B b B b 1 l (19) |
Balpen |
De uitvinder van de balpen is de Hongaarse journalist László Bíró in 1938. Gefrustreerd door de tijd die hij verspilde met het veelvuldig vullen van zijn vulpen, de vlekken die hij maakte en het krassen van deze pen op het papier, waarbij het papier soms scheurde, besloot hij een pen te ontwikkelen die hieraan een einde maakte.
Bij het bezoek aan een drukkerij merkte hij op dat de bij dit procedé gebruikte drukinkt zeer snel en zonder uitlopen opdroogde, waardoor het papier vlekkeloos bleef. Deze inkt had echter een zeer hoge stroperigheid en was daardoor onbruikbaar in een gewone vulpen. |
Om toch deze inkt te kunnen gebruiken, diende hij een nieuw type pen te ontwikkelen. Hij deed dit door een kogeltje te plaatsen aan het uiteinde van de pen. Dit kogeltje draait tijdens het schrijven en laat daarbij een inktspoor achter op het papier; terzelfder tijd sluit het het inktreservoir af van de buitenlucht, zodat uitdroging en lekkage worden vermeden.
Het principe van de balpen dateert reeds van 1888. De Amerikaan John J. Loud had toen een patent aangevraagd voor een soortgelijk apparaat om leer te merken. Dit patent werd echter nooit commercieel gebruikt omdat een goede inkt hiervoor ontbrak. |
In juni 1943 vroeg Laszlo Biro samen met zijn broer Georg een nieuw patent aan en brachten zij de eerste commerciële versies van de balpen, Biro Pens genaamd, op de markt.
Echter was geen van deze pennen ook bruikbaar, de pennen gingen snel lek en gaven veel vlekken op het papier. In 1945 was CROSS de 1e producent die een balpen op de markt gebracht heeft die niet is gaan lekken. Deze techniek wordt nog steeds gebruikt voor de hedendaagse balpen. |
Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de Britse R.A.F. (Royal Air Force) behoefte aan een pen die op grote hoogte lekvrij gebruikt kon worden. De gewone vulpen was hiervoor onbruikbaar. De Britse regering besloot daarom om de licentierechten van deze Biro Pens aan te kopen. Aangestoken door het grote succes bij RAF werden deze pennen later ook door de andere krijgsmachtonderdelen gebruikt en groeide hun bekendheid. |
Balpenmoord |
De balpen kwam rond 1995 uitgebreid in het nieuws. Een vrouw in Leiden was in 1991 dood in haar huis gevonden met een 14 centimeter lange bic-balpen in haar rechteroogkas. Van buiten zag je er niets van. In eerste instantie werd gedacht dat de vrouw gestruikeld moest zijn en daarbij de pen in haar oog kreeg, maar aan deze toedracht werd getwijfeld. In 1995 werd haar zoon aangehouden, omdat hij bij een psychotherapeute had verteld dat hij met een kruisboog zou hebben geschoten. In oktober 1995 werd de zoon veroordeeld wegens moord. |
Uitgebreide schietproeven toonden echter aan dat het onwaarschijnlijk was dat de vrouw zo vermoord zou kunnen zijn. Via een val zou de pen wel zonder zichtbare schade in het hoofd kunnen terecht gekomen zijn. Hierdoor werd de zoon in hoger beroep vrijgesproken. |
De gepensioneerde neurochirurg dr. M. van Duinen werd zo door de kwestie geïntrigeerd dat hij er nader onderzoek naar deed. Tot zijn verbazing was er destijds geen neurochirurg bijgehaald en bestond er in de medische wereld nauwelijks expertise over 'penetrerend hersenletsel'. En dus schreef hij er zelf maar een standaardwerk over met opzienbarende conclusies. De belangrijkste is dat een 'ongeluk' totaal niet waarschijnlijk is. De chirurg kraakt ook de schietproeven die destijds zijn gehouden als ondeugdelijk. |
Maar in het Nederlandse strafrecht kun je niet twee keer voor hetzelfde feit worden berecht. En in feite is dit een wereldwijd rechtsbeginsel. Het betekent dat als iemand ooit onherroepelijk is vrijgesproken voor een moord en jaren later komt aan het licht dat hij toch schuldig is, hij niet opnieuw terecht kan staan. Zelfs niet als hij de moord bekent. Juridisch heet dit 'Ne bis in idem' - niet twee keer voor hetzelfde. |
Bron :Wikipedia |