MARCHE INTERN. DU PLATEAU DES FAGNES / COEUR ET MARCHE / ENGIS 08/12/2007.
MARCHE INTERN. DU PLATEAU DES FAGNES
COEUR ET MARCHE ENGIS
ENGIS
De verschillende dorpjes van de gemeente nodigen uit tot mooie tochten doorheen de uitgestrekte bossen op de Maashellingen en op het plateau van de Condroz. Ons vertrek in Engis geeft ons dadelijk mooie zichten op de helling van de Maas staat een prachtig kasteel. De bossen omringen het prachtige gebouw.
Wat verder komen we tussen de bossen en weilanden in dit prachtige Condroz landschap. We komen aan de boskapel, deze kapel uit 1849 staat in het groene landschap. Wat verder komen we in St Georges sur Meuse. Langs de oude Romeinse heirweg Amay-Tongeren ligt de tumulus van Yernaye. In de verte zien we de tumulus. Wat verder komen we in Awirs. We genieten van de mooie gebouwen die we tegen komen. Kastelen en grote hoeves komen we tegen. Het landschap rond Engis is zeker de moeite waard om te bewandelen. Alhoewel we hier veel industrie zien en aan het begin van de industriezone naar Luik.
Maar de dorpjes rond Engis zijn toch nog de moeite om te bezoeken. We wandelen door deze mooie streek met zijn grote kerken in lokale steen, want hier vinden we nog verschillende steengroeven die diepe wonden nalaten in het landschap. De stenen vinden we terug in huizen, kerken en boerderijen. Een fijne wandeling in Engis.
Prüm, stadje op een boogscheut van de Belgische grens, herbergt datgene, waarmee Jesus van Nazareth met beide voeten op de aarde stond: zijn sandalen. Met beide voeten op aarde staan, dat betekent een solide basis hebben. En zo zag het ook paus Zacharias in de 8ste eeuw. Hij erkende Pepijn de Korte, geboren 714 in Jupille (België), tot koning van de Franken. En als een symbool voor de koningswaarde een vaste basis voor het Frankische rijk - kreeg Pepijn de sandalen van Christus! Nergens is vermeld hoe de paus aan die sandalen gekomen was, maar ja... het was in ieder geval een relikwie als geen ander.
SANDALEN VAN JEZUS
Pepijn wou een eigen kerk, een schuilplaats voor zijn uitzonderlijk relikwie. Nu was er niet al te ver van het huidige Belgenlandje een klein klooster in de Eifel dat eigenlijk op het verdwijnen stond. Het was dertig jaren tevoren gesticht in een woudzone door een zekere Bertada, maar echt succes had het niet. Pepijns vrouw heette ook Bertada (zij was de moeder van de volgende Frankische koning en keizer Karel de Grote). Zij ontdekte het ten dode opgeschreven kloostertje in de Eifel. Pepijn kocht het kloostertje op, liet het herbouwen en riep Benedictijnen uit Parijs om het te bevolken.
Tja... met zulke Koninklijke begenadiging groeide het kloostertje uit tot een echte abdij. Weldra ontstond er een stad rond: Prüm. En in de abdij werden de sandalen van Christus opgeborgen Christus de verlosser, in het Latijn Salvator, vandaar de patroonsnaam Sint-Salvator. Prüm werd een echt bedevaartsoord wegens deze wel zeer uitzonderlijke relikwie. De stad was als het ware voorbestemd om groots te worden. Maar enkele eeuwen later kwam in Trier (niet zo ver van Prüm) iemand op het idee om ook een uitzonderlijk relikwie te herbergen. Als uit het duister kwam de tunica, de rok van Christus, in Trier terecht! En geef nu toe, een rok is toch nog altijd iets belangrijker dan sandalen... het lot van Prüm was beschoren: het verviel tot een provinciestadje en Trier werd een wereldstad.
Pepijn had het nog moeten meemaken. Het belangrijkste en mooiste gebouw is de abdij en de abdijkerk. Werd 721 gesticht door Bertrada de Oude, de schoonmoeder van Pepijn de Korte maar pas 752 door koning Pepijn en zijn echtgenote Bertha met de Grote Voeten (moeder van Karel de Grote) daadwerkelijk gesticht. De abdij had een uitgestrekt bezit, dat tot in Bretagne, de Taunus en de Nederlanden reikte. De abdij beschikte over een aantal voogdijen en kloosters in andere plaatsen, om het goederenbeheer te organiseren. Vandaag is het één van de belangrijkste toeristische gebouwen van de streek. Wij wandelen rond in Prum en bezoeken de abdijkerk.
Vandaag is het relikwie van de schandalen van Jezus te bezichtigen. De kerk is een juweeltje van religieuze kunst. Wij genieten nog van ons bezoek aan Prum. Dan keren we terug naar huis en zit onze korte vakantie erop.
In het mooiste deel van het dal van de Moezel, aan een meander tussen de wandelparadijzen Eifel en Hunsrück, ligt het oude en romantische wijnstadje Cochem. Reeds de Romeinen hebben lofliederen over ons landschap gezongen.
De prachtige Reichsburg beheerst het stadsbeeld door haar afmetingen en de ligging boven op een rotsplateau. Met de vele torentjes, kantelen en erkers lijkt zij op een sprookjesslot, een sprookjesslot dat na verwoesting in de late middeleeuwen weer in de oorspronkelijke staat werd opgebouwd. Boven de stad staat het in de 19de eeuw herstelde kasteel.
De burcht werd rond 1020 gebouwd, ze werd vernietigd door Lodewijk XIV in 1689. Een steile weg brengt je naar boven voor een adembenemend zicht over de Moezel. En net zo indrukwekkend is ook het uitzicht vanaf de burcht en de omliggende hellingen over het dal van de rivier de Moezel, met bossen, weiden, wijngaarden, stad en land. De stad Cochem zelf is een echte bezienswaardigheid.
Nauwe en kronkelige steegjes, liefdevol gerestaureerde vakwerkhuizen met de typisch leien daken, het historische marktplein, de stadspoorten, kerken en stadsmuren accentueren dit beeld. De belangrijkste plaats van deze wijnstad is de markt met zijn fontein en 18de eeuws stadhuis. Hier ligt ook de nieuwgebouwde St. Martinkerk. In deze kerk van 1950 zijn er nog een paar mooi bewaarde kunstschatten van de voormalige kerk. Bezienswaardig zijn de oude vestigingswerken. De Endert-toren met het wachthuis uit 1332. Het Bastion en de Balduinpoort aan de muur bij het kerkhof aan de Obergasse, de Burgfriedenhof met de markante borstwering, het in 1739 gebouwde stadhuis in barokstijl, het marktplein met de Martinsbron, oude gevelhuisjes en nauwe steile steegjes.
Vanaf het marktplein voeren oude en kronkelige stenen trappen naar de Klosterberg omhoog. Een prachtige stad met vele mogelijkheden en de wijnboeren die hun best doen om hun lekkere wijn aan de man te brengen, een glaasje proeven of een mooie fles als aandenken. Ook de rit met de Moselweinexpress De rondrit begint bij de oude moezelbrug op het Carl-Fritz Nicolay Plein. Een korte rit door het oude gedeelte van de stad, langs de Endertpoort, die in vroegere jaren diende als gevangenis. Over de nieuwe brug richting vrijetijdscentrum/zwembad. Vanaf deze kant kunt u genieten van een mooi uitzicht op het centrum van Cochem.
Langs de moezelpromenade van Cond, met een schitterend uitzicht op de reusachtige rijksburg van Cochem, het kapucijner klooster en de katholieke St. Martinskerk. Verder langs de wijnbergen en weer terug naar het vertrekpunt. Na de rondrit worden we uitgenodigd voor een glaasje moezelwijn in de wijnkelder van het wijngoed van der erven Goebel-Schleyer. Het gedecoreerde glas krijgen we mee als souvenir. Een prachtige dag in Cochem
Eerst bezoeken we SIMMERN. Een klein stadje in Hunsrück. Het ligt er wat verlaten bij weinig volk op de straat, wij wandelen even door de winkelstraat en komen aan het Neues Schloss.
NEUE SCHLOSS
MARKT
Gebouwd in 1708-1713 op de resten van de middeleeuwse burg. Deze werd gebouwd in 1459-1480 door Hertog Friedrich I als residentie van de Hertogen van Simmern. In 1802 schenkt Napoleon het slot aan de stad en haar bewoners. In 1689 werd Simmern getroffen door een grote brand waardoor geen gebouwen bewaard zijn gebleven van voor d ebrand, met uitzondering van de Schilderhannes Toren de stadsvestingen zijn verdwenen en de enige getuige van de stadmuren is deze toren. Hij diende als kruitmagazijn en gevangenis en zijn naam heeft hij hier aan overgehouden. De rover Johannes Bückler werd in Scheppenbacht gevangen genomen en in deze toren opgesloten. Schilderhannes is een gekende figuur in deze streek en er wordt ook alle jaar een Schilderhannes wandeling georganiseerd.
SCHILDERHANNESTURM
Wij hebben het stadje al eerder bezocht en zijn verwonderd door de verlaten indruk die je hier krijgt. Wij rijden naar een andere kleine Hunsruck stadje: KIRCHBERG. Het kleine stadje met zijn prachtige markt met vakwerkhuizen is ook de moeite om eens te bezoeken.
Het is zaterdag namiddag en de winkels sluiten deze middag nog even n rondwandelen in de winkelstraat voor voordat we gaan eten. Een prachtige dag hier in Hunsruck alleen het weer zit tegen, motregen en een beetje sneeuwval.
Wij nemen van de gelegenheid gebruik om een rondrit te maken door dit prachtige landschap met zijn kleine dorpjes en de vele boerderijen en vakwerkhuizen. Als we terug in Irmenach aankomen, stekken we de houtkachel aan en genieten van de prachtige avond en de gezellige warmte.
Dit stadje aan de Moezel ligt aan beide zijden van deze rivier. De ene kant is Bernkastel, de andere kant is Kues. En zoals alle steden hebben ze ook hier een kasteelruïne: Burg Landshut, een eindje van het centrum en een mooi doel voor een wandeling. Het werd gebouwd nog voor het jaar 1000, daarna herbouwd in 1260, vergroot in 1662 en afgebrand in 1693. Nu is er een horecazaak.
STATION BERNKASTEL
BURG LANDSHUT
Niet Burg Landshut is het hoogtepunt, maar wel het marktplein van Bernkastel met zijn wondermooie vakwerkhuizen, het 17de eeuws stadhuis en de St.-Michaelsbronnen. In de Karlstrasse vind je trouwens een zeer smal hoekhuis in vakwerk.
ST NIKOLAUS HOSPITAL
In Kues heeft men het St. Nikolaus Hospital. Het werd gesticht door Nicolaas Krebs en hij verzorgde er 33 arme mannen. Het getal 33 stond voor de leeftijd dat Jezus bereikt had bij zijn dood. Nu nog altijd is de limiet 33 zieken, allen mannen, meestal gepensioneerden.
MOEZEL
In 1465 stierf de stichter en werd er een kapel opgericht en klooster. In de kapel bevindt zich de grafsteen van Nicolaas Krebs, de stichter, en is zijn hart begraven. De rest ligt op een andere plaats. Vroeger was dit gebruikelijk bij voorname personen, want iedereen wilde aanspraak maken op zijn lichaam. Nu kan je de kapel en het klooster bezoeken. Daar werd trouwens ook het wijnmuseum voor de Moezel ondergebracht. Bernkastel-Kues is één van de grootste toeristenplaatsen langs de Moezel.
ST MICHAELSBRONNEN
STADSHUIS
De Regio is in de eerste plaats bekend om zijn fruitige en edelzoete Rieslingwijnen. Zij hebben de Duitse wijnen wereldwijd bekend gemaakt. De Wijn groeit op tot 60% stijgende hellingen en op mediterraan aandoende Moezeloevers.
Het milde microklimaat en de warmtehoudende leisteenbodem zorgen voor een perfecte plek voor deze Rieslingdruif, die hier dan ook in ideale omstandigheden kan groeien. En niet alleen Riesling wordt hier verbouwd, ook Elbling, Rivaner en Weiß- en Grauburgunder behoren tot het assortiment aan de Moezel. Niet te vergeten zijn ook de rode wijnen die aan de Moezel gemaakt worden met de druivensoorten Spätburgunder of Dornfelder.
Op weg in Bernkastel-Kues leidt direct naar een wereld vol met culturele romantiek. Fantastisch mooie vakwerkhuizen, smalle steegjes, gezellige wijnlokale nodigen uit tot een wandeling. In dit stedenbouwkundig kleinood beleven we naast de unieke schoonheid van een schilderachtig wijn-, bos- en rivierlandschap het klassieke voorbeeld van een bewaard gebleven oud-Duits stadje.
Het typisch Hunsrück-landschap: een golvende hoogvlakte, open velden waar boeren landbouw bedrijven (of moeten we zeggen: bedreven), afgewisseld door bossen, doorsneden door dalen van beken en kleine rivieren. De, veelal kleine, boerendorpen zijn nooit ver weg. Het ligt in het Westen van Duitsland, en wordt aan de westkant begrensd door de rivier de Moezel, aan de oostkant door de rivier de Rijn, en aan de zuidkant (deels) door de rivier de Nahe, De van oorsprong uit boeren bestaande bevolking had door de eeuwen heen een hard bestaan en leefde van het bewerken van de tamelijk arme grond.
IRMENACH
Alleen waterkracht van de vele beken kon de zware arbeid enigszins verlichten. Andere middelen van bestaan waren de bosbouw (houtwinning) en de edelsteenindustrie. Grote steden zul je hier tevergeefs zoeken. Vanuit de aan de randen, aan de rivieren, gelegen grotere steden zoals Koblenz en Trier trekken de mensen 's avonds, na gedane arbeid, weer terug naar de ca. 350 dorpen, waarvan vele met vakwerkhuizen en daken van leisteen. Grote en bekende bezienswaardigheden op de Hunsrück zul je tevergeefs zoeken.
BAUERNSTUBE
Behalve de rust en de natuur zijn het vooral de intimiteit en de relatief ongeschonden compleetheid van het landschap en het door de mens gevormde daarin welke indruk maken op de bezoeker, De bezienswaardigheden welke er zijn vormen getuigenissen van een verleden dat bestond uit (boeren-)arbeid, opkomende industrialisatie, het geloof, roofridders en in de tijd traag verlopende vestiging van de mens in dorpen en kleine steden. Voor meer spectaculaire dingen dien je de grote steden aan de randen (Koblenz, Trier, Mainz) op te zoeken of in ieder geval af te dalen naar de 'grens'- rivieren Rijn en Moezel. De meeste stadjes en dorpen op de Hunsrück hebben oude kerkjes, fraaie vakwerkhuizen en mooie daken met leistenen pannen. Kastelen, burchten en ruïnes als woonoord, als toevluchtsoord, of als roofriddernest, een relatief arme streek als de Hunsrück herbergt toch tientallen kastelen, burchten en (vooral) ruïnes. Sommige, nog in bewoonde staat verkerende, bouwwerken zijn privébezit en kunnen niet worden bezocht. De vele ruïnes, veelal op onherbergzame plaatsen bovenop een berg of midden in een bos gelegen, zijn een bezoek, alleen al door hun vaak spectaculaire ligging, meer dan waard.
IRMENACH
Irmenach een klein boerendorpje, gezellig gelegen op de heuvelrug van de Moezel. Landbouwdorpje met de typische boerderijen en huizen van Hunsruck. Tegenover ons vakantiehuis de Bauerstube staat de oude dorpsbakoven die prachtig gerestaureerd is. Als we aankomen, worden we ontvangen in en winterlandschap er ligt een paar centimeter sneeuw en het is prachtig. Even een wandeling door het dorpje een her kennismaking na zovele jaren, eigenlijk is er niet veel veranderd.
De Bauerstube is geen café meer nu is het een hotel/vakantieappartement. De ruimte van het café is nu vakantieappartement geworden, wij herkennen het amper, wat wel gebleven is de stenenkachel. De gezellige warmte vult de leefruimte en we genieten van de gezelligheid. Onze eerste dag is al gewoon prachtig gestart.
De huismus of gewoon mus is zeker de bekendste vogel van ons land. In vrijwel elke woonplaats leven en tjilpen mussen. Sinds mensenheugenis komen ze voor in de omgeving van mensen. Ze hebben onze huizen en tuinen geadopteerd als broedplaats en eten mee van ons voedsel en dat van onze huisdieren.
Als het goed met ze gaat blijven ze op dezelfde plaats en trekken ze niet weg. Wij zien ze zo vaak dat we er niet bij stilstaan hoe mooi ze in feite zijn. Ze hebben allerlei warme, licht- en donkerbruine kleuren en geen twee vogels zijn hetzelfde. Aan de kleine, witte veertjes kan je ieder individu herkennen, want die veertjes verschillen bij elk exemplaar. Voeding De huismus is een zaadeter, aangepast aan het eten van de grote zaden van gras- en cultuurgraansoorten.
Hij eet echter ook ongewervelde dieren en allerlei afval, zoals brood en vleesresten. Broedgedrag De huismus is een uiterst succesvolle soort die nestelt in een holte of in een boom. In de tropen produceert hij wel 7 legsels per jaar. Hier en daar is hij een plaag voor de landbouw, echter in sommige landen waaronder België lopen de aantallen de laatste jaren flink terug. Het nest, meestal onder de pannen of in een dakgoot, is een wat rommelige verzameling van stro, plantenstengels, stukjes stof en veertjes. Huismussen die in bomen wonen bouwen hun nesten heel anders. Bij hen zijn het stevige, koepelvormige bouwsels met een zij-ingang, op een veilige afstand boven de grond. Afhankelijk van het voedselaanbod worden kort na elkaar jaarlijks, van midden april tot begin augustus, 2 tot 4 legsels van 4 tot 6 eieren grootgebracht.
Zij variëren in kleur van wit tot grijsachtig wit met spikkels die dan weer variëren van roodbruin tot grijsbruin. Zowel papa als mama broeden om beurt gedurende een 14-tal dagen. De jongen verlaten het nest na ongeveer 15 tot 17 dagen. De pasgeborenen maken echter niet veel kans om te overleven. Slechts de helft wordt sterk genoeg om uit te vliegen en nog eens de helft daarvan leeft amper enkele maanden en valt dan ten prooi aan een rover.
De zon nodigt uit om een winterse wandeling te maken, wij kiezen voor een wandeling naar de Abdij van Colen. We wandelen door het witte landschap de mist van de afgelopen dagen heeft een dikke witte rijmlaag op alles achtergelaten en de zichten zijn gewoon prachtig, eigenlijk nog mooier dan gisteren.
De hel blauwe lucht en de rijm op alles is gewoon prachtig. Haspengouw is niet alleen prachtig in de lente, nu zeker ook. Ik wil mijn blogvrienden de mooie beelden niet onthouden. We wandelen langs de fietsroute de oude spoorweg ook wel de fruitlijn genoemd, langs het stationsplein en de stoomstroopfabriek, de geur van lekkere Loonse stroop hangt over het stationsplein, de stroopketels dampen als weleer, en de zeemzoete geur van stroop vult de omgeving.
STOOMSTROOPFABRIEK
Wij wandelen verder langs de fietsroute naar Colen, wat is het prachtig op de fietsroute prachtige beelden de zon die door de met rijm bedekte bomen schijnt. We komen aan de oude spoorbrug van Colen en hier verlaten we de fietsroute om even tot aan de abdij te gaan.
De rust en stilte die hier heersen zijn een weldaad in deze lawaaierige tijd. We genieten van het zicht op Kerniel over de prachtige Colenvallei. Wij keren terug naar het station van Borgloon.
ABDIJ COLEN
We lopen even de stroopfabriek binnen en keren terug naar huis. Een prachtige winterse wandeling in het Land van Loon. Gewoon prachtig.
LANDSCHAPSWANDELING / KASTELEN EN NATUUR / RULLINGEN 20/12/2007.
LANDSCHAPSWANDELING
KASTELEN EN NATUUR.
RULLINGEN.
Ergens halverwege tussen Kuttekoven en Berlingen, ligt het kasteeldomein Rullingen. Het heuvellandschap is vandaag wel bijzonder, mist met vriestemperaturen en lichte sneeuwval geeft dit prachtige landschap een bijzondere toets.
De boomgaarden in winterrust zijn prachtig bevroren. Een prachtig zicht. Zuid Limburg is rijkelijk bezaaid met kastelen. Het kasteel van Rullingen is misschien wel een van de mooiste. Het kasteel dateert van de 17de eeuw en ligt te midden van de boomgaarden en de onlangs aangelegde wijngaard. De hoogstamboomgaard op het domein tracht de traditie van de hoogstam levend te houden en een belangrijke bron van genetisch materiaal, hier worden de oude soorten bewaard.
KUTTEKOVEN
Zeldzame soorten pruimen en kersen zijn hier aangeplant. Het domeinbos/park is een bron van leven en je kunt er uren genieten van de vele vogels die er in verblijven.
BOOMKLEVER
De oude spoorweg tussen St Truiden Tongeren, deze verbinding werd aangelegd in 1879 en gaf toegang tot Zuid-Limburg en het Luikse industriegebied. Tot 1957 deed ze dienst als belangrijke route voor de fruitexport. In 1970 werden de sporen over heel de lijn afgebroken.
WINTERKONING
PIMPELMEES
ROODBORSTJE
Vandaag is dit traject een van de mooiste wandel en fietspad van Zuid Limburg. Wij genieten van het winterse landschap en genieten van de omgeving. Een fijne namiddag.
MARCHE DE LA SAINTE CATHERINE / LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE / HANNUT 14/11/2007.
MARCHE DE LA SAINTE CATHERINE .
LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE.
HANNUT.
Hannut maakte in de 9de eeuw deel uit van het graafschap Moha, onder de Hollanders kreeg Hannut de titel van stad maar na de Franse Revolutie verloor ze de titel terug. Ze moesten wachten tot 21 juni 1985 om hun titel van stad terug te krijgen.
Hannut werd verschillende keren verwoest tijdens gevechten en plundertochten en bezit dan ook maar weinig gebouwen die van zijn verleden kunnen getuigen. In het gefuseerde Hannut spelen de industrie en de handel en kleine ondernemingen een belangrijke rol. Maar de dorpjes die tot de gemeente behoren, hebben de kenmerken van de landelijke Haspengouwse architectuur bewaard.
Grote vierkantshoeven die rondom een grote centrale binnenplaats zijn gebouwd. Een imposante inrijpoort vormt de enige uitweg naar buiten. Deze verstrekte landbouwbedrijven hebben onmiskenbaar een grote esthetische en historische waarde. We wandelen in de drie volgende deelgemeenten Moxhe, Crehen en Villers-Le-Peuplier. Hier wandelen we in het landelijke Haspengouw. Langs prachtige landerijen en holle wegen met hier en daar toch een prachtige hoeve. Langs het rusthuis welke door een weldoener aan de gemeente geschonken is om de bejaarden op te vangen, nog steeds wonen er bejaarden in dit opmerkelijk gebouw.
We wandelen verder door de landelijke omgeving met hoeves en op elke hoek van de straat wel een kapel. Een van de mooiste staat onder de drie linden. Bescherm als monument en dorpsgezicht. Wat men hier ook nog ziet zijn de gecementeerde huizen, opgetrokken in baksteen en met een laag cement bestreken. Het is wel speciaal deze huizen met een prachtige trap en twee leeuwenbeelden die je verwelkomen.
We komen dan ook na een tijdje aan de kasteelhoeve met een vierkante toren en duiventil (1630). Zo komen we terug aan in Hannut. Een prachtige wandeling, wel zwaar bewolkt maar droog.
MARCHE DES BRUYERES / LES BRUYERES EN MARCHE DE JUPILLE / GRIVEGNEE 24/11/2007.
MARCHE DES BRUYERES
LES BRUYERES EN MARCHE DE JUPILLE.
GRIVEGNEE.
De randgemeenten van Luik dragen de sporen van de industriële ontwikkeling van het Maasbekken.
MAASVALLEI
In de 19de eeuw brachten de mijnen en de staalfabrieken een wijziging teweeg van de Maasoevers die tot dan toe voor de landbouw, en met name de wijnbouw, werden gebruikt. Gigantische staalcomplexen namen de streek in hun bezit en er doken nieuwe bergen op. De terrils het Luikse industrieel bekken kan niet als een traditionele toeristische trekpleister worden bestempeld. Toch is deze streek van groot historische belang.
RUINE JUPILLE
Wij vertrekken met de wandeling in Grivegnee. Van hieruit hebben we een zicht op de Maasvallei en de industrie. Maar ook de getuigen van het mijnverleden zien van aan de overkant liggen. We wandelen verder door het park van Jupille, waar de ruïne van het slot staat. We wandelen door het park met geregeld een stevige klim.
Wat verder wandelen we langs de beek die als zilveren lint door het bos slingert. Wat verder komen we in het dorpje met prachtige hoeven. Een overblijfsel van de landbouw van vorige eeuwen. Langs een zalig rustig wegentje door het gloeiend landschap wandelen we in deze prachtige omgeving. Een prachtige oude hoeve ligt boven op de heuvel.
Een prachtige omgeving alhoewel Luik maar een klein stukje af ligt. Door de jaren heen zie je wel het verschil in deze streek. Een tiental jaren geleden was de verloedering alom tegenwoordig maar nu doet de stad Luik inspanningen om het industrieel erfgoed te bewaren en de omgeving word ook steeds mooier. Veel inspanningen worden er geleverd om de buurten en dorpen aangenaam te maken. Van de oude vervuilde industriële streek word de streek van Luik terug een aangename plaats om te wonen en te bezoeken.
Met OKRA Borgloon gaan we een wandeling maken in St Truiden. Vertrek op het Speelhof dit was een buitenverblijf, het 'speelhuis' van de Trudoabdij.
De oververmoeide abt kon hier komen verpozen. De bouw ervan werd aangevat omstreeks 1562. Het goed bleef eigendom van de abdij tot aan de Franse bezetting. Het domein, in totaal 36 ha groot, werd in 1989 door de stad Sint-Truiden aangekocht. Vanaf de Speelhoflaan leidt een dreef van wilde kastanjebomen, beuken en eiken via een poortgebouw met duiventil naar een stemmige rechthoekige binnenplaats.
Daarrond liggen een kasteel uit de 18de eeuw; waarvan het middendeel verbouwd werd in het begin van de 19de eeuw, stallingen en een schuur uit de 18de eeuw. De laat-19de eeuwse oranjerie die tegen de voorgevel van het kasteel werd aangebouwd, draagt bij tot de stemmige sfeer. De eenvoud en de ligging in het groen zijn charmant. Je kunt wandelen op het domein.
We wandelen ook langs het begijnhof. Hier staat de gotische St.-Agnes begijnhofkerk deze is vermaard om haar 38 muurschilderingen van de 13de tot de 17de eeuw. Het Sint- Agnesbegijnhof werd in 1258 gesticht. De begijnhofhuisjes zijn gebouwd in Maaslandse stijl 17de en 18de eeuw. Naast de portierswoning ligt de begijnhofhoeve, een gesloten hoeve uit de 18de eeuw. Het torenhuisje uit 1619 is een van de opmerkelijkste gebouwen. In het begijnhof staat ook de Festraetsstudio met zijn astronomisch uurwerk. Het is een korte wandeling door dit prachtig stukje St Truiden.
Wie eenmaal door de Altstadt van Monschau gewandeld heeft, verstaat waarom men Monschau de Parel van de Eifel noemt. Hier heeft het stadsbeeld sedert de laatste 300 jaren amper veranderd.
Vakwerk en breuksteen, zijn de bouwmaterialen die hier gebruikt zijn. Een stad met historische verleden. Naast de vele grote opvallende bezienswaardigheden zijn in Monschau ook vele kleine dingen te zien aan de huisdeuren en gevels je moet alleen er maar op letten.
Een alles overheersen rol speelt de burcht van Monschau. De burcht onstond in de 13de eeuw en werd in de 14de eeuw uitgebouwd tot een van de machtigste burcht met ringmuren. Deze bijna oninneembare vesting van de machtige Jülicher Grafen werd in 1543 van Kaiser KarlV met zware geschut belegerd en uiteindelijk ingenomen. Waarna de stad geplunderd werd. De Fransen sloegen de burcht aan en verkochten hem. De eigenaren konden de grote oppervlakte en ringmuren niet onderhouden en in 1836/37 verlieten ze de burcht en hij verviel tot een bijna ruïne. Rond de eeuwwisseling werd de staat eigenaar van de burcht en er werden instandhoudingwerken uitgevoerd en werd hij gerestaureerd. Vandaag doet hij dienst als jeugdherberg en kan iedereen genieten van de prachtige site en vanop de burcht heb je een prachtig zicht op Monschau.
Binnen de Altstadt zijn er ook prachtige gebouwen zoals hetRote Haus werd in 1752 gebouwd door de lakenkoopman Heinrich Scheibler als woonhuis. Het is een van de mooiste gebouwen. Wij wandelen rond en genieten van de rust die hier is, binnen een paar dagen begint de kerstmarkt en dan is het wat drukker.
Wij bezoeken ook deMonschauer Glashütte de handwerkmarkt met vele standen. Hier kun je we enkele uren in rond wandelen en ook kijken hoe glas geblazen word, heel mooie stukken worden hier gemaakt.
Nog wat rond gewandeld in de stad en genoten van al de mooie vakwerkhuizen. Een prachtige dag in de Eifel en Monschau.
PADDESTOELENTOCHT / ST. SCOUTING ST. WILLIBRORD / KERKRADE 18/11/2007.
PADDESTOELENTOCHT
ST. SCOUTING ST. WILLIBRORD.
KERKRADE. NL.
Kerkrade een gemeente met een rijk verleden en vele monumenten, kastelen en parken en een mijn verleden, vandaag wandelen we richting Duitsland en wandelen het grootste gedeelte in het natuurgebied Wormdal. We wandelen richting station waar we langs het Industrion komen.
Op initiatief van de Provincie Limburg werd in 1996 gestart met de bouw van een van de drie provinciale musea, het museum voor Industrie en Samenleving, Industrion. De gestileerde schachtbok staat symbool voor het mijnbouwverleden in Limburg. De basis voor de museumcollectie bestaat uit de collectie van het voormalige Mijnmuseum te Kerkrade. Deze collectie werd later aangevuld met objecten die verzameld werden vanuit het nieuwe onderwerp van Industrion: de wisselwerking tussen industrie en samenleving in Limburg gedurende de laatste anderhalve eeuw. Een belangrijke deel van de verzameling zijn de stoommachines en motoren. Op het domein staan verschillende machines te bezichtigen.
INDUSTRION
MILJOENENLIJN
Het industrion gelegen aan het station van Kerkrade, waar ook de Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij haar stopplaats heeft. Sinds april 1995 verzorgt de Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij (Z.L.S.M.) een stoomtreinverbinding tussen Kerkrade en Schin op Geul, op het baanvak van het oude miljoenenlijntje. De treinen van de Z.L.S.M. rijden tot het station Kerkrade-Centrum. Een aantal malen per week rijdt de trein door naar Landgraaf en Heerlen.
Z.L.S.M.
We wandelen het Wormdal binnen een prachtig natuurgebied waar we aangenaam wandelen. Deze bossen en graslanden liggen langs de snelstromende beek de Worm. De beek was ooit beschoeid, omdat de oeverlanden werden gebruikt voor de landbouw. Toen deze beemden halverwege de twintigste eeuw in onbruik raakten, raakte de oeverbeschoeiing in verval. In de loop der tijd heeft het stroombed zich verbreed en zijn oude meanders, grindbanken, eilanden en ooibossen met schietwilg en zwarte els ontstaan. Aan de buitenbochten zijn steilranden afgesleten waar de ijsvogel broedt. Waar door erosie grote bomen omvallen, verandert de stroomrichting van de beek. In de beek groeien beekpunge en kleine watereppe. Er leven moerasvogels als waterral, bokje en watersnip en steltlopers als kleine plevier, witgatje en oeverloper.
We zien in het bos de restanten van de versterkingen van Hitlers Westwall, in WO I Siegfriedlinie genoemd, die als een zware verdedigingsgordel van zo'n 300.000 kleine bunkers, verschansingen en andere obstakels tussen Nijmegen en Saarbrücken ligt. Deze obstakels zijn met het natuurlijke obstakel van de negen meter brede en bijna twee meter diepe Worm met zijn steile oevers en de omliggende beboste hellingen ook gebruikt door de Duitsers om in het najaar van 1944 de opmars van de geallieerden te vertragen. Zo zien we in het bos nog regelmatig diepe kuilen, waarschijnlijk bomkraters stammend van het offensief dat de Amerikanen The battIe for the Siegfriedline noemen. Wij wandelen door het natuurgebied en genieten van al het moois dat we op onze wandeling tegen komen.
DE MEREL
De mannetjes merel is bijna zwart, snavel en oogring zijn orangje-geel. Het vrouwtje is donkerbruin.
MARCHE INT. DU PLATEAU / LES PIQUANTS / HERVE 17/11/2007.
MARCHE INT. DU PLATEAU.
LES PIQUANTS
HERVE.
Het Land van Herve is gekenmerkt door groene weiden afgezoomd met hagen. De hagen zijn stilaan uit het landschap aan het verdwijnen maar hadden de bedoeling dat het vee zich hierachter kon verschuilen tegen het gure weer. Je merkt ook dat er heel wat boomgaarden zijn. Meteen weet je waarom Hervekaas, mousserende cider, peren- en appelstroop de streekspecialiteiten zijn.
STREEKPRODUCTEN KAAS EN STROOP.
Om van dit alles te proeven moet je in het nieuwe 'Espace des Saveurs' zijn in Herve. Deze is gehuisvest in het voormalige station van Herve. Van hieruit kun je een mooie foto sturen naar al je e-mailadres. Het Land van Herve met de vele waterlopen die in zilveren draden langs de hellingen van de heuvels naar beneden slingeren en hun weg door de valleien banen, een vruchtbare regio met boomvegetatie, een ontelbaar aantal kastelen en typische hoeven, charmante dorpen die tegen de hellingen aanleunen of verborgen liggen in de valleien, dat is het land dat men in België algemeen het Plateau van Herve noemt.
SIX BATCHES
We wandelen door het stadje met zijn prachtige oude huizen en komen langs "Six Batches" is de Waalse benaming voor deze zes stenen bakken. Een van de talrijke legendes die naar deze plek verwijzen, verhaalt dat tijdens een steenkoolcrisis, pastoor Lys de werkloze mijnwerkers de rots naar Battice liet doorboren. Daarbij stuitten ze op drinkwaterbronnen. Deze bron werd in zes kleinere bronnen verdeeld. Een legende vertelt ons iets over de bijzondere eigenschappen van deze bakken: "Lu batch à djvas" diende als drinkplaats voor paarden, in "Lu batch à pourcès" werden de varkens gewassen nadat de varkensharen werden afgebrand, "Lu grand batch" werd gebruikt door de wasvrouwen, "Lu p'tit batch" door de bereiders van fijne vleeswaren die hierin de ingewanden reinigden, "Lu reû batch" was voorbehouden voor huishoudelijke taken, "Lu batch Lecomte" dankt zijn naam aan een hele oude familie uit Herve die enkel van dit naar verluidt beste water dronk. Een andere legende verhaalt dat tijdens de kerstnacht wijn in plaats van water uit de "Lu batch Lecomte" opborrelde en dat tot twee maal toe stoutmoedige inwoners van Herve zich hiervan wilden vergewissen, maar dat dit hen het leven kostte. Wee die de juistheid van dit verhaal durfde nagaan!
Het Land van Herve is een streek met vele van deze verhalen en is daarom zo een aangename streek om in te wandelen. Als je maar tijd maakt om een praatje met de inwoners te maken en naar hun verhalen te luisteren. Al even prachtig zijn de hoofdgebouwen van de ontelbare hoeves die over het plateau verspreid liggen. In alle structuren treffen we natuursteen aan, die wijst op de rijkdom uit het verleden. In de 17de eeuw domineert de Maas-Renaissance met dikke muren en kleine vensters met dwarsbalken in steen. In de 18de eeuw doen Franse stijlen, waaronder Lodewijk XIV en Lodewijk VX, resoluut hun intrede. Dit is ook de periode van de opkomst van de dorpen die hun huizen met houten vakwerk de rug toekeren en opteren voor schitterende gevels in baksteen en natuursteen. Deze prachtige gebouwen komen we veelvuldig tegen op onze wandeling.
Om terug naar Herve te wandelen nemen we de Transhervienne de voormalige spoorlijn 38. De in 1870 gebouwde verbinding doorkruist het volledige plateau. Lijn 38 strekt zich over 40 km uit van Bleyberg naar Chênée. Ooit werd ze gebouwd als gemakkelijkere toegangsweg naar de steengroeven, landbouwbedrijven en industrieën. In 1986 werd echter het goederenverkeer stilgelegd en de verbinding afgebouwd. Sindsdien hebben wandelaars, fietsers en ruiters zich lijn 38 toegeëigend. Weg van alle verkeerslawaai is hier een prachtige wandelweg ontstaan, die dwars door de mooie natuur van het land van Herve loopt. We komen langs het oude station en zo terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling door het plateau van Herve met vele mooie zichten.