De bloedkoets of bloedkaros is een naam uit de Vlaamse folklore.
In Vlaamse volksverhalen vinden we de bloedkoets of bloedkaros terug. We vinden deze verhalen terug in en rond Antwerpen, Vlaams Brabant en Aalst. Naargelang de plaats en de tijd verschillen deze verhalen lichtjes. Maar meestal gaat het over een afgesloten zwarte koets die 's nachts door de stad rijdt. De koets ontvoert kinderen of de duivels die erin zitten bijten de kinderen hun tenen af.
Voor Aalst werd door de geschiedkundige Petrus van Nuffel (1871-1939) het volgende verhaal opgetekend:
Tijdens de Franse tijd reed in Aalst elke avond de bloedkoets rond. Het voertuig was naar alle kanten gesloten, maar het bloed sijpelde door de luiken. Weerszijds de koets liepen gemaskerde mannen die de kinderen die ze ontmoetten ontvoerden en doodden. Het bloed werd naar Parijs gestuurd voor de "grote republikein".
We kunnen de bloedkoets catalogeren onder de verzameling kinderschrikken, griezelige figuren zoals de loekebeer, weerwolf of de korenpater. Deze kinderschrik werd verteld om er voor te zorgen dat de kinderen 's nachts niet te laat op straat liepen.
De Bloedhond, ook al is zijn naam ontleend aan het Engels, Bloodhound, is volgens de kynologie een oorspronkelijk Belgisch ras. Hij werd in de vroege Middeleeuwen gefokt door monniken in de kloosters van Sint-Hubertus in de Ardennen. Maar zijn geschiedenis is nog ouder. De Sint-Hubertushond wordt beschouwd als een directe verwante van de legendarische brakken van de Keltische stam van de Segusirs. Directe verwantschap is er ook met de Zwitserse brakken, met name met de Bruno de Jura, die ook in een 'type Saint-Hubert' bestaat. De naam Bloedhond is ontleend aan de manieren waarop deze hond werd gebruikt. Als geen andere hond spoort hij aangeschoten wild op. Als zodanig was hij in de latere Middeleeuwen een welkom geschenk van de ene vorst aan de andere en had hij invloed op veel brakkenrassen. Door kruisingen kwam ook het verval, alleen in Groot-Brittannië is hij in zijn oorspronkelijke vorm.
Engels : Bloodhound, St. Hubert hound, Sleuth Hound Duits : Bloodhound, "Bluthund" Frans : chien de Saint-Hubert, Bloodhound
Bloedhond
De Bloedhond is een speurhond met een zeer sterk reukvermogen. De hond wordt veel gebruikt voor het opsporen van mensen. Vroeger was hij vooral voor de hertenjacht populair. Het ras is vooral bekend vanwege dit reukvermogen. Om die reden is de Bloedhond in het verleden ook regelmatig ingekruist met andere rassen, met het doel het reukvermogen van die rassen te verbeteren. Door hun speurcapaciteiten doen deze honden het goed bij Clean Boot Hunting.
bloedhond
De Bloedhond heeft zo'n ongelooflijk reukvermogen, dat hij zeer oude sporen kan opnemen en uitwerken. In de Verenigde Staten geldt identificatie door een Bloedhond zelfs als wettelijk bewijs. Aan het einde van een spoor toont een Bloedhond zijn ware aard - meestal gedraagt hij zich vriendelijk tegen het opgespoorde dier. Dit is een van de oudste brakken. De Bloedhond stamt rechtstreeks af van de Belgische Sint-Hubertushond. Die werd ooit door monniken gefokt om verdwaalde pelgrims op te sporen. Deze forse brak wil veel beweging, maar door zijn vriendelijke persoonlijkheid is hij voor kenners ook geschikt als gezelschapshond.
bloodhound
Schouderhoogte: reuen 63 tot 69 cm, teven 58 tot 63 cm. Gewicht : ongeveer 50 kg. Uiterlijk: krachtig, groot lichaam; verend, slingerend gemakkelijk gangwerk. Kleur : black-and-tan, rood en tan of vaalrood (soms met daskleur), een beetje wit op de borst, de voeten en de staartpunt is toegestaan. Hoofd: lang, nauw, met een lange vierkante snuit; middelgrote ogen, ovale, goed sluitende oogleden; lange, dunne hangoren (kurketrekkeroor). Staart: lang, loopt uit in een punt, hoog aangezet.
De blobvis (Psychrolutes marcidus) is een vis die in diepe wateren voor de kusten van het vaste land van Australië en Tasmanië leeft.
De blobvis wordt met uitsterven bedreigd...
Engels : Blobfish, Australian Sculpin Duits : Blobfisch Frans : Blobfish
Blobvis
De blobvis leeft op diepten waar een zwemblaas niet efficiënt is. In plaats daarvan ontleent de vis zijn drijfvermogen aan zijn lichaam, dat voor een groot deel uit een soort gelatine bestaat met een dichtheid iets lager dan die van water.
Psychrolutes marcidus
Een blobvis wordt ongeveer 30 centimeter en leeft op een diepte van 600 tot 1200 meter.
Deze vis wordt mogelijk in zijn voortbestaan bedreigd door het gebruik van sleepnetten over de bodem in zijn leefgebied, waarschijnlijk zijn enige leefgebied.
De blindslang (Ramphotyphlops braminus), of gewone blindslang is een kleine slang uit de familie wormslangen (Typhlopidae).
Oorspronkelijk kwam de soort alleen voor in Azië, tegenwoordig ook in Nieuw-Guinea, Japan, de Verenigde Staten, Afrika, Madagaskar, Mexico en Australië. Qua oppervlakte is het één van de meest wijdverspreide slangen ter wereld, op de zeeslangen na.
De oorzaak ligt in het feit dat deze slang ook in plantenkwekerijen algemeen voorkomt, en per ongeluk in potplanten over de gehele wereld is verscheept.
De Engelse naam van deze dieren is daarom ook wel Flower pot snake; bloempotslang.
Hoewel het een slang is, zien deze soort eruit als een lange dunne worm, en met name jonge dieren die nog bruin tot roze van kleur zijn. De lengte is ongeveer 15 tot 20 centimeter, het lichaam is erg dun en de schubben zijn klein en glad en liggen in banden om het lichaam waardoor het segmenten lijken. Oudere dieren kleuren donkerbruin tot zwart, en de kop en staart zijn nauwelijks uit elkaar te houden. De ogen en ooropeningen zijn rudimentair.
Blindslang
Het voedsel bestaat voornamelijk uit mieren en termieten en ook de poppen daarvan worden gegeten, soms ook wel andere insecten en wormen. Hierdoor is dit dier niet lang in gevangenschap te houden, waardoor er nog niet veel bekend is over deze soort, ondanks het verspreidingsgebied. Ook leeft de blindslang ondergronds, en graaft ondiepe tunnels om beter bij de nesten te komen.
blindslang
Alleen als het regent komt hij bovengronds om niet te verdrinken, maar leidt verder een verborgen bestaan. De blindslang prefereert losse, liefst zanderige gronden waar hij makkelijk kan graven, en schuwt de mens niet. Zo komt deze soort ook voor in streken die door de mens zijn aangepast, zoals houtwallen en agrarische gebieden; als er maar mieren of termieten zijn om te eten en het niet te droog wordt.
Blindslangen kennen een bijzondere vorm van voortplanting omdat ze parthogenetisch zijn; er bestaan geen mannetjes binnen deze soort. Uit ieder ei komt een vrouwtje en ze hebben dus geen paring nodig wat ze een voorsprong geeft op andere soorten. Waarschijnlijk worden tussen de vrouwtjes onderling wel hormonen uitgewisseld om de aanmaak van eicellen te stimuleren.
Blindmuizen (Spalacinae) vormen een kleine groep knaagdieren binnen de familie Spalacidae.
Het verspreidingsgebied beslaat de oostelijke Middellandse Zee en de omgeving van de Zwarte Zee .
Engels : Spalax Duits : Blindmäuse Frans : rats taupes
Blindmuis
De groep bestaat uit twaalf soorten, waarvan er twee in Europa voorkomen.
De dieren leven vooral onder de grond en hebben daarom geen goed gezichtsvermogen nodig om te overleven. Ze hebben veel weg van mollen en hebben een korte snuit. Met deze snuit graven ze door de aarde en werpen vervolgens met de achterpoten de losgemaakte aarde achteruit.
Blindmuis
Van ogen en staart is uitwendig niets te zien.
Ze worden van 15 tot 30cm groot.
De blindmuizen bewonen vooral steppe-achtige habitats.
Maart (ook wel: lentemaand, buienmaand, guldenmaand, dorremaand) is de derde maand van het jaar in de gregoriaanse kalender en heeft 31 dagen. De maand is vernoemd naar Mars, de Romeinse god van de oorlog. In het oude Rome noemde men de maand Martius en was ze de eerste maand van het jaar.
- Oudnederlandse/puristische naam: lentemaand of windmaand - Romeinse naam: Martius - De sterrenbeelden van maart zijn Vissen en Ram. - Maart begint op dezelfde dag van de week als november. - Met uitzondering van schrikkeljaren begint maart tevens op dezelfde dag van de week als februari. - Gezegde: Maart roert zijn staart.(In maart kan het nog stormachtig weer zijn.)
Weerspreuken
- Maart roert zijn staart. - Wil maart reeds donder, dan is sneeuw in mei geen wonder. - Maartse buien, die beduien, dat de lente aan komt kruien. - Donder in het groene hout, geeft een zomer nat en koud. - Nooit is maart zo zoet, of hij sneeuwt een volle hoed. variant: Maart zo zoet, heeft nog wel eens een witte hoed. - Een droge maart is goud waard. - Natte maart, veel gras.
Weerextremen in België sinds begin van de metingen in Ukkel (1833)
1845 - Het is de koudste maand maart ooit met een gemiddelde temperatuur van -1,6 °C. 1888 - Het regent 29 dagen op 30. Het is de maand maart met het meeste aantal regendagen. 1912 - In Ukkel komt tijdens deze maand maart geen enkele vorstdag voor. Dit uitzonderlijke feit komt nogmaals voor in het jaar 1983. 1917 - Met een gemiddelde temperatuur van 2,5 °C een maand januari waardig is dit de koudste maand maart van de eeuw in Ukkel (normale gemiddelde temperatuur: 5,9 °C). 1931 - De maand maart is zeer zonnig. In Ukkel tekenen we een record op met 240 uur zonneschijn (normaal: 140 uur). 1957 - De gemiddelde temperatuur van de afgelopen maand bedraagt voor Ukkel 9,5 °C (normaal: 5,9 °C). Ex-aequo met 1991, is dit de warmste maand maart van de eeuw. 1980 - In Ukkel is de somberste maand maart van de eeuw afgelopen. De zon scheen slechts 55 uur (normaal: 140 uur). 1983 - Zoals in 1912 kennen we tijdens deze maand maart geen enkele vorstdag in Ukkel. 1988 - Het neerslagtotaal van de maand maart bedraagt 138,1 mm (normaal: 53,6 mm). Dit is de natste maand maart van de 20ste eeuw. 1991 - In Ukkel bedraagt de gemiddelde temperatuur van de afgelopen maand 9,5 °C (normaal: 5,9 °C). Dit is de warmste maand maart van de eeuw, ex-aequo met 1957. 1993 - Tijdens de afgelopen maand maart valt er slechts 4,2 mm neerslag in Ukkel (normaal: 53,6 mm). Dit is een recordwaarde voor de maand maart. Dit is ook de tweede droogste maand van de eeuw, na januari 1997. De maand telt ook slechts drie neerslagdagen (normaal: 18 dagen): ook dit is een record voor de maand maart. 2008 - Met 140,5 mm is dit de natste maart sinds begin van de waarnemingen.
Weerextremen in Nederland gemeten op het KNMI-station in De Bilt vanaf 1901
1914 - De natste maart tot nu met 138,6 mm neerslag (normaal 65,4 mm). 1917 - De koudste maart tot nu toe, met een gemiddelde van 1,9 °C (normaal 5,8 °C). 1929 - Een uitzonderlijk droge maand maart met slechts 7,1 mm neerslag (normaal 65,4 mm). 1981 - De somberste maand maart, de zon schijnt slechts 45,9 uur (normaal 114 uur). 1991 - De zachtste maand maart tot nu met een gemiddelde van 8,8 °C (normaal 5,8 °C). 2003 - Tijdens de maand maart schijnt de zon 198,9 uur in De Bilt.
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - www.meteo.be - www.knmi.nl
Blindisme is een verzamelnaam voor verschijnselen die met name bij blinde kinderen kunnen worden waargenomen. Blindisme kan zich ook voordoen bij normaal ziende kinderen, autistische kinderen of kinderen met een mentale handicap. Om die reden kan de term blindisme als een te eenzijdige benaming worden beschouwd.
Vormen van blindisme variëren van het heen en weer wiegen van het lichaam, het draaien van het hoofd, in het oog wrijven of hoofdschudden (headbangen) tot rondtollen of met de vingers klikken of schieten. Deze bewegingen zijn repetitief en in principe doelloos maar kunnen ontspannend of geruststellend zijn voor het kind bij onrustige situaties.
Engels : Blindism Duits : Blindism Frans : ???
Oorzaken van blindisme kunnen zijn:
- Gebrek aan zintuiglijke stimuli maakt dat het kind zelf stimuli opwekt met beweging van het eigen lichaam - Sociaal isolement door weinig interactie met andere mensen - Gebrek aan fysieke of motorische activiteit omdat het kind zichzelf niet gemakkelijk zelfstandig kan verplaatsen - Het ontbreken van mogelijkheden om sociaal gedrag te imiteren door het gedrag af te kijken bij anderen
Blindisme kan leiden tot nadelige gevolgen wanneer het niet wordt afgeleerd. Kinderen kunnen gepest worden of sociaal geïsoleerd raken wanneer zij vormen van blindisme vertonen ten opzichte van andere kinderen. Voortdurend in de ogen wrijven leidt uiteraard tot irritatie van het oogoppervlak en mogelijk tot permanente schade.
Ouders zijn vaak onbekend met methoden om blindisme te voorkomen of te stoppen om de ontwikkeling van effectief en accuraat gebruik van de zintuigen te stimuleren. Hiervoor is ondersteuning van specialisten vereist.