Of: Hoe de heksenjacht op Trump begon, en hoe gerechtelijke dwalingen leiden tot gigantische schadevergoedingen.
In de glorietijd van het #Metoo-gekweel dook er in de VS een schrijfster op die Trump beschuldigde van verkrachting. Achtentwintig jaar geleden (!) zou Trump haar in een kleedkamer van een warenhuis seksueel aangerand hebben. E. Jean Carroll was haar naam. Zij wijdde in haar nieuwe boek een fragment aan haar relaas over de aanranding en verkrachting. Uit angst voor publieke vernedering zweeg ze tot nu. Twintig lange jaren heeft het mens nodig gehad om zich te bevrijden van haar angsten. Gefrustreerde vrouwen met diepgewortelde mannenhaat kennen geen angsten, zij kanaliseren hun ergernissen over vroegere erotische mislukkingen in verzonnen aanklachten jegens mannen met zgz seksuele grensovertredingen. In het geval van Carroll koos zij Trump als mascotte om met haar verleden in het reine te komen. En om haar nieuwe boek kracht bij te zetten, zoog ze een verkrachtingsverhaal uit haar duim. Trump verwerpt de beschuldiging. In een verklaring stelt hij dat hij Carroll nooit ontmoet heeft en "dat haar boek in de afdeling fictie moet verkocht worden".