44E MARCHE INTERNATIONALE DES HAUTES FAGNES. / CLUB MARCHEURS DES HAUTES FAGNES. / SOURBRODT. 27/08/2017
44E MARCHE INTERNATIONALE DES HAUTES FAGNES.
CLUB MARCHEURS DES HAUTES FAGNES.
SOURBRODT.
Een wandeling in Sourbrodt is altijd een bijzondere wandeling. We zijn hierin de Hoge Vennen. We wandelen van de start aan de kerk het dorpje uit. Langs mooie oude huizen en de vele oude hoeven. Dan wandelen we de prachtige natuur in. Maar we blijven in de buurt van het dorp we blijven de kerk zien, maar toch door mooie wegen en langs veldwegen die je doen denken dat je door een tunnel wandelt. Zo mooi. Wat verder komen we aan het Monument Abbé Pietkin. Dan langs een mooie kapel en zo komen we aan de eerste controle waar we even rusten. Dan komt het prachtigste gedeelte van de wandeling. We wandelen de Hoge Vennen in dit is een prachtig gebied. De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Het is een van de laatste hoogveen in Europa en ligt tussen Malmedy, Eupen, Roetgen en Monschau. Het is heerlijk wandelen in dit mysterieuze hoog gelegen gebied, met veel waterlopen. Hier vindt u de mooiste wandelingen door de Hoge Venen. Wandelen is enkel toegestaan op de paden. De open veengebieden zijn doorgaans zacht glooiend zonder steile hellingen. In de bossen eromheen vind je diep ingesneden beekvalleien en droogdalen met een flinke hellingsgraad. De paden worden doorgaans smaller, natter en ruwer, met veel rotsen, modder en boomwortels. Zo mooi wat verder door de vennen en zo komen we aan het volgende dorpje, hier weer deze prachtige oude huizen, vakwerkhuizen en oude boerderijen en voor de huizen de grote charmilles. De hoge beukenhagen die de huizen beschermen tegen de hevige koude winterwinden. Hier komen we dan aan de tweede controle hier even rust en wat bij praten met vrienden. Dan vatten we de laatste kilometers aan weer langs de bossen en gaan een stukje van de “Weg des Gedenkenis”. Dan komen we terug in Sourbrodt waar onze wandeling eindigt.
MARCHE D’APRES-MIDI. - LES MARCHEURS DU GEER. - EBEN-EMAEL 26/08/2017
MARCHE D’APRES-MIDI.
LES MARCHEURS DU GEER.
EBEN-EMAEL.
We wandelen vandaag in Eben – Emael. Al vlug wandelen we het veld in en we komen langs de mergelgroeve. Hier is nog volop activiteit en de machines zijn vandaag aan het werk de mergel word afgegraven en vervoer naar de fabriek. Wij wandelen door een stukje natuur dat aangelegd is als buffer voor de mergelwinning. Dan wandelen we verder het dorpje binnen. Hier zijn er nog vele zwaluwen en aan de gevels hangen vele nesten. Wij blijven even kijken hoe de ouders de jongen komen voederen. Het is een prachtig schouwspel het aan en af vliegen van de vogels. Maar wij moeten verder. Langs een lange veldweg aan de ene zijde een hoge berm met struiken en aan de andere kant velden en akkers. Het is wel mooi om hierlangs te wandelen. Zo komen we aan de Toren van Eben-Ezer is een toren op een heuvelrug bij de Jeker, hij is ontworpen en eigenhandig gebouwd tussen 1951 en 1965 door de autodidactische kunstenaar, architect, schrijver en filosoof Robert Garcet (1912-2001). In en onder de toren bevindt zich een museum; het "Musée du Silex". De toren bestaat grotendeels uit op elkaar gestapelde blokken vuursteen. Hij staat op de rand van een helling en is vanaf het plateau 12,70 meter hoog. Vanaf de hoofdingang aan de helling is hij echter 16,80 meter hoog. Onder het maaiveld ligt nog een kelder van 3,40 meter hoog die toegang geeft tot een vuursteengroeve, die echter wegens vandalisme zelden publiekelijk toegankelijk is. Het gebouw kent zeven verdiepingen. De toren is vierkant en de vier kanten van 12 meter richten zich naar de vier windrichtingen: noord, oost, west en zuid. Op het dak van de toren staat op de kantelen van ieder van de vier hoektorens een uit beton gegoten beeld. Ieder beeld stelt een van de gevleugelde cherubijnen voor die de apocalyps aankondigen: de Stier aan de noordwestzijde, de Mens (in een sfinx-gedaante") aan de zuidwestzijde, de Leeuw aan de zuidoostzijde en de Adelaar aan de noordoostzijde. Vooral de toren ligt op een unieke plek midden in de natuur. Wij wandelen voorbij spijtig dat hij gesloten is weer moeten we verder. Een heel eind door de prachtige omgeving en dan weer het dorpje binnen. We komen langs het huis van de bouwer van de toren, kan niet missen is volledig uit silex gebouwd. We wandelen verder en komen op de controlepost, even rusten en met wandelvrienden praten en dan weer verder langs een prachtig stukje natuur. Hollewegen, smalle paadjes en mooie velden en weilanden. Dan komen we aan het uitkijkpunt van de sluis van Lanaye. Hier een prachtig panorama op de sluis en de Maas en Albertkanaal. We blijven even kijken hoe de schepen door de sluis varen. Dan komen aan het militair domein. Fort Eben-Emael; voormalig Belgisch militair verdedigingswerk dat deel uitmaakte van de buitenste oostelijk gelegen fortengordel rond Luik, gebouwd in het Interbellum. Dit uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers beschouwde men destijds als oninneembaar. De praktijk toonde dat de hoge Belgische verwachtingen van het fort onterecht waren. Op 10 mei 1940 slaagden 86 goed geoefende Duitse Fallschirmjäger erin door verrassing, snelheid en innovatieve militaire technieken (gebruik van zweefvliegtuigen en toepassing van een nieuw wapen: de holle lading) om in een "dode hoek" (namelijk boven op het fort) te landen en het geschut van het fort in vijftien minuten uit te schakelen. Na anderhalve dag belegering moest het fort (1200 manschappen) capituleren. Vandaag is het een van de belangrijkste forten die bezocht kunnen worden en waar de geschiedenis uitlegt word. Wij hebben helaas de tijd niet meer om het binnen te bezoeken. We moeten verder en even later zijn we terug op ons vertrek. Een pracht van een wandeling in Eben - Emael.
MECHELSE HEIDETOCHT. / DE HEIKREKELS / MAASMECHELEN. 23/08/2017
MECHELSE HEIDETOCHT.
DE HEIKREKELS
MAASMECHELEN.
Eens een wandeling maken waar we naar uit kijken. Maasmechelen en de Mechelse heide.
Zo word de Mechelse Heide gepromoot: De Mechelse Heide is de toegangpsoort bij uitstek om al wandelend te verkennen. Van midden augustus tot midden september tovert de bloeiende heide dit landschap om in een paars schilderij. Anders dan aan de andere toegangspoorten vind je hier geen bezoekersonthaal. De natuur spreekt voor zich!
En zeker is dit niet overdreven. Dé wandelpoort bij uitstek. Talrijke routes leiden ons door de uitgestrekte heidevelden van het Nationaal Park Hoge Kempen. Van half augustus tot half september staat de heide volledig in bloei. Sommige routes doen je stevig klimmen. De beloning? Vergezichten tot in Nederland en bij helder weer zelfs tot in Duitsland en de Hoge Venen. Wij wandelen door de prachtige heide. Veel afwisseling wat bomen en dan weer heide een stevige klim met een prachtige zichten over de heide. We komen ook langs de grote vijver van d e zandwinning nu een prachtig stukje natuur. Dan wandelen over het nieuwe aan gelegde zandpad.: het Zandloperpad is een 1,5 km lang, verhard pad dat je laat kennismaken met het typische heide- en duinenlandschap van de Hoge Kempen. Onderweg passeer je de kenmerkende biotopen van dit landschap. Het is een prachtige wandeling in het Park Hoge Kempen.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BOMMERSHOVEN. 20/08/2017
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BOMMERSHOVEN.
De heerbaan van Tongeren via Tienen naar Kassel liep door Bommershoven. Delen van deze weg bestaan nog steeds (Loonderweg, Moerenstraat, Oude Kassei). Begin 20e eeuw werden nabij de Wilderstraat resten van een Romeinse villa opgegraven. Ook de kasteelhoeve Tenhoven, ten zuidoosten van Bommershoven aan de Mombeek, zou oorspronkelijk een Galloromeins domein geweest zijn, dat later door de Franken in bezit werd genomen. In 773 kwam dit goed aan de Abdij van Corbie, die er een proosdij vestigde van waaruit de bezittingen van deze Abdij in deze streken werden bestuurd. Bommershoven was waarschijnlijk eigendom van de Graven van Loon. Samen met Haren vormde het één heerlijkheid, die in 1366 aan de Bisschoppelijke Tafel van het Prinsbisdom Luik kwam.
We starten met onze wandeling in het CC van Borgloon, de voormalige stroopfabriek Lowette. We verlaten de start en wandelen dadelijk richting voetbalveld. Langs de vijver en dan de steenweg op die we oversteken. Nu wandelen we op een nieuw wandelpad aangelegd door de ruilverkaveling die ons langs velden en weilanden brengt en zo belanden we in Haren. We wandelen langs het kerkje: De kerk werd gesticht door de Abdij van Corbie, die aanvankelijk ook het patronaatsrecht en het tiendrecht bezat. Aanvankelijk stond hier een Romaans kerkje, waarvan de onderbouw nog aanwezig is. In de 15e eeuw werd een gotisch kerkje op deze onderbouw opgetrokken. In de daaropvolgende jaren raakte het kerkje herhaaldelijk in vervallen toestand. In de 2e helft van de 17e eeuw werd het kerkje hersteld, waarbij ook de typische bakstenen voorgevel met mergelstenen speklagen tot stand kwam. Kort na 1763 werd ook het koor in baksteen herbouwd en werden de oorspronkelijke spitsboogvensters door rondboogvensters vervangen. Vandaag is het een mooi plekje met gras rond en enkele oude grafstenen. We wandelen voorbij de kerk en zo de natuur binnen, vele kleine veldwegen die ons langs weilanden en natuurgebied brengen, het is aangenaam om hier et wandelen veel afwisseling langs de vijvers komen we terug op de steenweg, nu wandelen we richting Bommershoven en wat verder zien we kasteel Terhove liggen, weer verder door de velden en langs de plantages en weer wat verder ligt de Monnikenhoeve, verder met onze wandeling, nu wandelen we naar het centrum van Bommershoven voor ons zien we Kasteel van Bommershoven en Sint-Alfonskerk . Kasteel Naveau de Marteau isq eigenlijk een herenhuis, werd gebouwd van 1759-1761 door Marcel-Gérard Magnée uit Luik, die in 1798 het Kasteel Horn zou kopen. Oorspronkelijk bestond het uit drie losstaande vleugels, namelijk een L-vormig herenhuis en twee dienstgebouwen. Eén daarvan werd begin 19e eeuw gesloopt. Het andere werd in de 2e helft van de 19e eeuw ingrijpend verbouwd. Een nabij het park aanwezige hoeve werd gesloopt en het terrein werd bij het park gevoegd dat in dezelfde tijd in de huidige vorm werd aangelegd en voor een deel in formele stijl, voor een deel in Engelse landschapsstijl werd uitgevoerd. De huidige dienstgebouwen, een aan het herenhuis vastgebouwd, U-vormig complex vormend, stammen uit de 2e helft van de 19e eeuw, maar de vleugel aan de straatzijde, met poort, is mogelijk een dwarsschuur geweest met een kern uit de 18e eeuw. Rond het kasteel zijn er verschillende prachtige hoeven. Wij draaien nu het centrum in naar het bekendste café van de streek “Café De Ware Vrienden” ervoor het oorlogsmonument. Wat verder en we komen terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
39E MARCHE INTERNATIONALE. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX 19/08/2017
39E MARCHE INTERNATIONALE.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
Ligneuville, strekt zich uit in de vallei van de Amblève een groene oase omgeven door beboste heuvels waar men gezonde lucht inadement. Dit landelijke paradijs vormt met Pont en Bellevaux een gemeenschap van ongeveer 1273 inwoners. Het onstuimige water van de Amblève dringt zich door het weidelandschap, en het is moeilijk ongevoelig te blijven voor de charme van die natuur. Sinds 1984 is Ligneuville, de plaats waar forellen gekweekt worden, vandaar zijn naam (Capitale de la Truite). Het charmante dorp Bellevaux (Belva ) synoniem van mooie vallei, is met zijn pittoreske gehuchten verscholen in een dal. De geklasseerde kerk uit 1435 is toegewijd aan de heilige Albinus. Uit 1592 is ook het huis Maraite, een geklasseerde woning, alsook de oude molen van Bellevaux uit 1387 maar niet meer in gebruik sinds 1963. De tuinen van de tuinbouwers en de serres kan men bezoeken en aanbevelen, alsook de recent gevestigde brouwerij in het dorp. De amateur alpinisten kunnen zich uitleven op de rotsen van de Warche. De dorpskerk dateert van 1910. Ze werd na de 2de wereldoorlog gerestaureerd. In Pont, in de schaduw van reusachtige bomen hebben we de kapel van de heilige Donatius ingehuldigd in 1752. Ze behoort tot het geklasseerde patrimonium van de gemeente. In dit kleine dorp is er eveneens het Huis Micha, de grot van de Maagd Maria in een mooi park niet ver van het riviertje van Recht, en ook een forellenkwekerij. Zo krijgen we vandaag een prachtig parkoers voorgeschoteld met mooi en prachtige plekken. De rivier de Amblève is alom tegenwoordig en op sommige plekken is het wat moeilijk om te wandelen veel modder en glad maar dat hoort er eenmaal bij. Een mooie wandeling.
INTERNATIONALE EBURONENTOCHT. / TONGERSE WANDELVRIENDEN. / TONGEREN. 15/08/2017
INTERNATIONALE EBURONENTOCHT.
TONGERSE WANDELVRIENDEN.
TONGEREN.
Vandaag Eburonentocht in Tongeren.
De Eburonen, één van deze inheemse stammen, hadden in 54 v. C. onder het bevel van hun koning Ambiorix, een zware nederlaag toegebracht aan de Romeinse legioenen. Die veldslag had plaats in de nabijheid van Atuatuca, een nog onbekende plaats in het land van de Eburonen, waar de Romeinen hun winterkwartier hadden opgeslagen.
We wandelen vandaag in de meer dan 2.000 jaar oude stad Tongeren en overal kom je wel stukken van de lange geschiedenis tegen. We verlaten de start en al vlug komen we aan de Romeinse muur
Aan de rand van de oude stadskern, vooral vanaf het noorden tot in de west-sector , zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw. Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft. Langs deze muur werd een wandelweg aangelegd, gaande van de Bilzer- tot aan de Luikersteenweg.
We steken de straat over en wandelen nu naar Beukenberg.
Door de toenemende behoefte aan water in de Romeinse stad Tongeren was men genoodzaakt in de loop van de 1ste eeuw de problemen van de watertoevoer op te lossen. Daarom werd een aquaduct aangelegd die de verbinding maakte met het brongebied van de Mombeek. Het was een kunstmatige aarden ophoging met een houten constructie voor de aanvoer van het water. De Beukenberg is uitgegroeid tot een mooi wandelgebied vlak bij het centrum van de stad en recentelijk erkend als beschermd archeologisch monument.
We wandelen over Beukenberg en volgen de aquaduct tot we beneden komen en langs de muur van het Kasteel Betho Even buiten de stad bevindt zich het imposante kasteel Betho.
Het kasteel, waarvan de eerste vermelding terug te vinden is in 1267, was oorspronkelijk een waterslot. De huidige vijver refereert naar de slotgracht die ooit het volledige gebouw omsloot. Het residentieel kasteel is symmetrisch aangelegd en bestaat uit : kasteel, vierkantshoeve, vijver en park. De huidige gebouwen dateren voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw, met een zuidwest toren uit 1478.
Dan wandelen we terug richting stad en wandelen weer een heel eind langs de Romeinse muur. Wat verder komen we aan de Romeinse tempelsite
De eerste keer dat de Romeinse tempel onder de aandacht kwam, dateert al van de zomer van 1964 toen archeologen tussen de boomrijen van een oude fruitboomgaard een aantal sleuven trokken. Doorheen de jaren werd het terrein weliswaar beschermd, werden er een aantal kleinere onderzoeken uitgevoerd, maar tot een gedegen ontsluiting kwam het nooit (mede omdat er geen bovengrondse structuren bewaard bleven). Aan de hand van eigentijdse materialen is getracht om voor de bezoeker een beeld te schetsen van de omvang van dit complex. Een aantal infopanelen geven daarbij de nodige duiding en achtergrondinformatie.
Wat verder wandelen we langs de Middeleeuwse wallen
Ingevolge de verwoesting van de stad in 1213 door de troepen van Hertog Hendrik I van Brabant, werd in 1241 begonnen met de bouw van de middeleeuwse omwalling. Deze muur omsloot de toenmalige stadskern wat nu ongeveer overeenkomt met de huidige ringlaan. Verschillende delen van deze 13de eeuwse omwalling bepalen nog gedeeltelijk het patroon van de vroegere middeleeuwse stad. De best bewaarde delen bevinden zich langs de Leopoldwal en de Elfde-Novemberwal, maar ook de Lakenmakerstoren en de Velinxtoren maakten deel uit van deze 13de eeuwse muur. In de 15de eeuw werden de stadsmuren gedeeltelijk afgebroken en in de 17de eeuw verwoestten de Fransen verschillende stadspoorten. De vestigingsmuren werden in de 18de eeuw hersteld maar moesten in de 19de eeuw uiteindelijk wijken voor de modernisering.
We wandelen verder en we komen aan de rust en controlepost. Hier even rusten en dan weer verder. Nu veranderd onze wandeling van een erfgoedwandeling in een natuurwandeling we wandelen het Landschapspark De kevie binnen.
Ten zuidoosten van Tongeren bevindt zich het 200 ha groot "Park van de Oostelijke Jeker". Omwille van zijn gunstige ligging en bijzondere flora en fauna behoort dit natuurpark tot het meest waardevolle van Zuid-Limburg. Kortom een zeldzaam stukje natuur in Haspengouw, dat gekoesterd dient te worden. De rijk gevulde kelder van Haspengouw en bestaat uit moerassen, rietkragen, beemdweiden en houtkanten in het natuurreservaat van de Oostelijke Jeker. Vanop de paden kan je dit typische Haspengouwse landschap bewonderen, met zijn bloemrijke hooilanden, omzoomd met hagen en knotbomen.
We wandelen door dit weel bijzonder natuurreservaat in de natste gedeelten lopen we over het planken pad. We verlaten Kevie en komen zo terug in de stad. We wandelen onder de Moerenpoort door.
Als enige overgebleven stadspoort uit de Middeleeuwen is de Moerenpoort zeker een bezoek waard. Dit historische gebouw is gelegen aan de rand van het begijnhof en vertelt het unieke verhaal van de militaire geschiedenis van de stad.
En zo wandelen we het Begijnhof binnen met zijn vele mooie monumenten.
Even wegdromen tussen de schilderachtige huisjes en gezellige pleintjes met een gevoel alsof je terug gaat in de tijd ! Dat is de ervaring die je krijgt bij een bezoek aan één van de oudste begijnhoven van Vlaanderen. Midden 13de eeuw werd het Tongerse begijnhof, vlak bij de Jeker, gesticht als een miniatuurstadje binnen de stad. De nauwe straatjes, mooi gerestaureerde panden,… een beetje apart en eigenzinnig, een gedroomde locatie voor kunstenaars en … sinds 1998 werelderfgoed van de UNESCO. Wij bezoeken dit 750 jarig stadsdeel.
Bijzonder is het Begijnhofmuseum Beghina spijtig dat het niet open is. Wat verder de Begijnhof kerk.
De St-Catharinakerk, beter gekend als Begijnhofkerk of Paterskerk, is een van de oudste kerken van de stad. Deze vroeg-Gotische kerk uit 1294 werd in de loop der eeuwen meerdere malen verbouwd en aangepast. In de 18de eeuw werd bv. het huidige barokgewelf aangebracht en het dakruitertje op de kerk geplaatst. Na de Franse Revolutie kwam de kerk in het bezit van de Tongerse Godshuizencommissie die in 1899 de kerk (voor 99 jaar), verhuurde aan de Paters Minderbroeders, wat uiteindelijk de naam Paterskerk verklaart. Deze sfeervolle St-Catharinakerk bevat een rijke verzameling kunstvoorwerpen waaronder vooral het houtsnijwerk en de schilderijen opvallen. Als voornaamste bezienswaardigheden gelden o.a. de preekstoel van Robrecht Verburgh uit 1711 in Lodewijk de XIV-stijl, het schilderij boven het hoogaltaar van de hand van Gaspar de Crayer, 17de eeuw en het beeld van de Lijdende Christus geschonken door begijn Anna de Floz.
Dan komen we aan de Sint-Ursulakapel
Kort na 1262 werd een infirmerie gebouwd waar bejaarde en zieke begijnen verzorgd werden. Aanpalend aan dit gebouw werd in 1294 een kapel gewijd aan de heilige Ursula. Het huidige Infirmeriegebouw dateert uit 1659. Op het einde van de 17de eeuw was ook de kapel bouwvallig en werd ze vervangen door een barok zaalkerkje uit 1701 met een unieke klokgevel. De gerestaureerde Sint-Ursulakapel wordt gebruikt als polyvalente ruimte voor kamerconcerten, thematentoonstellingen, voordrachten en andere culturele evenementen.
Ook vandaag is er een tentoonstelling wij kijken even binnen en dan verder. We komen zo op de markt. Hier is vandaag een bijzonder actie men is een kunstwerk van karton aan maken. Olivier Grossetête is een Franse beeldende kunstenaar die monumentaal werkt met kartonnen dozen en kilometers plakband. Het is indrukwekkend om te zien hoe vele vrijwilligers helpen om de kerk te bouwen. Wij blijven even kijken en dan over de grote markt terug naar ons vertrek. Wij passeren de held van Tongeren.Het Ambiorixstandbeeld
Ambiorix was de koning van de Eburonen, die in 54-53 v.C. in de omgeving van Atuatuca, de legioenen van Julius Caesaronder leiding van Cotta, de grootste nederlaag toediende, die zij bij de verovering van Gallië hebben gekend. In 1866 werd er voor Ambiorix een standbeeld opgericht, dat gemaakt werd door de beeldhouwer Jules Bertin.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE “HAUTES-ROCHE” / DOURBES. 13/08/2017
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE “HAUTES-ROCHE”
DOURBES.
Onze wandeling vandaag is in Dourbes met zijn Ruïnes van het kasteel "Hauteroche" (15de eeuw). Gelegen in een prachtige natuurpark: Het Natuurpark Viroin-Hermeton, is een eiland van beschermde natuur, een groen juweel, een schat van erfgoed om te koesteren. Er is een groot verschil tussen een natuurpark en een natuurreservaat. "Een natuurpark is een landelijk gebied met een grote biologische en geografische waarde, die onderworpen is aan maatregelen om het milieu te beschermen in harmonie met de streefdoelen van het volk en de economische en sociale ontwikkeling van het desbetreffende gebied” . Kortom, in een natuurpark, staan de mens en natuur centraal. Kortom, in een natuurpark, staan de mens en natuur centraal. In de plaats van een natuurreservaat waarin men actie onderneemt voor het behoud van natuur en erfgoed worden in een natuurpark de duurzame economische ontwikkeling, beheer van ruimtelijke ordening en sensibilisatie in rekening genomen, met als doel een samenhangend beheer van het grondgebied. En in deze prachtige omgeving mogen we vandaag wandelen en je moogt het geloven het is een prachtige omgeving met veel afwisseling en vele mooie dingen om te zien en beleven. In het gebied zijn er toch ook verschillende stukken die een echt natuurreservaat zijn de eerste waar we aan komenis “La Montagne-aux-Buis”. Een hoog gelegen plateau met oude bomen en een heel groot palmenbos met struiken van vele honderden jaren oud heel bijzonder en opeens staan we voor de afgrond die verschillend tientallen meters naar beneden duikt. Beneden de grote gebouwen van een oude molen. Van hier uit een prachtig panorama. Weer verder met onze tocht. We wandelen nu naar beneden wat een prachtig stukje natuur de rotsen zijn bedekt met groene mos en het is weerkelijk een prachtige afdaling, genieten van wat de natuur ons schenkt. Als we beneden aankomen staan we aan de molen die we van boven hadden gezien. We zijn nu in NISMES wordt doorkruist door het riviertje Eau Noire in de dorpskom en het riviertje Eau Blanche ten noorden ervan. Op de grens met Dourbes vloeien de twee samen tot de Viroin. We komen in de “Jardins d’O” een waterpark en het kasteel. Oude Cense de Maugré - Kasteel Licot. Vandaag is het gemeentehuis van Nismes. Het park heeft als thema water met verschillende toestellen die met water bewegen en de grote vijver is mooi. We wandelen door het park en dan weer verder en komen dan in het volgende natuurreservaat “Les Abonnets” een bosrijk gebied met bloemen kanten waar veel vlinders in voor komen prachtig tukje natuur. Dan stekken we de spoorweg over en dalen af naar de controlepost. Verder een heel eind langs de rivier en een vlak stuk tot we opeens voor de “Haute Roche” staan. Hier boven bevind zich het oude kasteel van Dourbes. Het kasteel van Dourbes of van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles. Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang. De ruïnes van de burcht van Haute-Roche, die in 1554, samen met het nabijgelegen kasteel van Fagnolle, het Château de Plaine, op bevel van Henry II door Anne de Montmorency werd vernield. De streek heeft vele legendes ook de kasteel van Dourbes.
Heb er eentje gekregen en wil ze hier ook weergeven:
De legende van Demoiselle de Haute-Roche en Sire Roger de Sautour (voor wie in legendes gelooft…) De geschiedenis van sire Roger, Heer van Sautour, en Ghislaine de Haute-Roche, Gravin van Dourbes. Roger de Sautour keek rond en zocht naar iemand die hem de weg kon wijzen. Hij stond oog in oog met een landschap dat hem vreemd was en voor zover zijn blik reikte was er niets anders te zien dan zachte glooiingen, waar hoogopgaand woud en kreupelbos slechts gescheiden werden door wilde beekjes. Plots verschijnt een mooie jonkvrouw op de weg. Haar ogen zijn even helder als een azuurblauwe hemel. Ook zij is verbaasd iemand tegen het lijf te lopen, maar ze glimlacht. -"Schone, zegt Roger - die niet meer weet waar hij zich bevindt - ik denk dat ik… Ik zou huiswaarts moeten keren. Waar ben ik? Behoort het kasteel dat ik daarginds vermoed toe aan vrienden van mijn vader"? De jonkvrouw antwoordt alleen met zachte stem: "Het behoort toe aan de Heer van Haute Roche, ik ben zijn dochter". -"En ik ben Roger, zoon van de Heer van Sautour, kleinzoon van François Montaigle, die een dodelijke haat voor je grootvader koesterde. Mijn vader en jouw vader zijn vijanden"! Maar wat hij in de ogen van de mooie jonkvrouw las, was zeker geen haat, dat wist hij zeker. Hij vernam ook dat haar naam Ghislaine was en dat ze net zo min als hij wenste dat de vete in stand zou blijven. Na een laatste blik op de schone, vertrok hij spoorslags in de richting van zijn kasteel. De jonge gravin sloot zich in haar kamer op en wendde zware hoofdpijn voor. Die nacht kon ze de slaap niet vatten, het beeld van Roger leek wel op haar netvlies gebrand. Ze was verliefd en ze wist dat hij dat ook was. Enige tijd later, toen Roger de drang om Ghislaine terug te zien niet meer kon weerstaan, vertrok hij op een avond op de rug van zijn strijdros naar het kasteel van Haute-Roche. Terwijl hij in stap de oevers van een beekje verkende, onderscheidde hij een menselijke gedaante met vreemd glinsterende ogen die zich moeizaam uit het water hees. Het was een vreemd uitgedoste kleine man met een baard. Roger hielp hem uit zijn benarde situatie en bedekte hem met zijn mantel. De dwerg bedankte hem en zei: -"Je bent een goede heer en ik wil je helpen om je kostbaarste wens te verwezenlijken. Vertel me wat die wens is! Ik ben Almarech; ik ben negenhonderd jaar oud en ik weet heel wat want ik woon in de berg". Roger sprak met de dwerg die inderdaad veel dingen wist. Vervolgens zegt de dwerg: -"Kom, volg me". Bij het kasteel aangekomen, vertelt hij Roger dat hij omhoog moet klimmen langs de ladder die hij tegen een van de torens heeft klaargezet. En dat hij precies op tijd komt om te horen wat het blonde kind aan de sterren te vertellen heeft. Met een bonzend hart doet Roger wat hem gezegd wordt. Toen hij de witte gestalte van een jonge vrouw zag die met haar elle bogen niet ver van hem verwijderd op de buitenmuur leunde, leek zijn hart tot stilstand te komen. Wat hij toen hoorde vervulde hem met uitzinnige hoop. Ze hielden blijkbaar evenveel van elkaar. Hij sprong over de kantelen en knielde voor Ghislaine neer; ze verklaarden elkaar de liefde en beslisten om hun vader te vertellen dat ze met elkaar wilden trouwen. De kasteelheer van Haute-Roche dacht daar echter anders over en strafte zijn dochter door haar op te sluiten in een diepe kerker in de rots. De volgende avond vat de jonkheer post onder het kasteel waar hij tevergeefs op zijn geliefde wacht. In het holst van de nacht duikt Almarech op die hem vertelt wat Ghislaine overkomen is. Roger had alle moed om zijn schone te redden al opgegeven als de dwerg hem opdracht geeft om een aantal mannen te verzamelen en onmiddellijk terug te komen. Zo geschiedde. Almarech wachtte Roger op en loodste de gewapende mannen door de opening van een grot. Via eindeloze gangen en trappen, kwamen ze uit op de binnenplaats van het kasteel, Roger voorop. Op zijn teken stortten de mannen zich op de schildwachten en namen ze de verdedigers van Haute-Roche gevangen. Alleen de graaf die in zijnslaap was verrast en begreep dat zijn kasteel werd overvallen, greep zijn wapens en verschool zich boven in de slottoren. Roger trachtte hem ervan te overtuigen dat hij het grootste respect voor hem had. Maar het kon niet baten. Uit woede en wanhoop stortte de graaf zich in de diepte. Roger bevrijdde Ghislaine, de jongelui konden trouwen en leefden nog lang en gelukkig. Het kasteel van Dourbes werd met de grond gelijk gemaakt om Almarech en de dwergen te plezieren. Zij eisten dat het kasteel werd vernietigd in ruil voor hun bewezen diensten. Bovendien kregen de dwergen dat jaar grote karren graan in overvloed, alsof de verdwijning van de Heer van Haute-Roche en zijn kasteel een voorspoedige toekomst inluidde.
De legende is maar een van de vele legendes die hier verteld worden. Maar soms is het zo mooi om ze te horen dat ik ze wil delen. We zijn nu terug in het dorp en eindigen onze prachtige wandeling.
MARIEMBOURG
Langs de vallei van de Viroin loopt een oude spoorlijn, die na jaren in onbruik te zijn geweest terug in dienst werd genomen door de Chemin de Fer à Vapeur des 3 Vallées. Deze vereniging van spoorfanaten, organiseert op het traject Mariembourg - Treignes ritten met stoomlocs en railbussen. In het oude station van deelgemeente Treignes werd door de dezelfde vereniging een spoorwegmuseum uitgebouwd, en worden ook oude locs en rijtuigen gerestaureerd. We bezoeken even het station en wachten tot de stoomtrein binnenkomt. Het is altijd mooi om te zien een stoomtrein in werking. Zo hebben we een extraatje aan onze wandeldag.
43e MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE 12/08/2017
43e MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Een wandeling met onze wandelvrienden van Oupeye. De wandeling start aan het kasteel van Oupeye. We vertrekken met onze wandeling de velden in en ondanks het maar een zure dag is er al veel gewerkt aan de oogst. Vele velden zijn al leeg de strobalen liggen al gestapeld op de velden, zo komt stilaan de oogstmaanden aan. We wandelen verder en komen langs mooie grote boerderijen en dan zijn we in Heure le Romain. Uitgestrekte velden en weilanden en dan een einde langs de beek Grand Aaz tot we aan de molen komen. Moulin D’Amry een gewezen graanmolen waar later ook elektriciteit opgewekt werd, van de bovenslag watermolen is niet veel meer over dan het bakstenen gebouw en het waterrad al de rest is verdwenen. Verder met onze wandeling langs het monument voor de slachtoffers van de V I bommen van 1940-45. Dan weer door de weilanden en na een flinke klim langs een oude boerderij inde sluitsteen van de poort staat datum 1705. Wat verder staat een infobord en wat blijkt dit is een voormalige Cisterciënzer abdij. Abdij van Val Benoit één van de hoeve van de abdij. Weer wat verder komen aan de kerk aan de muur rond de kerk een gedenkplak voor 27 onschuldige inwoners die samen met de pastoor F. Janssen en de broer van de burgemeester werden op deze doodgeschoten door de Duitsers. Weer verder met onze wandeling en we komen aan onze controle rustplaats, dan weer verder komen aan een bosje “Les Hachettes” vertaald “de bijlen” waarom dit hier zo heet heb ik niet kunnen achterhalen. Dan komen we weer in openveld en daar is er een mooi spektakel een groep ooievaars zijn er aan het eten. Zeer mooi. Dan weer verder een eindje langs de Ravel en dan terug op ons vertrek in het centrum van Oupeye. Een mooie en aangename wandeling.
OOGSTTOCHT. / DE SCHOVERIK DIEPENBEEK. / BILZEN. 07/08/2017.
OOGSTTOCHT.
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
BILZEN.
Vandaag wandelen we met de Schoverik in Bilzen. Het eerste wat we tegenkomen gaat over SCHUYLENBORGH. Even opzoeken wat dit was.
Nog in het zicht van de dorpskerk, aan de grens van de gemeente, langsheen de Raafstraat, bevinden zich de typische resten van een vroege motburcht. In de Middeleeuwen lag daar het goed Schuylenborg. Een alleszins tekenende naam. Een duidelijke terp van 20 à 25 m diameter is nog omgeven door een gracht van een zevental meter breed, die door de Winterbeek gevoed werd. De omgeving is moerassig. Hier ook de bron van de Sint Gertrudisbron.
Vandaag is hier ook een natuurreservaat met deze naam:
Natuurgebieden Beverst-Bilzen: ‘Schuylenborgh’
Op 1 mei 2009 werd dit gebied boven de doopvont gehouden. Het kreeg de naam „Schuylenborgh‟. Kadastraal is dit gebied bekend als “In de Raeve”. Erg opvallend is echter de heuvel met daarrond een gracht met een breedte van een tiental meter. Orchis vzw is gaan grasduinen in de geschiedenis van Beverst. Daar vinden wij één naam die door de eeuwen heen heel wat naamswijzigingen doorstaan heeft. Wij zijn teruggegaan tot 1345. Toen sprak men al over de naam Johannes de Schuylenborg, een van de eigenaars. Schuylenborgh, zo zien wij op de Ferrariskaart van 1770, bestond uit een loofbos op een moerasachtig bodem. Nadien moet het dan omgevormd zijn tot zompige beemden. De Winterbeek is hier de structuurdrager van het landschap die dit gebied door de eeuwen gevormd heeft. Nabij deze beek is dan een kleine, landelijke motburcht opgericht. De gracht rondom de Motte werd gevoed door de Winterbeek. In 1716 heette het gebied Schuylenborgh. De motburcht speelde in de middeleeuwen een bijzondere en centrale rol bij de plaatselijke bevolking: het had een beschermende en verdedigende functie. Het terrein bestaat nu uit ruigten en natte weide met sterke ontwikkeling van moerasspirea en zeggenvegetatie. Daarenboven functioneert een gedeelte van het gebied als overstromingsgebied. Typische soorten, eigen aan zulke terreinen, zijn in ontwikkeling. Prachtige meidoornstruiken staan er verspreid. Sleutelbloemen, knolsteenbreek en dotterbloemen zijn aan uitbreiding begonnen. Met de avifauna zit het er ook al goed: buizerd, ijsvogel, grasmus, bosrietzanger en ransuil.
We wandelen hier een heel eind door de natuur en komen dan in het dorpje met zijn prachtige vakwerkhuizen verder met onze wandeling en gaan dan naar het domein van Kasteel Schoonbeek.
Historiek: Het gekende kasteel van Schoonbeek schijnt ons ook een voorbeeld van oude, maar verbouwde burchttoren te leveren. In 1333 behoorde het kasteel toe aan het graafschap Loon. De oudstgekende eigenaar van de sterkte, Willem van Schoonbeek, vinden we op 8 december 1361 vermeld. Herman Typots, drossaard van het Land van Grevenbroek en kastelein van het Prinsenhof in Kuringen, huwde met Margriet van Chiney, dochter van Dirk van Chiney, heer van Schoonbeek en Anna Vandenbosch van Gors-op-Leeuw. In 1573 was hun kleinzoon Hendrik Typots nog heer van het kasteel van Schoonbeek In de vorige eeuw woonde de familie de Renesse op het kasteel. Gouverneur Graaf Theodoor de Renesse stierf er in 1927. In dit meermaals hersteld kasteel blijkt een oud stuk te zitten, links van de ingang. Het is een vierkante toren, een donjon, waar de andere gebouwen tegen aan gebouwd werden. Vandaag is het eigendom van de familie “de Grunne”
We wandelen voorbij het kasteel en komen zo aan de spoorweg en dan een eindje verder komen we terug op onze startplaats.
MARCHE INTERNATIONALE. / MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE. / VISE. 06/08/2017
MARCHE INTERNATIONALE.
MARCHEURS DE LA BASSE-MEUSE VISE.
VISE.
Visé ligt aan weerszijden van de Maas, tussen Luik en Maastricht. De gemeente grenst voor een deel aan de Nederlandse gemeente Eijsden-Margraten, met de Maas als grensrivier ertussen. In het Belgische gedeelte van de St Pietersberg bevindt zich de Verloren Vallei. In de kalksteen van Wezet wordt het groene mineraal malachiet aangetroffen. Wij vertrekken met de wandeling aan de Maas en we wandelen een heel eindje langs het water. We kunnen genieten van de vele watervogels die langs en op het water zitten, toch mooi om te zien. We wandelen nu door de prachtige natuur en komen zo in Lixhe. Hier mooie oude huizen en dan wandelen we verder door steegjes en veldwegen omgeven door groen. Langs een van de vele bunkers die hier nog verspreid staan. Dan komen we in Lanaye. De volledig vernieuwde interactieve permanente tentoonstelling in het Maison de la Montagne Saint-Pierre in Lanaye geeft op boeiende wijze een inleiding in de rijke en unieke fauna en flora en het ontstaan van het gebied. We wandelen door het dorp en komen zo weer aan de Maas. Tegenover ligt Nederland. We wandelen langs de Maas en het kasteel van Eijsden zien we tussen de bomen liggen. We blijven een heel eind langs de Maas. We komen in Lixhe. Het dorpje ligt tussen Maas en Albertkanaal. In dit dorpje is er een wandeling die het religieus en historische geschiedenis van het dorpje. Wij komen een paar van deze prachtige gebouwen tegen. Eerst de prachtige oude hoeve met toren prachtig gerestaureerd, wat verder een prachtig kasteeltje. Abbyfield. Weer verder komen we aan de sluis van Visé en langs de jachthaven waar mooie boten liggen weer veder langs het water tot terug aan ons vertrek komen tegenover de kerk van Visé. Prachtige wandeling.
40E MARCHE D’APRES-MIDI. / LES GOE-LANDS. / GOE. 05/08/2017
40E MARCHE D’APRES-MIDI.
LES GOE-LANDS.
GOE.
Goe is een deelgemeente van het stadje Limbourg. Goe, aan de voet van de dam van de Gileppe en de poort van het Hertogenwald is één van de oudste en meest pittoreske dorpjes in de regio die zijn authenticiteit heeft weten te behouden. Talrijke wandelpaden kan de Pierresse de Bovegnée de Pirhettes en Béthane ontdekken. Wandelpaden langs landwegen staan ons ter beschikking voor het plezier van de ogen en de oren. Een prachtig uitzicht, huizen met karakter, historische en schitterende landschappen, ongelooflijk natuur voor ons te bewandelen. We genieten van de stilte in de natuur en van de vogelgezang en het loeien van de koeien. We wandelen door de velden en langs bossen en komen zo aan in Limbourg. Een stadje met een rijke geschiedenis. Dit dorp was ooit de hoofdstad van het oude Hertogdom Limbourg en voormalige versterkte plaats langs de Vesdre, tussen het Pays de Herve en het Ardense massief. Het mooie dorpje Limbourg heeft zijn bouwkundig erfgoed kunnen bewaren tot grote tevredenheid van zijn inwoners en bezoekers. Het bouwkundig geheel van het dorp werd opgenomen op de lijst van uitzonderlijke onroerend erfgoed van Wallonië. Bovendien vind je er tal van geklasseerde monumenten. We genieten van een ontspannende wandeling naar de Place Saint-Georges met zijn kinderkopjes. Kuieren door de steegjes en laten ons verleiden door de charmante huizen. Liefhebbers van geschiedenis en de middeleeuwen komen in Limbourg aan hun trekken met de Saint-Georgeskerk, de kastelen, de fontein en de stenen tafel. Geniet ook van schitterende uitzichten over de omgeving en meer bepaald over het Hertogenwald. We verlaten Limbourg en komen aan “Ferme de la Petite Halloux” 1774 een prachtige hoeve. We wandelen verder door de prachtige omgeving en komen langs de “Aqueduc de la Gilippe” een afvoerleiding van het water van de Dam van de Gileppe. Het is een bult in het landschap. Weer verder en blijven een heel eins door de prachtige natuur wandelen uitgestrekte weilanden. We gaan verder tot aan de controlepost hier even rust en dan weer verder blijven wandelen in deze prachtige omgeving tot we weer Goé in zicht krijgen. Het eerste wat we te zien krijgen is de gedraaide torenspits van de kerk.
Een gedraaide toren(spits), getordeerde of schroefvormige toren(spits) is een toren waarvan de spits in spiraalvorm gedraaid is. Deze is doorgaans gedekt met leien. Er zijn ongeveer honderd torens van dit type in Europa bekend. Er zijn twee verschillende verklaringen van de draaiing: Sommige zijn gebouwd als architectonische prestatie. Andere zijn door de tijd heen zo geworden. In België zijn er zo 10 kerken. Ze behoren allemaal tot de vereniging Association des Clochers Tors d'Europe.
We wandelen voorbij de kerk en komen zo terug op ons vertrek een eindigen een mooie namiddag wandeling.
Vandaag wandelen in Simpelveld en we nemen onze twee kapoenen mee. We willen een kleine tocht maken en daarna een ritje met de stoomtrein. Simpelveld, gelegen in het beekdal van de Eyserbeek. Een dal met steile hellingen en heuvelplateaus met weidse uitzichten. Een uniek stukje Nederland. We wandelen langs mooie huizen en vakwerkhuizen en een stukje langs de spoorweg, Jelle en Seppe genieten van de wandeling, vooral Seppe houd van het golvend landschap, hij heeft de hele weg gepraat en vragen gesteld. Zo komen we goed vooruit en zijn dan ook vlug terug in Simpelveld, als wij het station voorbij gaan vertrekt de eerste stoomtrein. Seppe is heel opgewonden en kijkt al uit om mee te gaan wij moeten nog eens tukje wandelen tot aan het vertrek. Dan rijden we naar het station. Zo’n 100 jaar geleden was grensstation Simpelveld het economisch centrum aan de spoorlijn van Aken naar Maastricht. Hier werden alle reizigers gevisiteerd (gecontroleerd) door douaniers. Reizigers die de controle wisten te ontwijken, verhandelden hun smokkelwaar in één van de acht(!) café’s tegenover het station. Vandaag de dag is het oude stationsgebouw uit 1908 nog steeds te bezichtigen en vormt zij het kloppend hart van de Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij. Op het emplacement vind je onder andere onze gezellige stationsrestauratie met terras, een filmzaaltje, ’t Winkeltje en een kleine museum. We kunnen nog met 3 treinen mee rijden de eerste is de dieseltrein naar Vetschau even over de grens met Nederland in Duitsland. De jongens zijn verwonderd en in Vetschau even wachten en dan terug naar Simpelveld. Hier hebben we enkele minuten de tijd om over te stappen op de stroomtrein. Deze brengt ons naar Kerkrade. Een mooie tocht door het heuvelland. De laatste rit is naar Schin op Geul en terug. We hebben in de 3 verschillende klassen gezeten en genoten van ons dagje Simpelveld met de kleinkinderen.
Een rondleiding door de Frankische Openluchtmuseum is als een reis door 700 jaar van de Frankische geschiedenis van het dagelijks leven: Ongeveer 100 gebouwen, boerderijen, huizen van ambachtslui, molens, schapen boerderijen, brouwerijen, kantoorgebouw, schoolgebouw en nobele kasteel, schuren, stallen, bakkerij en cottage nodigen u uit om de reis naar de verleden. Ze brengen hoe de plattelandsbevolking in Franken, woonde en werkte. Van dorp tot dorp wandelen we. De huizen zijn in zes gebieden die zijn gerangschikt per regio en thema. Zo krijg je het gevoel, van dorp naar dorp te dwalen als vroeger tijdens een rondleiding door het museum terrein. Bijzonder interessant: de groep Middeleeuwen en de groep stad in de oude binnenstad van Bad Windheim, het ziekenhuis kerk, de oude werf, de kruiden apotheek en het Museum in de Kerk van Franken. Behorend tot de huizen in het museum moestuinen, velden, heggen en weiden, hop en wijnbouwgebieden evenals talrijke waterlopen zijn gemodelleerd naar de oude Frankische cultuurlandschap. Gewassen zijn nu ook niet meer zo bekende regionale fruit, groenten en oude granen soorten. Oude huisdierrassen als Schwäbisch-Hall varkens en bekende vee de "Triesdorfer Tiger", ganzen van Frankische land en vele andere dieren op de boerderij. Oude werktuigen en oude tractoren en dorsmachines staan opgesteld prachtig om te zien en ook de tentoonstellingen die geregeld wisselen zijn de moeite vandaag een tentoonstelling over de pastorijen in Frankenland. Wij blijven een hele poos in het museum bezoeken het restaurant voor en heerlijke maaltijd met een museumbiertje. Na het museumbezoek gaan we ook nog even de stad binnen om het stadgedeelte van het museum te bezoeken en om nog even naar het kuuroord te wandelen. We hebben en fijne dag in Bad Windshied. Terug naar Unterbreitenau waar we onze laatse avondwandeling door het dorpje maken voordat we morgen vroeg terug naar huis keren. De negen dagen bij de familie Burger waren bijzonder een fijne familie waar je dadelijk thuis hoort en de streek met zijn vele mooi steden en dorpen. Prachtige landschapen en wondermooie wandelingen en top wandelingen. Een geslaagde vakantie aan de “Romantische Strasse”
Rothenburg (officieel Rothenburg ob der Tauber) de kernstad zelf is echter een kleine, goed behouden, middeleeuwse vestingstad. Het wereldberoemde Rothenburg spreekt zeer tot de verbeelding. Rothenburg ligt in de regio Franken in het bondsland Beieren in Duitsland. De stad is een van de parels langs de Romantische Strasse, de oudste vakantiestraat van Duitsland. Rothenburg bezit vele oude monumenten en is omringd door een stadsmuur waarover men een rondgang om de stad maken kan. Het middeleeuwse karakter is overal herkenbaar. De wortels van Rothenburg liggen in het huidige dorp Detwang. Deze parochie werd in 970 gesticht door een adellijke heer. Uiteindelijk werd ook de burcht Rothenburg gebouwd. De burcht werd waarschijnlijk bij een aardbeving in 1356 verwoest of ten minste beschadigd. Behalve Rothenburg ob der Tauber stichtte de graven van Comburg-Rothenburg zes andere steden met de naam Rothenburg. De laatste graaf van Rothenburg liet de burcht na aan het klooster Comburg. De Joodse gemeente van Rothenburg was een van de oudste van Duitsland. Rothenburg heeft een uitermate romantisch karakter door zijn goed bewaard gebleven middeleeuwse binnenstad. Wij kunnen urenlang door de smalle straatjes en stegen dwalen en steeds weer nieuwe tot de verbeelding sprekende geveltjes en andere voorbeelden van stedelijk schoon tegenkomen. De stad heeft dan ook een groot aantal musea, Het misdaadmuseum is het belangrijkste Duitse museum over de rechtsgeschiedenis van de afgelopen duizend jaar, met onder andere folterwerktuigen en executiemiddelen, maar ook wetteksten met betrekking tot de heksenvervolgingen. In het Reichsstadtmuseum is de historie van de stad Rothenburg te bewonderen. In de Wolfgangskirche is het Schäfertanzmuseum gevestigd. Verder is in Rothenburg het Duitse Weihnachtsmuseum te vinden. Het Handwerkerhaus toont het alledaagse leven van de handwerkslieden van Rothenburg. Rothenburg heeft verschillende belangrijke kerken die bezocht kunnen worden. De binnenste stadsmuur uit 1172 en de buitenste stadsmuur van 1360-1388 zijn zeker ook een bezoek waard, evenals de verschillende stadspoorten. Feitelijk is ieder huis in de oude stad een monument en vele van de openbare gebouwen zijn te bezoeken. Het aanbod is zo groot, dat het onmogelijk is om alles in één dag te bezoeken.
Röttingen is een kleine gemeente gelegen aan de Romantische Strasse, ligt in het bondsland Beieren direct aan de grens met het bondsland Baden-Württemberg. Het behoort tot de grensoverschrijdende Zuid-Duitse regio Franken. De economie van Röttingen drijft ook nu nog op de wijnbouw. In het Taberdal worden vele soorten druiven verbouwd. Een heel bijzondere is de zogenoemde Tauberschwarz, een eeuwenoud regionaal druivenras dat alleen hier verbouwd wordt. Tot de musea van Röttingen behoort – hoe kan het ook anders – een knus museum in de “Bacchuskelder” over de wijnbouw in Röttingen. Verder is er nog de museumswijngaard “Feuerstein” waar de wijnbouw zoals die tot de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd uitgeoefend, wordt getoond. In het stadhuis is een erfgoedmuseum gevestigd, waar allerlei zaken met betrekking tot de volkskunde en stadsgeschiedenis wordt tentoongesteld. Röttingen is goed geconserveerd en daardoor zijn er in de kleine stad nog vele monumenten te bewonderen. Door de gehele stad, maar zeker rond de markt staan vele vakwerkhuizen. Het stadhuis is opgetrokken in barokstijl en stamt uit 1750. De burcht Brattenstein die in 1230 voor het eerst vermeld wordt, werd waarschijnlijk in de twaalfde en dertiende eeuw gebouwd. Maar hij werd in de zeventiende eeuw en later ook nog in de negentiende eeuw ingrijpend verbouwd. In de Paracelsustuin van de burcht bevinden zich ongeveer 70 geneeskrachtige en keukenkruiden. De Sint Kiliankerk uit de dertiende eeuw heeft een laat-Romaanse basis die in latere eeuwen in andere stijlen is uitgebouwd. De toren die heeft toebehoord aan de Duitse orde met een vakwerkopbouw stamt uit de vijftiende eeuw. Ook de Sint Joriskapel bij het katholieke kerkhof stamt uit de vijftiende eeuw. Het Julius-Echterstift is een Renaissancegebouw uit 1614. Ten slotte is de stadsmuur die vrijwel volledig bewaard is gebleven, een bezienswaardigheid. Van de oorspronkelijk zestien wachttorens zijn er nog zeven over. Langs de zonnewijzersrondweg van twee km lengte staan sinds 1984 33 zonnewijzers tentoongesteld. Een stadje met veel te zien en beleven.
De stad Bad Mergentheim ligt in een verbreding van het dal van de rivier de Tauber in de regio Franken in het bondsland Baden-Württemberg. Bad Mergentheim ligt aan de Romantische Strasse, de oudste vakantiestraat van Duitsland. In Bad Mergentheim stroomt de Wachbach in de Tauber. De gemeente Bad Mergentheim bestaat uit de stad zelf en dertien dorpen die verspreid liggen in het Tauber- en het Wachbachdal. Bad Mergentheim had een relatief grote Joodse gemeente al sinds de middeleeuwen. Ze kregen toestemming van de Duitse Orde zich in de stad te vestigen, mede omdat dat economisch voordelig was. Aan het begin van de twintigste eeuw was 5% van de bevolking Joods, wat ver boven het Duitse gemiddelde van 1% lag. Ook aan Bad Mergentheim ging de Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 niet onopgemerkt voorbij. De ruiten van de synagoge en winkels van Joodse burgers werden vernield en Joodse mannen in “verzekerde bewaring” gesteld. In monument op het terrein van de protestantse kerk en een herdenkingsbord bij de Sint Bernhardschool herinneren aan deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Bad Mergentheim. Na de Tweede Wereldoorlog behoorde Bad Mergentheim tot de Amerikaanse zone. In 1973 werden de dertien dorpen die tot dan toe zelfstandige gemeenten waren geweest, in een grootschalige gemeentelijke herindeling bij Bad Mergentheim gevoegd. Markelsheim is een gerenommeerd wijndorp in het Tauberdal, terwijl de wijnbouw in Bad Mergentheim zelf sinds de Tweede Wereldoorlog is verdwenen door slecht beheer als gevolg van de oorlog en de druifluis. Op 13 oktober 1826 ontdekte de herder Franz Gehring de huidige Wilhelmsbron en in de jaren daarop werden er meerdere bronnen ontsloten. Hierdoor beschikt Bad Mergentheim tegenwoordig over die minerale bronnen met drinkwater en één voor heilzame baden. Sinds de brand van 1556/1557 in het stadhuis zijn er in Bad Mergentheim geen oorlogsverwoestingen geweest, zelfs niet in de Tweede Wereldoorlog. Hierdoor heeft Bad Mergentheim zijn middeleeuwse en barokke stadsbeeld behouden. De volgende gebouwen in Bad Mergentheim zijn een bezoek meer dan waard: In de eerste plaats het slot van de Duitse Orde met een kerk in barokstijl. De munsterkerk Johannes de Doper. Het karakteristieke stadhuis.
PW CREGLINGEN. / “UM DAS SCHONE HERRGOTTSTAL MIT HERRGOTTSKIRCHE” / WANDEFREUNDE CREGLINGEN 1979 e.V. 27/07/2017
PW CREGLINGEN.
“UM DAS SCHONE HERRGOTTSTAL MIT HERRGOTTSKIRCHE”
WANDEFREUNDE CREGLINGEN 1979 e.V.
DURCH CREGLINGEN IM TAUBERTAL AN DER “ROMANTISCHEN SRASSE”
Creglingen ligt in Baden-Württemberg aan de Romantische straat. Het dorpje heeft grote bekendheid in de streek omwille van de Herrgottskirche met zijn 4 altaren met daarbij het bekende Maria altaar van Tillmann Riemenschneider. Een prachtig altaar in hout uitgesneden. We wandelen vanuit het hotel Herrgottsstal naar het stadje al dadelijk krijgen de prachtige vakwerkhuizen te zien. Creglingen ligt aan de rivier de Tauber. De kernstad zelf ligt op de plek waar de Herrgottsbach in de Tauber stroomt. De geschiedenis van de stad Creglingen zelf gaat tot voor de Romeinse tijd terug. Bij Finsterlohr is een zogenoemd Keltisch oppidum gevonden, een stadachtige vesting uit de ijzertijd. Toch is Creglingen pas voor het eerst vermeld in een oorkonde uit het jaar 1045. In 1088 kwam Creglingen onder het bestuur van het klooster Comburg en in de dertiende eeuw onder de graven van Hohenlohe. In 1349 werden aan Creglingen stadsrechten verleend. Volgens een sage vond een boer bij het ploegen een ongerepte hostie op een helling van de Herrgottstalbach. Op die plek werd een kerk gesticht waarin de hostie werd vereerd. In dee kerk staat het beroemde Mariaaltaar van Tilman Riemenschneider uit 1505. Na het uitsterven van de familietak Hohenlohe-Brauneck in 1390, kreeg Creglingen een wisselvallige geschiedenis met steeds wisselende heren. In 1791 kwam Creglingen onder Pruisisch bestuur, vervolgens in 1806 onder Beiers bestuur en ten slotte in 1810 onder Württemberg. We wandelen verder en verlaten de stad om een aantal omliggende dorpjes aan te doen wat een prachtige natuur en wat een rustige dorpjes de tijd is hier blijven stilstaan zo rustig en overal prachtige oude huizen. We komen zo terug in Creglingen waar we de kerk met zijn prachtige houtsnijwerken bezoeken en tegenover het vingerhoedmuseum waar duizende vingerhoeden van over de hele wereld tentoongesteld worden, een bijzondere plek is de Molen waar een cafe in is we gaan hier even binnen om van een lekker stuk koek te genieten en van het mooie interieur. We wandelen dan verder terug de stad binnen langs de mooi oude huizen en langs de smalle straatjes. Fijn om hier rond te wandelen en te genieten van al het moois wat hier te zien is. Een geslaagde wandeling in en rond Creglingen.