Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    05-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Over alle daken

    Over alle daken
    bloeit mijn bleke wake;
    alle sterren toe
    reikt ze, strak en moe.

    Baart dan alle bangen
    steeds een nieuw verlangen?
    Is dan alle vrees
    liefdes vrouwe en wees?...

    - Over alle daken
    bleek-gebloede bake;
    over heel de wereld heen
    liefde en leed, - alleen...

    Stedelijke eenzaamheid

    schrijver

    05-10-2017 om 22:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arcadia

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

    Arcadia

    Langzaam kleedt zij zich uit in het lover,
    Rilt verrukt en verlangt een rover,
    Denkt aan nimfen en faunen.

    Nimfen die zich genotvol over-
    Gaven aan faunen, naakt onder lover,
    Begrijnsd door oude alraunen.

    't Rimpelend water spiegelt haar week:
    Met haar voetjes in de ondiepe beek
    Voeren de golfjes guerrilla.

    Op een steen zit haar echtgenoot,
    Ziet haar spelen, ergert zich dood
    En zuigt op zijn manilla.

    Serenade

    schrijver

      

    04-10-2017 om 22:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.encore

    Een gedicht van Geerten Gossaert 1884-1958

    Encore

    In het midden van mei, als de nachtegaals zingen
    En de avondglans huwt aan de morgense schijn
    Als de schuchtere geur van de late seringen
    Zich mengt met de geur van de vroege jasmijn,

    Toen hoorde ik uw lippen de woorden ontglippen:
    (Ik was maar een knaap en gij waart nog een kind)
    Hoe wrang is de smaak van verwinnende lippen
    Zo innig het verlangen der ziel niet bemint!

    En ik zag het gebed van uw hulpeloze ogen,
    En ik voelde, beangstigd, de angstige klem
    Van uw hande' om mijn hand, en mijn lippen bewogen,
    Maar mijn machtloze wanhoop verstikte mijn stem.

    Dan, uw schaamte bedwong het onstuimige hijgen
    Van uw hart en de nachtwind verwaaide uw klacht,
    En niets meer verstoorde 't oneindige zwijgen
    Dan een zwaan die zich roerde in de roerloze gracht...

    Maar nòg, op mijn hand die uw handen omvingen,
    Herproeven mijn bevende lippen uw pijn,
    Als de schuchtere geur van de late seringen
    Zich mengt met de geur van de vroege jasmijn.

    schrijver

    03-10-2017 om 22:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-10-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor
    Een gedicht van Jan Hammenecker 1878-1932
    Voor mijn zuster.

    Als ik op haar peinze, o Jesu,
    - en ik peinze op haar gedurig!
    op mijn zuster Valentine,
    op haar ziekte zo balsturig,
    op haar heengaan zo gelaten;
    Valentine, o Valentine,
    lam dat leed, en niet wou blaten! -
    Als ik op haar peinze, o Jesu,
    die zó vroed was, zó goed was;
    die zó liefhad, U zó liefhad,
    ons zó liefhad; ach en zoet was,
    zoet gelijk uw Harte, o Jesu! -
    Als ik op haar peinze, o laat me,
    laat me rouwen op uw Harte,
    Meester, of de kracht ontgaat me
    om te leven immer peinzend
    aan mijn zuster, Valentine!...
    Laat me, luisterend aan uw Harte,
    weten dat zij rust daarbinnen:
    in uw Harte, o goede Jesu!

    schrijver

    01-10-2017 om 21:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik

    Een gedicht van Karel van Woestijne 1878-1929

    IK BEN DE HAZEL-NOOT

    Ik ben de hazel-noot. - Een bleke, weke made
    bewoont mijn kamer, en die blind is, en die knaagt.
    Ik ben die van mijn zaad een duisternis verzade.
    En 'k word een leêgt', die klaagt noch vraagt.

    'k Verlaat me-zelf; 'k lijd aan me-zelven ijle schade.
    Ik ben 't aanhoudend maal, in een gesloten kring,
    van ene domme, duldeloze, ondankb're made.
    Maar raak' de vinger van een kind me, dat me rade:
    hij hoort mijn holte; ik luid; ik zing.

    'De voedster'

    schrijver

    29-09-2017 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. de navond

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    DE NAVOND KOMT ZO STIL

    De navond komt zo stil, zo stil
    zoo traagzaam aangetreden,
    dat geen en weet, wanneer de dag
    of waar hij is geleden.
    ‘t Is avond, stille... en, mij omtrent,
    is iets, of iemand, onbekend,
    die, zachtjes mij beroerend, zegt:
    '‘t Is avond en ‘t is rustens recht.'

    De bomen dragen gans de locht
    vol groen, nog onbestoven;
    en ‘k zie, zo dicht hun blaren staan,
    nog nauwlijks deur de hoven;
    ‘k en hoore niets, al om end om,
    van ‘t zoetgekeelde vogelendom,
    ‘t en zij, het donker loof beneên,
    de nachtegaal zijne avondbeên.

    Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon
    hij zingt! Het is onwetend,
    dat zingend hij mijne oren boeit,
    en aan zijn kele ketent.
    Ach, wist hij ‘t gene ik wetend ben:
    dat dankbaar ik toch wete en ken
    wie hem zijn tale, en mij daaraf
    ‘t genoegen en ‘t genieten, gaf!

    Hoe lieflijk zingt hij! Maar, wat hoor
    eensgangs ik ginder gekken?
    Wat is ‘t, dat her end weder her
    verergerend gerrebekken?
    Och, vorsenvolk, in ‘t waterwied,
    houd op! En stoor de stilte niet:
    laat horen mij dat leutig slaan...
    En, kwelgediert, houd op voortaan!

    Heb daar!... Het speit, de steen rondom,
    en, uitgestrekter schenen,
    zijn al de vorsen, diepe in ‘t goor,
    in ‘t zwijgend goor verdwenen!...
    Eilaas, de nacht en ‘t donker zijn
    bezitten nu de zanger mijn:
    noch nachtegaal, noch ruit noch muit,
    en hore ik meer... ‘t is uit, ‘t is uit!

    -----------------------------------------

    mij omtrent - in mijn omgeving
    dragen... vol - vullen met
    deur - doorheen
    om end om - in ruime kring
    het donker loof beneên - onder het donkere loof
    daaraf - daarvan
    eensgangs - eensklaps
    dat her end ... gerrebekken - dat telkens weer uitdagender kwaken
    vorsvolk - groep kikkers
    heb daar - pak aan
    speit - spat
    uitgestrekter schenen - gestrekte poten
    goor - modder
    noch ruit noch muit - geen kik

    schrijver

    28-09-2017 om 22:04 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.september

    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1921-1947

    SEPTEMBER

    September! laat uw open grijze vanen
    Door koele luchten, schone straten gaan,
    Het gave goud ligt op uw zegebaan,
    Druipt van uw fijne wapperende manen;

    De pure honig laat ge in harten staan:
    Gewassen goud in glad-gevlochten spanen,
    Uw adem is ons tot het lijf gegaan
    En blaast ons, jonge goôn, langs nieuwe banen.

    Op kameraden! grijp het najaarsooft,
    Laat wijn en wingerd om uw schansen glijden
    En zet een krans op 't vastberaden hoofd;

    Druk uw bewuste zin in 't jaargetijde,
    Dat met zijn kloeke wind uw vlagge looft,
    Dat waait uw woord langs Hollands vlakke weiden!

    Eerste oogst (1912)

    schrijver

    26-09-2017 om 18:52 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.weten

    Een gedicht van Albrecht Rodenbach 1856-1880

    Ik moet er niet van weten...

    Ik moet er niet van weten, van die zuidse vrouwenzielen,
    die, voelend het noodlottig leed hun longeren vernielen,
    te midden het ontbladeren van de bomen kneuteren gaan
    dat 't jammer is van hen en van hun lief en van de blaân.

    Zijt gij het die ik rochelen voel hier rond mijn hert, vernieling?
    Zijt gij het? God verplette u, worm die mijner jeugd bezieling
    Verknagen moet! Het lijf wierp u mijn eigen roekloosheid,
    doch, zier om zier, bestrijde ik u de Geest, Noodlottigheid!

    Gij die vandaag den hemel kuist van vuiler dampen rotheid,
    O licht, o warmte, o levenslust, bedanke u, vurige godheid!
    - Mijn zonnig land... mijn verten... mijn jong leven... Kameraad,
    Nicht raisonniren... Weer u scherp, en eind als een soldaat!...

    laatste gedicht van Rodenbach

    schrijver

     

    25-09-2017 om 22:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.buitenmeisje

    Een gedicht van Virginie Loveling 1836-1923

    HET BUITENMEISJE

    Zij vroegen of ze tevreden was,
    In de stad tevreden en daar.
    Het jonge meisje knikte ja,
    Ze waren zo goed voor haar!

    Zij knikte ja, zij zweeg en ging
    In de kelderkeuken staan,
    En zag omhoog door 't vensterraam
    Op straat de voeten gaan.

    Toen dacht zij aan het groene veld,
    En aan haar ouders hut:
    Daarover waait hoog de populier,
    En de vlierboom staat aan de put.

    Het geitje op 't grasplein, ginds verre de kerk,
    En de lucht oneindig blauw, -
    Haar moeder haspelt aan 't open raam,
    En haar vader zit op 't getouw.

    De wiedsters in 't veld en de leeuwrik omhoog,
    - O lag zij bij hen in het vlas! -
    En zat zij te peinzen, toen vroegen zij haar,
    Of zij tevreden was.

    Zij waren zo goed en zo vriendlijk met haar,
    Zij kon niet zeggen: 'Neen.'
    Maar 's avonds als zij slapen ging,
    Toen weende zij alleen.

    schrijver

    23-09-2017 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan

    Een gedicht van A.C.W. Staring 1767-1840

    Aan vrouwensmaders.

    Laat af, die 't Zwak Geslacht met bittre gal bespat,
    Of gij verdiende 't niet, dat gij een Moeder had.

    1789

    Puntdichten

    schrijver

    21-09-2017 om 21:59 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ziekte

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    DE ERGSTE ZIEKTE.

    Er kan geen erger ziekte wezen,
    (Hetzij van lichaam of van geest)
    Dan die, waarbij men 't stèrven vreest
    Maar niets wil nemen tot genézen.

    Zedenspiegel in Spreuken XCIII

    schrijver

    20-09-2017 om 22:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wanhoop

    Een gedicht van Edward Koster 1861-1937

    WANHOOP.

    Ik ben zo droef omdat ik niet kan horen
    Uw zachte stemme met haar zoete taal;
    Terwijl 'k langs de besneeuwde straten dwaal,
    Klinkt mij 't gelach der menschen vreemd in de oren.

    En door de luiken van de hoge toren
    Stroomt het geluid mij binnen van 't metaal;
    Geroerd sta 'k stil; wijl 'k angstig ademhaal
    Is 't mij alsof een stem me roept: "Verloren!"

    O zwijg, gij klank van onheil en van leed,
    Roep niet zo luid in mij, wees stil, ik weet
    Dat gij slechts zijt mijn eigene gedachte.

    Geen stem is 't die van buiten tot mij kwam,
    Maar het geluid dat 'k in mij zelf vernam,
    En dat naar uiting in de kerkklok smachtte.

    Eerste Gedichten

    schrijver

    19-09-2017 om 21:45 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leus

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

     

    LEUS

    Waar zielen krachten zijn en krachten daden worden,
    Waar uit het stoute brein een wond're wereld stamt,
    Waar grote menschen slaan en stormen uit hun orden,
    Gelijk, ten bergop uit, de bergenziele vlamt;

    Waar felle boodschap brandt uit goudgevuurde borden,
    Waar rode razernij op zwarte muren ramt,
    Waar heldenhanden hoog het heldenzwaard omgorden,
    En naberouw noch spijt de slaande arm verlamt;

    Daar staan wij, eigenvast, geschoord op beide voeten,
    Getroost met onze kop onz' koppigheid te boeten,
    En lachen op die spuwt en spuwen op die lacht!

    Daar staan wij, taai en trots, bij zelfgenade vorsten,
    Die durven, één alleen, wat duizenden niet dorsten,
    En zwaaien door de wind de losse vaan der kracht.

    De Noodhoorn (1940)

    schrijver

    18-09-2017 om 21:57 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zang

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1935

    ZANG.

    Mijn ziele is in mijn zangen,
    Mijn zang is mijne ziel:
    Mijn lied is 't zoet verlangen,
    Dat in mijn harte viel.

    Dat groeit daar stil verholen,
    En groeit straks wonderhoog,
    En rankt in duizend bloemen
    Der wereld uit het oog.

    schrijver

    17-09-2017 om 18:49 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.landminnaar

    Een gedicht van Betje Wolff en Aagje Deken 1738-1804

    DE LANDMINNAAR

    Wel man, wat kan
    u de stad behagen,
    dat gij mij durft plagen
    om mijn keur?
    ’t Lust mij niet te leven
    naar de sleur.
    Al wat de stad kan geven
    heeft geen smaak of geur.

    Hoor mij, wilt gij
    onschuldige vermaken
    onverhinderd smaken?
    Kom op ’t land!
    Leer eenvoudig leven;
    heb verstand!
    Natuur wil heil u geven;
    neem het uit haar hand!

    Economische liedjes (1781)

    schrijver

    16-09-2017 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kusjes

    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Kusjes

    Duizendvoudig zijn de kusjes,
    Die de tere minnelustjes
    in 't gevoelig hart ontgloên,
    en de brand der liefde voên.
    Maar, indien gij wilt beminnen,
    schone strookster van mijn zinnen,
    hoor, wat kusjes ik verlang,
    als ik aan uw boezem hang!

    Schenk me, o voedster van mijn lustjes,
    druk me zulke vochte kusjes,
    dat uw tong de mijne streelt,
    en er krullend mede speelt;
    even als de geile mussen
    in de mei elkander kussen,
    of het lieve tortelgoed
    in het trekkebekken doet!
    Laat uw hart door hete zuchtjes
    tuigen van uw zielsgenuchtjes,
    dat uw malse boezem zwoegt,
    als ge uw lipjes met mij voegt,
    en mijn halfverdronken ogen
    zich in de uwe blind zien mogen.
    Hoor nu, hoe gij in de gloed
    't kussend mondje zetten moet,
    om het zoetste zoet te kopen.
    Niet te dicht, en ook niet open.
    Laat één plaatsje (zo is 't wel!)
    voor ons beider tongenspel:
    dat mijn zachte tandenbeetjes
    door die balsemige reetjes
    boren mogen zonder pijn:
    en uw tongetje het mijn
    zacht ontmoeten, lieflijk klemmen,
    bevend in uw mondje zwemmen,
    tot het, spartlend van vermaak,
    aan mijn tong geschakeld raak.
    Dan zal ik het zuigen, strelen,
    zoeken 't aan uw mond te ontstelen:
    'k zal het bijten, en mijn dorst
    met de adem uit uw borst,
    met het bloed, er uit te leken,
    koelen, lessen, meer ontsteken;
    zetten borst en ingewand
    door die terging in de brand;
    dat het overstelpte harte
    van genoegelijke smarte
    in ons beider binnenst zwelt,
    en van fijn gevoel versmelt.
    't Geen het op de vochte tippen
    onzer natbedauwde lippen,
    met een bevend zacht geluid,
    door een teder lispen uit:
    dat en ziel en adem tevens,
    met het overschot des levens,
    dat in onze boezem slaat,
    in elkander overgaat;
    en wij, in amechtig hijgen,
    spraak-, gevoelloos, nederzijgen.

    schrijver

     

    14-09-2017 om 22:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderbui

    Een gedicht van Willem de Merode 1887-1939

    De donderbui

    De lucht betrekt, het zand stuift op,
    Hoog torent zich de donderkop,
    Die blauw als lei, en koperrood,
    Dreigt met vernieling en met dood.
    De bliksem, kort en lang van lijn,
    Gelijk een zenuwachtig sein,
    Meldt ademloos: wie vloeke of kniel',
    Gedenk uw zonden, red uw ziel!
    Een windstoot, water, vlam, een knal,
    Alsof de hemel barsten zal.
    Wij voelen hoe de wereld kreunt
    En onder onze voeten dreunt.
    Vlak langs de grond ontvlucht de dag.
    Al nader knapt de donderslag,
    En roder slingert 't bliksemvier
    Het heet verderf naar mens en dier.
    't Gesprek stokt; hart en adem staakt,
    Als 't weerlicht rakelings ons raakt.
    Wij zien elkanders vaal gelaat,
    Ontwijken 't raam, en ieder gaat
    Verbijsterd uit zijn levenslot
    Tot aller leven oorsprong: God!

    O eindelijke vredesteê!
    Hier is de ziel stil en gedwee,
    En ziet, bevrijd van angst en waan,
    Het breken van de wereld aan.
    Hier is zij zo gerust en stil,
    Eenswillens met des Heeren wil,
    Dat zij niet bidt voor have en bloed,
    Maar zegt: wat God wil, dat is goed!
    Verslokt de vloed ons, zengt het vier,
    Wij hebben Uwe hemel hier.
    Ons hoog hart werd een effen dal,
    Waar God intrad en wonen zal. -
    Zo ligt ze, een lichte vlakte, waar
    God boven welft zijn hemel klaar;
    En als ziels helder spiegelbeeld
    Wordt aardes hemel plots doorspeeld
    Van zonneschijn, de wolk bromt grof,
    Het water bobbelt door de hof,
    Maar 't grauwe zwerk zwenkt voor de wind
    Schoon traag, de donderbui verzwindt.

    De regen ruist nu ongestoord,
    Eentonig murmurerend, voort.
    De koeien grazen weer gedwee,
    Het volk komt buiten, één, getwee,
    Staan mensen; allen ademen vrij.
    Goddank! wij leven! 't is voorbij!
    En hier en daar glimlacht men stil:
    ‘Doe met Uw knechten naar Uw wil!’

    De stille tuin(1933)–

    schrijver

    13-09-2017 om 21:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zonne

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    De stille zonne daar ik zit

    De stille zonne daar ik zit, voor mijne woning,
    in de oude lijste van een groene en rode veil;
    van al de bloemen op mijn mond de milde honing,
    en in mijn hart van al de dagen 't vrome heil;

    een witte roze aan mijne krage, en voor mijne ogen
    de weiden en de Leië in lage zonne-brand;
    van mijne vrouwe in mij het zorgend mededogen,
    en van mijn zoontje op mijne wang de koele hand;

    - ik voel een rijpe traan diep uit mijn binnenst rijzen
    van verre heimwee en gevréesd geluk, misschien;
    'k laat op mijn moede oog de lange wimpers dijzen;
    - maar als ik ze open, zult ge er zonnen stralen zien...

    De gulden schaduw (1905 - 1909)

    schrijver

    11-09-2017 om 22:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.droom

    Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881

    Een droom

    Een droom - als maneschijn - in zilvren wade
    En breedgewiekt, heeft mij, toen ik verwezen,
    In dons gedompeld, in de rust mij baadde,
    Met elpen staf een kindekijn gewezen:

    Het lachte, en bij die lach, wiens wedergade
    Slechts in de zuivre zonne wordt geprezen,
    Wolkte als een nevel weg al 't zwarte en kwade,
    Dat in mij mort... 't Is me in een zucht ontrezen.

    Toen was ik waardig, aan die blonde slapen
    Eerbiedig de eene en de andre hand te drukken,
    En in de hemel van dat oog te schouwen...

    Ik zag en kuste en kuste... úw kind, geschapen
    Naar úw Madonna beeld, en diep verrukken
    Doorgolfde mij, o, lieflijkste aller vrouwen! -

    schrijver

    10-09-2017 om 22:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het kasteel

    Een gedicht van Frans Bastiaanse  1868-1947

    het Kasteel

    Voor onze blikken rees nu 't oud Kasteel
    Met hoge toren tussen iep en eiken,
    Waar duizend bloemen stonden stralend geel
    Op 't groene grasveld in de zon te prijken.

    Die zware wanden zagen de eeuwen wijken,
    Trotserend Tijd en Stormwind en Houweel,
    Geslachten sterven, val van koninkrijken,
    Als viel slechts hun de onsterflijkheid ten deel.

    En, zoals vaak in 't leven 't trotse en tere
    Vereend zijn, speelde op 't geel-bebloeide groen
    Een kinderschare, in roze en witte kleren,
    Luid-juichend om de gouden zomer-noen,
    Zó blij, zó blij, als zou nooit leed hen deren,
    Geen Dood dit broze schoon verwelken doen.

    Verzen (1918)

    schrijver

    09-09-2017 om 22:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!