De Bhagavat Gita met toelichting van een bhakti yoga sannyasi
De Bhagavat Gita, een filosofische leidraad in een chaotische wereld
16-09-2024
Vers 40. Op dit pad is geen inspanning ooit verspild noch kan deze verkeerde resultaten voortbrengen. Zelfs het kleinste beetje van deze kennis in praktijk toegepast kent vooruitgang en beschermt je voor het grote gevaar.
Zelfloze activiteit om de Allerhoogste te plezieren gaat nooit verloren. Als je eenmaal dit devotionele pad hebt betreden, zelfs al is het maar een kleine afstand, wordt het je hondervoudig of meer aangerekend. Wanneer je dit pad tijdens je leven hervat begin je terug van waar je bent geëindigd. En als je in dit leven volledig ten val komt, begin je je volgende incarnatie terug van waar je bent geëindigd. Dus niets van deze zelfloze activiteit die je hebt verricht gaat ooit verloren en beschermt je bovendien voor de eeuwige kringloop van geboorte en dood.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
15-09-2024
Vers 39. O zoon van Partha, tot zover heb ik je de leer van kennis (Sankhya yoga) uitgelegd om tot Zelfrealisatie te komen. Nu zal ik je de leer van Karma yoga, van zelfloze activiteit, verklaren waarbij je gelijktijdig bevrijd wordt van de boeien van handeling als van hun gevolgen (Karma).
Heer Krishna heeft Arjuna de weg van kennis (Sankhya yoga) uiteengezet waarbij de Godszoeker om Zelfrealisatie te bereiken innerlijk zwaar dient te strijden. Oftewel verliest hij, oftewel wint hij maar in beide gevallen valt de strijd in zijn voordeel uit. Het andere Pad dat Heer Krishna nu zal uitleggen is de weg van zelfloze activiteit waarbij elke handeling een devotionele handeling wordt, opgedragen als een offer aan de Allerhoogste, en enkel om Hem te plezieren. Een activiteit op deze wijze uitgevoerd is geen materiële maar een transcendentale handeling en valt bijgevolg buiten de wet van Karma.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
14-09-2024
Vers 38. Plezier en pijn, winst en verlies, overwinning en nederlaag. Allemaal hetzelfde, kijk er naar zonder onderscheid te maken. Maak je klaar voor de strijd, je zult geen zonde begaan.
De zon maakt geen onderscheid, ze schijnt voor iedereen, zowel de goede als slechte mens. Verhef je boven de dualiteit van deze stoffelijke wereld, ken liefde noch haat, vreugde noch verdriet. Handel slechts met devotie en volledige overgave aan de Allerhoogste zonder gehecht te raken aan de wereld en haar belangen. Je hoeft aan de wetten van het materiële bestaan geen rekenschap meer af te leggen, enkel aan God. Begrijp dit echter niet verkeerd! Dat betekent niet dat men zomaar elke wandaad in naam van God kan begaan. Je dient eerst een Zelfgerealiseerde ziel te zijn alvorens je in aanmerking komt om je volledig van de aardse wetten af te keren want enkel dan zullen je handelingen in overeenstemming zijn met de Wil van de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
13-09-2024
Vers 37. O zoon van Kunti, als je wordt gedood zul je van het hemelse koninkrijk proeven, als je overwint zul je van het aardse koninkrijk genieten. Dus sta op en vecht!
Als Arjuna op het slagveld wordt gedood zal hij opgaan in het hemelse koninkrijk. Indien hij wint zal hij zijn koninkrijk op aarde regeren als een verloste ziel.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
12-09-2024
Vers 36. Je vijanden zullen je met smalende woorden belasteren en bespotten. Besef je hoe pijnlijk en vernederend dit voor je zal zijn?
De vijanden van Arjuna, de Kaurava's, die enkel strijden voor wereldse demonische belangen, zullen hem treiteren en bespotten met tal van woorden die te lelijk zijn om op te noemen. Bovendien zal Arjuna door niet te strijden ten val komen in de derde spirituele fase, die van een Kshatriya.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
11-09-2024
Vers 35. De grote legeraanvoerders, die eerbied voor je hebben, zullen denken dat je het slagveld uit angst ontvlucht en je hierom verachten.
Arjuna werd door vriend en vijand zeer geacht. Beide zullen zijn gedrag om het slagveld te verlaten echter verkeerd inschatten, namelijk dat dit niet uit mededogen maar uit lafheid is. Zijn vrienden medestrijders zijn ook spirituele zoekers op het pad naar Godsverwerkelijking, zijn vijanden zijn zoekers naar werelds fortuin en genot.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
10-09-2024
Vers 34. De wereld zal je voor eeuwig met schande gedenken en voor een edelman is schande erger dan de dood.
De derde spirituele fase van een mens, die van een Kshatrya (strijder) getuigt inderdaad van spirituele adel. De mens heeft reeds een lange spirituele weg afgelegd om in deze fase te geraken. Nu opgeven, op het moment dat het slagveld van Kuru-Dharma Kshetra hem roept om te strijden, en te verzaken aan deze o zo belangrijke spirituele evolutie, en hierdoor ten val komen, is inderdaad erger dan de lichamelijke dood.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
09-09-2024
Vers 33. Indien je weigert te strijden voor deze rechtvaardige zaak, verzaak je je plicht, je eer en bega je zonde.
Als een mens in deze derde spirituele fase van Kshatriya (strijder) weigert te strijden op het veld van Kuru-Dharma Kshetra komt hij vast te zitten in de vergankelijke wereldse, religieuze en familitradities. In plaats van zich, door niet te strijden, te vrijwaren van zonde, laadt hij zonde op zich en komt ten val.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
08-09-2024
Vers 32. O zoon van Partha, gelukkig zijn de Kshatriya's die ten strijde worden geroepen waarbij de poorten des hemels voor hen opengaan.
De derde spirituele fase waarin de mens opklimt is die van Kshatriya, de strijder. Alhier heeft hij de mogelijkheid te strijden op het slagveld van Kuru-Dharma Kshetra en het valse, misleidende geloof in de vergankelijke religieuze tradities te overwinnen. Ook al verliest hij de strijd, zijn daden zullen op het telraam van Karma niet verloren gaan en hem ten goede komen bij zijn volgende incarnatie.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
07-09-2024
Vers 31. Ook vanwege uw eigen plicht als Kshatriya moogt ge niet aarzelen. Want voor een Kshatriya is er niets zo heilzaam als een rechtvaardige strijd.
Volgens de Vedische religieuze traditie bestaan er binnen onze wereldse structuur vier kasten: Van de laagste tot de hoogste, Shudra's (arbeiders), Vaishnya's (kooplieden en handelaars), Kshatriya's (bestuurders en krijgers) en Brahmanen (priesters). Vanuit symbolische betekenis echter verwijzen deze vier groepen naar de spirituele evolutie van de mens. De Shudra is de eerste fase op het spirituele pad waarbij de mens op uiterlijke aanbidding van God en Godsadoratie is gericht. De Vaishnya begint meer naar de Allerhoogste in zichzelf te zoeken. De Kshatriya, de derde spirituele fase, is die van hevige innerlijke strijd waarbij de spirituele mens de religieuze vergankelijke tradities dient op te geven. In de laatste fase, die van Brahmaan, gaat de spirituele mens steeds meer op in de Allerhoogste tot hij Godsverwerkelijking bereikt. Op het moment van totale versmelting met de Allerhoogste lost ook de mens als Brahmaan op en blijft enkel nog Hij, de Geliefde, over.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
06-09-2024
Vers 30. O afstammeling van Bharata, het Zelf dat in elk lichaam woont kan nooit worden gedood. Daarom hoef je over geen enkel schepsel te treuren.
Gezien enkel het lichaam, het omhulsel, sterft hoeven we dus niet te treuren maar dienen kracht en troost te putten uit het feit dat het Zelf onvergankelijk is. Dat wil geenzins zeggen dat we geen mededogen dienen te hebben met stervenden en alle mogelijke hulp moeten bieden om het stervensproces zo comfortabel en pijnloos als mogelijk te laten verlopen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
05-09-2024
Vers 29. De ene hoort met verbazing over het Zelf, een ander beschouwt Het als wonderbaarlijk. Al wordt er veel over gesproken, de meerderheid luistert zonder te begrijpen.
Zalig zijn zij die het Zelf kennen. Gelukkig zijn zij die met verbazing over het Zelf horen, er meer over willen weten, en inzien dat het Zelf wonderbaarlijk is. De massa echter luistert zonder belangstelling, zonder ook maar iets op te nemen of te begrijpen.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
04-09-2024
Vers 28. In het begin is het ongemanifesteerde en op het eind is het ongemanifesteerde. Enkel in de tussenliggende fase zijn er vormen. Welke reden is er dan voor droefenis?
Hoe wonderbaarlijk is het proces der schepping. In het begin bestaat enkel het ongemanifisteerde. In het tussenstadium neemt het ongemanifesteerde vorm aan. Op het einde keren alle vormen terug naar het oorspronkelijke ongemanifesteerde. Enkel in het tussenstadium is er dus vorm en het kennen van vorm, net zoals een droom die echt lijkt maar bij het ontwaken terug oplost in niet-bestaan. Vermits het Absolute eeuwig hetzelfde is wordt er niets aan toegevoegd noch gaat er iets van verloren. Dus zelfs voor atheïsten die niet in het bestaan van een ziel geloven is er geen reden tot treurnis want niets gaat er verloren of wordt vernietigd.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
03-09-2024
Vers 27. Het is onvermijdelijk dat alles wat geboren wordt met zekerheid zal sterven en alles wat is gestorven met zekerheid opnieuw wordt geboren. Je hoeft dus niet te treuren.
Geboorte en dood maken deel uit van de kringloop van het stoffelijk bestaan. Zolang deze kringloop niet wordt doorbroken blijft de ziel voortdurend van het ene lichaam naar het andere verhuizen. Maar zelfs in dat geval dient Arjuna niet te treuren gezien de ziel onverwoestbaar is.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
02-09-2024
Vers 26. Zelfs als je denkt dat het Zelf voortdurend wordt geboren en voortdurend sterft heb je nog geen reden om te treuren, O sterkgearmde.
Zelfs als Arjuna de opinie deelt van de materialistische wetenschap en filosofie dat het Zelf tesamen met het lichaam sterft, het Zelf ook telkens opnieuw in een nieuw lichaam wordt geboren. Ook in dat geval dient Arjuna niet te treuren want de chemische elementen waaruit de cyclus van leven en dood bestaan zijn onvergankelijk. Gelijktijdig echter spreekt Heer Krishna Arjuna aan met sterkgearmde, wat betekent om toch niet aan deze zienswijze toe te geven.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
01-09-2024
Vers 25. Er wordt gezegd dat het Zelf ongemanifesteerd, onvoorstelbaar, ondenkbaar en onveranderlijk is. Daarom heb je, deze waarheid kennende, geen reden om te treuren.
Het Zelf dat in ons woont als Goddelijke vonk is identiek aan de Allerhoogste. Feitelijk bestaat enkel de Allerhoogste waaruit alle manifestaties zijn ontsproten, de zichtbare en onzichtbare, de stoffelijke en onstoffelijke. Hoe het Zelf echter te kennen als Het ongemanifesteerd, onvoorstelbaar en ondenkbaar is? Onze zintuigen kunnen slechts dat waarnemen wat ze kunnen overdenken. Het is dus belangrijk om tijdens onze meditatie over het Zelf of de Allerhoogste onze zintuigen en ons denken zoveel als mogelijk het zwijgen op te leggen en enkel de Stem van de Stilte waar te nemen. Verder dienen we naast onze dagelijkse meditatie het mystiek voortschrijdend proces gewoon te vertrouwen en wachten tot Dat wat buiten tijd en ruimte heerst zich in het diepste van ons innerlijke plots als een bliksemschicht manifesteert. Doch intussen dienen we niet te treuren omdat de Vedas, wat kennis betekent, reeds een tipje van de sluier oplichten zodat we de moed niet verliezen en opgeven.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
31-08-2024
Vers 24. Het Zelf kan niet in stukken worden gesneden, is onverwoestbaar en onoplosbaar. Het is allesdoordringend, onbeweeglijk, onsterfelijk en eeuwig Hetzelfde.
Het Zelf kent begin noch einde. Arjuna dacht ten onrechte dat de familietradities de enige en eeuwige Sanatana Dharma was en dat door deze familietradities te vernietigen hiermee ook aan de Sanatana Dharma een einde zou komen. Religieuze riten en familietradities worden echter door de mens in het leven geroepen en zijn vergankelijk zoals alles in de stoffelijke wereld. Nog altijd zorgt deze verkeerde godsdienstige opvatting en denkwijze voor religeus geweld bij een groot aantal fanatieke gelovigen, hiertoe dikwijls aangezet door de relgieuze leiders, en soms ook door de politiek zoals het hen uitkomt. De Allerhoogste, Die alles doordringt en Die alle levende wezens bezield, is de Ene onverwoestbare en eeuwige Sanatana Dharma.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
30-08-2024
Vers 23. Noch wapens kunnen het Zelf doorklieven, noch vuur kan het Zelf verbranden, noch water kan Het doordrenken, noch wind kan Het drogen.
Het Zelf is onveranderlijk, onvergankelijk, is eeuwig. Geen enkel wapen is bij machte het Zelf te vernietigen, noch atoomwapens, noch volgens de Vedas wapens uit een ver verleden, die werden aangedreven door water, lucht, vuur en ether. Het Zelf is onbegrensd en eindeloos. Hoe wonderbaarlijk toch is dit Zelf dat in ons woont en ons bestuurt.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
29-08-2024
Vers 22. Zoals een mens zijn afgedragen en versleten kleding wegdoet en nieuwe aantrekt, zo werpt ook het Zelf zijn oude en afgeleefde lichaam weg en gaat binnen in een nieuw lichaam.
We hebben in een vorig vers reeds uitgelegd dat de mens tijdens zijn stoffelijk bestaan verschillende lichamelijke transformaties ondergaat, van kind naar jongeling, dan naar de rijpere man of vrouw en tenslotte naar een oud en tenslotte ziek lichaam tot dat de dood intreedt. Vervolgens gooit het Zelf zijn oude lichaam weg en verhuist naar een ander nieuw lichaam. Dit proces gaat continu door tot we de kringloop van geboorte en dood beëindigen door ons over te geven aan de Allerhoogste, die als Overziel (Paramatma) in ons lichaam woont. De ziel (Jiva atma) van de mens is de genieter en degene die lijdt in de stoffelijke wereld (wet van oorzaak en gevolg, karma). De Overziel kijkt innerlijk toe als getuige en helpt de ziel (de mens), indien hij wil, het proces van de stoffelijke genietingen en pijn te overwinnen en uiteindelijk voor eeuwig te versmelten met de Allerhoogste, de Geliefde.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis
28-08-2024
Vers 21. O zoon van Partha, hoe kan iemand die het Zelf kent als ongeboren, eeuwig en onverwoestbaar een ander doden of zichzelf laten doden?
Arjuna wordt hier door Heer Krishna aangesproken met zoon van Partha. Partha is de naam van Kunti, Arjuna's moeder. Als dierbare vriend van Arjuna spreekt Heer Krishna hem dusdanig aan. De verlichte ziel weet dat hij niet gedood kan worden noch iemand kan doden. Dat wil geenszins zeggen dat men zomaar kan doden of anderen aanzetten om te doden. "Gij zult niet doden" is de eeuwige kosmische wet. Iedereen heeft in deze stoffelijke wereld wel het recht om zich te verdedigen of anderen, die onrecht wordt aangedaan te beschermen. Dit vers kan echter door mensen met kwade bedoelingen of fanatici gemakkelijk worden misbruikt om ten onrechte te doden of te laten doden zoals het hen uitkomt.
Categorie:Bhagavat Gita Hoofdstuk 2 Het pad van kennis