NIEUWJAARSTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK. 02/01/2017
NIEUWJAARSTOCHT
DE SCHOVERIK
DIEPENBEEK.
Vandaag wandelen met De Schoverik in Diepenbeek op Rooierheide. Het gebied was eeuwenlang een heidegebied ten noorden van Diepenbeek en de Demer, zoals het ook nog is weergegeven op de Ferrariskaart uit de jaren 1770. De Atlas der Buurtwegen uit het midden van de 19de eeuw duidt de gehuchtjes Miserik en Ginderover aan. In 1912 werd in Rooierheide het klooster van Royerheide gebouwd, wat een aanzet gaf tot de ontwikkeling van het gehucht. In 1933 werd hier de Heilig Hartkerk van de passionisten opgetrokken. In de jaren 30 werd het gebied doorsneden door het Albertkanaal. We vertrekken met de wandeling aan de kerk van Rooierheide. De kerk, in neoromaanse stijl gebouwd, werd bediend door de Passionisten. Als materiaal werd natuursteen gebruikt. Opvallend is het bijna halfronde venster boven het portaal. Daar weer boven is een medaillon aangebracht dat het Heilig Hart voorstelt. Hier ook de voormalige klooster. De Paters Passionisten kwamen in 1912 naar Rooierheide, waar ze het onderwijs en de geestelijke verzorging organiseerden. In 1915 kwam er een school, geleid door de Zusters van het Heilig Hart van Maria, uit Hannuit. Deze was aanvankelijk voor jongens en meisjes, maar in 1928 opende ook een school voor jongens en in 1933 werd de kerk gebouwd. Pas in 1958 werd Rooierheide een zelfstandige parochie. Het klooster van de Passionisten werd in 2003 verkocht, hierin kwamen serviceflats. De laatste Passionist, de pastoor, vertrok in 2004. Een gedenkplaat herinnert aan hun inzet. Het park word met hulp van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren in ere hersteld met de her aanleg van d vijvers en boslanen. We verlaten het park . we wandelen een eind langs de Stiemer. Een heel eind door de natuur en door de straten en lanen, tot aan de controlepost. Dan weer verder een eind door de natuur om zo terug te komen bij de start op Rooierheide.
Laatste wandeling van 2016 en na een week thuis zitten, Chris ziek eindelijk weer eens op stap. Tongeren Belgische Oudste stad veel te beleven en te zien. Vertrek aan het College en van daaruit wandelen langs de oude watertoren in de watertorenstraat, werd in 1903 gebouwd en heeft een hoogte van 23 meter. De toren werd in 1994 gesloten en buiten gebruik genomen omdat het drinkwater vervuild was door uitwerpselen en kadavers van duiven. Na het verkrijgen van de monumentale status werd in 2003 begonnen met de restauratie die in september 2005 voltooid werd. We wandelen verder en komen de Romeinse muur. Van de Romeinse omwalling uit het begin van de 2de eeuw, waarschijnlijk gebouwd tijdens de regeringsperiode van Trajanus (98-117), bleven aanzienlijke resten bovengronds bewaard. Zij bevinden zich aan de Caesarlaan, Legioenenlaan, Cottalaan, Sabinuslaan en Leopoldwal, aan laatstgenoemde onderbouw voor de middeleeuwse omwalling. We steken de straat over en gaan dan richting Beukenberg.
Net buiten de Romeinse stadsomwalling ligt het kasteeldomein van Betho. Het kasteel en de bijhorende hoeve worden omringd door weilanden, akkers en een kasteelpark. Aan de rand van het kasteeldomein ligt een prachtig wandelpad te midden van statige oude beuken. Het is gesitueerd boven op een schijnbaar natuurlijke heuvelrug. Maar schijn bedriegt. Dit langgerekt beboste lint is een monumentaal Romeins aarden bouwwerk dat als aquaduct functioneerde om drinkbaar water naar de stad te brengen. Het werd bijna tweeduizend jaar geleden door mensenhanden aangelegd en is het grootste Romeinse monument in Vlaanderen.
Het kasteel van Betho ligt even buiten het stadscentrum van Tongeren in het gehucht Mulken, gevat in een vrij gaaf bewaard landschap. Het is een imposant, gedeeltelijk omgracht complex aan de bovenloop van de Fonteinbeek. Het omvat een kasteel met een hoeve, symmetrisch aangelegd. Kasteel en hoeve zijn gebouwd rondom twee binnenplaatsen, het kasteel ten zuidoosten, de hoeve ten noordwesten. Het kasteel is op elke hoek van een toren voorzien. Het oudste gedeelte is de zuidwestelijke hoektoren, vrijwel volledig van mergelsteen, en gaat terug tot de 15de eeuw. De overige delen zijn overwegend bak- en mergelstenen constructies in Maasstijl (17-18de eeuw). De toegang tot elk deel ligt aan beide einden van de centrale zuidoost-noordwest as. Uit het patroon van paden en wegen (onder andere ook een kerkewegel) en de perceelsaflijning met bomenrijen, dreven en houtkanten spreekt een geometrische, half-open landinrichting. Ook in het stervormige wegenstelsel van het gesloten bosgebied op de Beukenberg met een kleine vijver komt dat sterk tot uiting. Het landgebruik in de omgeving van het kasteel en de stedelijke (lint)bebouwing is traditioneel en wordt gekenmerkt door akkers en vooral weiden, soms aangeplant met populieren of nog in gebruik als boomgaard. Op de Beukenberg domineren bossen en struwelen. Westelijk primeert de openheid van het akkerland, aan ruilverkaveling ten prooi gevallen. De landschappelijke betekenis van de Beukenberg gaat terug tot het Romeinse Tongeren op het einde van de eerste eeuw. De stad was gelegen op een strategische heuvelsite langs de heerbaan Bavai-Keulen en de Jeker. Om haar van stromend water te voorzien bouwden de Romeinen een ingenieus aquaduct. Tussen de natuurlijke bronnen van de Mombeek te Widooie (+105 meter) en de eerste Romeinse omwalling (+100 meter) werd een kunstmatige heuvelrug aangelegd, waarvan de Beukenberg een onderdeel vormt. Over die aarden wal van ca. 4 kilometer lang werd in een houten afvoerkanaal zuiver water naar Tongeren gevoerd. We wandelen nu naar Mulken. Verder door het dorp en dan terug een gedeelte over Beukenberg tot we terug komen om een eind door de stad te wandelen. Naar de Markt met Basiliek, Stadhuis en Ambiorix. En zo terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename eindejaar wandeling, de natuur op zijn moois, bevroren natuur en een hel blauwe hemel en zon. Gewoon prachtig.
ZWISCHEN WERTHER TOR UND HEISTERBACHER TOR. / Permanenter IVV wanderweg. / WANDERCLUB “GUT FUSS” e.V. / BAD MUNSTEREIFEL. 21/12/2016.
ZWISCHEN WERTHER TOR UND HEISTERBACHER TOR.
Permanenter IVV wanderweg.
WANDERCLUB “GUT FUSS” e.V.
BAD MUNSTEREIFEL.
Ten noorden grenzend aan de Noordeifel, tussen Monschau en de Ahrvallei, ligt Bad Münstereifel. Het middeleeuwse stadje wordt als het ware doormidden gesneden door het riviertje de Erft. Het is er aangenaam rondwandelen in de autoluwe straatjes vol met mooie vakwerkhuizen, de meeste gebouwd tussen de 16de en 18de eeuw. Het Windeckhaus in de Orchheimer Strasse, volgens velen het mooiste vakwerkhuis uit het Rijnland, wil elke toerist gezien hebben. Omheen de stad staan over een lengte van 1,6 km nog de stadsmuren uit de 13de en 14de eeuw overeind. In die muren bevinden zich liefst 18 torens en 4 stadspoorten, één in elke windrichting. Wie dat wil kan zelfs een kort stukje op een deel van de vestingmuur wandelen. Al moet je dan wel enkele trappen nemen. Je krijgt dan wel een mooi beeld over de stad als beloning. Dat beeld ervaar je tijdens de wandeling ook vanop de Burg. Mooi meegenomen is dat op diverse plaatsen bordjes hangen met foto’s hoe de plek waar je dan staat er vroeger uitzag. We wandelen rond en door de stad met zijn vele bezienswaardigheden. We komen aan bij een toegangspoort, de Werther Tor. Stap de poort onderdoor en zo beland je meteen in de gezellige sfeer van een voetgangerszone. Hier begint de eigenlijke stadswandeling. De Werther Strasse is slechts één van de vele winkelstraten die Bad-Münstereifel rijk is. Bij het eerstvolgende pleintje ga je rechts in het smalle straatje: Kapuzinergasse. 20 meter verderop vind je aan je rechterhand het Poppen- en Speelgoedmuseum. Gaan nu naar links in de geplaveide Alte Gasse. Op dit kruispuntje zien we rechts de muur van het vroegere Kapuzinerkloster. Het klooster werd in 1618 gesticht, maar in 1802 opgeheven. In de Alte Gasse krijg je al onmiddellijk een groot vakwerkhuis te zien. Het is nu een opvangtehuis voor kinderen. We zijn nu terug in de Werther Strasse. Op de ene hoek staat een Burghaus uit 1525. Op de andere hoek staat het Printenhaus. Printen zijn typische koeken uit de Eifel, al dan niet met chocolade. Het ziet eruit als speculaas maar de ingrediënten zijn verschillend. Daarnaast ligt het Schwanen Apothekenmuseum. We wandelen nu langs een paar brugjes die het riviertje de Erft overspannen. Neem dát brugje voorbij de rode telefooncel . Via trappen ga je onder een poort door. Volgen de pijl naar het Burg Restaurant. Over kasseien klimmen we naar boven en je krijgt dan een wondermooi panorama. Burg Münstereifel. Weer verder en terug naar beneden de stad in en we komen zo uit bij de Sint-Donatuskerk. Wat verder het smalle straatje rechts: Kirchplatz. Ze brengt ons tot bij de bijzondere Stiftkerk. Maar vooraleer we naar de kerk gaan merken we het witte smal rond torentje op, het is de Secktürmchen. Niks bijzonders denk je. Maar dit gebouwtje heeft wel een wat vreemde geschiedenis. In de gevel zie je het jaartal 1878. Doordat het riviertje de Erft door Bad-Münstereifel vloeit, was dit een reden voor heel wat wolwevers om er zich te vestigen. Om de schaapswol te behandelen, gebruikten zij behalve water ook soda en … urine. Dit laatste werd systematisch verzameld door een persoon die elke morgen de hoeveelheden urine uit de nachtemmers ging ophalen en vervolgens in deze toren uitgoot. Je ziet nog de ronde gaten die dienden voor ontluchting. Iemand van de wolwevers had er niet beter op gevonden om er een openbaar urinoir te laten onderbrengen. Dan komen we aan de Stiftskirche St.- Chrysanthus und Daria. Deze roomskatholieke kerk wordt ook wel eens de St. Chrysanthus und Daria Kirche genoemd naar haar twee beschermheiligen uit Rome die in het jaar 3 na Christus als martelaren de dood vonden. Een bezoek vormt een aparte beleving. De crypte vooraan bevat in een opvallend loden schrijn hun relieken. De crypte is het enige overblijfsel van een kloosterkapel uit 830. Zoals je de basiliek nu ziet in haar romaanse bouwstijl is het resultaat van meerdere verbouwingen tijdens de 10de en 11de eeuw. De twee ronde zijtorens bevatten bovenaan acht hoeken. In het midden zie je de vierkante toren. Wat verder rechts het Karmelitessenkloster (klooster) uit de 17de eeuw, opgericht door karmelieten kloosterzusters uit Düsseldorf. Stap gerust eens door de gang. Het oude kruisbeeld is het Johannis Kreuz, als herinnering aan een overstroming van het stadje in 1416. Je komt dan in een binnenhofje met een beeld van Dr. Friedrich Joseph Haass, de ‘heilige dokter van Moskou’. Het stadhuis is het opvallende rode gebouw ernaast. Het Rathaus dateert van de 15de eeuw. Het werd vroeger ook gebruikt als verkoopshuis van de lokale lakennijverheid en als opslagplaats voor bier. Bemerk de schandpaal op. We wandelen door de doorgang centraal in de gevel van het stadhuis. Geen schrik dat die zal instorten, ze dateert maar van 1550. Nu verder door de winkelstraat. In deze lange straat staat ook het mooiste en meest opvallende vakwerkhuis Windeckhaus (huisnummer 23). Dit rijk versierde huis uit halfweg de 17de eeuw is een van de meest waardevolle vakwerkhuizen in het Rijnland. Op het einde van de straat, door de Orchheimer poort. We wandelen door de poort stappen we rechts over het onverharde pad verder. Volgen de wegwijzer Kurgarten Wallgraben. We kommen langs een vierkante toren met schietgaten. Wandelen verder op het pad stappen we nog eens over de Erft. Zo komen we tot bij de Heisterbacher Tor, een andere stadspoort. We klimmen langs de dikke vestingmuur met schietgaten. Als we eenmaal boven zijn en blijven we het geplaveid wandelpad rechtdoor volgen. We wandelen nu op de Kurgarten Wallgraben. Verderop via de houten trappen naar een uitzichtspunt op de stad en de Burg, de stadspoorten, de Stiftskirche, de Jezuïetenkerk, … nu dalen we weer vóór de brug aan je rechterhand het afdalend paadje, gaan onder de doorgang door en dan meteen links voorbij een standbeeld. Enkele meters verder zien we de Heisterbacher Toren. Om de hoek zijn trappen. Hier beginnen we aan een heuse klimpartij, in totaal moeten we 109 treden nemen. Maar het is een ware beleving. Wandelen verder op het pad, we komen uiteindelijk langs de twee laatste stadspoorten van de route. Nog even terug de stad in om langs de kerstmarkt te wandelen en te genieten van de prachtige vakwerkhuizen. De wandeling is prachtig Bad Munstereifel een Parel in de Eifel en dank zij de PW wandeling komen we langs de mooiste plekjes van de stad, deze is ook omgeven door een prachtige natuur.
MARCHE DES SPARTIATES. / LES SPARTIATES DE GEMBLOUX. / GEMBLOUX. 20/12/2016
MARCHE DES SPARTIATES.
LES SPARTIATES DE GEMBLOUX.
GEMBLOUX.
Gembloux, de stad is ontstaan rond de Benedictijnerabdij van Gembloers die dateert uit de tiende eeuw. De abdij huisvest nu de Gembloux Agro-Bio Tech, een onderdeel van de Universiteit van Luik. Het Belfort van Gembloers is het historische belfort, in 2005 werd het belfort van Gembloers op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst. De Abdij van Gembloers was een benedictijnerabdij. De abdij werd in 935 gesticht door de heilige Guibertus van Gembloers (882-962) en ontwikkelde zich voorspoedig. In de abdij werkten diverse kopiisten van manuscripten en de kloosterbibliotheek was beroemd in heel Europa. Het paleis van de abt werd in de periode 1762-79 vernieuwd naar plannen van de bekende barokarchitect Laurent-Benoît Dewez. We vertrekken met de wandeling in het centrum. Het Baljuwhuis (16de eeuw).
De Baljuw was de ambtenaar die tijdens het Ancien Régime de heer in de stad of op het platteland vertegenwoordigde. Hij werd voor het leven benoemd. Hij bezat bevoegdheden op feodaal, politiek, financieel, militair en rechterlijk vlak. Het baljuwambt werd ingesteld vanaf de 12de – 13de eeuw. Het huidige Baljuwhuis kreeg in de loop der jaren verschillende namen mee. Het gravenhuis – kasteel – "heeren huys” dateert vermoedelijk van de eerste helft van de 17de eeuw. Het gebouw met de grote tuin en de stallingen kreeg mettertijd ook verschillende functies. Vast staat dat het in de periode 1833 – 1973 eigendom was van de familie Olemans. In die periode deden de gebouwen dienst als brouwerij. De provincie Brabant (later Vlaams-Brabant) bouwde deze locatie tussen 1977 en 2003 uit tot een provinciaal trefcentrum.
We wandelen door de mooie omgeving eerst een gedeelte door de nieuwe wijken maar dan door de natuur rustig wandelen we en genieten van de omgeving. Na de rust weer verder langs de windmolen mooi om te zien maar de wieken zijn er niet meer. Wat verder komen we dan aan de abdijgebouwen, we mogen over de koer en langs de vele gebouwen wandelen zo komen we aan de ere koer en verlaten de abdijgebouwen langs de hoofdpoort en zo zijn we midden in de stad. We wandelen nog even over de kerstmarkt en zo eindigt onze wandeldag in Gembloux.
MARCHE DE NOËL. AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ. 17/12/2016.
MARCHE DE NOËL.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
Onze wandeling vandaag in IVOZ een deelgemeente van Flemalle, ligt wat verwijderd van de Maasvallei, waarin de industriële activiteit geconcentreerd is, en spreidt zijn landelijk karakter en zijn prestigieus architecturaal patrimonium volop tentoon. Het chateau de Chokier, gebouwd boven op een uitstekende rots, is het bekendste - maar zeker niet het enige – pronkstuk van het stadje, dat de bijnaam “gemeente met acht kastelen” draagt. Ook vele oude gebouwen getuigen van de grote rijkdom in het verleden. Wij wandelen even verder om aan het “le Chateau de la Petit Flemalle” te komen we wandelen door het park een mooi gebouw en prachtige park. Weer verder en we komen in Haut-Flemalle aan de Saint-Matthias kerk.
Het hoofdgebouw (1717) opgetrokken in natuursteen en baksteen, omvat drie beuken en is voorafgegaan door een vierkanten toren (1830). Aan de buitenkant, rechts van de ingang, staat een mooi houten kruisbeeld. Aan de binnenkant heeft de hoofdbeuk romaanse gewelven. Het koor heeft een wit en zwart marmeren vloer. Men bewondere het houten hoofdaltaar in Louis XIII-stijl waarboven een rijk versierd tabernakel troont. Opmerkelijk zijn ook de grote houten beelden (18de eeuw) van de H.Mathias, patroonheilige van de parochie, de H.Hubertus en O.L.Vrouw en de H.Jozef. Zij zijn afkomstig uit de school van de befaamde Luikse beeldhouwer Jean Del Cour. De linker zijkapel is toegewijd aan O.L.Vrouw. Bij het verlaten van de kerk wordt de blik getrokken naar het prachtige orgelbuffet, één van de oudste in de provincie Luik (1598).
Dan komen we wat verder aan een prachtig pleintje met een Fontijn en enkele oude huizen mooi is het wel. Soms is het goed om even achterom te kijken zo zie je dikwijls dingen die je anders zou missen. Ook nu weer even achterom kijken en we zien de twee terrils. Weer verder tot aan de controle en rustpost. Na de rust komt het mooiste gedeelte van onze wandeling bos en hoge rotsen zijn ons deel. We wandelen nu in het “Reserve naturelle aux Roches” deze oude kalksteen groeve werd teruggeven aan de natuur en deze heeft vanaf 2004 deze prachtige plek tot een natuurreservaat gemaakt het is geweldig als je wandelt langs de meters hoge wanden van de groeve en je ziet hoe de natuur zicht terug meester gemaakt heeft van deze groeve. Een heel eind door dit merkwaardig gebied. Het biedt een onderkomen aan zeldzame planten en dieren. De streek is gekend om zijn Steengroeven en kalkovens.
De vallei is bijzonder rijk aan steekhoudende materialen en aan kalksteen. Een groot gedeelte van de kalksteen belandt in de kalkovens, die bijzonder welvarend zijn dankzij de nabijheid van de rivier. Stenen worden gewonnen voor de bouwsector en gebruikt in overheids- en private gebouwen. De kalkovens markeren een keerpunt in het industrieel verleden van de vallei.
We wandelen langs twee kalkovens gelukkig dat dit industrieel erfgoed bewaard blijft. Nog wat verder en we steken de spoorweg over en dan komen we terug aan ons vertrek, een mooie wandeling in Ivoz.
Onze tweede lus van 6 kilometer brengt ons naar Pietersheim. Deze lus brengt ons door het bos naar Pietersheim. Het is een prachtig domein, we kunnen hier rustig rondwandelen en ook in de ruïne een kijkje nemen.
We snuiven het verleden op in de pas gerenoveerde waterburcht van Pietersheim die tot 1971 eigendom was van de familie de Merode. De 12de eeuwse waterburcht is de stille getuige van de roemrijke en woelige veldslagen van de Heren van Pietersheim. Van het middeleeuwse slot kun je nog de ringvormige weermuren en poorttoren zien. Ook de 16de eeuwse kapelzaal bleef bewaard en werd volledig gerenoveerd. Maar er is meer! Via een zwevend looppad kunnen we op alle verborgen plekjes van de burcht komen. Die verrassingstocht werd her en der aangevuld met informatieve modules die telkens op een originele manier een stuk van het verhaal van Pietersheim vertellen. We wandelen rond de burcht en nemen ook even de tijd om het Kasteel Pietersheim In 1792 werd een nieuw kasteel gebouwd, op de plaats van de oude kasteelhoeve. In 1836 brandde het oude kasteel af, en daarna werd het afgebroken op de kapel na. Ook het nieuwe kasteel werd, in 1909, door brand verwoest. In 1910 werd, op basis van de resten, een nieuw kasteel gebouwd. Met materialen van de afgebroken kasteelhoeven werden de mergelstenen stallen naast het poortgebouw van de oude burcht gebouwd. Ook het kasteel van 1910 brandde uit, en wel in 1920. Restauratie volgde en werd beëindigd in 1926. In 1971 werd het kasteel, met aanpalend domein, door de gemeente Lanaken aangekocht
Nog een heel eind door het bos en zo komen we terug in Neerharen. Een fijne wandeling.
De lus naar abdij Hocht is 6 kilometer lang en het is een verrassing hoe mooi het hier wel is. Ben verwonderd. We verlaten Neerhagen langs een het kanaal en dan wandelen we een eindje langs het kanaal. We komen langs een bunker van de Bunkerlinie uit het interbellum langs het verbindingskanaal Briegden-Neerharen (BN-linie).
Deze korte linie maakte deel uit van de "Vooruitgeschoven Stelling" of "Grensstelling" en werd samen met de aanleg van het verbindingskanaal gebouwd in de jaren 1930 (circa 1934). Het kanaal werd over de lengte van 6 kilometer van verdedigingswerken voorzien vanaf de kanaalkom in Briegden (aan het Albertkanaal) tot aan de verbinding met de Zuid-Willemsvaart in Neerharen. Dit verbindingskanaal werd zwaarder verdedigd dan de andere linies langs de Vooruitgeschoven stelling met vijf antitankbunkers, twee sluis- en vier mitrailleurbunkers, maar geen oeverbunkers. De antitankbunkers kregen dikkere daken en muren dan elders.
We wandelen verder langs de sluis en dan een eindje langs velden en weilanden mooi zichten op de omgeving. Zo komen we aan de ingang van het Kasteel van Hocht en Abdij Hocht.
Het kasteel van Hocht en Hochterbampd zijn - enigszins geïsoleerd - gelegen nabij de Maas, die de oostelijke grens van de gemeente Lanaken vormt en tevens de grens met Nederland. Begin 19de eeuw werd hier parallel met de Maas de Zuid-Willemsvaart getrokken. In de jaren 1930 volgde de aanleg van het Verbindingskanaal Briegden-Neerharen. De smalle sluis van Neerharen oogt spectaculair gezien het hoogteverschil van bijna 10 m. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren beide kanalen in het landschap. Het kasteel van Hocht is in oorsprong een abdij, eind 12de eeuw gesticht door de heren van Pietersheim. Van het abdijcomplex resteren thans van west naar oost het poortgebouw, de ruime U-vormige hoeve, het abdissenkwartier (het huidige kasteel), de aalmoezenierswoning en de watermolen. De gebouwen zijn grotendeels 17de eeuws en in classicistische stijl. De poort maakt deel uit van de grotendeels bewaarde omheiningsmuur rond de abdij, in de 17de eeuw opgetrokken als maatregel tegen de verzwakkende tucht. De gebouwen bevinden zich in een park dat in de loop van de 19de eeuw zijn formeel karakter verloor en in landschappelijke stijl heraangelegd werd. De twee vijvers, de Hoge en de Lage vijver, worden gevoed door de Molenbeek, met in elke vijver een eilandje met bosschage. De ruïnes van het kerkkoor vormen een heuveltje met romantische tuinprieel. De hoeve is aan de zuidzijde door een hek van het kasteelpark afgesloten. Opmerkelijke lineaire elementen zijn de dreven en imposante bomenrijen, deels overgebleven van de vroegere aanleg, die door invoeging van graspartijen met bomengroepen en solitairen in de landschappelijke opzet werden opgenomen. De vanaf het poortgebouw oost-west verlopende dreef verbond de voormalige abdij met het westelijke kasteel en gehucht Pietersheim. Op de kruising met de weg naar Neerharen staat de vroegere portierswoning. Door de aanleg van het Verbindingskanaal werd het goed echter afgesneden van zijn natuurlijk centrum. Zuidelijk loopt een dijkvormig talud uit in een bosje.
Dan weer een eind langs het kanaal waar we langs achter het kasteel domein komen waar je de gebouwen van de abdij zien, verder langs het kanaal en terug naar Neerharen.
Onze wandeling start aan het CC van Borgloon, de oude stroopfabriek van de familie Lowette. We wandelen een stuk door de velden met zicht op het bos van Heks. Na een tijdje wandelen we naar het centrum. Bommershoven is een imposant kasteeldorp, met een oude feodale kern, bestaande uit typische componenten als een kasteel met park, de door een taxushaag omgeven neoclassicistische parochiekerk Sint-Alfonsus met 19de-eeuwse pastorie en een aantal belangrijke grote hoeven, waaronder de Rode Hoeve. De Rode Hoeve is een gesloten hoeve omgeven door omhaagde hoogstamboomgaarden, typerend voor het Droog-Haspengouwse agrarisch landschap. Het complex bestaat uit een woonhuis uit de 18de eeuw en dienstgebouwen uit de 19de eeuw. Voor zover er al geen verband bestaat met het kasteelgoed van Bommershoven, is de hoeve te beschouwen als één van de grote winningen die werden ingeplant door allerhande feodale instanties een andere hoeve is het Biezenhof. Gesloten hoeve, eertijds afhankelijk van de landcommanderij Alden Biesen. naast het woonhuis worden ruime dwarsschuren, vijf schaapskooien, varkensstallen en een runderstal aangeduid; bakhuis en waterput liggen achter het woonhuis; alle deze gebouwen zijn van vakwerk. In 1797 wordt de hoeve openbaar verkocht aan Michel Laurent Selys uit Luik. De gebouwen worden in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw ingrijpend gerenoveerd. We draaien hier terug het veld in en komen langs de veldkapel en dan verder en krijgen we op het hoogste punt van de wandeling een zicht op het Kasteeldomein Ter hove is gelegen op de oostgrens van de gemeente Bommershoven op de westelijke oever van de Mombeek. In oorsprong gaat het om een Gallo-Romeins domein, dat door de Franken werd overgenomen, en onmiddellijk ten zuiden van de Romeinse heirbaan lag. Het huidige gebouwencomplex is een gesloten herenhoeve met een tot kasteelvleugel verbouwd woonhuis, een monumentaal verbouwde pachterswoning, schuren en stallen. Het domein wordt gekenmerkt door een park en boomgaarden en is vanuit verschillende richtingen toegankelijk via dreven. Nog een eind verder door het veld om dan weer terug in Bommershoven te komen. Nog langs een bijzondere plek de Puesboom zoals op de Ferrariskaart, is wellicht afgeleid van een toponiem. De heuvel ten zuiden van de boom wordt op de historische kaarten respectievelijk Palleberg (19de eeuw) en Pullenberg (20ste eeuw) genoemd. De holle weg loopt via deze heuvel naar Terhove. De boom is in zijn huidige toestand volledig hol en bestaat zelfs uit twee afzonderlijke delen welke op zich vrij vitaal zijn. Dan komen we aan Boswachterswoning. De neotraditionele boswachterswoning, werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw opgetrokken in opdracht van de familie Naveau de Marteau, eigenaars van het kasteel van Bommershoven. Tot het kasteeldomein van Bommershoven kan in ruime zin ook het terrein met weiland en boomgaarden ten oosten van de Alfonsstraat worden gerekend, rond een veldweg die uiteindelijk uitmondt in de Oude Kassei. In deze omgeving liet de familie Naveau de Marteau verschillende markeringspunten aanbrengen, als typisch 19de- en vroeg-20ste-eeuwse, half feodale uitvloeisels van de dorpsontwikkeling onder impuls van een imposant buitengoed. Ter hoogte van het kruispunt van de Moerenstraat met de Bommershovenstraat, een 19de- tot 20ste-eeuwse ontwikkelingskern, werd in het eerste kwart van de 20ste eeuw een neotraditionele boswachterswoning opgetrokken. Vandaag mooi gerestaureerd. Nog even langs het monument voor gesneuvelden en het Café De Ware Vrienden. Dan komen we terug aan het vertrek van onze wandeling. Een mooie wandeling in Bommershoven.
11e MARCHE DES ABBAYES. / LES DJALES D’ANHEE. / DENEE. Deel 2. 11/12/2016.
11e MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE. Deel 2.
Ermeton-sur-Biert. Op het plein voorbij één van de kastelen. Verder met de wandeling langs de ingang van het kasteel en dan verder langs het monument van de heks en zo komt het volgende kasteel in zicht.
Kasteel van Ermeton.
In een groot park aan de samenloop van de Floye en de Béhoude, ligt het majestueuze Monastére Notra-Dame, het voormalig kasteel van Ermeton. In het begin van de 14de eeuw was het eigendom van de familie Bossoit, eerste heren van Ermeton. Tussen 1625 en 1630 vormde de toenmalige eigenaar, Richard Godart, het oude kasteel om tot het kasteel dat wij nu kennen. Tot begin 18de eeuw blijft het kasteel in handen van de familie Godart. Later komt het kasteel in handen van familie Villermont en de familie Hadelin d'Oultremont. In 1936 word het kasteel gehuurd door de Gemeenschap van de Benedictijnse zusters, die het pand in 1942 aankopen. De gemeenschap werd in Brussel in 1917 gesticht door Vader Eugène Vandeur, monnik van de abdij van Maredsous. Van bij de oprichting tot nu is de gemeenschap trouw gebleven aan de oorspronkelijke gedachte, als vrouwen de rijkdommen van de christelijke spiritualiteit beleven en delen.
Hier in de lokale zaaltje is de rustpost. Na de rust begint onze afdaling naar Maredret in de verte de toren van de abdij van Maredret en de twee torens van de abdij van Maredsous. Na een tijdje komen we aan in Maredret. Dit prachtige dorpje met zijn typische ardense huizen en ieder huis versiert met een kerstboom komen we aan de “Ferme La Cour” een hoeve uit de XVI eeuw. Hier een varkenskwekerij met bruine varkens die vrij rondlopen in de weide. En wat verder duiken de gebouwen van de abdij op.
MAREDRET
De abdij in het Belgische Maredret staat onder leiding van zuster Bénédicte Witz en is internationaal bekend dankzij de vervaardiging van devotieprenten. De benedictijnenabdij van Maredret werd in 1893 gesticht door Domna Cécile de Hemptinne en zes benedictinessen. Oorzaak hiervan lag in de hernieuwde interesse voor het kloosterleven in de negentiende eeuw. De naam Maredret komt van Merendrech, dat moerasdoorgang betekent. Bij de stichting van de abdij richtte zuster Agnès Desclée een atelier op waar ze probeerde zich de oude technieken van de middeleeuwse kopiisten en verluchters eigen te maken. Deze ambachtslieden versierden gekalligrafeerde tekst met kleurrijke afbeeldingen en decoraties. Vaak werden de beginletters van een tekst met miniaturen verlucht: de initialen. Het duurde meerdere jaren voordat de zusters de geheimen van het vak onder de knie hadden. In de eerste plaats stonden de zusters ten dienste van de benedictijnenabdijen, de Belgische adel en de koninklijke familie. Daarnaast maakten ze talrijke devotieprenten voor een breder publiek. In de vijftiende eeuw, met de komst van de drukkunst, nam het vervaardigen van miniaturen sterk af. In de achttiende eeuw verdween de verluchtingskunst bijna. Verluchting –nog meer dan miniatuur– werd beschouwd als een vrouwelijke kunst bij uitstek. Daarom beoefenden veel monialen –vrouwelijke monniken– deze ambacht in het klooster. Vandaag de dag zet zuster Bénédicte Witz, de huidige abdis, de eeuwenoude traditie voort in het atelier van Maredret. Werken van het atelier zijn in veel prestigieuze bibliotheken te vinden: de Biblioteca Apostolica in het Vaticaan, de Pierpont Morgan Library in New York, het Victoria Albert Museum in Londen en de Bibliothèque Nationale in Parijs.
Langs de lange muur en de ronde toren komen we aan de abdij van Maredsous waar onze wandeling eindigt.
11e MARCHE DES ABBAYES. / LES DJALES D’ANHEE. / DENEE. Deel 1. 11/12/2016.
11e MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE. Deel 1.
Vertrek van de wandeling in MAREDSOUS. In 1872 stichtten monniken van Beuron, gefinancierd door de plaatselijke familie Declès, op een heuvelrug een abdij, gebouwd in neogotische stijl naar een ontwerp van architect Jean Bethune. Ze bestaat uit een grote kloosterkerk en een aantal gebouwen rond een vierkante binnenplaats. De kerk is publiek toegankelijk. Daarnaast is er een gastenverblijf en een ontvangstgebouw met winkels, museumruimte en restaurant, waar vroeger de eetzaal voor het klooster was. Plaatselijke specialiteiten, die overigens ook elders verkocht worden, zijn een abdijkaas en een abdijbier. De producten bevatten de naam "Maredsous" slechts als merknaam. Het Maredsous-bier werd tot 1963 door de monniken van Maredsous geproduceerd, maar daarna toevertrouwd aan brouwerij Duvel Moortgat.
Onze wandeling vertrekt in de abdij en we wandelen een stuk langs de verschillende abdijgebouwen. Deze prachtige abdij, gelegen in de vallei van Molignée is bijzonder en de vele gebouwen rond de abdij laten zien hoe rijk deze streek wel was. We wandelen verder en dalen af naar het riviertje we komen langs een kasteeltje met een boerderij aan misschien ook ooit behoord aan de abdij vele van deze gebouwen die rond de abdij gebouwd zijn hebben een bijzondere uitstraling. We wandelen verder en gaan zo de spoorwegzate op die nu Ravel Ligne 150: De lijn is tussen 1879 en 1894 in bedrijf genomen. Tussen Bouvignies en Neffe werd gebruikgemaakt van de reeds bestaande lijn van de spoorwegmaatschappij Nord Belge door het Maasdal. Vandaag kunnen we er over wandelen. We wandelen verder tot in Maredret hier verlaten we de spoorweg en wandelen het dorp in langs de watermolen. We kunnen zien hoe mooi dit gebouw is en de twee waterraden zijn onlangs hersteld waardoor dit prachtige stukje industriële erfgoed bewaard blijft. We wandelen verder tot aan de rustpost, dan weer verder een heel eind door de natuur wat klimmen en weer wat dalen aangenaam om te wandelen op de veldwegen en genieten van de prachtige vergezichten. Zo komen we in “Le Clavia” een gehucht. Verder door de natuur en langs oude hoogstamboomgaarden waar de maretak overvloedig aanwezig is
39E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK. / BASTOGNE. 10/12/2016
39E BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK.
BASTOGNE.
De wandeling van Bastogne is er eentje waar je heel veel kunt zien en beleven. Als we in Bastogne aankomen is het nog donker maar de stad is verlicht het is toch ook bijna kerstmis. We schrijven ons in samen met Jelle en dan op weg voor 12 kilometer. We wandelen naar het “Memorial du Mardasson” hier even rond kijken, Jelle houd van militaire voertuigen en we laten hem wat rondkijken. Vooral het memorial vind hij geweldig en het immense groot beeld van de zeeman die een meisje kust is voor hem bijzonder. We wandelen verder door het prachtige landschap en de zon komt op prachtige beelden. We komen aan op de plek “Miltombe” hier het bos in. Hier hebben de soldaten “ personen die soldaten leven naspelen” zich ingegraven en vertonen hoe het was in de oorlog, Jelle vind het allemaal geweldig. Verder komen we aan de eerste bevoorradingspost bij de oude boerderij hier ook verschillende militaire voertuigen. Hier verlaat de korte afstand ons en wij verder een heel eind door het bos. Ook hier weer enkele plekken waar militairen wereldoorlog II naspelen. Prachtig stuk wandelweg bos en weilanden veel afwisseling gewoon prachtig om te wandelen. Dan komen we aan de splitsing van de 12 en 20km wij wandelen de 12km op en komen terug aan rustpost 1 waar we de terugweg aanvatten. Maar eerst Jelle nog een pleziertje gunnen om achter een machinegeweer te gaan liggen met een helm op. Een mooie foto voor hem dan terug richting Bastogne via de spoorwegzate. Zo komen we terug in Bastogne.
44e MARCHE DE LA SAINT-NICOLAS. / CLUB DES MARCHEURS DE FLOREFFE. / FLOREFFE. 04/12/2016
44e MARCHE DE LA SAINT-NICOLAS.
CLUB DES MARCHEURS DE FLOREFFE.
FLOREFFE.
De wandeling vandaag vertrekt in de Abdij van Floreffe. De Abdij van Floreffe is een zeer oude norbertijnenabdij. Het grote complex verheft zich op een hoogte van vijftig meter boven de oever van de Samber. Men vindt beneden de boerderij, een vijvertje, een 18e-eeuwse duiventoren en de oude watermolen uit omstreeks 1250 in romaanse stijl, die op de Ruisseau de Floreffe is gelegen. Ze diende tevens als brouwerij en heeft een lage gewelfde zaal met muurschilderingen van Walter van Obais, uit de 13e eeuw. In de jaren 70 van de 20e eeuw werd het gebouw gerestaureerd en er zijn eetzalen in. Verder naar boven gaande zijn er terrastuinen en dan komt men in het 18e-eeuwse gebouwencomplex, waaronder het abtenhuis van B. Gaine uit de 2e helft van de 18e eeuw, het Groot Kwartier uit het midden van de 18e eeuw. Zo komt men aan het Groene Hof, een terras met uitzicht op het dal. We vertrekken met onze wandeling vanuit de abdij en dan wandelen we een heel eind langs velden en boomgaarden, prachtige zichten over de omgeving en de oude hoogstambomen hangen vol met maretakken. Verder klimmen we naar Malonne. Een klein stadje met een rijke geschiedenis, wij komen niet in het stadje maar wandelen langs de velden en door de weilanden prachtige zichten op de omgeving. We komen dan in Buzet. Een prachtige dorpje met oude huizen. Wat verder komen we in Sovimont maar even doorgegaan en dan komen we aan de “Grotten van Floreffe”. Het complex bestaat uit verschillende zalen, waarin onder andere prehistorische overblijfselen gevonden zijn en tentoongesteld worden. Er bevinden zich stalactieten, stalagmieten en kleurrijke stenen in een 800 meter lange gang. De grot werd ontdekt in 1860 tijdens de bouw van het kasteel. Nog even en we zijn terug aan de abdij. Wat een mooie wandeling volop zon en blauwe luchten, prachtige landschappen en erfgoed. Wat willen we nog meer.
Wellen in het landelijke Haspengouw. De streek kenmerkt zich door een zacht glooiend landschap met vruchtbare gronden. Tussen de akkers, boomgaarden en weilanden liggen dorpjes met historische kenmerken, vierkantshoeven en romantische kastelen. De wandeling vandaag is veelal door de kale velden, daarom niet minder mooi, de mist begint rond de middag op te trekken en dit geeft prachtige beelden, een beetje sprookjesachtig. Wat kan de natuur mooi zijn in alle jaargetijden. Langs velden en boomgaarden en zeker niet te vergeten de stukken natuurreservaat. Wellen heeft ook nog vele mooie vakwerkhuizen en we zien dat deze met veel zorg omringt worden om behouden te worden voor de komende generaties. De zon verdrijft de mist en de hemel kleur blauw wat een prachtige dag word het. Niet alleen de natuur maakt ons blij maar ook de vele wandelvrienden die we tegen komen waar even tijd gemaakt wordt om een babbel, onze Waalse wandelvrienden zijn vandaag ook in Wellen, wat een vriendschap mogen we van hen ontvangen. We wandelen en heel eind door de velden. In de verte het kasteel met kasteelhoeve Printhagen. Het huidige kasteel heeft een vierkante woontoren onder een hoog tentdak. Deze toren is in Maaslandse renaissancestijl en de kern ervan stamt uit de eerste helft van de 17e eeuw. Het geheel is uitgevoerd in baksteen met mergelstenen afwerking. Aan het kasteel is een hoeve vast gebouwd, bestaande uit een aantal 18e- en 19e-eeuwse bedrijfs- en dienstgebouwen, waaronder een duiventil. Het kasteel is gelegen in een Engels landschapspark. De kasteelhoeve heeft de laatste jaren en grondige restauratie ondergaan waardoor dit een prachtige geheel vormt. Wij wandelen verder, richting Alken en weer komen we een aantal mooie vakwerkhuizen tegen. Weer verder zo komen we aan de controle en rustpost. Hier even op adem komen en samen met vrienden is het aangenaam vertoeven. Maar wij moeten verder om de laatste 4km afleggen. We volgen nu de Herk en komen zo aan de Graethmolen. Spijtig dat het waterrad verdwijnen is maar het molengebouw is indrukwekkend. Nu wandelen we het natuurreservaat de Broekbeemd binnen. De laatste kilometers wandelen door dit prachtige natuurgebied en wat later zijn we terug aan ons vertrek, een mooie en aangename wandeling in onze buurgemeente.
Kersentoren van Katarakt staat binnenkort weer recht.
Deze krantenkop verscheen op 18/02/2008 in het Belang van Limburg.
Wat was er gebeurd?
Het kersentorentje is vorig jaar platgegooid: de eigenaar wilde liever geen Katarakt-toeristen in de buurt van zijn perenplantage, en dus duwde hij het 80 jaar oude huisje omver. “Dat kersentorentje is van een van de vroegere eigenaars van de stroopfabiek, dus van een familie van herenboeren die zich een mooi torentje konden veroorloven. De andere torentjes zijn namelijk één verdieping hoog, dit had er twee. De boer kon van daaruit zijn plukkers in de hoogstamkersenboomgaard in de mot houden. Onderin werden de kersen opgeslagen.“
Na veel touwtrekkerij is het Torentje terug opgebouwd in zijn oorspronkelijke staat vandaag staat het terug te pronken in de perenplantage. Men ziet het torentje vanop de wandelroute van het regionaal lanschap Haspengouw en Voeren.