In 1513 verwerft de Vlaming Jácome Groenenberg (Grunenberg of Grünenberg zeggen de Duitse residenten hier , zij willen oh zo graag dat het een Duitser was maar in feite was het een Vlaming. Vlaanderen was toen de Bourgondische Nederlanden en omvatte grote delen van wat nu Duitsland is) de Barranco de Las Angustias met alle land en water voor 8ooo gouden Florijnen. Water dat hij nodig had voor zijn suikerriet plantages op de berghellingen van Argual.
In de ravijn is duidelijk te merken dat de eilandbewoners intensief gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid tot bananenteelt. Elk stukje platte grond is in cultuur gebracht.
Bij de ingang van de kloof ligt het kerkje van "Nuestra Señora de Las Angustias" (Onze Lieve Vrouw van de Smarten).De kerk werd door Jácome Monteverde (Verspaansing van Groenenberg) gebouwd ter nagedachtenis van 39 door zeerovers onthoofde Spaanse edellieden.
De oranje pijplijn op deze foto vervoert het broodnodige water dat rechtstreeks vanuit een galerij in de berg de bananenvelden bevloeid.
De Heer en Mevrouw Jácome Groenenberg die behoorden tot Palmese aristocratie uit die tijd kwamen hier elke week een eredienst bijwonen. Enkele decennia terug werd de kapel volledig gerestaureerd met de toen nog gulle steun van de Europese Unie.Twee nonnen waren luid aan het bidden. Ik kon mij voorstellen dat de geest van señor Monteverde hier 's nachts herinneringen komt ophalen aan de 'gouden' tijden van zijn suikerriet plantages.
De suiker, geproduceerd door de suikerfabrieken van Jácome Monteverde in Argual en Tazacorte was een van de belangrijkste producten die de schepen uit die tijd naar de haven van Antwerpen vervoerden en op de terugweg brachten zij uit de ateliers van Brussel, Antwerpen , Brugge en Gent uit hout gesneden altaren en andere kunstvoorwerpen mee. Deze commerciële uitwisseling was nauw verbonden aan de bevolking van het eiland die bestond uit vele Vlaamse migranten, zoals Lodewijk (Luis) van de Walle en Van Praet, Pablo Van Dale en andere karakteristieke namen zoals Van Gemert (Wangüemert), Van Patris, Guisla of Ghiselin, Brier enz...
Door de nauwe zakelijke banden met Vlaanderen, heeft het eiland een uniek erfgoed van Vlaamse kunst verworven, waar de huidige Palmeros met recht erg trots op zijn.
De vergulde Maria, een werkstuk uit een Brabants of Antwerps atelier, draagt een stervende Christus in haar armen. Een piëta in typisch piramide vorm. De madonna kijkt gelaten. Ze heeft het ergste gehad, bij de dood van haar zoon valt alle leed in het niets. Al in 1522 werd het door de bisschop van La Palma geïnventariseerd en is daarmee het oudste beeld van op het eiland.
|