Ervaren pc-gebruikers hoeven hier niet verder te lezen. Dit leesvoertje is bedoeld voor mensen met peeceefobie!
Sommige mensen denken dat, om je pc en alles wat er op zit te kunnen doorgronden, je een technische knobbel moet hebben. Niets is echter minder waar. De meeste problemen die om het hoekje komen kijken, zijn terug te voeren tot begrip! Niét tot techniek!
Met techniek denk je aan tandwielen, transformatoren, elektrische toestanden en weet ik veel. Maar dat heeft allemaal totaal niets te maken met normaal pc gebruik!
Maar mensen die totaal geen technische knobbel hebben worden door dat waanbeeld van techniek zo afgeschrikt dat ze direct al de moed verliezen, door drempelvrees worden beslopen en kippenvel krijgen.
Als je een nieuwe pc koopt, of een nieuw programma installeert, heb je niet in de eerste plaats te maken met technische dingen, maar met hoé de makers ervan een en ander hebben geordend.
Stel je voor dat je in een vreemd huis komt, een netjes geordende kast opent en er iets uit nodig hebt. Maar niet jij, maar iemand anders heeft de kast geordend. En dus zal het ondanks alle orde toch even goed zoeken zijn alvorens je vindt wat je zoekt. Met een pc-programma is het niet anders.
Want ook dààr kom je terecht in een enorme, maar netjes gerangschikte archiefkast. Maar helaas, hoe netjes het er ook allemaal insteekt, de kast werd door iemand anders geordend, en er zit weinig anders op dan je te proberen in te leven in de handels- en denkwijze van die ander. Logisch denken als blijkt dat de programmamaker logisch heeft gedacht. Kinderachtig denken als blijkt dat de programmeur kinderachtig heeft gedacht. En luidop vloeken als blijkt dat de programmeur een warhoofd was!
Maar techniek? Totaal niét! De techniek zit heel diep vanbinnen en daar heb je als gebruiker niets mee te maken, tenzij zich een serieuze panne voordoet.
Als je om het even welk programma opent, is het eerste wat je ervan te zien krijgt de zogenaamde interface: het gezicht waarmee het programma zich aan jou presenteert en met jou communiceert. Zoals het dashboard van een auto.
Die interface zegt al heel veel over de maker en over het publiek dat hij wil aanspreken. Steeds meer programmas hebben een heel erg eenvoudige, eerder speelse interface. De bedoeling daarvan is drempelverlagend te werken. Maar ik heb de indruk dat dit omgekeerd werkt. Want door de eenvoud van de interface, zitten veel functies die het programma nochtans goed aankan, heel diep verstopt en blijf je er maar naar zoeken.
Andere interfaces zien er dan weer hopeloos ingewikkeld uit, maar schijn bedriegt! Bij dié programmas heb je alles meteen bij de hand en zie je in één oogopslag waar je zult vinden wat je zoekt. Tenminste, eenmaal je de meestal identieke denkwijze van die (logische) programmeurs beet hebt.
Ik deel programmeurs in verschillende categorieën in:
Op kop lopen de logische en aan de staart de kinderlijke. Tussen beide uitersten zitten zoals gewoonlijk tientallen schakeringen.
Ik hou het liefst bij de logisch denkende programmeurs. Bij dié vind je zowat alles op de interface: bovenaan een serie klassieke knoppen zoals bestand bewerken beeld enz.
Zon knop kun je zien als het omslag van een boek: een klik erop en het boek opent zich en presenteert de inhoudsopgave in de vorm van een dropdown menu. Klik vervolgens op een van de getoonde items, en je krijgt het gewenste gereedschap.
Bij bestand vind je bvb alles wat je ook maar nodig kunt hebben om een heel bestand op te halen, op te slaan, enz.
Bewerken geeft dan weer elk soort bewerking weer die je kunt uitvoeren op ofwel het gehele bestand, of op een geselecteerd gedeelte ervan.
Beeld biedt je dan alle mogelijkheden met je beeldinstelling: verkleinen, vergroten, enz.
Met andere woorden: die programmas zijn zoveel als mogelijk intuïtief gemaakt: als je iets, wàt dan ook, met je hele bestand wilt doen, dan ga je je toch intuïtief op bestand richten hé? En op beeld als je iets met je beeld wilt doen. Zo mag ik het hebben. Eén keer wennen, en je bent vertrokken.
Van sommige drempelverlagende interfaces echter, word ik gewoon groen! Daar hebben ze alle instellingen namelijk weggemoffeld onder wie weet welke onnozele afbeeldingetjes en is het hopeloos zoeken. Intuïtie is wel héél ver te zoeken bij die dingen. Drempelverlagend? Mijn voeten!
En dan is er de muis! Ontelbaar zijn blijkbaar de éénvingerige mensen. Die gebruiken die éne vinger (wijsvinger) voor de linker muisknop. Tja, de wijsvinger is ook de beweeglijkste, en ligt meestal ook al op de linker knop.
De rechterknop? Minstens even belangrijk, zoniet belangrijker! Het loont echt de moeite jezelf aan te leren de ringvinger op die knop te houden, en ook te gebruiken waar nodig.
Moeilijk? Welnee! Je hebt dan nog altijd drie vingers over, waarvan je de duim en de pink gebruikt om de muis vast te houden. En dan nog heb je er zelfs ééntje over.
Wat nu doen met die rechter muisknop? Wel, de meeste bewerkingen die je op een object of tekst kunt uitvoeren zitten inderdaad wel bovenaan onder de knop bewerken. Maar dat is een omweg, en soms gaat dat gewoon niet, waar je de muis op iets moet houden om het te bewerken.
Als je iets selecteert, er je muisaanwijzer in plaatst en de op de rechter muisknop klikt, krijg je, naar gelang het geval, enkele of een hele resem opties die je op het geselecteerde object kunt toepassen. (knippen, kopiëren en plakken bvb).
Meer nog: internet je ziet een mooie afbeelding en wilt die opslaan. Helaas, opslaan is geen optie op die webpagina. Geen nood: gewoon de muisaanwijzer boven de tekening houden en rechts klikken. Nu krijg je wel een héél lange lijst met opties. Eén ervan is: afbeelding opslaan als Klik die aan, en kies de map waarin je de afbeelding wilt opslaan. Je kunt de naam dan nog veranderen, een map kiezen en soms kiezen in welk formaat je de afbeelding wilt (JPG PNG enz.), en dan klik je op opslaan. Een fluitje van een cent.
Dit is nu nét een voorbeeld van iets dat je niét via de knop bewerken kunt doen, want om die knop te bereiken moet je de muis natuurlijk van de afbeelding weghalen en lukt dat dus niet.
Een van de opties in dit laatste geval is ook website opslaan als favoriet. Ook dàt scheelt je een hele omweg en een aantal muisklikken.
Waarmee ik meen dat het bestaansrecht van de rechter muisknop voldoende bewezen is.
Moet dit nu écht een vervolgverhaal worden? Houdt dat HEMA-wicht er dan nooit mee op? Nu zag ze toch alweer kans in de belangstelling en in het nieuws te komen door een betoging te organiseren. Ze moest zich schamen!
Een betoging tegen wàt? Tegen wie? Tegen haar vaderland? Dat vaderland waarvan ze drommels goed weet dat het alleen maar Moslims en overlopers beschermt?
Of was de betoging tegen HEMA bedoeld? HEMA die haar notabene nog zon oorlogsvlagje schonk, maar desondanks aan de wil van het cliënteel wou tegemoetkomen. Dat is toch wat elke verstandige ondernemer doet? Of moet ondernemingszin eerst door de dictatuur van het centrum voor gelijke kansen worden goedgekeurd? Of het wel past in het knuffelbeleid?
Jawadde Hier had de Gestapo nog een lesje kunnen van leren!
En heel neutraal meldde de nieuwslezer dan nog dat er gelukkig geen tegenbetogingen waren en alles dus rustig verliep (wat waarschijnlijk niet naar de zin van dat onnozele wicht was).
Natuurlijk waren er geen tegenbetogingen! Ten eerste ligt deVlaamse leeuw in slaap, gedrogeerd door een welvaart op krediet, en ten tweede wist zowat niemand van die betoging. De snelheid van die organisatie was dan ook nooit gezien:
Dag 1 op het nieuws: Moslimwicht mist verlenging van contract.
Dag 2: moslimwicht mag terugkomen, maar niet bij de klanten.
Dag 3: moslimwicht betoogt, want wil niet werken. Enkel klanten bedienen..
Als dàt niet kort op de bal gespeeld is weet ik het ook niet meer hoor!
Ik hoop enkel maar dat het nu stopt, dat de echte Vlaming nu genoeg heeft gezien om de juiste conclusies te trekken over gelijke kansen, en dat ik dat onnozel kind niet meer op TV moet zien. Pure beeldbuisvervuiling!
En toch ben ik de nieuwsdienst dankbaar dat ze het brachten. Want als de Vlaming nu nóg geen conclusies trekt ja, dan is Vlaanderen hopeloos verloren en moeten we maar allemaal Moslim worden. Kunnen we dan eindelijk óók eens gaan janken bij het centrum voor gelijkheid van kansen! Zullen we daar eindelijk ook eens welkom zijn valt langzaam maar zeker onze economie stil en krijgen we toestanden zoals op de afbeelding hiernaast.
Zal dat HEMA wicht ook eens ondervinden wat honger is en door welke stommiteiten ze ontstaat...
Eigenlijk is dit een vervolg op mijn column van gisteren. Toen namelijk vond ik een en ander plots zo walgelijk dat ik eventjes woedend werd en niet verder wou doorgaan.
Aanstoot van mijn column was eigenlijk de tussenkomst van het centrum voor gelijkheid van kansen in de zaak HEMA Vlaams Moslimmeisje. Het wicht wilde klanten bedienen met een hoofddoek, maar dat schoot die klanten in het verkeerde keelgat en haar interim contract werd niet verlengd.
HEMA komt dus, dank zij die gelijkekansenlui met hun gelijkekansengelul, in een racistisch daglicht te staan. Terwijl het meisje notabene haar hoofddoekje van HEMA zélf had gekregen, met de merknaam er op!!!
Nog maar een bewijs hoe dergelijke diensten sterk meehelpen aan de verloedering en teloorgang van ons Vlaamse landje! Waar trouwens wàs dat centrum voor gelijkheid van kansen toen hier alleen nog maar Vlamingen rondliepen? Konden die ook gaan janken bij zon centrum als ze zich misdeeld voelden?
Als een meisje vindt dat ze maar Moslima moet worden, dan is dat haar volste recht. Daar moet ze dan maar voor kiezen en er ook de gevolgen van dragen in een vaderland dat van nature geen Moslimland is (wàs).
En als een winkelketen aan de hand van de reacties van de klanten vaststelt dat de verkoop sterk dreigt te dalen door bepaalde religieuze demonstraties, dan vind ik het maar normaal dat ze dergelijke toestanden proberen te vermijden. Meisjes die Vlaams zijn en willen blijven moeten ook niet met een groot kruis op de schouder lopen bij de klanten.
Gelijke kansen? Laat me niet lachen! Kansen voor inwijkelingen, cultuur-aanvallers en religieuze fanatici!
Wat als een Vlaams meisje, in diezelfde winkelketen, vol zou staan met tatoeages en piercings over haar hele lichaam? Zou dat landsvreemde centrum ook tussenkomen als de baas dit meisje niet bij de klanten wil zien?
En het werd nog erger: het meisje mocht wél terugkomen, maar niet meer tussen de klanten. En dat vertikte ze! Juffrouw zou dan misschien haar handjes wat vuiler moeten maken dan als ze in de winkel staat. En dàt werk laat ze dan weer liever aan échte Vlamingen over. Jawel hoor! Ze is al goed geïndoctrineerd in de gluiperige Moslimwetenschappen.
Nog maar eens het zoveelste bewijs dat we midden in wereldoorlog drie zitten. De hoofddoekjes worden als oorlogsvlag tegen ons aangewend, en de arme Belg lijkt het helemaal niet te snappen. En de overheid heult mee.
Voorlopig nog geen bloederige aanvallen, maar laffe pantoffeltechniek: eerst om een vinger komen smeken, dan die vinger opeisen, vervolgens de hele arm en eindigen met het onderwerpen van het hele land. Mét de onvoorwaardelijke medewerking van de overheid. Puur landverraad!
Na wereldoorlog twee werden mensen die met de vijand hadden meegeheuld op een andere manier aangepakt. Velen eindigden aan de galg.
Ik begrijp Vlaanderen niet meer! De vele monddood gemaakte Vlamingen nog minder en voor de overlopers daar heb ik gewoon geen woorden voor.
Het centrum voor gelijkheid van kansen! Wat een mooie uitvinding. Een heruitvinding van het wiel. Maar vooral een uitvinding om politieke vriendjes zichzelf aan de bak te laten houden met malle uitspraken en onnozele, kinderlijke theorieën.
Een heruitvinding van het wiel? Jazeker! Centra voor gelijkheid van kansen bestaan namelijk al duizenden jaren, kosten geen cent aan belastingsgeld en werken heel efficiënt. Al van zodra de eerste mens op aarde verscheen. Ze luisteren naar de veelzeggende naam: baarmoeder! Dàt is het centrum van gelijke kansen bij uitstek.
Want wie dààr heelhuids uitkomt, die hééft gelijke kansen! En het staat hem vrij die kansen te benutten of op zijn luie kont te blijven zitten.
Wie daar niét heelhuids uitkomt wegens invaliditeit of hersenletsel, verdient wel degelijk alle aandacht en zorgen van de maatschappij. Maar al die anderen? Een zware druk op de maatschappij uitoefenen om gelijkheid als cadeau op een presenteerblaadje te krijgen? Laat me niet lachen!
Er kon trouwens echt geen belachelijkere naam voor die instelling worden gevonden dan centrum voor gelijkheid van kansen! Alsof een potentiële moordenaar gelijke kansen verdient! Of een dief of verkrachter! Als we dié toer opgaan, vrees ik dat we héél ver aan het afdwalen zijn. Dan zijn er geen slechte mensen meer. Alleen maar zieken. En die moeten we dan maar met ons belastingsgeld lekker in de watten leggen! Gruwelijk!!!
Tja, de politieke verzinsels hebben zich in de loop van de jaren toch wel heel goed opgestapeld hoor. En allemaal met slechts één doel: stemmen halen. Je humanistisch opstellen ten overstaan van de bevolking, en ondertussen je politieke vriendjes aan een jobke helpen.
Je hebt natuurlijk nog een andere categorie: derdewereld - kinderen! Welke kansen hebben dié? Principieel, en als ze niet lui zijn en hun hersenen gebruiken: evenveel als alle anderen. De pech van hun geboorteplaats en/of omstandigheden kan alleen maar een gunstig stimulans betekenen om vooruit te geraken door het leven en zo nodig te vechten voor hun rechten als mens.
En die arme levensomstandigheden zijn trouwens in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de ouders: hoe kun je nu zo stom zijn kinderen te verwekken als je ze niet kunt voeden?
In de tweede plaats van hun maatschappij. Die moet maar zorgen dat geboortebeperking ingeburgerd raakt, of er voor zorgen dat er voldoende te eten is voor iedereen. Is dat niét het geval, dan moeten de problemen bestreden worden waar ze zijn ontstaan en bij diegenen die ze schiepen.
Maar centra voor gelijke kansen? In onze verstandige westerse wereld? Hebben geen enkel bestaansrecht! Kunnen alleen maar negatief werken. Luiheid scheppen. Zélf niets doen, niet studeren, niet werken liegen, stelen en bedriegen, en toch aanspraak maken op gelijkheid!!! En daarmee alleen maar heel zwaar op de anderen leunen. De maatschappij helpen verloederen en ten onder gaan.
Eerlijk gezegd dit column had drie keer zo lang moeten worden, maar ik walg er zó van dat ik er maar mee ophoud!
De eerste zonnestralen en een zucht. De wereld lijkt herboren. De lente hangt weer in de lucht, De winter heeft het pleit verloren.
Tja, krokusvakantie de eerste toeristen verschijnen op het strand een ferryboot ploegt zich een weg naar de haven De wereld is weer vol lichtere geluiden. We kunnen weer energie opdoen. De zon tot diep onder ons vel laten doordringen. Laat ze maar praten over zonnestralen zijn ongezond. Ik voel toch wat ik voel?
En wat ik voel met de zon in mijn gezicht lijkt me stukken gezonder dan koude sneeuw en regen.
Ach ja als je alles moet geloven wat ze zeggen dan moet je jezelf maar opsluiten in een steriele kamer, of gewoon proberen van de planeet af te springen. Want volgens die gesteriliseerde maniakken is alles hier ongezond.
Wat raar dat zich in zon ongezonde wereld leven heeft kunnen ontwikkelen hé? Theoretisch zou dat helemaal niet mogen gekund hebben. We zouden er niet eens mogen geweest zijn.
Want zodra zich ook maar één celletje van ons had willen vermenigvuldigen had het aangevallen moeten worden door miljoenen bacteriën, virussen en meer van dat kwaadaardige spul.
Aan een schepper die al die lelijke beestjes op afstand hield om ons toe te laten ons te vermenigvuldigen moeten we ook al niet geloven. Integendeel. Die leek helemaal niet van vermenigvuldigingstoestanden te houden. Want toen Adam en Eva dat ook maar probeerden, werden ze afgestraft en er uitgegooid.
Om even later te moeten vernemen dat ze moesten gaan en zich vermenigvuldigen! Hoe knoop je dàt nu weer aan elkaar?
Hoedanook, nu begrijp ik het wonder van het scheppingsverhaal: we hadden er, zowel volgens die steriele medici als volgens de schepper, helemaal niet kunnen zijn en toch zijn we er! Nou breekt mijn klomp!
Laat maar lopen gewoon wat hersenspinsels bij gebrek aan betere inspiratie.
Wat is dat eigenlijk, dat geheimzinnig woord maatschappij samenleving Hoe ontstaat het? Wat zegt het? Wat doet het? Hoe komt het dat het op een dergelijke, soms extreme manier, ons leven beïnvloedt?
Om het fenomeen te analyseren gaan we best even de bron opzoeken. Iemand lanceert een bepaald idee. Een intelligent idee, of een ronduit onnozel idee, het doet er niet toe. Wat er wél toe doet is of dat idee in iemands kraam past. Als dat het geval is, dan is succes verzekerd. Mond aan mond reclame doet de rest.
Gaat het over een intelligent idee, dan is dat mooi meegenomen. Gaat het echter over een onnozel idee dat enkel in het kraam van een minderheid past, dan ook zal het doorgang en uitvoering vinden want een van de weinige eigenschappen van minderheden is dat ze héél luid kunnen janken en aandacht opeisen.
En zo hebben, naast een paar goede, honderden stomme ideeën het levenslicht kunnen zien: worden ergens geboren verspreiden zich en vreten als kwaadaardige virussen de hele samenleving aan.
Een echt schoolvoorbeeld daarvan is het rookverbod. Ergens vonden enkelemedisch deskundigen dat ze de wereld moesten veroveren. Voor de kick. Want de hele wereld kunnen veranderen moet op dergelijke mensen blijkbaar het effect hebben van een ongelooflijk orgasme.
En, juist omdat het een heel negatief idee is, de menselijke vrijheid rechtstreeks aantastend, viel het in de smaak bij een minderheid: de niet-rokers en steriel geobsedeerden, die heel hun leven maar zwegen. Want zélfs als ze al een afkeer hadden tegen de gewoontes van hun medemensen, ze durfden er niet voor uitkomen. Durfden zich niet asociaal opstellen. Durfden niet uitkomen voor hun over-steriele instelling.
Maar nu plots gaven geleerden hen gelijk! En het hek was van de dam.
Wel, nu wil ik ook eens de kick om de wereld te beïnvloeden ervaren zie: ik zal seks als ongezond en onaanvaardbaar verklaren. En doen alsof ik een heel waardevol medisch diploma heb om mijn woorden kracht bij te zetten.
Direct al zal ik op de volle medewerking kunnen rekenen van alle preutse seuten. Weliswaar een minderheid maar geef ze een motief, en je zult ze direct wel horen janken. Waar ze, heel beschaamd over hun eigen instelling, maar hun hele leven zwegen, zullen ze nu plots wél op straat en in het daglicht komen. Hun obsessie is nu immers een bewezen waarheid geworden! En vóór je het weet is de seks uit de wereld verbannen. En kunnen alle seuten zich weer aanvaard voelen door de maatschappij.
Met migratie- en asielbeleid gaat het niet anders: een verlichte geest vindt dat we ons heel gastvrij moeten opstellen tegenover welk soort volk of religie ook en alle zogenaamde humanisten gaan meejanken. Zich totaal niet bewust van de desastreuze gevolgen.
Ook overdreven overbeschermende moedertjes weten zich op die manier gesteund door de maatschappij. Moederband, weet je wel? Ten koste van alles. Ja, zelfs ten koste van vernietiging van je eigen kind. Want dat kind, dat wordt niet opgevoed, maar beschermd en verwend. Arm kind. Welke toekomst heeft het? Het kan slechts één kant op: zich blijvend laten beschermen. Door mama en als die er niet meer is door de maatschappij.
De anderen zullen daar wel voor betalen.
Tja zo werkt het. En zo ontstaat een maatschappij. En ach, met negatieve ideeën kun je veel beter invloed uitoefenen dan met positieve. Je bereikt dan immers gefrustreerde minderheden. En als dié gaan janken dan is er geen houden meer aan!
Geen tijd voor schrijven vandaag! Ben trouwens niet thuis. Dit berichtje schreef ik gister om vandaag te verschijnen. Ben in Brussel. Spaanse kroegjes aan het afschuimen cervesas aan het binnengieten Even de bloemetjes buitenzetten en grenzeloos genieten.
Maar mijn getrouwen vergeten doe ik daarom toch niet hoor! Laat ze in plaats van een column dan maar genieten van een heel romantisch countrydeuntje:
De chef die geen rekening houdt met de factor mens zal nooit slagen in zijn commando (Montgommery)
Meer en meer valt het me op dat modern management in bedrijven nog slechts één doel nastreeft: met zo weinig mogelijk mensen zo veel mogelijk presteren.
Elke nieuwe generatie moderne managers denkt steeds weer het wiel te kunnen heruitvinden door het onderste uit de kan te schrapen. Alsof het onderste er nog niet al lang uitgeschraapt is door de vele voorgangers. Of het ook werkt?
Dat betwijfel ik sterk! Wie mensen tot het uiterste drijft zal daar vroeg of laat de gevolgen van ondervinden: motivatie weg slordigheid die tot arbeidsongevallen leidt ziekteverzuim alle mogelijkheden tot profiteren afschuimen
Dit alles leidt dan ook weer tot minderwaardig afgewerkte producten, gestreste werknemers en uiteindelijk: minder winst door minder efficiënte inzet.
Een management dat terdege rekening houdt met de factor mens daarentegen, met al zijn gaven en gebreken, zal tevreden werknemers voortbrengen die met hart en ziel voor het bedrijf of de instelling werken.
Maar om die factor mens goed te kunnen inschatten moet een manager zélf jarenlang in de schoenen van een ondergeschikte hebben gestaan, en helaas is dat nog zelden het geval.
Vroeger kon iemand zich opwerken van de laagste trede tot de hoogsten van de ladder. Die mensen fungeerden goed. Kenden het klappen van de zweep. Wisten precies waar de grenzen lagen die je best niet overschrijdt. Waren er zich terdege van bewust hoe je mensen motiveert en hoe ver je daar kunt in gaan.
Helaas komen die leidende figuren nu recht van school. Volgestouwd met theorieën die (op papier) honderd procent bewijsbaar zijn, maar niet werken in de praktijk.
Zo bevoorbeeld denken ze dat als een arbeider 100 dozen van A naar B kan brengen op 1 uur, hij er op 8 uur 800 kan brengen. Niets is echter minder waar, want vooreerst speelt het lichamelijk vermoeid raken al een grote rol.
Vervolgens valt de motivatie al onmiddellijk weg zodra wordt ondervonden dat die van daarboven op een totaal onrealistische manier over lichamelijk en/of efficiënt werk denkt. Daardoor worden ook opdrachten die wél zouden kunnen, niet meer vertrouwd en maar half afgewerkt. Want zodra de chef niet langer wordt vertrouwd kan hij het wel vergeten.
Een bijkomend probleem is het feit dat die manager zelden in persoonlijk contact staat met de werknemer. Hij geeft zijn briljante ideeën door aan de lagere chefs of ploegbazen, en die kunnen twee kanten op: hem ronduit gek verklaren, of naar zijn pijpen dansen en de werknemers de gevraagde onmogelijke of ronduit onnozele opdrachten laten uitvoeren. Met alle gevolgen vandien.
Hoe ik tot dit onderwerp ben gekomen? Omdat ik het ondervond tijdens mijn loopbaan. Op een bepaald moment stond ik, als administratief ambtenaar, ook tussen twee vuren: van hogerhand het management, en onder me waren me een aantal werklui toegewezen voor de uitvoering.
Door hogerhand zoveel als mogelijk te negeren en indien nodig tegen te spreken, wist ik een vertrouwensband te scheppen met de ondergeschikten. En dat loont. Zéker weten. Ik had ooit zelf als arbeider gewerkt en wist heel goed wat ik wél en wat ik niet kon eisen.
Het resultaat was dat ik altijd, in hoogdringende gevallen, beroep kon doen op hen. Ja, ze zelfs uit hun bed bellen om onmiddellijk in te springen. En dat deden ze met plezier omdat ze zich gewaardeerd wisten. Wisten ook dat ik ze op een of andere manier zou compenseren.
Had ik de strikte regeltjes van hogerhand gevolgd had ik naar een dergelijke mentaliteit kunnen fluiten en het zelf maar moeten zien op te lossen!
Wat er ook van zij: die mensen droegen me op de handen en werkten zich de plooien uit de broek. Met plezier. Met arbeidsvreugde. Want een compliment voor de geleverde inspanningen hing altijd wel ergens in de lucht.
Of veel mensen hier een boodschap zouden kunnen aan hebben betwijfel ik. Tenzij ze dit principe even doortrekken naar een doodgewoon gezin, want ook een gezin is een management.
Kinderen opdrachten geven waarvoor ze te jong zijn en dus niet aankunnen, is zinloos. Het leidt er enkel toe dat ze je commando in de toekomst niet meer ernstig nemen. Ook bij opdrachten die ze wél zouden moeten kunnen uitvoeren. En ook dàt heb ik aan den lijve moeten ondervinden. Niét door rechtstreekse eigen schuld, maar door geen andere weg te kunnen vinden dan lijdzaam toezien.
Chapeau dus voor ouders die hier precies de middenweg weten in te vinden, aangepast aan de leeftijd. En die zijn er heus wel. Ook dàt heb ik kunnen ondervinden.
Iedereen heeft in zijn leven wel enkele markante figuren gekend die, soms onbewust, zijn leven sterk hebben beïnvloed en hem hebben gemaakt tot wat hij is.
En soms dringt dat pas veel later tot je door, en is het wel eens interessant een inventaris op te maken van de mensen die je sterk genoeg hebben beïnvloed om voor een stuk je verdere levenswandel te bepalen.
Daar zijn natuurlijk in de eerste plaats je ouders, vervolgens je leraren in de lagere school en ik denk dat het, in mijn geval, vooral deze laatsten waren die mij gestuurd hebben. Sommigen onder hen tenminste.
Het was, in mijn jeugd althans, een heel ander soort leraren dan die van nu. Het waren immers mensen die uit een wereldoorlog kwamen. En dat kon je drommels goed merken! De leerstof werd ons ingelepeld, doorspekt met anekdotes en verhaaltjes. Naar gelang de leraar ging het dan meestal over de oorlog over de laatste nieuwe uitvindingen over hoe snel het snelste vliegtuig nú weer vloog Hoe die atoombom in één klap heel Hirochoma had kunnen vernietigen
En al maakte dat alles dan wel geen deel uit van de leerstof, op mij kwam het over als belangrijke achtergrondinformatie. Want die leerstof had ik toch al gauw door en zat al te popelen om wat die bepaalde leraar nu weer uit zijn mouw zou schudden.
Het maakte ook dat ik heel graag naar school ging. En daarnaast werd ons, de oorlog nog steeds indachtig, ook andere info overgebracht: zo van niets verspillen zuinig omspringen met wat je nú hebt, want je weet nooit of je het morgen nog zult hebben.
Tegenwoordig lijkt de aldus aangebrachte bagage eigenlijk zinloos. Want tenslotte leven we toch in een tijdperk van eindeloze verspilling. En toch, ik kan nog altijd niets verspillen. Denk nog altijd twee of drie keer na alvorens een aankoop te doen. Zal nog altijd het onderste uit de kan halen om iets te herstellen in plaats van te vernieuwen.
Want ja om te laten herstellen kun je nergens meer terecht, tenzij je meer wilt betalen dan voor een nieuw artikel. Ook dàt is een teken des tijds geworden: werkuren héél duur, en onder werkuren dient dikwijls ook verstaan te worden: denkuren. Want foutzoeken in een ingewikkeld toestel kan veel tijd in beslag nemen.
Zo herinner ik me een anekdote: als jonggehuwde verdiende ik wel graag een centje bij en was nogal handig in elektronica. TVs hadden destijds regelmatig gebreken, en ik begon hier en daar bij vrienden en collegas TVs te herstellen.
Bij ééntje vond ik, na een halve dag nadenken en zoeken, een piepkleine condensator die de geest had gegeven. Een defecte condensator is héél moeilijk te vinden en er zaten er honderden in. Was eigenlijk enkel te detecteren door ze een voor een los te solderen en los van het toestel te testen, of door diep en logisch te denken, het schema grondig te bekijken en alle andere mogelijkheden uit te sluiten. Het was dan ook op dié manier dat ik uiteindelijk maar één schuldige meer kon verdenken. En inderdaad, na lossolderen en een nieuwe te plaatsen werkte het toestel weer perfect.
Maar toen kwam de kat op de koord: ik was eerlijk en zei dat het onderdeeltje me maar 2,50 F had gekost, maar rekende wél 2 uur voor het werk, daar waar ik er eigenlijk meer dan een halve dag had ingestoken. Later hoorde ik via via dat hij vond dat ik woekerprijzen aanrekende!
Professionele herstellers waren slimmer: beweerden een heel duur onderdeel te hebben moeten vervangen en rekenden het viervoudige van mij aan.
Waarmee ik maar wil demonstreren dat foutzoeken inderdaad heel tijdrovend én prijsbepalend kan zijn, en je met de huidige uurlonen inderdaad al snel aan de prijs van een nieuw toestel zit, of hoger. We worden dus eigenlijk tot verspilling gedwongen.
Markante figuren in mijn leven? Ja, dat waren toch wel vooral die naoorlogse leraren. En misschien is dat dan wel weer de positieve kant van af en toe een oorlog. Een oorlog is gruwelijk. Onmenselijk. Veroorzaakt onnoemelijk leed en er vallen vooral onschuldige slachtoffers. Maar toch komt er iets goeds uit voort: de overlevers kunnen belangrijke informatie doorgeven aan de volgende generaties.
Helaas na enkele generaties verwatert alles weer en is het mensdom aan een nieuwe oorlog toe.
Ik zou echt niet weten of veel mensen zo zijn, of wat de meeste mensen verstaan onder gevoelsmens, maar ikzelf ben er ontegensprekelijk een.
Leuk is dat eigenlijk niet altijd, maar het helpt je wél om de juiste mensen te kiezen en de verkeerde mensen te mijden.
Wat dat gevoel inhoudt? Wel, meestal, als ik benaderd word door iemand, is het nu voor een vraag, babbel, of, vroeger, op professioneel vlak, dan ondervind ik een neutraal gevoel. Met andere woorden: geen gevoel.
Word ik echter op dezelfde manier benaderd door een negatief persoon, dan voél ik ook een soort afstoting als een soort negatieve magneet die me afstoot. En dat kan gaan van héél lichtjes tot heel erg. Ja, soms zó erg dat het pijnlijk wordt en ik op een of andere manier moet proberen mijn eigen magneetveld af te zetten als het gesprek moet doorgaan.
Bi j mij komt het over alsof ieder mens een soort magnetisch veld rond zich heeft, dat naar gelang de persoon wisselt van heel sterk positief tot heel sterk negatief.
Eigenlijk best een leuk vermogen als je dit zomaar kunt aanvoelen Maar helaas, ook ik heb me af en toe laten in verwarring brengen in mijn leven. Een leuk gezicht een leuke babbel een eerlijke uitstraling en het magnetisch veld wordt omgewisseld. Tijdelijk. Nét lang genoeg om er in te lopen.
Veel is me dat niet overkomen. Vooral in mijn jongere jaren gebeurde het wel. Maar ik leerde er ook van. En ik geloof niet dat me dat tegenwoordig nog zou kunnen overkomen. Een leuk figuur, gezicht of babbel kunnen me niet meer misleiden. Ik heb te dikwijls ervaren dat mijn magnetisch gevoel me zowat altijd de correcte info gaf, en ik dàt vermogen best ingeschakeld hou als ik niet bedrogen wil worden.
Mijn magnetische velden hebben zich daarmee ook ontwikkeld en gestabiliseerd, met als gevolg dat ik mijn vriendenkring ook heb weten te beperken tot vrienden die echt vriend zijn.
Veel zijn er dat niet, maar ze zijn echt.
Een ander paar mouwen zijn dan weer de negatief gepolariseerde mensen. Vooral dan negatieven die je wel verplicht bent af en toe in je omgeving toe te laten. Die hebben op mij dan weer het goed voelbare effect van regelrechte brandnetels. Hun negatieve uitstraling dringt dwars door mijn huid, en of ik nu wil of niet, ik moét aan die uitstraling ontsnappen.
En of ze nu nóg zo hun best doen om vriendelijk te zijn, het kan me totaal niet bekoren en er zit niets anders op dan me ervoor afsluiten. Ze laten praten en aan andere dingen denken of andere dingen beginnen te doen, of dat nu onbeschoft overkomt of niet.
Een ander aspect van gevoelsmensen is dan dat je ze nooit over de vloer zult krijgen als hun aanwezigheid niet op prijs wordt gesteld. Want dat voelen ze direct. Je zult ze nooit moeten buitenkijken, want lang vóór een ander ze vervelend zou kunnen beginnen vinden hebben ze het al door en pakken de biezen.
Is dat gevoel datgene wat de maatschappij een gevoelsmens noemt? Ik weet het niet. Denk het niet. Onder gevoelsmens wordt waarschijnlijk eerder een soort knuffelbeest verstaan of een mama die opkomt voor haar kinderen of iemand die gemakkelijk medelijden toont.
Wàt de maatschappij er ook moge onder verstaan, ik denk wel dat de uitleg die ik hier gaf eigenlijk over een ander fenomeen gaat dan het algemeen aanvaarde, maar in dit geval heb ik daar dan ook geen betere naam voor. Enkel wie dat gevoel ook in zich heeft zal het begrijpen.
Sommige mensen zijn geboren trekkers anderen vinden het makkelijker aanhangwagentje te spelen. En dit gaat zowel op tussen enkele individuen onder elkaar als in alle lagen van de maatschappij.
Als in een bedrijf 100 mensen werken, kun je er donder op zeggen dat de helft daarvan aanhangwagens zijn. O ja ze doen wel iets, maar leunen daarnaast ook zo sterk op anderen, dat ze de prestaties van hun hele omgeving sterk omlaag halen.
Ze zullen ook nooit iets verbeteren naar oplossingen zoeken hun spierkracht of intelligentie efficiënt inzetten meedenken. Neen. Voor hén geldt het motto: eerst doen, dan nadenken. Of in het beste geval: kijken hoe anderen het doen en het op precies dezelfde manier nadoen. Zonder na te denken of die manier wel de juiste is. Niet efficiënter of makkelijker kan worden gemaakt.
Ze gaan er wél los tegenaan met brute kracht als ze dat nodig achten maar boeken weinig, geen, of zelfs omgekeerd effect omdat hun tussenkomst meestal totaal ondoordacht is.
Trekkers daarentegen och God, als de wereld enkel maar uit trekkers zou bestaan zouden we in een paradijs leven!
Maar ondernemingen hebben daar wat op gevonden: teamwork teambuilding en meer van dit moois. Maar in principe komt het op net hetzelfde neer: een aantal trekkers moet een aantal aanhangwagens meesleuren, en dan is een team gevormd dat presteert. Niemand staat er bij stil dat het met die trekkers alleen evengoed, of zelfs beter zou gaan.
Want die aanhangwagens, die weten zich drommels goed ongemerkt vast te zuigen op de rug van een trekker en mee te profiteren van zijn inzet als ze er al niet de volledige lof voor opeisen en nog bekomen ook.
De trekker wordt dan wel geapprecieerd en zo nodig flink gefleemd omdat hij het niet zou doorkrijgen dat hij enkel maar de goed bruikbare ezel in de stal is. Als hij maar ezel blijft en niet probeert zelf met de door hem verdiende pluimen te gaan lopen
Je ziet dat fenomeen in alle lagen van de bevolking. Ja, ook in gezinnen. Een gezin is immers ook een team of hoort dat toch te zijn. Ouders horen de trekkers te zijn die niet enkel maar zorgen dat er eten op tafel komt, maar ook de kroost naar volwassenheid trekken. Lukt dat niet met zachte hand, dan maar met harde hand (wat uiteraard veel moeilijker is, en tegenwoordig dus gemakshalve maar achterwege wordt gelaten in veel gevallen).
Kinderen dan weer, horen toch minstens rond de twintig volwassen te zijn. En sommigen zijn dat ook. Sommigen zelfs al veel vroeger, al naar gelang de persoonlijke ingesteldheid en de opvoeding.
Anderen blijven zich als zware aanhangwagens maar aan de rug van papa en/of mama vastzuigen. Luisteren wel niet, maar presenteren toch de rekening van hun stommiteiten. Tot hun veertigste vijftigste of tot de ouders er niet meer zijn? Niet zelden trouwens worden die aanhangwagens de nagel van de doodkist van hun ouders. Omdat die op die leeftijd hun resterende energie voor andere zaken nodig hebben dan om de problemen van de kroost op te lossen.
Papas hebben dat al gauw door en maken er sneller komaf mee. Mamas daarentegen, vooral als de papa er niet meer is ik ken er die hun hele bezit verspillen aan kinderen die al jaren hadden moeten volwassen zijn, maar toch in elke drol trappen die op hun weg is te vinden. Snoepreisjes maken, autos in de prak rijden
Je kunt het zo gek niet denken, maar het oude mamaatje loopt er telkens weer in en betaalt. Spaart zichzelf het eten uit de mond.
Is ze goed bezig?
Ze dénkt van wel. De maatschappij geeft haar trouwens gelijk door dat de moederband te noemen, en dat moet dan maar de vlag voorstellen die alle ladingen dekt en vooral mamaatje in slaap moet sussen. Zou het, in die extreme gevallen, niet beter moederziekte genoemd worden? Zouden die mamaatjes niet beter door de maatschappij met de neus op de werkelijkheid worden gedrukt?
Want die werkelijkheid is dat dergelijke kinderen pas volwassen zullen worden als ze, net als een puppy, met de neus in hun eigen drol worden gewreven. Eerder zullen dergelijke mensen het zéker niet leren. En de tussenkomst van mama resulteert er enkel in dat dit moment steeds weer wordt uitgesteld, daar waar het veel, en véél vroeger had moeten gebeuren.
En ja, extreem zijn die gevallen voorlopig nog wel, maar de huidige evolutie laat vermoeden dat, als kinderen op die manier blijven opgevoed worden, het binnenkort de algemene regel zal zijn.
Arme, hedendaagse moderne ouders Arme mamas met hun zo geprezen eindeloze moederband! Als ik bedenk wat hén op oudere leeftijd te wachten staat ik mag er iet aan denken!
Frans Bauer mag dan al wel zingen van een moeder ben je niet voor even en dat ben je blijkbaar inderdaad niet. Maar voor alles is er een tijd. Aan de serieuze opvoeding van kinderen, vooral als ze moeilijk zijn in hun jeugd, ben je al de twintig mooiste jaren van je leven kwijt. Dat is de natuurlijke gang van zaken en dat moet je er voor over hebben. Maar daarna?
Daarna is het hún keuze. En heus als ze niét werden overbeschermd en oververwend in hun jeugd: ze kómen er! Ze zullen ook nooit om medelijden vragen. Dat zullen de verwende nestjes wel doen met alle gevolgen vandien!
(Empathie = de eigenschap je kunnen inleven in het leven van een ander).
De recente roerselen in de Moslimlanden hebben me weeral eens tot nadenken gestemd. Sommige gruwelijke beelden op TV doen me echt wel meeleven met die arme stakkers.
Want ik ben echt geen racist; ben ook helemaal niet tegen Moslims, Oostblokkers, Chinezen, Indiërs of wat dan ook. Al die mensen hebben het recht een eigen standpunt, eigen religie en eigen gevoelsleven te hebben. Die mensen denken over zichzelf ook als over een ik, zoals ik dat over mezelf doe.
Elk levend wezen is trouwens voor zichzelf een ik. Ja, zelfs een rat of een vogeltje voelt zijn eigen wezen aan als een ik, en dus een beetje het centrum van de wereld, en de plaats van waaruit hij alle anderen bekijkt. Een arme, honger lijdende Moslim in een of ander apenregime is ook een ik, en bekijkt de wereld ook vanuit zijn standpunt. En dus kan ik daar ook wel empathie voor voelen.
Hoewel voor mij stopt de empathie daar waar een volk geen poot uitsteekt om uit de ellende te geraken, en dan maar asiel gaat zoeken op kosten van mensen die dat wél deden.
Ik zou die mensen dan ook maar één raad willen geven: probeer van jullie leven te maken wat wij en onze voorouders ervan hebben gemaakt. Leer zelfstandig denken, laat hersenspoelingen door welke religie ook niet langer toe, en steek de handen uit de mouwen in eigen land. Dan verdwijnen die apenregimes vanzelf. Want die hebben, net als een automotor, brandstof nodig om te blijven functioneren. En die brandstof leveren jullie, door in lang voorbijgestreefde sprookjes te blijven geloven.
Zouden ze het horen? Neen! Want ik ben er van overtuigd dat nog terwijl ze zich aan het vrijvechten zijn, alweer het zaad wordt gestrooid voor weer nieuwe regimes die weer op dezelfde leest of erger geschoeid zullen zijn en krijgen wij weer de twijfelachtige eer om de vluchtelingen van die regimes op te vangen.
Maar eigenlijk had ik het over empathie, maar vooraleer daar verder op in te gaan wou ik toch eerst even stellen dat aan alles grenzen zijn. Ook aan empathie! Of juist niet? Want terwijl ik dit schrijf blijf ik toch medelijden hebben met die mensen. Maar empathie hoeft niet persé te betekenen dat je die mensen dan maar met je eigen belastingsgeld voor eeuwig en altijd in de watten moet leggen zoals Europa momenteel aan het doen is. Vooràl niet als blijkt dat ze achteraf uit dankbaarheid hun eigen religie in onze gemeenschap zullen proberen te nestelen en ons ook dààrvoor te laten betalen. Ons aldus neerhalend naar de cultuur die zij juist zijn ontvlucht.
Derde poging om het over empathie te hebben zonder er al te veel de rassenverschillen in te betrekken:
Empathie mag dan al een sympathiek verschijnsel zijn, ik vraag me eigenlijk af of veel mensen dat echt in zich hebben en vooral: in de juiste maat! Want de betekenis van het woord op zich lijkt simpel. Het écht waarmaken vergt toch enige inspanning als je het niet gewoon bent.
En met waarmaken bedoel ik nu écht niet dat je bepaalde mensen te hulp schiet met levensmiddelen en zo maar je eens écht probeert in te denken hoe het moet aanvoelen in iemands vel te leven.
En nog moeilijker is het om met de aldus losgekomen gevoelens de kerk in het midden te houden: empathie allemaal goed en wel, maar als je gaat overdrijven creëer je toestanden zoals momenteel in Europa: alle eigen verworven rechten, waarvoor we levenslang een pak betaalden in de vorm van belastingen, zienderogen zien slinken en terechtkomen in vreemde bekjes. Natuurlijk dat die vreemden dan maar hun eigen cultuur behouden. Als dat tóch zo makkelijk gaat: leven op kosten van een verrijkende cultuur en toch je verarmende cultuur trouw blijven!
Misschien kan een voorbeeldje over echte empathie een en ander verduidelijken: ik heb een parkietje in een kooi. Voor de mens is zon vogeltje een verwaarloosbaar detail van de huiskamer een soort decoratie met huisdierallures.
Voor mij niet. Het is een levend wezen met een kloppend hartje, net als dat van mij.
Een wezen dat over zichzelf ik denkt. Een wezen dat zichzelf waarschijnlijk ziet als zijnde van normale grootte, en mij ziet als een reuzegroot monster. Misschien denkt hij wel dat ikzelf achter de tralies van zijn wereld zit: hij vrij in de kooi en ik gevangen daarbuiten. Van uit zijn standpunt gezien vindt hij zichzelf waarschijnlijk ook wel superieur aan mij. En dat kan ik best begrijpen.
Hij is, naar zijn normen, immers normaal van vorm en grootte, terwijl ik maar een raar, véél te groot wezen met noch pluimen noch bek ben.
Uit empathie liet ik eens zijn deurtje open en liet hem zijn zin doen. In opperste verbazing stond hij wel een kwartier in zijn deuropening te kijken waagde uiteindelijk een sprong naar de vrijheid, vloog al direct tegen alles aan en raakte in opperste paniek. Bleef uiteindelijk op de grond zitten met bonzend hart en was reuzeblij dat ik hem weer voorzichtig in zijn eigen wereldje plaatste. En daar, in zijn kooitje, met zijn eigen speeltjes, is hij gewoon gelukkig. Dat kun je hem dagelijks aanzien.
Maar vroeger geloofde ik dat niet echt, en door me in zijn plaats te stellen wou ik hem méér vrijheid geven. Maar dat bleek hij niet nodig te hebben, en mijn geweten was weer gesust.
Persoonlijk vind ik het heel erg interessant je eens echt in een ander wezen of mens in te denken. Als in een droom jezelf in een soort trance te brengen en de wereld eens vanuit een ander standpunt te bekijken. Als je daar een paar keer mee oefent, wordt het al gauw een tweede natuur en hoef je niet eens meer moeite te doen om de wereld eens op dié manier te beleven.
Soms kan het schokkende ervaringen opleveren maar meestal werkt het heel leerzaam en word je een ander, en beter mens.
Dat een werkplek niet altijd bureau-allures moeten hebben, bewijzen deze fotos: de werkplek van een zeventiger! Lekker comfortabel, lekker geïntegreerd in de living echt prettig werken! Toetsenbordje op de knieën, en schrijven maar. Muis nét daar waar mijn arm op de leuning ligt wat wil je méér?
Maar eerlijk gezegd, mijn werkplekken heb ik altijd al aangepast aan de noden van het werk. Ook toen ik véél jonger was. En dat leerde ik van iemand die het helemaal verkeerd deed:
Hij kreeg een telefoontje, men stelde een bepaalde vraag over wegcode gemeentelijke politieverordening of wat dan ook en dan legde hij de telefoon neer, stond op, zocht een sleutel liep op zijn gemak naar een bepaalde (gesloten!) kast, snuffelde daar wat in tot hij vond wat hij zocht sloot de kast weer netjes af (mét sleutel!) liep terug naar de telefoon, sloeg het boek open begon te zoeken
Enfin, je kent ze wel, die totaal onpractische mensen die wel talenten hebben, maar zich helemaal niet weten te organiseren!
Ik vond het amusant hem op die manier gade te slaan en vroeg me af wat er aan de andere kant van de telefoonlijn werd gedacht. Maar voor ik wist hoe ik het had, ging die kerel met pensioen en mocht ik zijn job overnemen!!!
Daar kon ik wel mee leven, maar niét op die manier hoor! En zo leerde ik mijn werkplek te organiseren: alles bij de hand, en wàt men me ook vroeg, ik had het altijd binnen handbereik. Moest nooit opstaan, moest nooit zoeken. Nog terwijl de vraag werd gesteld had ik het betreffende boek of map al in de hand, en nog vóór de vraagsteller klaar was met zijn vraag kon ik al antwoorden. Velen hebben waarschijnlijk gedacht dat ik elke morgen een wetboek verorberde als ontbijt, óf dat ik àlles wist.
Maar niets was minder waar! Het was gewoon een kwestie van organisatie, en weten waar wàt terug te vinden was.
En zo bleef ik ook na mijn pensionering: waarom iets moeilijk maken als het gemakkelijk kan? Héél eventjes nadenken één keer organiseren desnoods wat timmerwerk en je zit voor de rest van je dagen op rozen!
Zo. Libiërs vluchten massaal naar het pas vrijgevochten(?) Egypte Het rommelt wel goéd in Noord Afrika!
Nu wil ik niet de pretentie hebben de wereldpolitiek te begrijpen (wie wél trouwens?), noch wil ik ze begrijpen. Mij interesseert de mens, en bijgevolg stel ik me bij dit alles grote vragen!
Enerzijds zijn er eindelijk mensen die het beu zijn onder de knoet te worden gehouden en willen strijden voor hun rechten.
Anderzijds vrees ik dat ze niet echt beseffen wàt hen onder de knoet houdt. Hun leiders? Hun leger? De poen? Of hun religie?
Nu proberen ze hun leiders buiten te wippen met de motivatie die elk levend wezen in zich heeft: betere levensomstandigheden. En ze zullen voor andere leiders kiezen. Leiders die in diezelfde religie zijn grootgebracht. Héél misschien aanvankelijk iets beter zullen zijn, maar veel misschiener zal er niets veranderen, of àls er iets verandert zou het best slechter kunnen zijn!
Rusland kende zijn revolutie was het er beter nadat de Tsaren werden geëlimineerd en het communisme in de plaats kwam? En daar ging het nog om een machtig land en om intelligente mensen die niét zo vastzaten in geestdodende religies die elke vorm van logisch denken teniet doen!
Roemenië, je hoort er maar weinig van zouden die zich echt veel hebben verbeterd na de revolutie, ook alweer een paar decennia geleden? Is de levensstandaard er echt verhoogd? Naar de weinige berichten te oordelen niét.
Libië nu, zou goed zijn voor 2% van de olieproductie in de wereld. Met die winst moet je toch al iets kunnen doen voor je mensen! Wàt werd ermee gedaan? Weetnie. Waarschijnlijk gebruikt ter verheerlijking van Allah met nog luxueuzere moskeeën en de rest in eigen zak? Of bewapening tegen wie zich niét onderwerpt aan de religie?
Zullen nieuwe leiders het anders doen? Zullen ze zowel aan de verleidingen van de ingebakken religie als aan het eigenbelang kunnen weerstaan? Want die nieuwe leiders die zullen natúúrlijk weer handelen naar de met de moedermelk ingezogen religie!
Niets dan vraagtekens. Maar het resultaat laat zich al vermoeden: Europa zal er waarschijnlijk nog maar een aantal adoptiekindjes bijnemen en te slapen leggen in asielcentra. Menslievendheid heet dat en het staat mooi op het palmares van politici die herverkozen willen worden door de hersenloze massa.
Vanuit het standpunt van de slachtoffers van die regimes (of religies) dan, ziet het er allemaal heel normaal uit: een rijke maatschappij moét, als ze beschaafd wil zijn, voor de armere gemeenschappen zorgen Dus, na de vlucht naar Egypte zal waarschijnlijk voor velen de vlucht naar Europa en België volgen.
Waar die mensen dan weer niét bij stilstaan is bij het feit dat rijkdom niet vanzelf komt. Dat rijkdom het gevolg is van intelligentie en werklust. En meer nog van het afgooien van het zwaar onderdrukkende juk van religies.
Zolang hiér immers de kerk en de adel de opperste macht was, werd totaal geen vooruitgang geboekt. Als onze voorouders iets wilden leren, dan moest het van religieuze aard zijn, en via de kerk verlopen. Uitvindingen waren des duivels. En net als nú nog de Moslims, bleven we in de modder ploeteren. Reden we met paard en kar, en zouden zij nog altijd op dromedarissen hebben gereden als WIJ geen autos hadden uitgevonden!
Naarmate de kerk haar macht verloor, stak de wetenschap meer en meer de kop op en konden we samenwerken aan die heerlijke maatschappij die we nu (voorlopig nog) hebben.
En dan komen arme Moslims binnen, en gaan we spreken over integratiebeleid. Een mooi woord, maar je kunt er alle kanten mee op. Je kunt het ook totaal omgekeerd laten werken.
Een gezond integratiebeleid zou er moeten in bestaan de vreemdelingen allereerst met de neus op de feiten te drukken:
- Waardoor bleven jullie arm?
- Waarom, en wanneer werden wij rijk?
- Hoe hebben we moeten werken en strijden om het zover te schoppen?
- Zijn jullie wel bereid hetzelfde te doen?
Pas als die mensen dààrvan overtuigd kunnen worden, kan er sprake zijn van integratie. Pas dan zullen ze gemotiveerd zijn om even hard te studeren en te werken als wij, en vaststellen dat dit nieuwe rijke leven niet vanzelf komt. Dat het niet volstaat om met het gezicht naar Mekka aan Allah om hulp te smeken.
En misschien zal dan een aantal van hen liever terugkeren naar hun zanderige wereld en verder genieten van het heerlijke zonnetje waarin ze alleen maar moeten bidden, maar ook levenslang arm zullen blijven.
Maar zoals het nu gaat: óns proberen te integreren in HUN wereld maar wél in óns land, kan enkel maar tot verarming van beide culturen leiden. Want nu vinden zij, dank zij onze arbeid en kennis, dat het leven hier een paradijs is waarvan ze wél de vruchten plukken, maar verder geen poot uitsteken tot toenadering en verbetering naar onze maatschappij.
Lààt ze hun moskeeën houden, maar zélf bekostigen. Lààt ze hun religie houden, zoals wij ons geloof: als een soort gedachte-erfgoed. Maar laat ze die religie niet toelaten onze maatschappij naar beneden te halen.
En trouwens over wélke religie het ook gaat, godsdienstvrijheid is een mooi begrip zo lang de belijders van die godsdienst zélf instaan voor het bekostigen van bidplaatsen en personeel!
Onze grondwet waarborgt de vrijheid van godsdienst dan wel, maar waar in de grondwet staat dat andersdenkenden daar evengoed moeten voor opdraaien in de vorm van belastingsgeld? Zelfs onze eigen kerk waarom er belastingsgeld voor ophoesten als je er nooit in komt?
Als bepaalde religies vinden dat hun predikanten vijf vrouwen en dertig kinderen mogen hebben, dan moeten de belijders van die religie daar ook maar voor opdraaien. Niét wij!
Sommige politici, helaas nog steeds een minderheid, beginnen te vinden dat het integratiebeleid is mislukt. Beginnen te vinden na dertig jaar!!! Hoe lang heeft een normaal brein nodig om in te zien dat zoiets niet kàn lukken als het op die manier wordt uitgevoerd?
Zijn politieke hersenen dan misschien van het ondoordringbaarste materiaal dat op deze wereld te vinden is gemaakt? Ik zou het moeten beginnen geloven.
Wie het nu nog niet door heeft zal het nooit door hebben, maar ik ben geboren onder het sterrenteken vissen(21 februari tot 21 maart).
En sommige vissen zwemmen diep. Héél diep. En in die donkere wereld waar andere stervelingen meestal niet geraken, vinden ze voedsel voor hun nooit ophoudende honger naar wijs zijn en kennis.
Geen wereldse kennis! Wat de vis interesseert zijn de achtergronden. En die gaat hij opzoeken. Diepte heeft geen belang. Ook hoogte niet. Want moest het sterrenteken vogel bestaan, dan zou hij zich daar best mee kunnen identificeren.
Trouwens, diepte of hoogte ze betekenen allebei hetzelfde: je in de drie waarneembare dimensies bewegen én een vierde proberen te vinden!
Is het een vloek of een zegen tot dit teken te behoren? Ik weet het niet. Gelukkig is stier mijn ascendant, en die zorgt er dan weer voor dat het materiële ook meetelt en ik dus wél altijd met beide voeten op de grond blijf, wààr mijn geest ook soms heen zweeft.
Van vissen wordt nogal dikwijls gezegd dat het brave, ietwat dromerige en melancholische mensen zijn. Een beetje wereldvreemd soms. Maar niets is minder waar, al geven ze soms wel die indruk. Ze hebben hun omgeving wél scherp in de gaten en zien veel verder dan hun neus lang is. Trekken ook conclusies waar anderen aan voorbijgaan of belachelijk vinden. Dat doen ze gewoon omdat niet de oppervlakte, maar de diepte hun echte wereld is.
Maar soms zien ze téveel en komen daar dan liefst niet zo snel mee naar buiten Hebben ondervonden dat ze op dit gebied toch niet begrepen worden en hebben daar leren mee leven.
Hoedanook, ik kan ermee leven. En voel me er zelfs kiplekker in. Letterlijk: als een visje in het water!
Nog maar eens in de actualiteit: vluchtmisdrijf na dodelijk ongeval! Mensen begrijpen het niet. Zijn verbolgen. Hoe kun je nu zoiets doen? Daarvoor moet je toch een echte misdadiger zijn!
Maar zo simpel ligt het niet! Zowat iedereen heeft, direct na een ongeval, de dwingende gedachte: Dit is niet gebeurd dat kan niet ontwaak uit die nare droom! Draai de klok terug en let even beter op!!!
Helaas, de klok terugdraaien kan nu eenmaal niet en dat realiseer je je snel. En dan komt de dwingende gedachte: Dan maar maken dat je wegkomt. Wég van dat oord van verderf.
En voor sommige mensen is die gedachte zo onweerstaanbaar dat ze impulsief ook de benen nemen. Niét doelbewust maar als spontane reactie op een gebeurtenis die de geest wil negeren. Zonder nadenken. Want op zon moment is de logische gedachtegang eventjes oncontroleerbaar verstoord.
Tot hier is alles vergeefbaar. Paniek is tot veel in staat. Maar paniek blijft niet duren. Er komt spoedig een moment dat je terug bij je zinnen komt. En als rechtgeaarde burger is dàt het ogenblik om terug te keren naar die plaats waar je liefst nooit meer zou willen zijn en je verantwoordelijkheid op te nemen. Of het ongeval nu al dan niet je schuld was.
Of er wordt geaarzeld. Uren verstrijken dagen soms en je wordt niet verontrust door de politie of door je omgeving. Het begint er op te lijken dat je er zult mee wegkomen!
Zoú je dan nog wel aangifte doen? Natuurlijk zul je dat. Maar met het uur dat verstrijkt wordt de verleiding om dat niét te doen groter. Lijkt ook de kans dat je er zonder kleerscheuren mee wegkomt heel reëel.
De drempelvrees om je aan te geven wordt evenredig groter, want hoe langer je wacht, op hoe minder begrip je zult kunnen rekenen, en de straffen voor vluchtmisdrijf zijn niet mild.
Ik denk dat de meeste vluchtmisdrijfscenarios aldus in elkaar steken. Paniek verstoort aanvankelijk het logisch denken, en daarna hangt het af van de persoon zelf.
Maar moedwillig wegvluchten na een ongeval komt minder vaak voor dan algemeen gedacht wordt.
Misschien is een waarschuwing aan ieder die ooit in een dergelijke situatie zou kunnen terechtkomen hier wel op zijn plaats:
- Bén je in paniek gevlucht, keer dan zo spoedig mogelijk terug of bel tenminste de politie op om je kenbaar te maken. Liefst binnen het uur! Want elk uur dat je wacht is een uur dat zich tegen je kan keren. Misschien was je bloednuchter. De eerste uren kun je dat nog bewijzen. Als je een dag wacht kun je dat niét meer en zou die twijfel wel eens een heel grote invloed kunnen hebben op je rechtszaak.
Soms stel ik me de vraag wat er nu eigenlijk beter is: studeren of al doende ondervinden? Maar eigenlijk is er, zéker in de tegenwoordige tijd, geen keuze. Er is geen tijd om te wachten tot je voldoende hebt ervaren. Het leven gaat snel, en dus moet je er ook zo snel mogelijk klaar voor zijn.
Je kunt voor zowat alles studeren. De kennis wordt je aangereikt op een schoteltje maar je moet het wél in je hoofd zien te krijgen door hard werken. En dan zit het in je hoofd en wat er verder mee gebeurt hangt af van persoon tot persoon:
- Het is er, en blijft er althans theoretisch.
- Na de examens wordt het vergeten. (Niet meer nodig: het diploma is er!)
- In de beroepssfeer wordt het omgezet in waardevolle ervaring en steeds verder uitgebouwd.
- Het stagneert, want de persoon in kwestie is niet in staat de theorie om te zetten in en aan te passen aan de praktijk. Heeft zijn diploma, heeft een job, en dat was het dan. Is ook zo eigenwijs dat hij naar niemand luistert en helemaal in zijn eigen cirkeltje blijft draaien.
Zelf deed ik geen hogere studies, en ergens ben ik daar dankbaar om. Wat ik weet heb ik vooral ervaren en aangevoeld. En dàt blijft je bij. Onuitwisbaar, en aanweziger dan dat iemand het je in het hoofd heeft geprent.
Op de vraag wat er nu beter is: ervaren of studeren, moet ik het antwoord schuldig blijven, want het heeft allebei voor- en nadelen.
Ervaren kan voor sommigen een langdurig proces zijn, en het leven is al zo kort. De een ervaart snel, de ander blijft met de kop tegen de muur lopen. Voor de een is voor ervaring een heel mensenleven nodig, voor de ander volstaan enkele jaren in het volle leven. Weer anderen ervaren nooit. Ondergaan hun omgeving alleen maar.
Studeren daarentegen gaat sneller, en je kunt nu eenmaal niet wachten tot je een oudje bent alvorens in het beroepsleven te stappen. Of de leerstof ook echt ingebakken zit hangt er naar mijn mening van af of je een richting koos die je lag en interesseerde, of alleen maar omdat de verdiensten in die branche hoog zijn en tewerkstelling gegarandeerd
De meest succesvolle mensen, in welke branche ook, zijn mensen die van hun hobby of interesse hun beroep hebben weten te maken, en zich niet hebben blindgestaard op waar ze nu het meeste kunnen verdienen op de gemakkelijkste manier.
Dié mensen leven gelukkig. Of het nu bouwvakkers of intellectuelen zijn. En die mensen bereiken ook hoge toppen in hun carrière. Bij dié mensen kun je echt terecht als je een probleem hebt waarvan ze mogen verondersteld worden het te kunnen oplossen. Dàt zijn de juiste mensen op de juiste plaats.
Het grote probleem voor de rest van de mensheid is: waar zitten die?
- Waar zit de arts die meer geïnteresseerd is in wat je mankeert dan in zijn honorarium?
- Waar zit de advocaat die je zaak écht ter harte neemt zonder daar ook een buitensporige verdienste aan te koppelen?
- Waar zit de aannemer die liever één sterk huis bouwt dan tien gammele krotten?
Ze zijn er heus wel! Maar of ze ook zo goed zullen blijven is maar zeer de vraag, want als je goed bent in iets kun je al gauw niet meer aan de vraag voldoen. En dan heb je weer de keuze:
- Snel rijk worden met een massa klanten die je maar half kunt afwerken;
- Je cliënteel beperken, maar tegen hoog tarief werken;
- Je cliënteel beperken tot de mensen die het waard zijn, zonder onbetaalbare tarieven.
Volgens mij kun je alleen maar gelukkig leven met de laatste keuze. Want dàn pas doe je wat je graag doet, beleef je er plezier aan, wordt je gewaardeerd en ga je niet ten onder aan stress.
En vooral: je kunt tevreden zijn over jezelf en over wat je hebt gepresteerd. Dat lijkt me een pak waardevoller dan de stresserende gedachte dat je, ondanks je hoge verdiensten, bij jezelf moet toegeven dat je het beter had gekund. Dat je toch maar wat hebt aangerommeld en niemand daar echt beter is van geworden.
Wat een mooi woord: vrijheid. Vrij zijn te gaan en te staan waar je wilt, te zeggen wat je wilt
En ondanks alle gekibbel en problemen leven we toch in dàt deel van de wereld waar dit alles mogelijk is.
Daarvoor hebben onze voorouders gestreden en gewrocht.
Helaas is het ook een woord waar de mens, zodra hij het heeft, toch zo graag misbruik van maakt. De stelling Een matig mens is zijn vrijheid waard mag dan al kloppen, het probleem is dat je nog maar weinig matige mensen vindt. En evenredig met het toenemen van vrijheid vermindert het aantal matige mensen.
De enige conclusie die ik hieruit kan trekken is dat vrijheid niet echt besteed is aan het mensdom. Het wordt symbool van grenzeloze luiheid, en tóch alles willen wat mensen die wél werken zich kunnen permitteren.
En nog helazer: in een samenleving als de onze werkt dat nog ook! Tja de helaasheid der dingen!
En meest helaas: zelfs een hond zou moeten ruiken dat die mentaliteit onhoudbaar is. De weinige mensen die wél vinden dat ze moeten werken betalen zich blauw aan belasting om het niet-werkende gedeelte te sponsoren. Vroeg of laat geven ze er dan ook de brui aan en wordt het een vicieuze cirkel.
De grootste schuldigen zijn natuurlijk de vakbonden, hoewel ik hun bestaansrecht niet in twijfel trek. Als ze er niét waren geweest leefden we nog steeds in feodale stelsels. Maar er zijn grenzen. En dat zouden die vakbonden ook moeten begrijpen. Maar integendeel, ze willen het onderste uit de kan.
En wat krijg je op de neus als je het onderste uit de kan wilt? En dat hadden we eigenlijk al lang op de neus moeten krijgen, maar (gelukkig?) werd daar een middel op gevonden: de staatskas vullen met schuld! Nét wat de tegenwoordige mamaatjes doen met het gezinsbudget om hun kindjes zoet te houden
En wat gebeurt er dan met verloop van tijd? Ik zag het honderden keren: het kindje groeit op, eist steeds meer, wordt nimmer of nooit volwassen en mamaatje ligt er mee aan haar been voor de rest van haar leven! Elke cent die ze zou kunnen sparen gaat naar juist!
En dat lieve individuutje zélf? Blijft maar problemen zoeken en natuurlijk: wat je zoekt dat vind je. Problemen al zéker. En mama blijft betalen. Vandaag voor een bloedneus, morgen voor een stukgereden auto en overmorgen voor advocaten om hem uit de gevangenis te houden.
Zo verloopt het tegenwoordig in de samenleving! Matige mensen? Een illusie! Tenzij ze ooit honger krijgen en niemand voor ze klaarstaat met de papfles of met een pak geld.
En die dag komt zéker! Want ouders blijven niet leven. Ooit komt de dag dat die onvolwassenen opgegroeid zijn en op eigen benen moeten staan. Vroeger gebeurde dat rond de 20 jaar. Nu wordt die leeftijd steeds hoger: 30 40 en in steeds meer gevallen pas als de laatste ouder sterft. Maar dan is het al veel te laat. Van een baby kun je nog een mens maken. Van een volgroeid, beklagenswaardig figuur? Ik zou niet weten hoé.
Maar toch doen mamas maar voort met verwennen en inspringen waar nodig. En toch doet vadertje staat maar verder met schuld maken om zijn kindjes en vooral adoptiekindjes in de watten te leggen.
Wat mij betreft: zonder voor een bepaalde partij te willen kiezen, ja, zelfs de partij op zich totaal te negeren, heb ik nog altijd respect voor de regering Dehaene, en voor de persoon van Dehaene op zich. Die durfde tenminste nog zeggen waar het op aan kwam en onsympathieke maatregelen nemen. Maatregelen die pijn deden in onze geldbeugel, maar de stabiliteit van de staatskas moesten waarborgen en dat ook deden.
Maar helaas, toen kwam de blauwe bende met dat dioxinegeval op de proppen en neen! Ik geef die blauwe partij niet de schuld. Wél de individuele mensen die er deel van uitmaakten en enkel aan eigenbelang dachten.
Daarom ook zal ik me nooit aan een bepaalde partij kunnen hechten. Wàt het gedachtegoed van een partij ook is het zijn de mensen die een bepaalde partij als springplank gebruiken die de lakens uitdelen. Dààr wringt het schoentje!
Zélfs het communisme, op zich, heeft veel lovenswaardig gedachtegoed. Het naziregime aanvankelijk misschien ook. Maar wie schaart zich achter succesvolle regimes? Juist tuig van de richel, dat anders geen kans maakt in de samenleving.
Want wélk gedachtegoed ook in een partij werd gepompt door goedmenende zielen het zijn altijd ménsen die het door de jaren heen moeten waarmaken. Mensen die uiteindelijk grote macht krijgen. En wie de macht heeft misbruikt hem. Zéker weten!
De begrafenis van Marie Rose Morel is alweer verleden tijd. De hatelijke reactie daarop van de Waalse nieuwsdienst ook. En de Vlaming die lijkt alweer in slaap gesust.
Bart Dewever eiste excuses voor die reactie maar zoals steeds bij de Walen: Non!
Geen probleem blijkbaar. Niemand lijkt er wakker van te liggen. Ook voor de Nieuwsdienst is de kous af. Zou dat in Wallonië ook zo makkelijk aflopen?
En dat was het dan weer niets gebeurd, het leven gaat verder. Wél betogen voor een snellere regeringsvorming, mét of zonder non. Blijkbaar doen we het nog liever verder met non dan dat de leeuw zijn klauwen toont of tenminste geen genoegen meer neemt met non.
Begrafenis voorbij nieuws voorbij Waalse kritiek voorbij wat staat er nu op het menu? Een olieramp? Schip vergaan? Zonne-activiteit?
Massaal protest tegen de Waalse TV en haar venijnig gedrag naar aanleiding van die begrafenis, zoals ik dat had verwacht? Vergeet het. Ach, jongens de leeuw is al lang zijn klauwen kwijt. Afgevijld door politiek, vakbonden en dop. Monddood gemaakt door de vele nons en andere Waalse sanitaire grapjes.
Nou ja, ze doen maar. Verdienen we nog wel die gele vlag met zwarte leeuw? Zouden we er niet liever een hemelsblauwe van maken met een spinnend roze katje? Een katje dat alles slikt en zich spinnend alles laat welgevallen? Laks migranten- en asielbeleid mensen aan het roer die het fiere schip dat ooit België heette recht naar de klippen sturen? Laat maar doen hoor, zo lang we aan de dop kunnen blijven!
Is dàt de Vlaming anno 2011? Ik begin voorwaar beschaamd te zijn dat ik er een ben: een verwaarloosbaar nevenverschijnsel in het Waals georiënteerde België!
Niet verwonderlijk dat de Waalse haan altijd al de scepter zwaaide in dat land, en dat ook in de toekomst wel zal blijven doen. Als we niet eens meer uit ons bed komen als met modder gegooid wordt naar een Vlaamse begrafenis, dan moeten we daar ook maar de gevolgen van dragen.
Vannacht droomde ik dat ik een Waalse minister was, en informateur.
Mijn eerste werk was naar de koning stappen en vragen of hij mijn taak wilde omzetten naar transformateur.
De koning had daar wel oren naar. Hij had al zowat alles over de vloer gehad: informateurs, formateurs, bemiddelaars, verduidelijkers Het had allemaal geen aarde aan de dijk gebracht maar transformateurs, dat was weer eens wat anders.
Ik had namelijk een ideetje om tot nieuwe samenwerking te komen tussen de rivaliserende gemeenschappen. Maar daarvoor moest ik de Vlamingen kunnen transformateren tot Vlamlims.
Moslims bleken namelijk de Waalse knuffelpraktijken (gesponsord door de Vlamingen) wel te kunnen appreciëren. Vlamlims zouden dat ook wel doen dacht ik zo.
En ik liet op grote schaal moskeeën bouwen die het saaie Vlaamse landschap opfleurden. Drukkerijen die à volonté Korans loslieten op de van nature uit goedgelovige Vlaamse bevolking. In de kleuterklasjes sprookjes van duizend en één nacht laten vertellen die veel beloofden maar weinig inhoud hadden.
En vooral: àls dat uitstervend ras nog mocht bestaan: Vlaamse leeuwen transformeren naar spinnende katjes. Hoe? Daar zouden de OCMWs wel voor zorgen. Waren ze trouwens al een hele tijd mee bezig: vangnetten spannen en werklust vernietigen.
Kapelletjes en kruisbeelden omtoveren tot minimoskeetjes en gezellige bidplaatsjes waar je met de kont naar de hemel en het gezicht naar de hel de Islam kon belijden (met de nadruk op lijden).
En ja dat lukte. Het duurde wél geen maanden, maar jaren! Maar de dag kwam dat ik naar de koning kon stappen met het heuglijke nieuws:
- Sire, er zijn geen Vlamingen meer! Het zijn Vlamlims geworden.
Zijn antwoord was een teleurstelling voor me:
- O ja? En wie zal nu voor ons werken?
- (Slik) euh de Vlamlims zeker Sire?
- Dan hoop ik maar dat ze meer Vlam dan Lim zijn! Wat mij betreft vertrouw ik die transformatie niet erg! Heb je er aan gedacht om met het inplanten van het Islamerfgoed, niet ook de werklust en ondernemingszin te hebben vernietigd? Want met de Vlaming Is Lam zullen we het niet ver brengen!
Tja daar zat logica in. Hoe kon ik nu zo stom geweest zijn? Maar ja, ik kon dan ook alleen maar beschikken over Waalse hersenen! Maar daar ging me toch een licht op. Een typisch Waals licht (ànderen het echte werk laten doen).
- Sire, staat u me nog een laatste transformatieperiode toe?
- Om wat te doen dan wel?
- Om een Vlaamse donor te vinden om mijn hersenen te vervangen.
En toen werd ik wakker. In een land dat het wereldrecord regering vormen gebroken had.
En ondanks alles voelde ik me gelukkig: voor de eerste keer in de geschiedenis leek het Waalse passieve non, dat in het verleden zowat elke regeringsvorming naar haar hand had weten te zetten, niet langer te werken.
Tja, een tweegemeenschapsland dat gestuurd wordt door enkel maar de passiviteit van één gemeenschap die dan nog een minderheid vormt, kàn nu eenmaal geen stand houden.
Een trekker kan dan wel een aanhangwagen meeslepen, maar als die aanhangwagen vóór de trekker uit wil rijden moet daar vroeg of laat wel narigheid van komen.
Wat mij betreft mag de regeringsvorming nog jaren aanslepen. Alle negatieve economische gevolgen zijn nog verre te verkiezen boven het slaafs blijven gehoorzamen aan alle Waalse nons.
Over mezelf: Bouwjaar: 1941 Geboren: Ja. Geslacht: Neen. Nog levend. Adres: Hier. Beroep: Levensgenieter. Hobby's: Veel. Talen: Ja. Vooral betalen. MEDEDELING: Voor enkel politie-verhaaltjes, klik onderaan deze marge op 'fictie'.