Jacob Roggeveen
achtergrondafbeelding 5 april |
Jacob Roggeveen |
Jacob Roggeveen (januari 1659- 31 januari 1729) was een Nederlandse ontdekkingsreiziger die in 1721 werd uitgezonden om het Zuidland te vinden, maar toevallig Paaseiland ontdekte.
Zijn vader, Arent Roggeveen, was een bemiddeld man, een dichter, een wiskundige met veel kennis van ook sterrenkunde, aardrijkskunde en de theorie van de zeevaart.
Hij was cartograaf bij de VOC kamer te Zeeland en hield zich met zijn zoon Johan bezig met onderzoek naar het onbekende Zuidland.
Hij kreeg rond 1671 een octrooi van de West Indische Compagnie voor een ontdekkingstocht, maar vanwege de ontwikkelingen in het Rampjaar is het project niet voortgezet.
Hij produceerde een atlas van de westkust van Amerika, maar overleed in 1679.
Het was uiteindelijk zijn zoon Jacob die op 62-jarige leeftijd drie schepen uitrustte en de reis maakte.
|
Voordat hij de financiën rond had en aan zijn expeditie begon, had hij al een veelbewogen leven achter de rug.
Hij vestigde zich als notaris in Middelburg op 30 maart 1683.
Op 12 augustus 1690 promoveerde hij tot doctor in de rechten aan de Universiteit van Harderwijk.
Hij werkte tussen 1707 en 1714 als Raadsheer van Justitie te Batavia.
In 1715 kwam hij weer terug naar Middelburg.
Hier raakte hij in opspraak doordat hij de vrijzinnige predikant Pontiaan van Hattem ondersteunde door het uitbrengen van diens pamflet De val van 's werelds afgod.
Het eerste deel verscheen in 1718 in Middelburg, en werd vervolgens in beslag genomen door het stadsbestuur en in het openbaar verbrand.
Roggeveen moest hierna Middelburg, en later ook Vlissingen, verlaten.
Hierna vestigde hij zich in Arnemuiden, en bracht deel 2 en 3 uit van de serie, waardoor hij opnieuw controverse creëerde.
|
Op 1 augustus 1721 vertrok hij vanuit Texel en in dienst van de West-Indische Compagnie, om met drie schepen het Zuidland te zoeken.
Hij voer via de Canarische Eilanden en Trinidad naar Vuurland om vers voedsel en brandhout in te slaan.
De jongste matroos, die driemaal was gekielhaald vanwege messentrekkerij, werd daar aan land gezet.
Vanwege de aanhoudende stormen werden de zwaarste kanonnen in het ruim gehesen.
Hij voer rond Kaap Hoorn en in de Grote Oceaan bezocht hij de Juan Fernandez eilanden en op 5 april 1722 (paaszondag) ontdekte hij Paaseiland.
Via de Tuamotu-Archipel, de Genootschapseilanden en Samoa en nadat een van de drie schepen De Afrikaanse Galei verloren ging, besloot Roggeveen in juni naar Stateneiland (Nieuw-Zeeland) te gaan om vervolgens via een zuidelijker route weer terug te gaan naar Kaap Hoorn.
De bemanning was echter uitgeput en er zat niets anders op dan naar Batavia te gaan.
Daar kwam hij op 5 oktober 1722 aan.
Roggeveen werd op last van Hendrick Zwaardecroon gevangengenomen omdat hij het monopolie van de VOC zou hebben doorbroken.
De twee schepen (Arend en Tienhoven) werden geconfisqueerd en de lading verkocht.
De VOC werd gedwongen hem vrij te laten, zijn schade te vergoeden en zijn bemanning hun gage te betalen omdat de twee schepen door het gebrek aan levensmiddelen en water genoodzaakt waren het VOC-territorium binnen te varen.
|
Na zijn terugkeer in 1723 publiceerde Roggeveen deel 4 van 's Werelds afgod.
Jacob Roggeveen is twee keer gehuwd geweest, maar beide huwelijken waren kinderloos.
De roman Zuidland van P.F. Thomése vertelt het levensverhaal van Roggeveen.
|
artikel overgenomen zonder nazicht op onjuistheden
Bron : - Wikipedia CC 3.0 |
|