Ik ken geen andere Rudo, dus, waarom dan Beste zeggen? Ik ken wel een hoop Geerts en ik ben er zeker de beste niet van.
't Is goed nieuws, in uw mail van gisteren.
Johan zal u eens polsen hoever uw investeringsbudget reikt. Nara belde vanmorgen dat Drisse ook een werkje koopt en Chris ook.
Vandaag is het familiefeest voor moeders verjaardag. F. heeft iets formidabels georganiseerd: gaan eten in een restaurant in Lokeren, 1000 fr per man, zonder drank.
Sterke organisatie.
Ik heb onmiddellijk gezegd: daar doe ik niet aan mee. Ik heb daar geen plezier aan en het kost nog geld ook.
Daarom, en niet alleen uit protest, ben ik vanmorgen naar de St. Pietersabdij naar een formidabele tentoonstelling geweest: 7000 jaar Perzische kunst. Om complexen van te krijgen. Als ge dat ziet, dan is er maar één conclusie: in al die tijd is de technische en wetenschappelijke wereld enorm vooruit gegaan en de cultuur achteruit.
Gisteren ging ik nog eens naar een andere tentoonstelling: een confrontatie tussen oude en hedendaagse kunst rond het thema symbolen. Ik was al eens geweest en ik liep al die tijd te knarsetanden, zo'n rommel, die hedendaagse 'kunst'. Ik was van plan een scheldpartij in het gastenboek te schrijven, maar ik heb mij alweer wreed ingehouden. Ik schreef: oude kunst: 6, nieuwe: O, verwijzend naar de uitslag Barcelona - Genk, in de Europese Champions league: 6 - O.
Van de week heb ik, op mijn eenzame tentoonstelling, uw mail gelezen naar Nara, waarin de beginbladzijde van uw boek.
Eerst nog een andere bedenking: ik had dat nu eens zo echt goed op met mijn tentoonstelling: ik ben nog eens naar de Delhaize gereden, omdat Asoeka daar twee affiches had afgegeven en de verantwoordelijke had ze aan de voordeur gehangen en aan haar infobalie. Ge kondt die winkel niet in of ge moest er twee keer op ooghoogte naar kijken. In Gentbrugge wonen er 25000 mensen en Delhaize is de enige supermarkt in de buurt. Die affiches hebben daar 14 dagen lang gehangen. Waarom dan zo weinig volk? Natuurlijk was het een dinsdag, woensdag en donderdag, maar ik denk dat ge, om succes te hebben, het erin moet rammen. Het komt nooit zomaar vanzelf, of omdat ge geluk hebt.
En dus, voor uwen boek, zomaar naar een uitgever gaan en wachten tot de mensen het boek kopen, dat zal nieten zijn. Er moet een marketing gevoerd worden. Misschien door een gespecialiseerde firma, anders zal het, zoals bij mij, een familiefeestje zijn.
Aldus gezegd, zult gij de mensen die ge vernoemt, Nonkel Marcel en Schatteman, moeten beschrijven, zodat de literatuurliefhebber zich daar een foto kan van voorstellen.
En als het niet geeft, nog wat tips:
Vervang alle versleten uitdrukkingen: die zijn passé. Bijvoorbeeld: dat verkoopt als warme/zoete broodjes. Verkopen warme/zoete broodjes goed? Ik denk dat chips beter verkopen. Of dat loopt de spuigaten uit. Waar komt dat vandaan? Wat is dat? Of goed uit uw doppen kijken. wat zijn dat "doppen"? Of, dat is een dubbeltje op zijn kant. Een dubbeltje is een oude Nederlandse munt. Zeg dan liever; een stoel op één poot zetten, par exemple.
Het woord pest, dat ge gebruikt, moet ge vervangen. De pest is uitgeroeid en niemand heeft er een idee van wat dat eigenlijk was.
Gelukkig, ik ben de enige en dus, zeker en vast, BESTE Rudo. Gelieve mijn volledige naam te gebruiken in de toekomst (spijtig voor u dat er zoveel G.'s bestaan).
Maar, om het huis met de deur binnen te vallen (ook een oud cliché eigenlijk, maar zoals ge zelf beweert, in de kunst: hoe ouder hoe beter), de eerste stappen in het leven zijn de moeilijkste. De eerste bladzijden van een boek, ook. Ik heb weinig tijd nu, want binnen een beetje moet ik terug naar Recife en dan zal ik wel eens uitbreiderig antwoorden. In alle geval, ik besef het ook: of zowel trekt ge terstond de aandacht of zowel verliest ge hem onmiddellijk. Weinig mensen geven u de kans nog enkele verdere bladzijden voort te willen lezen...
Maar ge kunt me helpen: verbeter ze. De eerste bladzijden, bedoel ik. Of denkt ge dat ik direct met een anekdote moet beginnen?
Het is ook interessant te begrijpen dat ik het niet belangrijk vind een schrijver genoemd te worden. Mijn enige echte bedoeling is mijn geweten te luchten (mijn honderden kleine geheimpjes, plus enkele woorden over mijn kennis van verkeerde zaken) en genoegen te verstrekken aan de toevallige lezers, zoiets als: ei!, dat was geestig, ik was een beetje triestig, maar nu voel ik me opgewekt.. Één enkele glimlach te hebben veroverd, is al degelijk een overwinning.
Allez, zo'n kans verliezen om aan iedereen van de familie een schilderij te verkopen! Ge kont aan de ingang gaan staan van het restaurant en zelfs aan andere "eters" verkopen. Zelfs F. zou er niet aan weerstaan..
Johan, fluks en monter komt weer zwevend de trap af, terwijl hij iedereen die hij onderweg tegenkomt onder hun kloten geeft met de welgemikte uitspraak: mensen met boten zijn dwazekloten.
Ik kon hem nog niet het relaas vertellen van hetgeen een mechanieker op mijn werk vertelde: een boot ligt weken en maanden stil en de olie drupt langzaam naar het carter, zodat de krukas droog wordt en als hij gestart wordt dus droog draait. Daarom is het beter vóór iedere start een beetje olie bij te voegen. Bij een camion is dat niet nodig omdat die dagelijks rijdt natuurlijk.
Jamaar zegt hij, er is boven nog een mail van Rudo A.
En dus zit ik hier, tussen allerlei smerige affiches met daarop smerige slogans, zoals "mensen met een huis hebben jeuk aan hun kruis", uwen langen mail te lezen, over de blauwoge Jan die inspiratie zocht in de verkoeling van een plas toiletwater, hetgeen mij doet terugdenken aan een scène, in ma's appartement in Gent, waar ik op een avond, halfgevuld met vodka, eenzelfde afkoeling heb gezocht, met mijn broek aan mijn enkels en mijn gat in het deurgat, terwijl gij schunnige liedjes bralde zoals: het gat van een dronkaard is het ziene waard.
Ik krijg die attachements hier niet open.
Maar woensdag ga ik naar de Lidl, een goedkope winkelketen. Daar verkopen ze een kleurenprinter voor 50 euro. De cartige alleen kost al meer. En die ga ik hier installeren en de beste foto´s eens uitprinten om er kunstwerken van te maken.
Ondertussen jeuken mijn handen inderdaad om weeral mee te doen met wedstrijden: er zijn er twee nieuwe: kunst in het water in Leuven, waarvoor ik een beeld bezig ben dat 1,5 m hoog zal zijn en in het water zal "staan" drijven terwijl het ronddraait door de wind. Het stelt een wolk voor zoals die uit een koeltoren komt en bovenaan uitloopt op een vrouwentorso met de mooiste bortsen die ik al gezien heb.
Dat doet mij denken aan de tijd dat ik in Italië rondfietste met mijn tentje. Op een zeker moment zat ik op een strand, er waren bijna geen mensen. Er kwam een jong koppel toe en het meisje deed na enige tijd haar bh af. Zo een mooie borsten heb ik nog nooit gezien, zelfs niet op kunstwerken. Het was meer dan een esthetische beroering. Het was nog meer dan dat, ik kon het niet geloven en ik denk dat ik werkelijk met open mond ongegeneerd ben blijven kijken. Maar dat heeft echt niets met sex te maken natuurlijk.
Alhoewel, als ik zoals gisteren aan haar borsten aan het frotten ben om ze een beetje op te krikken of af te slanken: allez, ik zou zeggen 't geeft een goed gevoel.
En er is nog een wedstrijd voor een nieuw gebouw van de VDAB in St. Niklaas. Het mag 1,5 miljoen bef kosten. Daar zal ik ook een ontwerp voor indienen: een wolk die langs de gevel naar beneden glijdt, een beeld dat ik met esthetische verstommeling gefotografeerd heb in Rio, waar op de bergen plompverloren wolken liggen uit te rusten gelijk een hond op een zetel.
Ik begin er in te geloven, in uw boek. Soms, ge weet het waarschijnlijk niet, gebruikt ge nieuwe woorden die volkomen logisch zijn: zoals "tuigen". Ik tuigde ergens naar toe, schreeft gij onlangs. Ik zit daar al een tijd op te dobben: dat klopt eigenlijk: voertuigen, vliegtuigen, vaartuigen, dat zijn voorwerpen maar het kunnen ook werkwoorden zijn, ik vliegtuigde naar huis.
Hier, na het lezen van uw hilarische mail, zit ik gerustgesteld en tevreden, naast Johan, die zo goed is geweest uw rekening een heel klein beetje aan te spreken, alom uw kunstinvestering te voldoen.
Want, vandaag, om 14 uur heb ik mij een moto gekocht, goed van staat en rank van lijn, in de staat piekfijn.
Hij is al 15 jaar oud, 100.000 km, maar, zo te zien een echte garage-moto, waarop al meer gewreven is dan op madam. Zeven duizend km per jaar gereden als het goed weer is en met de haardroger weer in vorm gebracht.
Allez, ge zijt bedankt voor uw hulp.
Mijn kleine blonde vriendin met blauwe ogen is met haar pruimke toch in de siroop gevallen, met zo'n lief als ik momenteel. Als ik bepeins dat Taniatje mij moest zien toekomen met de trein, ocharme dat schaap en haar twee dochters, die daar in het deuregat zaten te gapen, een lief dat afkomt naar Nazareth met de trein. Joenges toch.
Morgen stuur ik een meerdere fax, want dan is het Johans toer om te oma-sitten.
Vervolg van de dialoog gvoerd met dat vriendinneke van gewezen Rudo Jr. gisteren en vandaag, verjaardag van zijn dood...
Sim, sou o pai dele e no dia 18 deste mês vai fazer 9 anos que ele faleceu. A religião que ele praticava, de certa forma, deu um sentido na vida dele (achava ele) e foi a mesma religião que lhe tirou a vida. Eu já era ateu e depois disso, graças a Deus, fiquei mais ateu ainda. Hoje, como ontem, percebo nitidamente que as diversas religiões são uma das maiores causas de todos os desentendimentos existentes no mundo e com certeza de quase todas as guerras, em todos os tempos. Nunca proibi que ele praticasse a religão que ele quisesse mas esperava que ele, com o tempo, enxergaria a realidade nua e crua e constatasse o que nos realmente somos: NADA e para o NADA voltaremos. A religião, na verdade, foi inventada pelos homens, de todos os lugares e em todos os tempos, para dar este sentido à vida, mas está sendo usada, desgraçadamente, para enganar, roubar e matar.
Se Rudo Jr. amava vocês, é que vocês mereciam ser amados, mas eu não vejo a necessidade de ter que pôr um Deus no meio disso...
Rudo
Sr. Rudo, entendemos e respeitamos a sua opinião, mais realmente escrevemos esse recado ao Sr. como forma de expressar o quanto ele foi importante para minha família. Sentimos muito a falta dele.
SEU FILHO era um Ser Humano único, ímpar. Este nome Rudo é tão difícil encontrar ... Rudo para nós, significa AMIGO. Rudo seria o nome do nosso filho, se tivessemos um menino, mais tivemos duas menininhas rs , mais que já sabem também o quanto ele foi especial em nossas vidas. É dificil falar, escrever dele e não se emocionar. Um grande abraço ao Senhor.
Márcia e Ricardo.
A emoção ao falar dele, ou ao ouvir falar dele, toma conta de mim também. Não choro com facilidade mas a minha voz embarga imediatamente e não consigo evitar que uma lagrima escapa dos meus dois olhos, nem na frente de outras pessoas. É inevitável, mas pudera: ele era meu filho único. Formado engenheiro e formado homem.
Eu disse bem: ele era filho único, porque depois da morte dele comecei a freqüentar (como ele me ensinou) um abrigo, aqui em Recife, para onde já me havia mudado e da onde as autoridades judiciais me presentearem, um ano depois, com uma filha nova, então com cinco anos de idade e que hoje é campeã pernambucana de Judô (já é faixa roxa) e que igual a ele, é bonita, super inteligente, responsável, estudiosa, pontual, carinhosa, esforçada, bondosa e amada...
Chego a duvidar, com algum remorso, se eu nao amo ela mais do que amei meu próprio filho...
Abraços, no dia do aniversario da morte dele, para vocês dois.
...en vandaag kreeg ik de volgende boodschap van een voor mij onbekend koppel.. ('t is in het Portugees, maar ge kunt wel een vertaalmachine gebruiken).
"Sr. Rudo não sei se o Sr. é a mesma pessoa que estou pensando. Mais eu e meu esposo tinhamos um grande amigo chamado Rudo Van Leuven que hoje não esta mais entre nós ele faleceu em 2001. Ele foi nosso padrinho de casamento, e era uma pessoa muito querida na nossa igreja. Meu esposo e ele eram grandes amigos. Se for mesmo o Sr. Pai dele, saiba que ele foi uma benção na nossa vida e que o Sr. continue se pode ter certeza que seu filho foi um grande exemplo para todos nós aqui. Abraços Márcia e Ricardo (Igreja Nova Vida de Piedade)."
...aangezien er geen slecht nieuws is, zal ik maar beginnen met het goede.
Ja, de kraakverse euro's die de Stad uit de zakken van de Gentenaars genepen heeft zijn verleden week geruisloos op de rekening van mijne vzw gestort en de postman heeft het verheugende rekeninguittreksel in een scone envelop in mijn buske gestoken, zoals de pastoor de kelk met de overgebleven hosties in dat kastje op zijn altaar plaatste, in de tijd dat we verplicht waren naar die voorstellingen te gaan kijken en van deze gelegenheid gebruik maakten om, tijdens de terugkeer van de communie, eens piepsgewijze rond te kijken, welke schone medebewoonsters er mogelijks zouden gerekruteerd kunnen worden om de brandende lippen op uit te duwen.
Van ganzen versmoren, daar hadden wij (ikzelf) nog geer ambities voor, hetgeen waarvan ik nu veel spijt heb. Maar ik zal het misschien nog proberen goed te maken.
Maar ik laat mijzelf afleiden. Dat komt door de massa attachments bij uw voorlaatste mail, die ik niet kan openen, omdat deze computer in een onecbtelijke relatie staat met de hoofdcomputer boven, die beveiligd is tegen ongemakken zoals virussen, die verstopt in blote madammen, onschuldige huiskamers binnen dringen.
Ik heb dat schoon en eerlijk verdiend geld dan overgeschreven op mijn rekening en nu sta ik hier met een eerste lading bruine biljetten mijn schulden te voldoen, alhoewel J. hier nergens te zien is, uitgezonderd op de fotos van zijn trouw. En zoals Jezus het al zei, toen hij de bijbel aan het dicteren was: er is in de hemel meer vreugde voor geleend geld dat terug betaald wordt dan voor geld dat verdiend wordt.
(Wij onderbreken even deze mail voor een speciale melding. Zopas stuikt Eva hier binnen in het gezelschap van een goedvoorziene bult, ze zegt halo en snokt de deur toe en trekt hem naar boven. Einde van de dienstmededeling. Allez, An en Johan mogen gerust zijn, ze is voor de jongens)
Ik zet nu eerst alles op mijn tentoonstelling volgende week: dus heb ik met mijn spaarzaam familiefortuin kaders en lijm gekocht, affiches gemaakt, zaal gehuurd en als ik nieten verkoop zal ik nog just genoeg hebben om eens te gaan eten met Tania. Ik heb haar dat beloofd, want in de twee jaar dat we samen waren heb ik maar twee keer getrakteerd, omdat ik liever potten verkocht. Ze is nu echter met iemand anders, zodat ik haar zal mogen vergeten.
Maar zulks deert mij niet, ik zal eerst die moto hebben en pas dan zoek ik mij het lief voor de volgende jaren, want ik wil niet meer op vrijerspad met een velo.
Gisteren heb ik met Asoeka de laatste affiches gaan rondhangen in Gentbrugge. Nara had er al een hele hoop gedaan. Asoeka kwam telkens met een gelukzalige glimlach uit de winkels: ze hield, als ze binnenkwam de affiche voor zich en vroeg of ze die mocht ophangen en de mensen zeiden altijd: Fredje! ja natuurlijk! Zelfs de shieke zaken die nooit affiches uithangen.
Ge kunt u wel inbeelden, dat ik daar intens van genoot. Na die twee jaar martelgang vol onzekerheid en tegenkanting, ben dan ook nogal gerust van de verkoop, die ik zó zal doen: kopen is betalen en meenemen, zodat ze op stang gejaagd worden: niet onmiddellijk beslissen kan te laat zijn. Ge moet mij niet leren verkopen, ik heb zeven jaar een galerie geadministreerd en heb vijftien jaar veilingen achter de rug. Het is al psychologie.
Maar gisteren had ik opeens, terwijl ik in de Asoeka's auto (BMW: zij is van zekere stand) zat te wachten, of als we rondreden op zoek naar geschikte winkels en ik zag overal die affiches die Nara al gehangen had, dat gevoel van: nu is alles gedaan om het te doen lukken en mijne dochters hebben daar ook aan meegewerkt. En ik heb gisterenavond in mijn dagboek geschreven: voor de eerste keer besef ik dat dit de ware betekenis is van kinderen hebben: een stuk van uzelf dat verder leeft in een jonger lichaam.
(NB vanwege de blogger: een wijze en uitzonderlijke commentaar en daarom de rode onderlijning)
Zo snapte ik beter wat u bezielt met uw kalvarietocht om een of meerdere kinderen. Als ge er alles voor doet...
Nara begint op 1 oktober met een broodjeszaak aan het St.-Pietersstation. Het sloeg als een vIiegtuig in mijn hart: hoe dat jong lichaam dan wel verplicht is om hotsend en botsend in leven te blijven door te werken, risico's te pakken en tegenslagen te overleven.
Asoeka had een stevige knuffel nodig, ze is er nog altijd niet goed van, van Tom. We hebben lang gebabbeld, we hebben nog nooit zo'n goed contact gehad. Ja, ik weet dat u dat allemaal niet vrolijker maakt, dat ge zelfs peinst, diene smerigaard..
In mijn ijver om zoveel mogelijk schilderijtjes klaar te hebben was ik vanmorgen druk bezig om er een aantal een laatste touchke te geven en om ze sneller te doen drogen stak ik ze 10 minuten in mijn oven op 40 graden. Maar bij delaatste was er iets fout gelopen: de oven werd warmer en warmer en ik was alweer zo gelukkig met die geuren van verf dat ik uit mijn nirwana werd gehaald en pas dan besefte wat er aan het gebeuren was: 150 graden en het schilderijtje juist van plan om te beginnen branden.
Ik heb er al zodanig veel dat ik, als ik ooit eens tegen iets moet protesteren, ik ze in het openbaar in brand zal steken. Dat is het wat een kunstenaar eens gedaan heeft onlangs: omdat hij geen subsidies kreeg stak hij al zijn schilderijen in brand en hij heeft het nieuws gehaald, maar geen subsidies gekregen weliswaar.
Zoals er in uw kwade mail Gij Held?! te lezen staat, stoort ge u geweldig aan het arrogant gedrag van de Amerikanen en de Joden. Wel, hier ligt uw kans, koop al dienen afval voor de helft van de prijs en ik steek ze dan openbaar in brand om te protesteren tegen al dat onrecht. Twee vlinders in één vlinderslag.
Er was eens een Limburger en hij ging met twee Westvlamingen op safari naar Kenya. Ze trokken door de wildparken en filmden de leeuwen. Maar omdat die daar zo lui lagen te liggen, begonnen die Westvlamingen stenen naar hem te smijten, om een beetje meer actiebeelden te kunnen maken.
Een van die stenen trof raak en de leeuw kwam op hen afgestormd. De Westvlamingen renden naar hun auto, maar de Limburger bleef gewoon verder filmen. Die Westvlamingen riepen hem door het venster: allez, jong, naar hier! En die Limburger: waarom? ik heb toch niets gedaaaaaaaan?
Gij, nog maar één caipirinha per dag? Ge gaat toch geen grote glazen kopen zeker.
Ikzelf, nu al meer een man met standing, heb mezelf uit de slotgracht getild, waarna ik mijzelf heb toegestaan van niet meer, zoals in de donkerste tijden van mijn bestaan, flessen wijn te drinken van 40 fr eerst, dan (wegens niet te doen) 70 en daarna flessen van 100 fr. Nu tot het cultureel hoogstaande niveau van 150 fr per fles. Mijn drankverbruik is dus rap duurder geworden. Van inflatie gesproken. Maar ik probeer mijn uitgaven verder te beperken tot 330 fr, all in, per dag, hetgeen zeer goed gaat, veel fruit en groenten en bijna alle dagen vis.
An en Johan zijn bij ma, alwaar ik verleden week was, toen ze mij, zoals altijd, geheel, 6 uren lang, in beslag nam om mij te bemoederen. En ik mij opwindend: wilt ge daar ne keer mee ophouden, ik ben vijftig jaar, en zij: oe, ik mag dus geen moeder meer zijn? En ik: zijt gij maar moeder van Frank en Hilde, zij hebben dat graag.
Allez, tot eens met Asoeka in Brasil misschien, maar eerst een weekje naar Marakesh, Marroko, eind oktober. Als ge een hoopje geluk wilt lenen, altijd bereid.
Zoals ge natuurlijk, ondertussen, al verondersteld zult hebben, is de tweede bloedtest van Ligia, die we gisteravond gekregen hebben, negatief. Vooraleer we samen een (symbolische) mis hebben bijgewoond in de kerk hier dichtbij, ter gelegenheid van de eerste verjaardag van Junior's vroegtijdig heengaan, besloten we eerst de uitslag van de test te ontvangen om dan, hoe dan ook, met nog meer, of zowel met minder reden, de bestelde mis (ik herhaal het, méér voor Junior zelf, Ligia en Hilma, die het mij gevraagd hadden) bij te wonen.
Ongelukkig genoeg kregen we een tweede motief om het hoofd nog wat nog dieper te laten zinken...
14 Mei, 2002
ja, 't is niet dat ik er niet mee bezig ben, maar 't is altijd maar uitstellen en ge kent dat.... Allee, 't is jammer dat het wat moeilijk is, maar 't zal wel ne keer lukken zeker... Pas maar op dat het er niet ineens een stuk of zesse zijn.
Nara heeft een schoon kindje op de wereld gezet. Een braafke: helemaal de peter van zijn moeder zeggen ze. Zo te horen is het de enige die onze stam aan het verder zetten is. Van Bart: geen nieuws. Van Jan Cocle: hij is nog aan het uitzoeken waarvoor dat piemeltje eigenlijk dient. Charlotte denkt wel dat ze vrijt, maar dienen jongen weet het nog niet geloof ik. Alexander oefent alle dagen beweert hij, maar ik begin te vrezen dat hij te kort schiet. Frederik zit sinds september in Curação op stage. Ik hoop maar dat er daar geen kleine Van Leuventjes achter blijven, zonder dat ik het weet. Céline is iedere week op nen anderen verliefd en zo gaat dat ook niet. Asoeka ziet wel alle dagen vers vlees in de beenhouwerij van Tom liggen, maar 's avonds zal ze wel met afkeer van worst te kampen hebben. Die van Johan, ja, daar spreken we nog niet van zeker, hoewel Helena wel een rappe zal zijn geloof ik...
't Zal dus wel van onze generatie moeten komen denk ik. Maar ja, stel u voor: ziet ge dat nog gebeuren bij Frankske? Hij zegt dat het "van niet willen" is, maar ik weet het niet zulle! Op Hilde moeten we ook al niet rekenen: met drankskes en zalfkes van de charlatans zal het niet helpen vrees ik: hoedanook moet er een vent aan te pas komen. Ik, wel ja, ik probeer ook iedere dag, maar Rita denkt dat mijn chargebuze verstopt zit. 't Is wel waar, maar ik gebare intussen van nieten natuurlijk. Geertsen wil alleen maar vogelen zonder kop en dus daarop moeten we ook niet rekenen. Johan durft hem niet meer riskeren: vier vrouwen in zijn kot is al meer dan genoeg. Hoe zoudt ge zelf zijn!
Blijft nog over: gijzelve. 't Is dus een hele verantwoordelijkheid die gij op uw schouders torst. Denkt er aan iedere keer als ge een donatie doet aan dat potje daar... Erin mikken is de boodschap en goed schudden na gebruik...
Tot daar het gewone nieuws. Nu het minder goede nieuws: misschien weet ge het al van Johan: mama is vanmiddag gevallen in het restaurant van de Chinees op de Grote markt van Roeselare, waar ze een snakske gaan eten was. Haar heup is gebroken en ik heb ze met de ambulance naar de kliniek moeten laten brengen. Morgen woensdag gaan ze een nieuw heupgewricht moeten steken. Ik hoop maar dat ze volledig revalideert en achteraf weer kan rondtjeffelen. Anders wordt het een probleem of ze nog alleen zal kunnen blijven wonen. Het zou natuurlijk niet leuk voor haar zijn als ze naar een home of zo zou moeten. Maar ja, vroeg of laat zal het natuurlijk iets in die aard worden. Ik hoop dat dit nog enkele jaren kan uitgesteld worden. Haar moreel is op dit ogenblik goed. Met pijnstillers wordt de pijn wat bestreden in afwachting dat ze dus morgen op de operatietafel moet. Ik hoor dat ge midden juni naar België komt. Hopelijk is ze tegen dan al thuis.
Allee, tot ton hé.
Conclusie: ga met al zon slecht nieuws goed gaan slapen, hé!
Ik was gisteren weer bij mama, en ze zei zo: "dierksken, peist er oan dat bijna uwen verjaardag is, en beinst dat ge toch aan 't peinzen zijt, peist eraan dat' Rudo zijne verjaardag is mergen". En oas ik nu een boterhammeke mee koas zou hebben hé ... (ik verstond het onmiddellijk, en fluks ging ik er één klaar maken)... of, njéé, liever mee confiture... , (en ik onmiddellijk een andere gaan klaar maken).., Oh dat valt op mijn moage, a!s ik maar 'nen rolmops zou hebben, mijn moage zou er ne keer van kunnen keren (onmiddellijk een rolmops gehaald). Ghogh, da smokt. Maar ik krijg een beetje 't zuur, een taske melk zou mij goed doen..., (en ik maar lopen). "See, 'k krijg ineens goesting naar soepe (gelukkig stond er nog in de frigo. Vlug opwarmen). "Z'es te wjeirme", "z'es te kaad", "z'es te dunne", "z'es te djikke", "t es te vele", "'t es te weinig". En ik maar koersen, en juist toen ik uitgeteld in de divan neerplofte om een beetje te rusten zei ze: "ge moet niet te lange blijven hé Dierkske, want mijn bloaze zit vol, en 'k zitte mee wijnd in mijn doarmen, en verzekers da Rltaatje zit te waaaachtn, en k ei nu alles wat dak wildege, allee saluut hé prot prot prot", 'k Heb mijne neuze toegenepen maar dat helpt niet als ge ze hoort. En 'k ben dan rap naar Gent gereden. Maar onderweg belde ze mij op: "en vergeet niet dat ge niet moogt vergeten een briefke te schrijven naar Rudootsen veur zijne verjoardag, en doe van eersten keer ook de groeten van Franksken en Killekaatjen". "Alle zei ik, is 't al'?". "Ja de kal" zei ze. "En k heb percies een lege moage, zijde gij al ver of kunde gij mij een boterhammeke mee koas komen maken?". Ik kende het vervolg van het verhaal al en 'k gebaarde dat ik haar niet verstond: "Jaja, Rita heeft verse lakens gelegd" en dan "prrrt tuuut, kras kras, k heb een slechte lijne en 'k verstoa u nie meer. Tot mjergen".
En zo ben ik kunnen ontsnappen aan een leven als butler (herinner u den tijd dat ik in de St-Amandsstraat boven haar woonde...)
De eerste tique nervoso die mij speciaal opgevallen was, kwam vanwege de vader van Edgard Van Hecke, een collega van het Hoger Technisch Instituut van Oostende.
Om de minuut zoog hij als t ware één van zijn wangen op, van binnenin, tot ze van buiten uit erg hol geleken, een eigenaardig slurpend geluid veroorzakend, wat iedereen meteen deed omkijken om te weten wat er precies aan de hand was. Ze woonden daar in de Langestraat, waar ze er een droge kleerwasserij op na hielden. Hij sprak zo goed (of slecht?) Frans als West-Vlaams en gaf mij een koddige indruk. Nu ben ik er niet meer zeker van dat hij één van zijn wangen opzoog. Het kan ook zo geweest zijn dat hij een holle tand aan het uitzuigen was, ná iets gegeten te hebben waarschijnlijk, om de boel op te ruimen, maar daar durf ik niet op wedden.
De volgende was een zekere meneer Nilton Festa, van Rio De Janeiro, de kantoorchef, die onveranderlijk, om de minuut ook, zijn nek uitrekte, net alsof de kol van zijn gesloten hemd hem kwelde (tergde?). Dan bewoog hij zijn kin fel naar voren en naar boven, tot hij er de krampen van over hield en herbegon.
Een andere mens nog, ook in Rio, had bijna dezelfde tique, maar draaide tegelijkertijd zijn hoofd naar rechts om, in een hoek van 90° en bleef daar dan verschillende ogenblikken haperen tot ik er de stuipen van kreeg en fel de goesting moest onderdwingen, zijn kop terug in de originele positie te wringen, vooral als we midden in het verkeer zaten en hij, aan het stuur, bezig was iemand voorbij te rijden. Ik vond altijd dat het juist op het nippertje was dat hij zijn hoofd terug onder controle kreeg, want ik zat altijd precies aan de kant waar de gevolgen van een eventueel dreigende botsing gemakkelijker te voelen zouden zijn.
Nog een andere schartte gedurig onbeschaamd aan zijn kruis, waarna hij dan nieuwsgierig aan zijn middelste (en langste) vingers rook. Hetzelfde gebeurde met een vrouw die blijkbaar last had van zweet onder haar oksels en om de minuut wilde weten of de stank zich aan het verspreiden was, zodat ze ongemerkt haar armen ophief, zogezegd om ze uit te strekken, maar dan geniepig haar neus naar de verdachte plaatsen bewoog, zonder argwaan te willen verwekken, maar onbekwaam mij in de luren te leggen...
Ja, zondag was het mijn beurt om Ma een opknapbeurt te geven. Ze ziet mij graag komen, omdat ik altijd alleen kom en ze alzo de laatste pier uit mijn neus kan peuteren en mij alsnog een telate opvoeding kan geven. Moede nog een pintje hebben? Oe, kunde gij echt geen dag meer zonder drank? Mobejaak, zolang dat het geen water of limonade is. A, dan is t goed.
We zijn iets gaan eten, gene croque monsieur hé, het moest iets deftig zijn. Nen goeien biefstaek, nen zachten, zoals wij vroeger altijd aan Verschoore moesten vragen en hij deed dan altijd ofdat hij zijn beste stuk uitzocht en koos dan uit een halfversneden hesp, twee droge worstjes, een rol of twee hespeworst, kalfsworst en champignonworst, een salami en een emmer hersens, een badkuip lever en verder een toren gekapt, een schotel américain (t schijnt dat ze dat in Amerika niet kennen, integendeel, ze vinden dat barbaars, rauw vlees eten) en dan nog een teelke nieren, vetten darm, hoofdflakke en bloedworst, juist dat ene stuksken dat daar al veertien dagen lag: een half kilootje biefstuk, dat hij dankzij ons kroostrijk gezin eindelijk kwijt was. Goe mals zulle en als ge zwijgt krijgde een schelleke salami.
Wel, ze heeft daar smakelijk zitten eten en op onze terugweg, maar ook op onze heenweg, viel het mij op dat ze toch wel heel onstabiel op haar benen was. Zolang ze een arm had was dat te doen. Enfin, ik dacht al, dat zal hier niet lang meer duren zonder ongelukken en ze zei zelf ook, 't zal niet lang meer duren of ik zit in een rolstoel. Misschien is het beter zo, ze zal verzorging krijgen en oefeningen moeten doen bij de kinesist, en ze zal veel aandacht krijgen van de verpleegsterkes, in plaats van ieder weekend Johan's hutsekluts die al de aandacht inpalmt, ja palm, Johan's lijfbier, en Hilde hare paraspeciale theorieën, en Dirk zijn normale Rita en Frank zijn Lijfsführer Lidya.
Ze sprak er zelf over, dat ze de laatste van haar generatie is, dat het goed geweest is. Ik denk dat ze mentaal al klaar is. Als ze maar, zoals gevreesd, niet aan haar bed gekluisterd is, maar bon, dan zetten we ze op Johan's boot, binden we ze vast op mijnen toekomstigen moto, en Dirk en Hilde moeten ook maar iets vinden. Misschien eens naar de cinema?
En Frank, die zet ze op een stoeleke zodat ze een hele zaterdag naar zijnen Cadillac kan kijken terwijl hij zijn banden simoniseert.
Ja, da wast, mijn fantasie is tijdelijk uitgeput, maar 't geeft niet, volgende keer beter.
Elke avond, altijd op ongeveer hetzelfde uur, komen ze het café-restaurant binnen stappen, de ene vlak ná de andere. De jongste, waarschijnlijk rond de veertig, immer van voren en de volger, misschien al rond de zestig, vanachteren. De jongste, lichtbruin, duidelijk wispelturig, ongenaakbaar en zelfs nonchalant. De tweede, blank, bijna kaal, met een aan de grenzen van de bekommernis lijkende blik.
Ze zoeken altijd dezelfde tafel op en indien bezet kiest de jongste, zonder de oudste te raadplegen, een andere gepaste tafel uit waarachter ze samen, naast elkaar, zonder een woord te uiten, plaats nemen, erop lettend zich tegelijkertijd neer te zetten.
Gedurende het maal oppert alleen de jongste wat weinige woorden, zonder zich om te draaien, terwijl de oudste zich content stelt positief te knikken. Ze lijken alle twee niet triestig, maar lachen zeldzaam. Een deftig paar homos. Zonder schandaal te verwekken of de aandacht te willen trekken. De oudste lijkt buitenlander te zijn, terwijl de jongste duidelijk een Braziliaan is en trots op zijn verovering, alhoewel hij schijnbaar de regels uitdeelt. De blanke lijkt de meest ontwikkelde te zijn en de andere, thuis, de meest zelfzekere.
Ze kijken nooit om, om de andere mensen gade te slaan, maar zijn wel sympathiek met de kelners. Ze vreten praktisch altijd één enkele gemeenschappelijke pizza op, terwijl ze onderwijl op zijn minst twee caipirinhas ín slikken.
Ik vraag me af wie er, wat later, de man zal zijn en wie de vrouw, maar ik besef dat er daar praktisch geen twijfel over kan bestaan. De wispelturige moet de vrouw zijn en de ernstige, iemand die ook geen worst in zijn achterwerk misprijst. Waarschijnlijk zingt hij ook af en toe, gulzig, aan de microfoon, maar alleen maar nadat hij er zichzelf van vergewist heeft dat hij proper is.
Daarna beslist hij waarschijnlijk de riolering binnen te dringen, vuil of niet, terwijl hij handig de versnellingsknop manipuleert om zijn duistere genoegens te kunnen botvieren. Dan mompelt hij waarschijnlijk, in de oren van de ezel, ook meerdere woorden, zoals bijvoorbeeld, Im fucking your bloody asshole, sun of a bitch. Keep on moving, durty queer, back and forth, until Im ready to cum en dat doet de wispelturige de versnelling verhogen, tot hij er zelfs van begint te kwijlen..
Maar dat laatste is natuurlijk allemaal suppositie, want daar aan de tafel zijn ze uiterst beleefd en getemd. Ze maken nooit ruzie, staren de mannelijke gaten die voorbij passeren niet ná en nog minder de vrouwelijke, hoe schoon ze ook gebouwd zijn.
De jongste, gedurende de carnavaldagen, zal waarschijnlijk niet nalaten zijn eerder droog masker af te trekken om zijn waarlijk karakter te onthullen, geil van de goesting, terwijl de oudste, met zijn grote haakneus, aan het proberen zal zijn, zijn maat in toom te houden, want als men niet oppast zit er sowieso een andere rat in de riolering.
En zo gaat het leven, vandaag onveranderlijk eigenaardiger dan gisteren, tot het gewone een uitzondering wordt en het onnatuurlijke de regel..
Statistische en dus Wetenschappelijke Vaststelling
De statistiek neemt enkele belangrijke hoofdstukken in beslag van de moderne wiskunde, geleerd en toegepast over de gehele wereld, niet alleen voor gebruik in de industrie, de commercie, de geneeskunde en de politiek maar ook voor het opmeten van bepaalde sociale verhoudingen.
Zo is het gemakkelijk te bewijzen dat ongeveer 10 à 15 percent van de Westerse bevolking van Joodse oorsprong is. Ze zijn overal, praktisch, de exclusieve eigenaars, managers en uitbuiters van de ondernemingen voor wie de andere 85 percent van de bevolking werkt en slooft en die content is de Joodse filmsterren, zangers en andere artiesten, die ook 85 percent van de bestaande hoeveelheid innemen, te mogen bewonderen, aanbidden en ook beminnen.
In Brazilië bijvoorbeeld is 85 % van de bevolking, tegenwoordig, uiterst tevreden met de doeningen en latingen van de huidige president, een gewone werkmens, niettegenstaande de alledaagse kritiek in 100% van de kranten, tv- en radiokanalen verspreidt over het gehele land en die, in flagrante tegenstelling met praktisch alle andere westerse leiders van de wereld (viriele supporters van de Joodse tactieken), al verscheidene keren heeft laten blijken dat hij neutraal staat in verband met de eeuwenoude schermutselingen tussen de Joden en de Araben in het algemeen en de Palestijnen in het bijzonder.
Dat alleen is al genoeg om de haat en de beestelijke reacties te moeten trotseren vanwege de overige 15% die het onverdraaglijk vinden dat een schaap van hun kudde opstandig is. Lula, een arbeider die ooit eens in de Vakschool van Roeselare gestudeerd zou kunnen hebben (aan de draaibank), ontvangt dagelijks, vanwege alle communicatiemiddelen honderden laffe aanvallen, zodanig zelfs dat ze bekwaam zijn de indruk te passeren dat zij de 85% van de bevolking vertegenwoordigen die niet tevreden is met hem en niet omgekeerd. De heerlijke democratie van de vos die het kiekenkot beheert.
Het is ook redelijk gemakkelijk vast te stellen dat bijna alle Joden (vooral de oudere) last hebben van een beetje te veel speeksel in hun mond, waardoor ze verplicht zijn gedurig hun natte lippen af te lekken. Dat constant aanwezig slijmpje bezit ook een eigenaardige grijsblauwachtige kleur die de andere mensen niet bezitten. Iets wat mij doet vermoeden dat zij allemaal, waarschijnlijk, oorspronkelijk afkomstig zijn van een andere planeet en die besloten hebben ons hunne Christus op te dwingen, die hier nu volop de regels aan het uitdelen is. Ongelukkig genoeg was hij ook een mens en dus sterfbaar, maar ze hebben op tijd de bijbel besteld om ons voort lastig te kunnen blijven vallen tot ze er zelf ook genoeg van zullen hebben en de derde en definitieve wereldoorlog zullen veroorzaken.
Ze hebben ook een grondige afschuw aan de zon en zijn meestal eerder nogal aan de magere kant, maar let ne keer beter op dat blauw slijmpje dat overvloedig is en dat ze voortdurend weg moeten lekken..
Terugkerend naar Rumbeke, tussen twee pakken slaag door vanwege mijn geliefd Vaderke, kreeg ik af en toe De Bond in mijn handen gestopt (dat was rond de jaren zestig), waarin ik voortdurend vriendelijk werd uitgenodigd mij gratis te gaan aanmelden in de ene of de andere Kibutz (ergens in bezette streken van Palestina, door Israël), om daar gezellig te gaan zwoegen, zogezegd voor het welzijn van de algemene mensheid. Toen voelde ik mij nog aangetrokken voor zo'n geweldig avontuur, maar later ben ik tot het besluit gekomen dat ze aan het proberen waren mij uit te buiten tot aan de grenzen van het verstaanbare en tegelijkertijd hun veroveringen in niemandsland wettelijk te maken. Eigenaardig, het lef dat ze hebben en blijven behouden, om andere mensen voor hen in het vuur te plaatsen.
Men sprak ook veel, in die tijd, over de witten en de zwarten, waarvan ik niet goed begreep over wat het zich eigenlijk betrof, maar nu besef ik toch dat de witten waarschijnlijk aan de Joodse kant stonden en de zwarten alle andere mensen samen verzamelden, aan de andere kant, maar daar ben ik tot heden niet helemaal zeker van.
In dat verband begrijp ik Vakelief niet toen hij dat abonnement op De Bond had gemaakt wat, vermoed ik, niets kostte, maar mij van de andere kant, toch met de naam Rudo (van Rudolf) had gezegend. Dat doet me nu zodanig aan de naam Adolf herinneren dat ik er nieuwsgierig nog altijd mijn wenkbrauwen van óp trek. Zal dat toevallig, of opzettelijk geweest zijn? Wat was de Fons nu eigenlijk, zwart of wit? Ik veronderstel dat hij zwart was, want hij was slecht tot in zijn mergbeen. De witten, daarentegen, zoals de naam het suggereert, waren puur en idealistisch, alhoewel zij zichzelf die naam hebben toegekend en dat doet mijn gedachten dan ook afdwalen naar een passage in de bijbel, wanneer Jezus zijn volgelingen waarschuwde dat er nieuwe maar valse Christus's op zouden duiken en wie weet had hij wel degelijk gelijk, want dat zou de kudde en bijgevolg ook de inkomsten doen verpulveren...
Heel in het begin nog, toen ik pas in Rio gearriveerd was, vanuit São Paulo, naar waar de firma had besloten mij over te hevelen, woonde ik in de alom befaamde wijk van Copacabana, terwijl hun kantoren gevestigd waren in São Cristovão, in de Rua São Luis Gonzaga, ongeveer twaalf km weg van het strand.
Een beetje verder in diezelfde straat werkte er een andere (ietwat oudere) Belg, in het verkoopkantoor van het Braziliaans filiaal van Agfa Gevaert, met name Jef Bertels en het duurde dus ook niet lang vooraleer we in levend contact werden gebracht.
Hij was effectief bezig met de samenstelling en was medewerker van het informatieblad "De Schakel", bestemd aan de Vlamingen in Brazilië. Regelmatig verstrekte hij mij enkele verloren gelopen exemplaren en toonde hij zich duidelijk trots op zijn initiatief. Zoals het past bij alle Vlamingen beheerste hij vloeiend de Franse en Duitse talen en liet zich ook niet doen in het Engels.
Ik weet nog altijd niet goed of hij van Joodse of van Palestijnse afkomst was, maar feit is dat hij zich wel degelijk Vlaams gezind gedroeg en dat hij er niet terug voor deinsde mij jaarlijks uit te nodigen op een avondmaal ter herdenking van de Elfde Juli, in tegenstelling met de zuinige "Cocktail", enkele dagen later, geofferd door het Consulaat van Rio om de Belgische Nationale Feestdag te vieren en waar er alleen maar een paar oude, tandloze, Franstalige kwezelaars opdaagden, allemaal al lang over de zeventig en die geen benul hadden van het feit dat er ook Vlaamstalige Belgen bestonden, veel jonger, schoner en dynamischer dan zijzelf, maar die toch niet weigerden hun deel bij te dragen om die Oude Belgen te ondersteunen in hun laatste dagen.
Na de hutsepot met bier, gedurende de samenkomst van de Vlaamse afgevaardigden van België, op de Elfde Juli, zongen we ongedeerd en met volle borst "Ze zullen hem niet temmen..."
Wat ik eindelijk altijd echt eigenaardig had gevonden, was dat hij me nooit van zijn familie had gesproken en ook niet van een eventuele vrouw en kinderen (hij was afkomstig, denk ik, van de streek van Hasselt) tot ik er mij langzamerhand bewust van werd dat hij misschien niet zodanig zot was van "schedes", maar wel aan lange "sabels". Toch zag hij er mannelijk uit, net zoals bijna alle Pasters.
Hij woonde ook in Copacabana, in een klein gehuurd studiootje, dat hij deelde (dat heb ik maar pas later ontdekt), met een zwarte neger die kok was in 't één of 't ander duister restaurantje en blijkbaar ook niet verkoos te rieken aan het sappig pruimpje tussen de benen van het ander geslacht. Hij heeft mij er eenmaal kunnen van overtuigen hem op te zoeken in zijn nestje, maar terstond vaststellend dat het daar nogal eng was en ook lettend op zijn gretige blikken op mijn maagdelijk achterwerk en het vele speeksel dat zijn mond overvloeide, heb ik het daar minder dan tien minuutjes kunnen uithouden en heb er hem dan verschrikt aan herinnerd dat ik mijn twee eieren kokend op het gasvuur had vergeten, op wat hij verlokkend antwoordde dat hij mijn vuur wel zou blussen, terwijl hij zijn dunne lippen aflekte...
Ik heb hem wat later definitief uit het oog verloren, maar toen ik terug over hem hoorde spreken was het om mij in te lichten dat hij de strijd tegen de Aids had verloren.
Ik mag nog juist mijn gerief gaan halen. Ik kijk nog eens naar het resultaat van twee jaar geobsedeerd werk. Ik pak dan gewoon mijn heuptasje waarin mijn schijven zitten en mijn gerief om te rijden. De buurt wordt afgezet. Ik vlucht naar hier en straks moet ik een ritje rijden.
Als ze daar nu een bom aan het onschadelijk maken zijn, ben ik morgen een klein beetje een held.
Maar toch liever een kunstenaar met heel veel geld.
J., die zoals steeds fris en monter naar beneden komt gedaald, kapitalistische liedjes neuriënd en tegelijk alle bezitters van boten uitscheldt voor dwazerik, had in spanning naar mijn wedervaren staan luisteren en streng veroordeeld voor mijn sensatiezucht, nog erger dan die van H.
Zopas komt hij zeggen dat hij van Inès gehoord heeft dat ze op de radio gezegd hebben dat de evacuatie afgelopen is. De gasfles bevatte helium, waarmee ze ballonnen opblazen.
Ik zal nu wel de politie moeten bellen om te zeggen dat het maar voor te lachen was, lachgas, als het ware en ofdat ik nu mijn leeggoed terug krijg...
One cup water One cup sugar Four large eggs Two cups of dried fruit One teaspoon baking soda One teaspoon salt One cup brown sugar Lemon juice Nuts One bottle whisky
Sample the whisky to check for quality. Take a large bowl. Check the whisky again. To be sure it is the highest quality, pour one level cup and drink. Repeat.
Turn on the electric mixer, beat one cup of butter in a large fluffy bowl. Add one teaspoon of sugar and beat again. Make sure the whisky is still okay.
Try another cup. Turn off the mixer.
Break two legs and add to the bowl and chuck in the cup of dried fruit. Mix on the turner. If the fried fruit gets stuck in the beaters, try it loose with a screwdriver.
Sample the whisky to check for tonsisticity.
Next, sift two cups of salt. Or something. Who cares?
Check the whisky. Now sift the lemon juice and strain your nuts. Add one spoon of sugar or something. Whatever you can find.
Grease the oven. Turn the cake tin to 350 degrees. Don't forget to beat off the turner.
Throw the bowl out of the window, check the whisky again and go to bed.
Vanmorgen, om 05u45 toen ik naar mijn werk vertrok, stond de kamerdeur open van een appartement op de eerste verdiepingen de voordeur en de tussendeur van het gebouw stonden open.
Tiens, dacht ik, ze zijn alwéér weg. De laatste tijd waren er altijd probleem huurders. Toen ik thuis kwam was alles nog zo en ik kon niet laten van eens binnen te gaan kijken, om te zien hoe die appartementen eruit zien. Alles was leeg, edoch, een gasfles met een pakske opgekleefd, stond daar dreigend in een hoek.
Ik dacht alweer opnieuw, vreemd, dat is een fles industrieel gas, een lange smalle fles van 1,5m hoog. Ja, dacht ik, als ge op iedere studentenkamer zou gaan kijken, ge zoudt nogal wat industrieel en archeologisch afval vinden.
Maar dan begon dat zo te knagen, tijdens mijn vermaledijde afwas. Ik dacht, 11/09, de radio zwijgt er geen minuut over, de kranten barsten uit hun pagina's. Zo een lege kamer met alleen een gasfles met een pakske aan. Ik weer naar beneden. Da spel ne keer goe bekeken, ne keer rechtgezet om te zien of ze vol was en of er geen draadjes te zien waren. Ik zei, zo tegen de muur van het hoofdkantoor van de brandweer en straks, om 15u30 is er een herdenking gepland van de brandweergasten in NY, dat zou nogal eens schone reportage opleveren, op CNN.
Ik, gesteund door mijn rechter engelbewaarder, besluit dat te gaan melden bij onze vrienden de pompiers. Ik sta daar aan de balie, dat is daar een mierennest van telefoons en na tien minuten sta ik daar nog altijd. Ze zijn zo gewend geraakt aan mijn aanwezigheid, dat ze me blijkbaar opgenomen hebben in het korps en mij aangeworven hebben als aanwezigheidsdecor.
Kan er mij hier iemand helpen? zei ik, na eerst mijn keel grondig geschraapt te hebben en strak uitkijkend naar een van die blauwe, die ik uitgekozen had wegens wat meer sterren op zijn schouders en iets minder gestresseerd.
Ik zeg, er staat hier tegen uw muur een gasfles in een verlaten appartement. Ja, zegt hij, dat is iets voor de politie, ik kan daar geen beslissing over nemen. Dus ik weer naar boven, eerst nog een keer gaan kijken naar dat curieus ding. Dan nog even overlegd of ik niet eerst zou eten. En dan toch gebeld. Het duurde een tijd voor er werd opgenomen. Met die hysterie zijn ze waarschijnlijk overbelast. Ik doe zo kalm mogelijk het verhaaltje, alhoewel mijn stern zo los zit als een blank pietje in het hol van een dikke Braziliaanse. Ik had van dat pakje niet gesproken, omdat ik dacht, straks zetten ze hier heel de buurt af. Vijf minuten later, ze zijn daar. Ik kijk nog een allerlaatste maal naar die negentig Fredjes die klaar staan om mijn fortuin te gaan vormen. Zij komen zien. Nu durft de Brandweer het ook en een minuut later is het daar een va-et-vient van allerlei soorten strepen en sterren...
Ze hebben me op gezocht, hier in Recife, op oudejaarsavond, nadat er praktisch negen jaar zijn verlopen sedert de dood van mijn enige zoon Rudo Jr.: Paulinho (nu 31) en zijn zuster Olginha (nu 29), die in dezelfde "Van" (een Kia "Besta") aanwezig waren toen hij op een boom te pletter is gereden, op weg naar Belo Horizonte, hoofdstad van de Staat van Minas Gerais, nabij Rio De Janeiro.
Ter plaatse zijn er drie mensen overleden, terwijl mijn zoon het nog een week lang heeft vol gehouden, vooraleer hij ook het spit heeft moeten onderdelven. Hun moeder Suely en een andere zuster Verônica, met wie ik toen, samen, onze gemeenschappelijke calvarieberg heb getrotseerd, zijn hier ook beland en we zijn er de gehele avond over bezig geweest (over Jr. bedoel ik). De kinderen van Suely hebben praktisch geen lichamelijke gevolgen van het accident over gehouden, uitzondering gemaakt voor het lidteken van de gebroken enkel van Olginha en een lange verticale snede op de borst en buik van Paulinho, waar de dokters zijn gescheurde milt eruit hebben gehaald.
Nu zijn er nieuwe versies op de tafel gelegd geweest, onder andere dat Rudo Jr. hersenverlies heeft geleden (ik vind de juiste term niet in het Vlaams, maar in het Portugees wordt het uitgedrukt als "perda de massa cefálica") en dat zijn ruggengraat op drie verscheidene plaatsen was gebroken, zonder terug te keren op al zijn andere wonden, iets waar niemand anders mij vroeger had over ingelicht. Ik kan het allemaal praktisch niet geloven en alhoewel uit de mond van de eerste getuigen gekomen, vrees ik dat iedere keer dat het verhaal herhaald wordt, er een nieuw schepje bij wordt gelegd.
In alle geval, het versterkt mijn besluit dat het beter is geweest dat hij gestorven is. Er zou gene schaduw van een mens ne meer over gebleven zijn.
Onze ontmoeting heeft meer gediend om hen ervan te overtuigen dat ik geen negatieve gedachten over hen koester, in tegenstelling met Hilma, zijn moeder, die hen gedurende verschillende maanden gepest heeft en achtervolgd, om hen te verwijten dat zijn dood aan hen te wijten was. In dat verband heeft ze, bijvoorbeeld, verschillende keren anoniem Olginha opgebeld om haar naar de hel te wensen. Olginha was eigenlijk verliefd op mijn zoon, zo bleek het, maar hun verhouding heeft nooit echt gebloeid. Noch Olginha, noch Paulinho zijn daarna getrouwd en leven nog altijd samen met hun moeder, in Rio.
Verschillende keren hebben we, elk van ons, enkele weerstandige tranen moeten wegpinken, want de herinnering is niet vrolijk en een wonde van zo'n type geneest nooit volledig, zodat er voortdurend wat bloed blijft uit sijpelen.
Ik veronderstel dat ik voor hen een opluchting beteken, want alles bij alles opgeteld en samen gerekend hebben zíj hem voorgesteld aan die protestantse kerk, die hem eerst van zijn eenzaamheid heeft verlost en achteraf naar het kerkhof gesleurd, maar ik begrijp dat zij er zelf ook bijna het slachtoffer van zijn geweest en nooit de oorzaak. Mijn versterkte vriendschap, voor hen, betekent hun onschuld en ik zal daar geen verder woord meer over reppen.
Vooral Paulinho, de meest onschuldige, sedert ik hem ken (daar gaan nu praktisch drieëntwintig jaar), heeft mijn hart veroverd door zijn inzet mij ervan te trachten te overtuigen dat God almachtig goed is, wat ik begrijp, in zijn geval alleszins, maar niet dat ik door dat ongeluk, een betere mens ben geworden...
...hoezo, weeral iemand die beweert dat ik een slechte mens was (of nog altijd ben)??
Heerlijk om rustig te zitten gadeslaan, uitwendig te luisteren en inwendig te lachen, maar onmogelijk om de piemel ermee te ontroeren en zijn telescopische eigenschappen, in al zijn glorie, te laten ontplooien.
Het is gebeurd op een alledaagse avond, terwijl ik me dromerig zat te herinneren wat ik allemaal stevig genoeg en met overtuiging had aangepakt diene zelfde dag en wat niet, of slechter, verkeerd had begaan en er hardnekkige spijt van over had gehouden.
De deur zwaaide open en ze stelde zich onmiddellijk zodanig met haar rug naar mij toegedraaid dat ik enkel maar een beperkt uitzicht over haar achterste delen onder beschouwing kreeg, terwijl ze met een beleefd gebaar haar vriendin uitnodigde ook binnen te treden.
De vriendin was helemaal niet aantrekkelijk, niet van voren en nog minder van van achteren bekeken, reden waarom ik besloot geen verdere tijd met dat scharminkel te verspelen, zodat mijn keurende blik terug viel op de uitdagende heuvel van de eerste.
Ze slaagde er ongelooflijk goed in niets van de voorkant te onthullen, of op zijn minst, absoluut niets vanaf de schouders naar boven en bleef gedurig in de tegenovergestelde richting kijken en zich omkeren, zodat ik niet precies kon oordelen of de rest van voren correspondeerde aan de berg vanachteren, mezelf alzo verplichtend te concentreren op wat wel zichtbaar was. Het viel me terstond op dat er een eigenaardige plooi te bespeuren was boven aan haar beide billen, maar onder haar poepe, net alsof ze kunstmatig aangebracht waren, of ijlings voorzien, niet origineel toebehorend aan de omgeving, maar ik begreep toen nog niet goed waarom...
Ik bleef het paar ongemerkt gadeslaan (zo oordeel ik dat zelf toch altijd), terwijl ze zich neer zetten, één tafel van mij weg en ik kon bevestigen dat de lelijkste werkelijk uitermate lelijk was en de tweede veel lelijker dan oorspronkelijk verondersteld. Het viel mij ook op dat haar stevig achterwerk, geklemd in haar spannende broek, niet combineerde met haar slap wezen, ouder dan ik geschat had en zelfs menige rimpels wist te onderscheiden, vooral rond haar ogen, mond, neus en keel, zodat alleen maar het vel op haar wangen en voorhoofd uitgerekt bleek te zijn, gedurende een plastische ingreep, vermoedde ik, om recht te trekken wat omver gevallen was en plat te strijken wat overrompeld. De ingreep had zich ook voortgeplant naar de boezem, hoger op getrokken dan oorspronkelijk geboren, wat mijn wantrouwige blik onmiddellijk terug naar haar poepe afleed, waar ik de handen van de dokter nu duidelijk herkende en die wat te veel vel had opgetrokken in één enkele richting en het overbodige niet had verwijderd, maar opgestapeld, wat de extra plooi veroorzaakte die ik niet eerder had thuis gebracht...
...maar dat waren allemaal kleine patatjes in vergelijking met de stem die ze bekwaam was te produceren in de ruime omgeving, net zoals het geluid van een botte ijzerzaag op een metalen profiel, wat onmiddellijk prikkels en kiekevel op mijn huid veroorzaakte..
...allemaal echter nog bijlange niet te vergelijken met de vorm van haar korte stompe vingers, absoluut eender als verse bloedworst...