De witte kever...met Gerhard, vriend Marcel en Mark met z'n toeter op koninginnedag! Rick wordt er nèt uit gehesen. Dick en Anda woonden vlak bij ons in net zo'n hoge flat als deze en dan wel helemaal bovenin!
Onze eerste auto was een blauwe Volkswagen, een kever. We waren er geweldig blij mee. Nu waren we niet meer afhankelijk van treinen en bussen wanneer je met de kinderen op familiebezoek ging. In Hengelo kwam Wim eens verbouwereerd op zondagmorgen uit de kerk. Het achterbumpertje was er af. En...er was te zien dat er een lantaarnpaal in het achterspatbord gezeten had. Het is nooit weer helemaal goed gekomen. Het is wel uitgedeukt en geplamuurd, maar de bumper heeft er nooit weer aangezeten. Ook de verwarming ...daar was wat mee. Ik kreeg altijd hoofdpijn als we naar Vorden geweest waren. Er kwam daarna een witte volkswagen. Pa hielp financieel een beetje mee. Daarmee zijn we naar Badenhard en de Harz geweest. Ook daar had Wim iets met paaltjes. In de Harz was een heel groot parkeerterrein met één paal in 't midden. Dick en Anda weten het misschien nog wel. Met het achteruit rijden...ja...dat paaltje had er niet moeten staan. Het was zo'n auto met voorstoelen die je naar voren kon klappen. Wanneer ik de jongens achterin de auto had en ik moest remmen...hield ik automatisch met m'n rechterarm die stoel tegen, want anders lagen alle drie jongens voorin. Veiligheidsriemen... daar hadden we toen nog niet van gehoord, laat staan van goedgekeurde kinderstoeltjes, van airco, cruise control of verwarmde spiegels! Soms begon die auto ook heel hard te razen, zo noem ik het maar en dan moest je even stoppen en naar de achterklep, omhoog.. en dan moest er een palletje omgekiept worden. Eens toen dat ding voor een stoplicht opnieuw begon te razen, stopte ik gauw, er uit...klep omhoog en net toen ik m'n hand uitstak was iemand me voor en deed een galante ridder, die het euvel ook kende, het even voor me. Dat waren nog eens tijden!
Rick,afgelopen september, in het Brandweermuseum in Borculo
Daar aan de Marnixstraat hadden we regelmatig logées. Ben en Niesje met de kinderen waren regelmatig bij ons te vinden, ja toen ook al. Vaak kwamen ze met een busje van van Gelder. En wat daar allemaal uitkwam...dat wil je niet weten. Maar Niesje vond het heel handig om zoveel mogelijk gemakken zoals kinderstoel e.d. mee te nemen wanneer je toch met het busje ging. Niesje wilde ook niet verlegen zitten om kleren. Zo gauw ze bij ons waren gingen de nette kleren uit en de speelkleren aan. Catharina viel bij ons een keer bijna door het glas van de voordeur. Die is toen snel vervangen. De nieuwe deur werd een pronkstuk ....met een onderdeurtje. Ook oma van der Kolk komt wel eens met Arend, Gera, Catharina of Gerard logeren. Gera vertelde later eens: "Het leukste vond ik dat ik boven in de woonkamer in de boekenhoek mocht slapen mèt Laska". Daar stond ook de muziekinstallatie met koptelefoon. Wim lag daar zondagsavonds altijd naar "Gute Nacht Freunde... Es ist Zeit für mich zu gehn....usw... te luisteren naar Anne van Egmond. We hebben zelf ook erg goeie herinneringen aan alle logeerpartijen. Eens ging oma na zo'n bezoek weer terug met de trein met (ik geloof) Arend en Gerard en gingen Rick en Mark ook mee naar Hattem. Na Borne ging de trein stilstaan...pech. Mark, altijd in voor iets bijzonders, was al snel buiten de trein om te kijken. Ook Arend en Gerard waren nieuwsgierig. Oma heeft wat uitgestaan met dat stel! Toen werd er omgeroepen dat ze met bussen verder zouden rijden naar Almelo. De kinderen waren al snel op weg naar buiten,.....maar...oma vertelde het later vol trots: "Rick, daar heb je wat aan. Die greep eerst alle bagage en ging toen samen met mij naar de bus."
Gera ---ja die was altijd al gek op dieren. Hier zit ze bij ons aan tafel met...misschien is dit Flappie wel. Nu woont ze in Canada op een boerderij en heeft ze drie honden, een hele zooi katten een stel mooie Cochin kippen en waarschijnlijk nog wel meer!
[b]Eén van die bewuste 10 konijntjes was naar Ben en Niesje meegegaan naar Hattem. Ze hadden al een kat: Mur. Nu dus ook een konijn: Flappie. De kinderen waren er dol op, maar ik heb begrepen dat pa Ben toch altijd het hok moest schoonmaken. Het was ook een probleem wanneer ze op vakantie gingen, maar vriend Mannes wist de oplossing. "Ik nem 'em gewoon met naor mien huus. Ik doe ém wel zolange in de fietsetasse." Ben en Nies konden dus rustig op vakantie. Fijn als je zulke vrienden hebt. Na drie weken komen ze terug. De kinderen lopen gelijk naar Flappie, die al weer in z'n hok op ze zat te wachten. "Goh...zegt Catharina...moet je kijken... Z'n oren zijn in de vakantie gegroeid". Het was altijd al zo'n opmerkzaam kind. Wanneer Mannes en Alie wat later op bezoek zijn, komt de aap uit de mouw.Toen Mannes Flappie had opgehaald en in z'n fietstas had gestopt, ging hij nog even buurten bij vrienden. Toen hij daar wilde wegrijden ...was Flappie al spoorloos. Hij had van armoe maar een nieuw konijn gekocht die er sprekend op leek. Tja...Catharina hou je dus niet voor de gek. Nog geen week later bijt de Duitse herder bij hun op het pleintje een konijn dood: Flappie. Die had dus een hele afstand afgelegd om voor z'n eigen deur nog doodgebeten te worden![/b]
[b]Aan de Marnixstraat hadden we een tuin. En hoe we er aan kwamen weet ik niet meer, maar we kregen twee konijnen...twee mannetjes werd ons verteld. Alleen kreeg één van die "mannetjes" op een heel koude nieuwjaarsnacht met -10 een nest met naar later bleek 10 jonge konijntjes. De hele buurt werd enthousiast. Na verloop van tijd mochten ze af en toe op de keukentafel om mee te spelen. We hebben later nogal moeten leuren voor we ze weer kwijt waren. Vader konijn hing op een gegeven moment aan m'n hand...hij beet. Dat betekende zijn einde. Buurman Hazelaar werd daarvoor benaderd. Moeder konijn hebben we nog lang gehad: Juliaantje...omdat ze een oranje gloed op haar vacht had. Toen kleine Laska kwam was het geluk van onze jongens ... en mij... compleet. Het was een kruising tussen een schotse collie en iets van een terrier en nog wat onbekends. Het was een echte speelhond..die hond mocht altijd meedoen. Na schooltijd werd ze steevast opgehaald om in de schooltuin verstoppertje of buskruitje te doen:"Mag Laska ook buiten spelen?" Soms waren ze wel met z'n tienen. Ze sloegen de bal vreselijk ver over de school weg... Laska haalde die snel op en legde die netjes weer op z'n plek. Intussen hadden ze zich vlug allemaal verstopt.... In een boom, achter een heg, in het fietsenhok of zelfs erop! Telkens wanneer ze één van de kinderen uit de buurt gevonden had, blafte ze heel vrolijk...zo van: je bent er bij! Het was toch blijkbaar geen schoonheid in ieders oog. Toen Anneke Laska voor het eerst zag zei ze :'t Liekt wel een rotte[/b]".
Ja..ook Bertus en Marijke kwamen ons opzoeken in Badenhard. Hier proberen Bart en Marieke de douche uit met Rick en Mark. Het water loopt gewoon van de berg af!
In deze tijd woonden we aan de Marnixstraat in Hengelo. Terwijl ik wel eens inviel aan de Marnixschool waren me die hoge huizen opgevallen. en op één of andere manier zagen ze er wel gezellig uit in dat rustige straatje. Toen er uiteindelijk één te koop kwam en voor ons betaalbaar was, zijn we gaan kijken. We waren gelijk verkocht! Soms kun je dat hebben hè? Pa was meegegaan en had op de bouw en de prijs (52.000) gelet. Hij was immers ook taxateur voor de (toen) Raiffaisenbank in Vorden. We woonden eerst in de Hengelose Es in die benedenflat met veel plezier, maar het leefklimaat veranderde. Dick en Anda waren al naar Groot Driene verhuisd. Marinus en Jenny gingen terug naar Hardenberg. Han en Riet gingen ook naar een ander deel van Hengelo en er kwamen steeds meer mensen die onder oude auto's lagen te knutselen. Dat was op zich niet zo erg maar met die muziek erbij was het minder! Het huis aan de Marnixstraat had beneden een soort living met keuken. Dezelfde ruimte boven was bedoeld als woonkamer en de bovenste verdieping was de slaapafdeling met badkamer. We hebben er met ongelofelijk veel plezier gewoond. Eerst naast Betsy en Henny met hun 4 kinderen. Zij hadden nog de oude indeling met veel aparte kamertjes. Henny had er veel aan geknutseld in de vorm van heel wat zorgvuldig getimmerde kastjes.Ze waren er een beetje uitgegroeid en nu hun kinderen opgroeiden hadden ze behoefte aan meer ruimte èn gingen ook naar een ruimer huis in Groot Driene. Toen kwamen Bertus en Marijke in beeld met de nog kleine Bart en Marieke. Wat hebben we veel plezier van en met elkaar gehad. Bertus ging ogenblikkelijk aan de gang met uitbreken. Hij komt uit een grote familie met 8 jongens en 2 meisjes. Het was net of iedereen meehielp. Met man en macht werd er gewerkt en later behangen. Dat was voor de vrouwenploeg! Op een ochtend komt Betsy bij me en we kijken even boven uit het raam. Er kwam iets van een onderdrukte snik bij haar uit en daarna een kreet:"Oooohhhh.....kijk toch eens ...al die kastjes die Henny gemaakt heeft...! Inderdaad, alles lag al in de regen buiten. Als Bertus iets aanpakt..gaat het gelijk rigoreus!
[b]Vlak nadat pa en mama terug waren uit Amerika was het feest. Henk en Anneke gingen trouwen. Wim zei altijd al dat hij meer begrafenissen als trouwerijen had meegemaakt. Dat was dus niet bij gebrek aan huwelijken. En warempel...ligt hij weer in bed met griep. De huisarts had nog één of ander paardemiddeltje voorgeschreven, maar griep is griep....hij lag die hele dag in z'n bedje. Ik met de drie jongens naar Vorden. Het scheelde dat ze zich voorbeeldig gedroegen. Er was gelukkig ruimte genoeg om te spelen bij de gelegenheid in Barchem waar later feest gehouden werd, een feest met alles er op en er aan. Er was daar ook een biljart en ik zie nog zo het kleine nichtje Marjan met de keu door het groene biljartlaken steken. Al eerder zat Wim op zee toen neef Jan in Hattem trouwde en toen Ben en Diny 12 1/2 jaar getrouwd waren lag hij in 't ziekenhuis. Hij had een soort snelle botontkalking in z'n heup en daar gingen ze juist toen een punctie van nemen. Het kwam gelukkig allemaal in orde. Net zo snel als de ontkalking was ontstaan, genas het ook weer. Nee Wim en bruiloften....... Maar Gerhard is een waardig opvolger. Die presteerde het om een week voor z'n eigen bruiloft het ziekenhuis in geschopt te worden met voetbal en moest het hele feest 4 maanden uitgesteld worden! Altijd baas boven baas!![/b] zie weblog 1 - 4 september-
Het huis van Herman en Nettie waar nu achter-kleindochter Amanda in woont.
[b]In 1975 was het zover. Pa en mama gingen samen met oom Sjoerd en tante Hermien ook op bezoek bij Herman en Nettie in Iowa. Je kunt wel zeggen: de reis van hun leven. Er moest veel geregeld worden. De boerderij moest doorgaan en de "verzorging" van de beide broers die nog thuis waren. Ben en Diny kwamen met Berend Jan toen maar tijdelijk op "De Boomgaard" om de honneurs waar te nemen. Diny kende het klappen van de zweep als geen ander. Ze had al zo lang meegeholpen voor ze met Ben trouwde. Ook werd er een bezoek aan de notaris gebracht. "Iej laot heel wat achter en ie wet maor nooit! As dat vliegtuug naor beneden kump...verkoop iej de hele boel maor!" Hun vliegtuig kreeg gelijk bij de start al een lekke band en daardoor misten ze de aansluiting bij het overstappen en hebben een hele nacht op een vliegveld zitten wachten in een dekentje. Maar eenmaal in Sibley was alles vergeten en ze genoten van hun verblijf daar. Ze verbaasden zich erover dat ze om een hapje ergens te gaan eten ze een anderhalf uur moesten rijden. Wanneer ze ergens op bezoek gingen werd er eerst gepraat en nieuwtjes uitgewisseld en daarna kwam pas koffie en eten en drinken op tafel. Het zal wel zijn omdat je na die tijd nog een eind te gaan hebt. Anders dan in de Achterhoek. Zo gauw je daar binnen bent is het eerste wat er gevraagd wordt: "Köpken koffie?" Oom Herman heeft ze alles laten zien op het gebied ven het boeren daar. Ook oom Sjoerd was vol belangstelling. Die heeft in die tijd nog een paar mooie rokjes genaaid voor tante Nettie. Mama was helemaal wèg van tante Nettie. Zo'n lieve schoonzus! Nettie bakte iedere morgen hun eigen brood. Ze gingen ook op bezoek bij Harold en Luella en Charlie en Leone die met hun gezin in de buurt woonden. Het bezoek aan Berdina en Curtis was verder weg..in Minneapolis. Daar werden ze ook geweldig ontvangen. Mama was helemaal vertederd door kleine Pam die 's morgens gezellig bij haar in bed kroop. Kleine Pam is al groot en heeft zelf ook al weer een kind. Nu is de Hollandse familie aan de beurt om dit keer Berdina en Curtis met open armen binnen te halen.[/b]
In 1932 ging opa Eggink op reis. Hij ging naar Herman in Amerika om te zien hoe het hem ging. Hij had eigenlijk een heel avontuurlijke inslag, maar was getrouwd, kreeg 10 kinderen en ja... dan ga je maar zo niet meer weg. Maar wèl Johan Eggink. Mijn vader Hendrik Jan was toen 21 en hielp mee de boerderij in Barchem te verzorgen èn opa ging. Hij schreef zijn belevenissen op in een klein oranje dagboekje. Hij vertelde over de reis per schip, over de hymnen in een kerk in Londen die hij zo mooi vond en over de ijsbergen die hij zag. Toen hij zag dat er veel mensen zeeziek werden, was hij blij dat Bram niet meegegaan was zoals eerst nog de bedoeling was. Bram was toen een jaar of 8. Per trein reisde hij vanaf New York verder westwaarts en daarna werd het laatste stuk per bus afgelegd. Eigenlijk wilde opa zo onverwacht bij Herman en Nettie voor hun neus staan. Op het laatst was hij de enige passagier in de bus en de chauffeur maakte een praatje en hoorde dat hij bij Herman Eggink moest zijn. Hij belde daarop bij een volgende stop stiekem Herman op om te vertellen: "Ik heb hier je vader in de bus en we komen er aan". Zo stonden ze hem toch op te wachten bij de bus, Herman, Nettie èn de kleine Harold. Hij is al met al een half jaar weggeweest, beschreef alles wat hem opviel onderweg en over het leven daar. Toen ik later na opa's overlijden dat boekje meekreeg om te lezen, las ik ook op school telkens een klein stukje voor. De brugklassers luisterden met aandacht en vroegen na iedere les om nog een klein stukje. Het boekje ging uiteindelijk terug naar ome Jan. Toen ome Jan ziek werd en wist dat hij niet meer lang zou leven gaf hij mij het boekje terug en ik bewaar het als een waardevol document!
Luella met Nancy samen met oom Bram (de jongste van de 10) en tante Betty. -april 2006-
Eén van de 10 kinderen van opa en opoe Eggink was Herman. Hij was de oudste en wilde graag boer worden. Toen de meester in de Wildenborch aan het eind van de middag eens wat tijd overhad, vroeg hij de kinderen wat ze later wilden worden. Herman zei toen: "Ik wil naar Amerika, want ik wil boer worden". "Dan mag je eerst wel het Engelse alfabet leren en tot honderd leren tellen in het engels". "Leer het me maar!",zei Herman. De volgende dag kende hij het. Toen hij 21 was gaf opoe eindelijk toestemming om te gaan. Hij kreeg zijn erfdeel mee en ging naar Amerika. Hij kwam in Iowa terecht, werkte eerst bij verschillende boeren en toen hij tante Netty ontmoet had en trouwde, begon hij voor zichzelf. Het was geen vetpot. Hij heeft zijn memoires geschreven: Goals in Life. Met grote interesse heb ik zijn levensverhaal gelezen. Eigenlijk kreeg hij het pas beter toen de tractor bij hem in beeld kwam. Daarvóór was hij vaak afhankelijk van anderen en gooide het weer vaak roet in het eten bij de oogst. Ze kregen 4 kinderen waarvan Harold de oudste is, daarna Charly en Berdina is net zo oud als ik. Henry is genoemd naar vader Hendrik Jan die toen net verongelukt was in 1946. Ik weet nog dat zijn brieven gespeld werden door de familie en van hand tot hand gingen: "D'r is weer een breef van Herman!" Herman werd bekend door zijn Holstein met Fries vee gekruiste koeien, die nu overal in de wereld rondlopen. In Nw Zeeland zagen we ze ook. Ze zijn verscheidene keren terug geweest in Nederland, toevallig waren ze ook op onze bruiloft. Oom Herman is dik in de 90 geworden. Bij zijn laatste bezoek aan ons land kwam Harold mee en het was net of het een oudere broer van me is. Later is hij met zijn vrouw Luella geweest. Luella en dochter Nancy kwamen vorig voorjaar hier weer naar toe. Het was erg leuk. Ze genoten van Amsterdam, de Keukenhof, de familie en de rondreis langs de plekken waar vader Herman opgegroeid was. Hier in Emmen hebben we ze natuurlijk ook onze hunebedden laten zien! Een jaar geleden zijn Ben en Diny bij Harold , Charlie en Berdina op bezoek gegaan en kwamen helemaal enthousiast terug. Dit komend voorjaar komen Berdina met haar man Curtis naar Nederland om de roots van vader Herman op te zoeken.
Later in Hengelo aan de Jan Voermanstraat werden Rick en Mark zo weer opgehesen naar het balkon. Links Gerhards grote vriend Marcel! Rechts Johan!
[b]Dat jaar in Aalten was zo'n tussenjaar...het jaar 1967 van.. Rick, die daar geboren is, het jaar van wennen aan de wal, het feest van Willem Alexander die toen ook geboren is, het leren huishouden wat wel wat tegen viel. de bakker die nog langs de deur ging.
Toen ik na een poosje in Aalten vermoedde dat ik wel eens weer zwanger kon zijn, ging ik naar de -wat ouderwetse -huisarts. Met Wim had ik afgesproken dat we een lekkere kip zouden eten wanneer dat inderdaad het geval zou zijn! Ik kom bij die huisarts Knol en vertel mijn vermoeden. En wat zegt die man: "Wacht nog maar een maandje, dan weet je het zeker!" Erg assertief was ik toen nog niet en ging gewoon weer naar huis. We aten die dag wèl kip!
Dat jaar ging ik ook naar de Vrouwenvereniging, een bloeiende vereniging met veel jonge vrouwen net als ik. Er werd met me mee geleefd toen Rick geboren werd. Na een paar weken kwam er een afvaardiging. Ik was zo druk geweest om het baden en voeden op tijd klaar te krijgen!! Maar het is gelukt. Er werd koffie gedronken, cadeautje uitgepakt en bijgepraat. Na een uurtje ging de afvaardiging weer naar huis ....zonder dat ze ....baby Rick zelf bewonderd hadden. Niet te geloven toch![/b]
Dit was onze tweede volkswagen, wat jaren later.Ja...inderdaad Wim nog zonder baard. Ook leuk! Die oranje trui was favoriet.
[b]Toen we nog in Hattem woonden ging ik op rijles. We hadden wel geen auto, maar Wim vond het belangrijk dat ik dat papiertje haalde. En zo kreeg ik de eerste beginselen van het rijden onder de knie. Collega Bart Dekker was mijn rij- instructeur. Hij prees me de hemel in. We lachten wat af! Ik kon nog net examen doen in Zwolle voordat we verhuisden. Ik zakte jammerlijk. Dat was me wat....voor het eerst in m'n leven gezakt! Ze zeggen wel eens dat je alles in je leven een keer moet meemaken, maar dit voelde als een geweldige afgang! In Aalten pakte ik de draad weer op...ging weer op rijles ...en slaagde. Toevallig kregen we toen net ons eerste volkswagentje omdat Wim bij Stork in Hengelo zou gaan werken. En ik ging het dorp in om boodschappen te doen. Ik had m'n kevertje keurig geparkeerd tussen een paar andere auto's, maar toen ik weer weg wilde kon ik er niet tussen uit komen zonder een auto te raken. Ik draaide maar aan het stuur...wat ik nu juist niet had moeten doen. Nee...niet lachen! Gevolg: een deukje in een andere auto. De paniek sloeg toe. Ik zag geen eigenaar en dacht maar één ding: naar Wim toe. Ik op huis aan, maar gelijk met mij was ook de eigenaar van die auto meegereden. Hij was gelukkig niet boos en alles is toen ter plekke geregeld. Autorijden is nooit mijn ding geworden![/b]
Zondagmiddags komen Tante Hermien en oom Sjoerd met Gerke, Heiny en Carin vaak bij ons, ook tante Riek met oom Jaap en Johan en Jaapje. Carin is naar de tantes genoemd: de c van Coba, de a van Aartje, de r van Rika en de in van Dien. Alle zussen vernoemd in één naam: Carin. Het altijd heel gezellig en we zitten in de grote keuken, die alleen op zondag, bij visite en feestdagen gebruikt wordt. Johan is de oudste zoon van oom Jaap en tante Riek. Hij is geestelijk gehandicapt. De hele dag zijn ze met hem bezig. Op een keer is er bij ons paniek. Johan heeft zitten sabbelen op een inktpotlood. Dat is heel giftig, volgens opoe en hij moet veel melk van haar drinken. Op zon middag laat tante Hermien wat pukkeltjes op het hoofdje van Heiny zien.Daor moj mee naor de dokter, zegt opoe. En zo beginnen de onderzoeken en komt aan het licht dat Heiny leukemie heeft, een toen ongeneeslijke bloedziekte. Opoe zet ons gelijk aan het bramen plukken, want die zijn zo bloedzuiverend, weet ze!We hebben er die zomer héééél veel geplukt! Janneke is ondertussen ook al geboren in het gezin van oom Sjoerd en tante Hermien. Ik zie Heiny nog zitten in haar bedje op de veranda met een inwit gezichtje. Ze redde het niet, ondanks de bramen. Wat een verdriet. Ik denk dat ze ongeveer 3,5 jaar oud is als ze overlijdt.
Intussen zitten Gerke en ik op de Bewaarschool, zoals de kleuterschool ook wel genoemd wordt. Ik wil alles vreselijk goed doen en vind het verschrikkelijk dat ik mn vliegtuigje niet in elkaar kan vouwen. Ik heb er geloof ik niets van overgehouden, maar leuk vond ik het niet in zon volle klas. Echt spelen kan ik me ook niet herinneren, wel stilzitten met de armen over elkaar èn werkjes doen.
Dat is een hele duidelijke herinnering: Kom maar bij opoe.
-Opoe was warm, opoe was er altijd. Wanneer mama zo verdrietig was en ik tegen mama zei:Niet huuln mama, niet huuln ik bun dr toch, antwoordde ze meestal:Och kind ij liekt zo op oew vader. En dan huilde ze nog meer.
-Opoe zong liedjes met ons:
t Karretje dat op de zandweg reed,
De maan scheen helder, de weg was breed.
En t paardje liep met luste.
Ik wed dat het zelf de weg wel vindt,
De voerman leidt te ru u u ste
Ik breng je wel thuis mn vrind, mn vrind,
Ik breng je wel thuis mn vrind
Of:
Roodborstje tikt tegen t venstertje aan .Laat mij erin Laat mij er in .
En ook:Op de grote stille heide , dwaalt een herder eenzaam rond
En zijn witbewolde kudde, wordt bewaakt al door zijn hond enz.
-Opoe wees me het nest van de gieteling ( merel) in de heg.
-Ze wees de vleisbloemen aan( wilgenroosje) en het gele gevaar (forsythia)
-Opoe vertelde van kabouter Pum die op reis ging en over de muuskes die in een dreuge sloot woont .
-Bij opoe zat je op schoot als je tandpijn had of gevallen was.. Van mama herinner ik me wel dat ze ons knuffelde: Jullie bunt alles wat ik nog heb, zei ze dan. Om de beurt sliepen we bij haar in bed. Echt luisteren naar ons kon ze pas weer toen ik allang naar de kleuterschool ging.
Ik geloof dat ik wel een beetje een wilde was. Ik had nl altijd wel ergens een schaafplek.
Een keer heb in een gekke bui mn schopje om de hoek van het huis gegooid en laat Diny daar nou net aankomen. Ze heeft nog steeds een lidteken op haar voorhoofd. Of die keer dat we kappertje speelden Ik had net haar krullen, waar ik toch wel jaloers op was, gekortwiekt toen we ontdekt werden.
De tandarts was een ramp. Dat was een kreng van een mens. Ik heb haar een keer van schrik een klomp naar het hoofd geschopt en toen zei ze later steeds als ze mama met een kind zag :Het is Hetty toch niet?
En opa?...... Opa droeg vaak het gedicht van Hans Knol voor met zien magere motte( moedervarken). Dat heeft hij zo vaak voorgedragen, dat ik het nu op mn 63e nog uit mn hoofd ken. Wanneer er op school het hoofdstuk Schooltaal, thuistaal aan de orde was, heb ik het nog vaak laten horen! Ik weet ook nog dat nichtje Gerry uit de Wildenborch bij ons speelde. Wij waren geloof ik een fraai stel bij elkaar en al spelend gooiden we een melkbus mèt melk om. Dat was een drama, want zoveel koeien had opa niet, misschien 4 of 5. Gerry werd toen toevallig net opgehaald door oom Wim en ik ..ik moest voor straf de paardestal in van opa.
Dank zij opoe en opa hebben Diny en ik een warme tijd gehad op De Haar.
Dan is het Kerst 1946. Nederland is vrij. Ik ben dan 2 jaar en 4 maanden en ik zie als een soort filmpje dat ik in het keukentje op De Haar bij mama op schoot zit met mn handen voor de ogen omdat ik niet goed durf te kijken. Papa vilt een konijn. Ik zie hem met opgerolde mouwen en zon vestje met van die puntjes onderaan en zn haar achterover èn ik hoor zijn stem ( lijkt wat op die van oom Bram.) Ik ben heel blij met deze herinnering.
Een paar dagen later rijdt hij met zijn motor achter op een aan de kant op de weg geparkeerde auto zonder verlichting. Een jong stel zit er in. Hij is heel ernstig gewond en wordt naar Zutphen naar het ziekenhuis gebracht. Wanneer hij 9 januari weer wat begint op te knappen zal oom Sjoerd bij hem op het bezoekuur komen met wat paperassen van de zagerij. Die dag wordt in datzelfde ziekenhuis André van oom Bram en tante Annie geboren. Oom Bram gaat het Hendrik Jan persoonlijk vertellen: Wij hebt een jonge zoon.Nou, volle geluk dr met, heeft Hendrik Jan hem toegewenst. Reintje werkt in die tijd ook in hetzelfde ziekenhuis, maar of ze elkaar nog gesproken hebben, zullen we nooit weten. Als oom Sjoerd op het bezoekuur komt, blijkt hijte zijn overleden aan een longembolie, zo plotseling ineens.
Tante Hermien heeft de moeilijke taak om het mama te vertellen. Ze vertelt me later:Coba zit achter de naaimachine, jij staat tegen haar knie geleund als ik vertel wat voor verschrikkelijks er gebeurd is. De klap komt hard aan. Opa zegt dan: Dan zal ik wel een vader veur disse kinder wèzen.
Als papa Hendrik Jan overlijdt is mama zwanger van hun 3e baby. Daar had ze nu helemaal geen zin meer in, kòn er niet blij mee zijn. Tante Hermien wordt vaak door opoe geroepen als afleiding voor mama. Begin juni wordt ons broertje dood geboren. De bevalling verliep zo moeilijk dat ook de dokter niet denkt dat ze de nacht zal halen. Oom Sjoerd en tante Riek zijn bij haar. Tante Hermien is dan in verwachting van Carin. Wanneer ze er s morgens nog is begint opoes werk. Later beweert ze altijd dat mama door haar geklutste eitjes met suiker en cognac weer opgeknapt is.
Toch duurt het nog een paar jaar voor mama het leven weer ziet zitten. Tante Hermien wordt er nog vaak bijgehaald om haar wat afleiding te bezorgen. En dat kan ze!!
De familie Eggink is muzikaal. Dat wil zeggen ze houden van zingen en muziek maken. Pa Hendrik Jan speelt orgel en volgens mij ook klarinet. Hij had een groot muziekboek in de Klavar Scriba methode. En zondags wordt er veel gezongen bij het orgel. Mama vertelt er later over dat er altijd zon heel fijne sfeer heerste .
In die tijd gaan ze daar geregeld naar de kerk in Ruurlo. Ds Bosscha is een goede vriend van opa. Wanneer de zussen Jo en Dina niet langer op Hendrik Jan willen wachten en vast richting Ruurlo fietsen, komt hij ze kwaad achterop en gaat tergend langzaam slingetje slangetje voor ze fietsen. Op school had hij er blijkbaar ook wel eens genoeg van en zei hij tegen opoe: Mama, ij hoeft mien klumpkes niet te schoeren heur, want mergen gao ik toch niet naor schole (schuren mooi wit maken met vim waarschijnlijk)
Eén van de 10 kinderen van opa en opoe uut Barchem is tante Dina. Ze heeft een armpje dat zich door een infectie niet goed heeft kunnen ontwikkelen. Toch zal ze in 1938 naar een familie in Hilversum gaan om te helpen in de huishouding. Hendrik Jan heeft een motor en zal haar wegbrengen. De reis gaat voorspoedig en in de buurt van Het Gooi stoppen ze even om te zien of ze op de goede weg zijn. Er komt een brede vrachtwagen aan met een uitsteeksel en sleept tante Dina een eind mee! Ze is zo ernstig gewond dat ze een dag later in het ziekenhuis overlijdt. Opoe en opa zijn dan bij haar. Mijn vader schijnt in één nacht een grijze strook haar te hebben gekregen.
Een jaar geleden vertelde tante Jo nog dat tante Dina haar had gezegd dat ze zo raar gedroomd had .nl dat ze eerst een feestje zou hebben en dat ze dan dood zou gaan. Heel apart! Het klopte, want ze had de vorige avond een uitvoering van de meisjesvereniging gehad. Tante Jo heeft er met de dominee een heel gesprek over gehad. Geleuf ij in dreumen, dominee?had ze gevraagd en dit verteld. Toen zei de dominee, dat hij eens gedroomd had van een hele mooie vlinder, die bij stukjes en beetjes uit elkaar rafelde. Hij had als ideaal om als zendeling te gaan werken, maar zijn vrouw wilde niet. Kort daarop wilde ze scheiden en liet hem achter met de 3 kinderen. Toen had hij aan deze droom gedacht. Hij is geen zendeling geworden maar wel weer gelukkig met een nieuwe vrouw en samen kregen zenog een stel kinderen.
Ook op De Haaris het wel spannend. Het boerderijtje ligt vlakbij de spoorlijn en ook dichtbij Station Vorden. Hier komen vaak Britse jagers en bommenwerpers om de trein te bombarderen die doorgaat naar Duitsland. Wanneer we de schuilkelder niet kunnen halen duikt mama in een hoek van de gang met mij onder zich.
Omdat de trein afremt voor het station Vorden, gebeurt het wel eens dat er Engelse krijgsgevangen piloten uit de trein ontsnappen en zich verbergen in het korenveld. Papa haalt dan oom Sjoerd op, die een aardig mondje Engels spreekt, en dan lopen ze met zn tweeën om het korenveld en roepen: We are friends .we are friends. Maar toch durven ze er niet uit te komen.
Als het donker is kloppen ze bij een boerderij verderop aan, waar ze bij de NSB zijn. Jammer dan! Henk en Jan, de beide jongens van oom Jaap komen geregeld langs de spoorlijn gelopen ( was het dichtste bij) om een bordje roggepap te eten s avonds.
Soms komen er Duitse soldaten eieren halen bij ons. Het enige daadwerkelijke verzet dat wordt gepleegd is het meegeven van een kalkei, dat bedoeld is voor de kippen die dan eerder op die plek een nieuw ei leggen. Er zijn ook hele jonge Duitse soldaten bij, jongens nog. Of een jonge vader die mij Heinche noemt en die dan aan zijn eigen kind moet denken en er over vertelt.
Verder is het een kwestie van: Hoe overleef je deze oorlog? Henk van oom Jaap en tante Riek heeft zn plan klaar. Hij wil naar Engeland en heeft zn bundeltje al gepakt en verstopt. Toch vertelt hij het aan broer Jan, die het weer aan tante Riek vertelt. Ja, dan gaat Engeland mooi niet door!
Op 1 april 1945 wordt Vorden bevrijd door de Canadezen. Ze worden met open armen en gejuich ontvangen en meer . Na 9 maanden krijgt Alie van ome Willem Bijenhof( een nichtje van mama dus) een zoon en ze is niet de enige. De schuld van ome Willem wordt er gezegd. Die haalde die Canadese soldaten gewoon binnen.
Op 12 april wordt Diny geboren, 5,5 pond. Volgens mama is ze zo klein omdat er dan geen suiker te krijgen is. Berendina wordt ze genoemd, naar opoe Eggink of zoals wij altijd zeggen opoe uut Barchem. In de Egginksfamiliezijn meer naamgenootjes. In Iowa bij oom Herman is een Berdina. In de Steeg bij tante Heintje is ook al een Diny, eenIneke bij tante Dika en later een Erna bij tante Jo. Bovendien heet één van de zussen van papa ook Dina.
Op de bruiloft van mijn ouders is ook Elly, een Joods meisje. Ze is bij opa en opoe Eggink in huis. Haar ouders ( haar moeder is blond) bezoeken hun kinderen, die overal in het land ondergedoken zitten, regelmatig met een soort sjees. Elly gaat ook gewoon naar het 2 klassige buurtschooltje in de Wildenborch.
Na 1,5 jaar komen er plotseling een paar Nederlanders om haar op te halen. Haar ouders zijn gepakt en vader is zo in elkaar geslagen dat hij de verblijfplaats van Elly vertelt. Die mannen krijgen nl 7,50 per Jood die ze te pakken kunnen krijgen.
Opa probeert van alles om ze op andere gedachten te brengen. Niets helpt. Je moet blij zijn dat ze je niet als Jodenhelper tegen de muur zetten. Die nacht slapen de mannen in het hooi en de volgende morgen volgt een hartverscheurend afscheid. Opa brengt de mannen met Elly naar het station in Lochem om naar haar ouders gebracht te worden naar de Amsterdamsche Schouwburg.
Diezelfde dag ben ik geboren. Wanneer opoe en opahun nieuwe kleindochter komen bewonderen is het wel een heel dubbel gevoel: intens verdriet om Elly en blij met mij.
Na de oorlog horen ze via het Rode Kruis dat Elly op 14 september al omgekomen is in een Duits concentratiekamp.
Elk jaar op 4 mei vertel ik deze vreselijke gebeurtenis aan de kinderen op school en nu aan wie het maar horen wil! Op de kinderen maakt het steeds diepe indruk. foto: Opa en opoe Eggink begin jaren 30 op de Dam in Amsterdam!
Moeder Coba heeft het zwaar. Tante Hermien fietst op en neer tussen de Stationsstraat en De Haar. Gerke is dan al 7 maanden. s Morgens vroeg komt ze papaHendrik Jan tegen. En? Een gezonde dochter van 9 pond. Wat is hij blij!
Toen het uiteindelijk tot een tangverlossing moest komen, uitgevoerd op de keukentafel door de oude dokter Lulofs, had hij alleen maar kunnen denken .als Coba het maar haalt . Gelukkig liep het met mij ook goed af. Ik blijk een tevreden baby te zijn. Of dat aan mijn duim heeft gelegen weet ik niet. De buurvrouwen zijn onder de indruk: Kiek toch es, ze hef t duumken al in de mond.
Ik word Heintje genoemd naar opoe Bijenhof. Bij oom Wim en tante Janna is ook al een Heintje. Bij tante Hermien en oom Sjoerd wordt in 1945 een Heiny geboren. En wanneer later bij tante Riek en oom Jaap hun dochter wordt geboren zal die Neeltje Heintje heten, roepnaam Nelly. Dat stuit opoe tegen de borst en zegt: Ik zol zo graag van Rika ok een Hentjen hebben!
Het wordt dan toch nog Heintje Neeltje en dat is dus Henny geworden.
Ik kan mn naam blijkbaar niet goed zeggen en zeg steeds maar Etty. Zodoende dus Hetty. Eigen initiatief hè!
In de zomer van 1942 trouwen Hendrik Jan Eggink en Coba Bijenhof.
Ze gaan wonen in Vorden op De Haar bij opoe en opa Bijenhof. De huwelijksreis gaat per motor naar vrienden in de Betuwe. Hendrik Jan was een éénmans zagerijtje begonnen door bij de boeren in de omgeving langs te gaan met zijn motor. Daaraan was een zaag gekoppeld zodat hij er ook mee kon zagen. Later richtte hij de zagerij op in t Medler die tot ong 15 jaar terug zijn naam heeft gedragen .
Tante Riek was al getrouwd met oom Jaap Harwig, een weduwnaar met 2 jongens Henk en Jan. Henk herinner ik mij niet meer, maar Jan heb ik later vaak gezien. Hij kon me vertellen dat hij me vroeger vaak de luier had verwisseld. Ja dat geeft een band!!
Oom Wim, vroeger bij de Gele Rijders in zn diensttijd, was al getrouwd met een boerendochter Janna Bruins en was daar bij in getrouwd in de Wildenborch. Opoe Bruins was een schat van een mens.
Tante Hermien was al eerder getrouwd met oom Sjoerd Aartsen, een kleermaker en wat voor één! Hij hield van de Engelse stijl en Engelse stoffen en ging er zelfs voor naar Engeland om persoonlijk zaken te doen.
Maar ..het was oorlog. Opa en opoe vertelden vaak over het angstaanjagend geluid van de overvliegende bommenwerpers en de Duitse jagers. Ook over de Duitse colonnes die in die meidagen van 1940 door Vorden marcheerden, terwijl ze zongen:
Und wir fahren und wir fahren .
Und wir fahren gegen Engeland.
Als enig protest klonk uit de Vordense monden:PLONS PLONS PLONS foto: "De Haar", geschilderd door tante Hermien.