De blaasvaren (Cystopteris fragilis) is een varen uit de wijfjesvarenfamilie (Athyriaceae). De plant is in België en Nederland zeldzaam. De soort komt vooral voor op kalkrijke bodem in loofbossen en op rotswanden. De blaasvaren dankt zijn naam aan de blaasvormige dekvliesjes waarmee de onrijpe sporenhoopjes bedekt zijn.
De blaasvaren komt over de hele wereld voor in gematigde tot warme streken. In België is de soort vrij zeldzaam in het Maasgebied. In Vlaanderen en Nederland is de plant zeer zeldzaam.
Engels : Fragile Fern, Brittle Bladder Fern, Brittle Bladderfern Duits : Zerbrechlicher Blasenfarn Frans : Cystoptéris fragile |
blaasvaren auteur : Johan Neegers |
De blaasvaren heeft in België en Nederland geen directe verwanten binnen hetzelfde geslacht. De soort behoort tot dezelfde familie als de wijfjesvaren (Athyrium filix-femina).
De blaasvaren kan verward worden met de zwartsteel (Asplenium adiantum-nigrum). Deze soort heeft ongeveer dezelfde vorm, komt in dezelfde biotopen voor en heeft bijna hetzelfde verspreidingsgebied. De zwartsteel heeft echter bredere, driehoekige bladen met langwerpige tot streepvormige sporenhoopjes en een glanzende, zwarte of donkerbruine steel. |
Cystopteris fragilis - plant auteur : Kenraiz |
De bladen overwinteren niet. Ze staan in een bundel bij elkaar en zijn maximaal 40 cm lang. De steel is korter dan de bladschijf. De bladsteel is groen tot lichtbruin, dun en breekbaar. Het blad is lichtgroen, langgerekt driehoekig tot ovaal en drievoudig gedeeld. De deelblaadjes zijn fijn en kort. De onderste deelblaadjes zijn meestal iets korter dan de daarboven gelegen deelblaadjes. |
blaasvaren - sporen duidelijk zichtbaar auteur : Anneli Salo CC 3.0 |
De sporendoosjes liggen in losse ronde tot ovale hoopjes langs de nerven aan de onderzijde van het blad. De sporen zijn rijp van juni tot september. Jonge sporenhoopjes worden afgedekt door lichtgekleurde, blaasvormige dekvliesjes. |
close up - blad met sporen auteur : Stan Shebs CC 3.0 |
De blaasvaren komt voor op matig voedselrijke, kalkarme tot kalkrijke bodem. De soort is meestal te vinden op vochtige rotswanden, holle wegen en bemoste boomstammen in de schaduw, dikwijls onder druppelend water of in de buurt van watervallen. De plant verdraagt geen droogte.
In bewoonde en stedelijke gebieden groeit de varen soms op oude vochtige muren, kaden en waterputten. |
In Vlaanderen staat de blaasvaren op de Vlaamse Rode Lijst (planten) als zeldzaam tot zeer zeldzaam.
In Nederland staat de soort op de Nederlandse Rode Lijst (planten) als zeer zeldzaam en sterk in aantal afgenomen. |
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - Internet |