ik heb ooit in Ieper onder de Menenpoort de Last Post horen blazen. een Schots muziekkorps speelde zacht. ik zag de miljoenen zinloze doden.
vandaag worden ze weer herdacht. met veel vertoon en evenveel papavers. maar wij hebben er niets van geleerd. in elk nieuwsbericht brengen ze zoveel
doden uit zinloze oorlogen opnieuw mijn huiskamer binnen. kinderen, moeders en vaders die niets liever wilden dan gelukkig te zijn.
juist nu om 11 uur van de elfde maand in negentienhonderd en elf doden westerse kogels terwijl men in Ieper de Last Post ter herinnering blaast. ons avondland
telt de vergaarde centen die verdwijnen als rook. en de drukte om geld dat in bodemloze putten verdwijnt drukt de doden morgen naar vergetelheid.
de ster die vanavond aan mijn hemel schittert staat daar al eeuwen niet meer. ik zie dus wat ik niet zie. soms leef ik wat ik niet wil leven. soms droom ik
wat geen droom kan zijn. mijn hemel kleurt rood van verlangen en soms zwart van verdriet en ik weet niet waarom. ik voel de bachvariaties
als balsem rond mijn pijn hun eeuwigheid verklanken. dan keert mijn rust terug en vind ik mijn beminden.
sterren schijnen enkel in de nacht en als de morgen komt zie ik de zon verschijnen. dan trekken alle nevels weg en in mijn handen die ik open