Vereenigde Oostindische Compagnie
achtergrondafbeelding 20 maart |
Vereenigde Oostindische Compagnie |
In 1602 gingen zes compagnieën over in de VOC.
Op 20 maart 1602 verleende de Staten-Generaal een octrooi met daarin vastgelegd dat vanuit de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden alleen de VOC het recht had zeehandel te drijven in het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan.
De dag van de octrooiverlening wordt algemeen beschouwd als de officiële oprichtingsdatum.
Het octrooi had een geldigheid van eenentwintig jaar.
Afgesproken was dat de participanten het recht hadden om na tien jaar hun gehele inleg terug te krijgen.
|
De Vereenigde Oostindische Compagnie of in hedendaagse spelling Verenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort tot VOC, was een particuliere Nederlandse handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan.
De VOC werd in 1602 opgericht als de Generale Vereenichde Geoctroyeerde Compagnie.
Het was destijds het grootste handelsbedrijf ter wereld en was de eerste naamloze vennootschap ter wereld met vrij verhandelbare aandelen.
De VOC wordt vaak genoemd als de eerste multinationale onderneming.
. . .
|
. . .
- Gedurende bijna 200 jaar werden ruim 4700 schepen naar Azië uitgerust, waarvan bijna 1700 in de zeventiende en meer dan 3000 in de achttiende eeuw. Vanaf het oprichtingsjaar tot 1700 bevonden zich op deze schepen 317.000 mensen, van 1700 tot 1795 waren er dat 655.000. Daarvan keerde een derde deel terug.
- De archieven van de Vereenigde Oostindische Compagnie staan sinds 2003 op de Werelderfgoedlijst voor documenten van UNESCO. De VOC-archieven worden door overheidsinstellingen bewaard in Kaapstad, Chennai, Colombo, Jakarta en Den Haag. UNESCO beschouwt het archief als het grootste en meest indrukwekkende van alle vroeg moderne Europese handelsbedrijven die actief waren in Azië. Ongeveer vijfentwintig miljoen pagina's archief zijn bewaard gebleven. Volgens de organisatie vormen die het meest uitgebreide en de meest complete bron van de vroeg moderne wereldgeschiedenis met relevante informatie over de geschiedenis van honderden lokale politieke en handelsorganisaties in Azië en Afrika.
- De minimum leeftijd aan boord van de schepen was dertien jaar, later opgetrokken tot zestien. Een matroos verdiende zo'n 110 gulden per jaar. Zijn eten en onderdak kreeg hij ook vergoed. Ter vergelijking; een Raad van Indië verdiende 350 gulden, de gouverneur-generaal 1.200 gulden per maand, exclusief vrije kost en inwoning.
- In 1682 werden er op een VOC-schip zes apen, twaalf papegaaien, twee Ambonese kaketoes, een krokodil, een Bengaals hertje en een jonge eland vervoerd. De vraag naar en aanvoer van dieren was al snel zo groot dat de VOC in Amsterdam onderkomens liet bouwen om de bijzondere en zeldzame exemplaren tijdelijk te huisvesten.
- Hendrik Adriaan van Reede tot Drakestein, Jan Commelin, Simon van der Stel, Georg Everhard Rumphius, Johannes Camphuys, Johan Huydecoper van Maarsseveen, Nicolaes Witsen en Gaspar Fagel hielden zich bezig met het beschrijven, opsturen of verzamelen van gewassen en schelpen. De apothekers van de Hortus Botanicus waren vooral geïnteresseerd in nieuwe medicijnen om ziekten onder het VOC-personeel te bestrijden; de bewindhebbers in zaaigoed en siergewassen voor hun kassen of tuinen.
- De historicus Hans Derks noemt de VOC spottend de Violent Opium Compagnie.
- Na het faillissement werd de VOC in de volksmond "Vergaan Onder Corruptie" genoemd.
. . .
Meer weten over de VOC, lees hier
en ook dit artikel
of dit artikel
en ookdit artikel
ook nogdit artikel
en nog meer
en nog veel meer op internet, googlen maar!
|
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0 |
|