Ik ben de tijd die het leven omkeert tot nevel, de bloemen vermist. Men noemt mij herfst, een woord dat lippen snijdt en jaarringen vriest in alle vormen van hout, zelfs in houden van elkaar. Men zegt dat ik met niemand te rijmen val
ik wil zo leven dat alles wat me overkomt zijn plaats zal hebben. maar ik kan lijden, zin en zegen niet zomaar in één adem noemen, zoals me dikwijls voorgehouden werd. verlies blijft altijd verlies. verwond raken. geen uitweg zien. zonder beschutting zijn. alleen wanneer ik desondanks probeer door alles heen te gaan zonder te weten waar ik uitkom, vind ik misschien een nieuw bestaan en woorden van betekenis.