen tot 8u ’s morgens, goed uitgerust konden we de stad intrekken. Los Angeles is een enorm grote gebied van verschillende aaneengesloten steden. Om naar Hollywood te gaan maakten we eerste een wandeling van 2km naar het station van Pomona voor een treinrit van bijna een uur naar Union Station, daar de metro in voor nog een rit van 20 minuten om uit te stappen op Hollywood Boulevard waar alle sterren hun naam hebben in het voetpad de “Walk of Fame”.
In de verte zagen we de bekende reuzengrote letters HOLLYWOOD. We liepen de hele boulevard af, over de namen van alle bekende sterren, tot aan het Chinese Theater. Daar was het erg druk met allerlei personen verkleed in bekende filmiconen die samen op de foto wilden tegen vergoeding. Dan maar terug de trein op en naar de camping.
Pontivy wordt in tweeën gedeeld door de rivier Le Blavet
die hier samenloopt met het kanaal van Nantes naar Brest. In de oude stad is
niet veel te zien uitgenomen het machtige militaire slot dat Pontivy moest beschermen.
We hebben een plaatsje vlak aan de rivier en ik heb er met succes verschillende
uren vermaak met vissen gehad. Maandagmorgen gaan we naar de markt gelegen op
een zeer groot plein. De waren zijn wel mooi maar aan de hoge prijs en we doen
onze aankopen dan maar in de superette. In de namiddag fietsen we langs het
kanaal richting Nantes. Het kanaal slingert doorheen het heuvelachtige
landschap en via 55 sluizen tot Rohan overwint het kanaal de hoogteverschillen.
Het is flink trappen en we kunnen de maximum ondersteuning van onze fietsen
goed gebruiken. Sommige oudesluiswachters woningen zijn bewoond en het lijkt alsof de bewoners
wedijveren voor de mooiste bloemendecors. In Rohan is alles gesloten want het
is maandag, in een winkel kunnen we nog extra water kopen en daar moeten we het
mee doen. Het is nu vooral bergaf en dat loopt vlot.
In Guichen staan we weer aan het water bij een
jachthaven. Het weer is nog steeds mooi en we fietsen weer langs de stroom. De
rivier meandert door het dal doorheen de bossen en velden. Bij enkele kleine
sluizen staan nog de oude watermolens die echter niet meer in gebruik zijn. In
het gehucht Le Courbe moeten we over de sluispoorten heen om aan het
plaatselijke café te komen om er een lekkere koffie te drinken. Terug in de
jachthaven gooi ik nog de hengel uit echter zonder succes.
We zetten nu koers naar huis en aan de oever van de Seine
stoppen we in St. Nicolas de Bliquetuit. De Seine is daar erg breed en wordt
eroverspannen door de brug van
Brotonne. Aan de overzijde hebben we een mooi uitzicht op de stad Caudebec en
Ceaux, waar riviercruise boten aangemeerd zijn. We stappen op de fiets om wat
langs het water te rijden, maar het fietspad is van zo een bedenkelijke kwaliteit
dat we het na 10km voor bekeken houden.
We zetten nu koers naar huis en aan de oever van de Seine
stoppen we in St. Nicolas de Bliquetuit. De Seine is daar erg breed en wordt
eroverspannen door de brug van
Brotonne. Aan de overzijde hebben we een mooi uitzicht op de stad Caudebec en
Ceaux, waar riviercruise boten aangemeerd zijn. We stappen op de fiets om wat
langs het water te rijden, maar het fietspad is van zo een bedenkelijke kwaliteit
dat we het na 10km voor bekeken houden.
We rijden verder huiswaarts en onze laatste stopplaats is
in Catillon sur Sambre, een plaats die we enkel jaren voorheen gecontroleerd
hadden. We staan weer aan de boord van het water en de hengel wordt erbij
gehaald. Helaas lukt het me niet om maar één enkele vis te haken. Aan de
overzijde, zo een 50 meter verder, zit er een man te vissen en die haalt de ene
vis na de andere boven. Hij zit op privégrond en daar kan ik niet bij, jammer
maar zo gaat het nu eenmaal bij het vissen.
We rijden verder huiswaarts en onze laatste stopplaats is
in Catillon sur Sambre, een plaats die we enkel jaren voorheen gecontroleerd
hadden. We staan weer aan de boord van het water en de hengel wordt erbij
gehaald. Helaas lukt het me niet om maar één enkele vis te haken. Aan de
overzijde, zo een 50 meter verder, zit er een man te vissen en die haalt de ene
vis na de andere boven. Hij zit op privégrond en daar kan ik niet bij, jammer
maar zo gaat het nu eenmaal bij het vissen.
Voor het bezoek aan Vannes zoeken we de camping Le
Conleau op. Met een pendelbusje geraken we in de stad . Via de Porte de
Vincent, waar het erg druk is, komen we de stad binnen. De stadbiedt vele mooie hoekjes met vakwerkhuizen
waar het stemmig lopen is. Mooie winkels met een persoonlijk karakter trekken
de aandacht en prijzen hun waren aan. Aan de rand van de binnenstad, onder de
restant van de omwalling ligt een prachtig aangelegde Franse tuin met de oude
lavoirs en een machtige toren.
Rond de middag komen we aan in Caumont sur Garonne, een
mooie camperplaats gelegen aan het kanaal dat evenwijdig loopt met de Garonne.
Het zijn mooie plaatsen aan het water..
s Namiddags gaan we de fiets op om langs het kanaal te
fietsen. Een mooi geasfalteerd fietspad maak het fijn fietsen. Het kanaal is
aan beide zijden afgeboord met eeuwenoude platanen die welgekomen schaduw
verschaffen. Terug aan de camper neem ik mijn visgerief en kan toch een zestal
vissen aan de haak slaan.
De volgende dag fietsen we de andere kant uit en genieten
weer van de route langs het kanaal.