LANDSCHAPSWANDELING / KASTELEN EN NATUUR / RULLINGEN 20/12/2007.
LANDSCHAPSWANDELING
KASTELEN EN NATUUR.
RULLINGEN.
Ergens halverwege tussen Kuttekoven en Berlingen, ligt het kasteeldomein Rullingen. Het heuvellandschap is vandaag wel bijzonder, mist met vriestemperaturen en lichte sneeuwval geeft dit prachtige landschap een bijzondere toets.
De boomgaarden in winterrust zijn prachtig bevroren. Een prachtig zicht. Zuid Limburg is rijkelijk bezaaid met kastelen. Het kasteel van Rullingen is misschien wel een van de mooiste. Het kasteel dateert van de 17de eeuw en ligt te midden van de boomgaarden en de onlangs aangelegde wijngaard. De hoogstamboomgaard op het domein tracht de traditie van de hoogstam levend te houden en een belangrijke bron van genetisch materiaal, hier worden de oude soorten bewaard.
KUTTEKOVEN
Zeldzame soorten pruimen en kersen zijn hier aangeplant. Het domeinbos/park is een bron van leven en je kunt er uren genieten van de vele vogels die er in verblijven.
BOOMKLEVER
De oude spoorweg tussen St Truiden Tongeren, deze verbinding werd aangelegd in 1879 en gaf toegang tot Zuid-Limburg en het Luikse industriegebied. Tot 1957 deed ze dienst als belangrijke route voor de fruitexport. In 1970 werden de sporen over heel de lijn afgebroken.
WINTERKONING
PIMPELMEES
ROODBORSTJE
Vandaag is dit traject een van de mooiste wandel en fietspad van Zuid Limburg. Wij genieten van het winterse landschap en genieten van de omgeving. Een fijne namiddag.
MARCHE DE LA SAINTE CATHERINE / LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE / HANNUT 14/11/2007.
MARCHE DE LA SAINTE CATHERINE .
LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE.
HANNUT.
Hannut maakte in de 9de eeuw deel uit van het graafschap Moha, onder de Hollanders kreeg Hannut de titel van stad maar na de Franse Revolutie verloor ze de titel terug. Ze moesten wachten tot 21 juni 1985 om hun titel van stad terug te krijgen.
Hannut werd verschillende keren verwoest tijdens gevechten en plundertochten en bezit dan ook maar weinig gebouwen die van zijn verleden kunnen getuigen. In het gefuseerde Hannut spelen de industrie en de handel en kleine ondernemingen een belangrijke rol. Maar de dorpjes die tot de gemeente behoren, hebben de kenmerken van de landelijke Haspengouwse architectuur bewaard.
Grote vierkantshoeven die rondom een grote centrale binnenplaats zijn gebouwd. Een imposante inrijpoort vormt de enige uitweg naar buiten. Deze verstrekte landbouwbedrijven hebben onmiskenbaar een grote esthetische en historische waarde. We wandelen in de drie volgende deelgemeenten Moxhe, Crehen en Villers-Le-Peuplier. Hier wandelen we in het landelijke Haspengouw. Langs prachtige landerijen en holle wegen met hier en daar toch een prachtige hoeve. Langs het rusthuis welke door een weldoener aan de gemeente geschonken is om de bejaarden op te vangen, nog steeds wonen er bejaarden in dit opmerkelijk gebouw.
We wandelen verder door de landelijke omgeving met hoeves en op elke hoek van de straat wel een kapel. Een van de mooiste staat onder de drie linden. Bescherm als monument en dorpsgezicht. Wat men hier ook nog ziet zijn de gecementeerde huizen, opgetrokken in baksteen en met een laag cement bestreken. Het is wel speciaal deze huizen met een prachtige trap en twee leeuwenbeelden die je verwelkomen.
We komen dan ook na een tijdje aan de kasteelhoeve met een vierkante toren en duiventil (1630). Zo komen we terug aan in Hannut. Een prachtige wandeling, wel zwaar bewolkt maar droog.
MARCHE DES BRUYERES / LES BRUYERES EN MARCHE DE JUPILLE / GRIVEGNEE 24/11/2007.
MARCHE DES BRUYERES
LES BRUYERES EN MARCHE DE JUPILLE.
GRIVEGNEE.
De randgemeenten van Luik dragen de sporen van de industriële ontwikkeling van het Maasbekken.
MAASVALLEI
In de 19de eeuw brachten de mijnen en de staalfabrieken een wijziging teweeg van de Maasoevers die tot dan toe voor de landbouw, en met name de wijnbouw, werden gebruikt. Gigantische staalcomplexen namen de streek in hun bezit en er doken nieuwe bergen op. De terrils het Luikse industrieel bekken kan niet als een traditionele toeristische trekpleister worden bestempeld. Toch is deze streek van groot historische belang.
RUINE JUPILLE
Wij vertrekken met de wandeling in Grivegnee. Van hieruit hebben we een zicht op de Maasvallei en de industrie. Maar ook de getuigen van het mijnverleden zien van aan de overkant liggen. We wandelen verder door het park van Jupille, waar de ruïne van het slot staat. We wandelen door het park met geregeld een stevige klim.
Wat verder wandelen we langs de beek die als zilveren lint door het bos slingert. Wat verder komen we in het dorpje met prachtige hoeven. Een overblijfsel van de landbouw van vorige eeuwen. Langs een zalig rustig wegentje door het gloeiend landschap wandelen we in deze prachtige omgeving. Een prachtige oude hoeve ligt boven op de heuvel.
Een prachtige omgeving alhoewel Luik maar een klein stukje af ligt. Door de jaren heen zie je wel het verschil in deze streek. Een tiental jaren geleden was de verloedering alom tegenwoordig maar nu doet de stad Luik inspanningen om het industrieel erfgoed te bewaren en de omgeving word ook steeds mooier. Veel inspanningen worden er geleverd om de buurten en dorpen aangenaam te maken. Van de oude vervuilde industriële streek word de streek van Luik terug een aangename plaats om te wonen en te bezoeken.
Met OKRA Borgloon gaan we een wandeling maken in St Truiden. Vertrek op het Speelhof dit was een buitenverblijf, het 'speelhuis' van de Trudoabdij.
De oververmoeide abt kon hier komen verpozen. De bouw ervan werd aangevat omstreeks 1562. Het goed bleef eigendom van de abdij tot aan de Franse bezetting. Het domein, in totaal 36 ha groot, werd in 1989 door de stad Sint-Truiden aangekocht. Vanaf de Speelhoflaan leidt een dreef van wilde kastanjebomen, beuken en eiken via een poortgebouw met duiventil naar een stemmige rechthoekige binnenplaats.
Daarrond liggen een kasteel uit de 18de eeuw; waarvan het middendeel verbouwd werd in het begin van de 19de eeuw, stallingen en een schuur uit de 18de eeuw. De laat-19de eeuwse oranjerie die tegen de voorgevel van het kasteel werd aangebouwd, draagt bij tot de stemmige sfeer. De eenvoud en de ligging in het groen zijn charmant. Je kunt wandelen op het domein.
We wandelen ook langs het begijnhof. Hier staat de gotische St.-Agnes begijnhofkerk deze is vermaard om haar 38 muurschilderingen van de 13de tot de 17de eeuw. Het Sint- Agnesbegijnhof werd in 1258 gesticht. De begijnhofhuisjes zijn gebouwd in Maaslandse stijl 17de en 18de eeuw. Naast de portierswoning ligt de begijnhofhoeve, een gesloten hoeve uit de 18de eeuw. Het torenhuisje uit 1619 is een van de opmerkelijkste gebouwen. In het begijnhof staat ook de Festraetsstudio met zijn astronomisch uurwerk. Het is een korte wandeling door dit prachtig stukje St Truiden.
Wie eenmaal door de Altstadt van Monschau gewandeld heeft, verstaat waarom men Monschau de Parel van de Eifel noemt. Hier heeft het stadsbeeld sedert de laatste 300 jaren amper veranderd.
Vakwerk en breuksteen, zijn de bouwmaterialen die hier gebruikt zijn. Een stad met historische verleden. Naast de vele grote opvallende bezienswaardigheden zijn in Monschau ook vele kleine dingen te zien aan de huisdeuren en gevels je moet alleen er maar op letten.
Een alles overheersen rol speelt de burcht van Monschau. De burcht onstond in de 13de eeuw en werd in de 14de eeuw uitgebouwd tot een van de machtigste burcht met ringmuren. Deze bijna oninneembare vesting van de machtige Jülicher Grafen werd in 1543 van Kaiser KarlV met zware geschut belegerd en uiteindelijk ingenomen. Waarna de stad geplunderd werd. De Fransen sloegen de burcht aan en verkochten hem. De eigenaren konden de grote oppervlakte en ringmuren niet onderhouden en in 1836/37 verlieten ze de burcht en hij verviel tot een bijna ruïne. Rond de eeuwwisseling werd de staat eigenaar van de burcht en er werden instandhoudingwerken uitgevoerd en werd hij gerestaureerd. Vandaag doet hij dienst als jeugdherberg en kan iedereen genieten van de prachtige site en vanop de burcht heb je een prachtig zicht op Monschau.
Binnen de Altstadt zijn er ook prachtige gebouwen zoals hetRote Haus werd in 1752 gebouwd door de lakenkoopman Heinrich Scheibler als woonhuis. Het is een van de mooiste gebouwen. Wij wandelen rond en genieten van de rust die hier is, binnen een paar dagen begint de kerstmarkt en dan is het wat drukker.
Wij bezoeken ook deMonschauer Glashütte de handwerkmarkt met vele standen. Hier kun je we enkele uren in rond wandelen en ook kijken hoe glas geblazen word, heel mooie stukken worden hier gemaakt.
Nog wat rond gewandeld in de stad en genoten van al de mooie vakwerkhuizen. Een prachtige dag in de Eifel en Monschau.
PADDESTOELENTOCHT / ST. SCOUTING ST. WILLIBRORD / KERKRADE 18/11/2007.
PADDESTOELENTOCHT
ST. SCOUTING ST. WILLIBRORD.
KERKRADE. NL.
Kerkrade een gemeente met een rijk verleden en vele monumenten, kastelen en parken en een mijn verleden, vandaag wandelen we richting Duitsland en wandelen het grootste gedeelte in het natuurgebied Wormdal. We wandelen richting station waar we langs het Industrion komen.
Op initiatief van de Provincie Limburg werd in 1996 gestart met de bouw van een van de drie provinciale musea, het museum voor Industrie en Samenleving, Industrion. De gestileerde schachtbok staat symbool voor het mijnbouwverleden in Limburg. De basis voor de museumcollectie bestaat uit de collectie van het voormalige Mijnmuseum te Kerkrade. Deze collectie werd later aangevuld met objecten die verzameld werden vanuit het nieuwe onderwerp van Industrion: de wisselwerking tussen industrie en samenleving in Limburg gedurende de laatste anderhalve eeuw. Een belangrijke deel van de verzameling zijn de stoommachines en motoren. Op het domein staan verschillende machines te bezichtigen.
INDUSTRION
MILJOENENLIJN
Het industrion gelegen aan het station van Kerkrade, waar ook de Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij haar stopplaats heeft. Sinds april 1995 verzorgt de Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij (Z.L.S.M.) een stoomtreinverbinding tussen Kerkrade en Schin op Geul, op het baanvak van het oude miljoenenlijntje. De treinen van de Z.L.S.M. rijden tot het station Kerkrade-Centrum. Een aantal malen per week rijdt de trein door naar Landgraaf en Heerlen.
Z.L.S.M.
We wandelen het Wormdal binnen een prachtig natuurgebied waar we aangenaam wandelen. Deze bossen en graslanden liggen langs de snelstromende beek de Worm. De beek was ooit beschoeid, omdat de oeverlanden werden gebruikt voor de landbouw. Toen deze beemden halverwege de twintigste eeuw in onbruik raakten, raakte de oeverbeschoeiing in verval. In de loop der tijd heeft het stroombed zich verbreed en zijn oude meanders, grindbanken, eilanden en ooibossen met schietwilg en zwarte els ontstaan. Aan de buitenbochten zijn steilranden afgesleten waar de ijsvogel broedt. Waar door erosie grote bomen omvallen, verandert de stroomrichting van de beek. In de beek groeien beekpunge en kleine watereppe. Er leven moerasvogels als waterral, bokje en watersnip en steltlopers als kleine plevier, witgatje en oeverloper.
We zien in het bos de restanten van de versterkingen van Hitlers Westwall, in WO I Siegfriedlinie genoemd, die als een zware verdedigingsgordel van zo'n 300.000 kleine bunkers, verschansingen en andere obstakels tussen Nijmegen en Saarbrücken ligt. Deze obstakels zijn met het natuurlijke obstakel van de negen meter brede en bijna twee meter diepe Worm met zijn steile oevers en de omliggende beboste hellingen ook gebruikt door de Duitsers om in het najaar van 1944 de opmars van de geallieerden te vertragen. Zo zien we in het bos nog regelmatig diepe kuilen, waarschijnlijk bomkraters stammend van het offensief dat de Amerikanen The battIe for the Siegfriedline noemen. Wij wandelen door het natuurgebied en genieten van al het moois dat we op onze wandeling tegen komen.
DE MEREL
De mannetjes merel is bijna zwart, snavel en oogring zijn orangje-geel. Het vrouwtje is donkerbruin.
MARCHE INT. DU PLATEAU / LES PIQUANTS / HERVE 17/11/2007.
MARCHE INT. DU PLATEAU.
LES PIQUANTS
HERVE.
Het Land van Herve is gekenmerkt door groene weiden afgezoomd met hagen. De hagen zijn stilaan uit het landschap aan het verdwijnen maar hadden de bedoeling dat het vee zich hierachter kon verschuilen tegen het gure weer. Je merkt ook dat er heel wat boomgaarden zijn. Meteen weet je waarom Hervekaas, mousserende cider, peren- en appelstroop de streekspecialiteiten zijn.
STREEKPRODUCTEN KAAS EN STROOP.
Om van dit alles te proeven moet je in het nieuwe 'Espace des Saveurs' zijn in Herve. Deze is gehuisvest in het voormalige station van Herve. Van hieruit kun je een mooie foto sturen naar al je e-mailadres. Het Land van Herve met de vele waterlopen die in zilveren draden langs de hellingen van de heuvels naar beneden slingeren en hun weg door de valleien banen, een vruchtbare regio met boomvegetatie, een ontelbaar aantal kastelen en typische hoeven, charmante dorpen die tegen de hellingen aanleunen of verborgen liggen in de valleien, dat is het land dat men in België algemeen het Plateau van Herve noemt.
SIX BATCHES
We wandelen door het stadje met zijn prachtige oude huizen en komen langs "Six Batches" is de Waalse benaming voor deze zes stenen bakken. Een van de talrijke legendes die naar deze plek verwijzen, verhaalt dat tijdens een steenkoolcrisis, pastoor Lys de werkloze mijnwerkers de rots naar Battice liet doorboren. Daarbij stuitten ze op drinkwaterbronnen. Deze bron werd in zes kleinere bronnen verdeeld. Een legende vertelt ons iets over de bijzondere eigenschappen van deze bakken: "Lu batch à djvas" diende als drinkplaats voor paarden, in "Lu batch à pourcès" werden de varkens gewassen nadat de varkensharen werden afgebrand, "Lu grand batch" werd gebruikt door de wasvrouwen, "Lu p'tit batch" door de bereiders van fijne vleeswaren die hierin de ingewanden reinigden, "Lu reû batch" was voorbehouden voor huishoudelijke taken, "Lu batch Lecomte" dankt zijn naam aan een hele oude familie uit Herve die enkel van dit naar verluidt beste water dronk. Een andere legende verhaalt dat tijdens de kerstnacht wijn in plaats van water uit de "Lu batch Lecomte" opborrelde en dat tot twee maal toe stoutmoedige inwoners van Herve zich hiervan wilden vergewissen, maar dat dit hen het leven kostte. Wee die de juistheid van dit verhaal durfde nagaan!
Het Land van Herve is een streek met vele van deze verhalen en is daarom zo een aangename streek om in te wandelen. Als je maar tijd maakt om een praatje met de inwoners te maken en naar hun verhalen te luisteren. Al even prachtig zijn de hoofdgebouwen van de ontelbare hoeves die over het plateau verspreid liggen. In alle structuren treffen we natuursteen aan, die wijst op de rijkdom uit het verleden. In de 17de eeuw domineert de Maas-Renaissance met dikke muren en kleine vensters met dwarsbalken in steen. In de 18de eeuw doen Franse stijlen, waaronder Lodewijk XIV en Lodewijk VX, resoluut hun intrede. Dit is ook de periode van de opkomst van de dorpen die hun huizen met houten vakwerk de rug toekeren en opteren voor schitterende gevels in baksteen en natuursteen. Deze prachtige gebouwen komen we veelvuldig tegen op onze wandeling.
Om terug naar Herve te wandelen nemen we de Transhervienne de voormalige spoorlijn 38. De in 1870 gebouwde verbinding doorkruist het volledige plateau. Lijn 38 strekt zich over 40 km uit van Bleyberg naar Chênée. Ooit werd ze gebouwd als gemakkelijkere toegangsweg naar de steengroeven, landbouwbedrijven en industrieën. In 1986 werd echter het goederenverkeer stilgelegd en de verbinding afgebouwd. Sindsdien hebben wandelaars, fietsers en ruiters zich lijn 38 toegeëigend. Weg van alle verkeerslawaai is hier een prachtige wandelweg ontstaan, die dwars door de mooie natuur van het land van Herve loopt. We komen langs het oude station en zo terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling door het plateau van Herve met vele mooie zichten.
HASPENGOUWS GLORIE / VLAANDEREN WANDELT / WANDELCLUB DE BRUG / ST TRUIDEN 10/11/2007.
HASPENGOUWS GLORIE
VLAANDEREN WANDELT
WANDELCLUB DE BRUG.
ST TRUIDEN.
We vertrekken met de wandeling in Ziekeren, het centrum voor zorg en geestelijke gezondheid van de Broeders van Liefde. We wandelen naar Halmaal.
Volop in Haspengouw wat we dadelijk merken met zijn uitgestrekte velden en weilanden. De wind heeft de laatste bladeren van de bomen gewaaid. Het is somber buiten met regen en donkere wolken.
STADSHUIS
ABDIJTOREN
We wandelen rond en komen zo in de stad zelf met zijn prachtige Stadhuis en Markt en de abdijsite. In 1975 werden de abdijtoren en de achter liggende kerk door brand verwoest. Nu is het mogelijk om de toren te beklimmen, 196 trappen later heb je een prachtig zich over St Truiden, ook de ondergrondse crypte zijn te bezoeken. Langs de abdijtoren liggen de bedrijfsgebouwen van de abdij. Hier bevinden zich twee museums.
HOEVEMUSEUM
Het Stedelijk museum met hoevemuseum met oude werktuigen. Vandaag loop de streekproductenmarkt en het verhaal van de fruitteelt. We wandelen rond en ontdekken de Haspengouwse streekproducten. De brouwerij van Kerkom, wijn van de Cohlenberg (Kerniel) Edel Williabamps van de plantage waar de peren en de fles van de boom worden geplukt (Zepperen) wijn van het Domein Schorpion uit Vliermaal, Chokier bier uit Gingelom, stroop uit Borgloon zijn enkele van de vele streekproducten die hier te bezien zijn.
We wandelen even rond in het museum. Een ander interessant museum is het Historisch center Luchtmachtbasis Brustem in de kelder van de Abtsvleugel van de Abdij. Gedurende 30 jaar hebben de adjudanten Maes en Schrijnemakers documenten en foto en voorwerpen verzameld over de Vliegbasis Brustem.
VLIEGBASIS MUSEUM
Een interessante tentoonstelling met uniformen, documenten en veel fotos. We worden hartelijk ontvangen door de vrijwilligers die het museum draaiend houden.
Uitleg en documentatie zijn er in overvloed en we mogen ook even achter de schermen kijken naar de voorraad fotos duizenden bewaard en ze worden regelmatig verwisseld zodanig dat je geregeld kunt komen kijken en toch telkens iets ander te zien krijgen. Een fijne namiddag in Haspengouw.
Enkele dagen geleden zien we een groepje reigers op een omgeploegd veld zitten, tussen de blauwe reigers zit éne zilverreiger. Wel prachtig om gade te slaan.
DE ZILVERREIGER.
Kenmerken
Het verenkleed is geheel wit van kleur
De snavel is geel met in de zomer een zwarte punt
In het zomerkleed bevinden zich lange sierveren op de vleugels
De poten zijn lang en geheel zwart
De hals is lang en dun
De grote zilverreiger is een slanke, witte reiger, met een uitzonderlijk lange en dunne hals. De snavel is geel van kleur en in de zomer voorzien van een zwarte punt. Het voedsel van de grote zilverreiger bestaat uit vissen en reptielen waarop gejaagd door langzaam door het water te lopen. De vogel jaagt soms ook op het land, waarbij met dezelfde trage passen gejaagd wordt op prooien zoals muizen en andere kleine zoogdieren. De grote zilverreiger komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa, maar de soort heeft zich de laatste decennia steeds verder naar het noorden en het westen verplaatst.
BLAUWE REIGER
Kenmerken
De bovenzijde is grijs van kleur
De onderzijde is wit
De snavel is stevig, lang en recht
De hals is lang en wordt in de vlucht ingetrokken
Op de hals bevinden zich enkele zwarte lengtestrepen
Op de kop bevindt zich een brede, zwarte wenkbrauwstreep
Op het achterhoofd bevinden zich enkele zwarte sierveren
De blauwe reiger is een grote, eenvoudig te herkennen vogel die vaak langs waterkanten gezien wordt. Volwassen blauwe reigers hebben een witte kop met een zwarte wenkbrauwstreep die overgaat in een aantal sierveren op het achterhoofd. Het voedsel van de blauwe reiger bestaat voornamelijk uit vis en kleine dieren. Tijdens het jagen staat de vogel vaak stil in het water of op de oever, rustig wachtend tot een prooi binnen het bereik komt, waarna deze gevangen wordt met een snelle stoot van de snavel. Ook wordt lopend gejaagd, waarbij de vogel met trage passen over het land of door ondiep water loopt. In de vlucht houdt de blauwe reiger de lange hals opgevouwen in een S-vorm. De vogel heeft een trage vleugelslag, waarbij de vleugels voortdurend gebogen zijn.
PROVINCIALE WANDELTOCHT / WSV TEMPO GELEEN / GELEEN 04/11/2007.
PROVINCIALE WANDELTOCHT
WSV TEMPO GELEEN.
GELEEN
We wandelen naar de Sint-Janskluis van 1699, vermoedelijk als ziekenhuis, gesticht door Maria-Dorothea von Dietrichstein - von Salm. De eerste kluizenaar bewoonde de Sint-Janskluis in 1722. De laatste kluizenaar, broeder Antonius, stierf in 1912.
KLUIS
Na de laatste restauratie in 1985 is de Sint-Janskluis ingericht als bidkapel annex tentoonstellingsruimte. We wandelen dan naar het Geleenbeekdal. Verspreid rond de Geleenbeek liggen natte graslanden, hellingbossen en moerasbosjes. Door de afwisseling in hoogte, bodemstructuur en vochtigheid is in het Geleenbeekdal een grote variatie in flora en fauna aanwezig. Begin maart bijvoorbeeld groeien er speenkruid en bosanemonen. Ook kunnen we er reeën en eekhoorns zien.
We wandelen naar de Danikerberg werd in 1997 aan Natuurmonumenten geschonken. Hier is in een voormalige steenfabriek het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie Westelijke Mijnstreek gevestigd. Langs de Platsbeek en bij de Muldersplas liggen hooilandjes en een bronbosje. In het Kathagerbroek ligt een zeer waardevol hooilandje. In het beekdal leven veel zeldzame dieren, zoals de zeggekorfslak. De heggenmus, staartmees en kuifmees en ook de grote bonte specht en de grote gele kwikstaart is hier te zien en te horen. En met een beetje geluk ziet u een ijsvogel in de buurt van het water.
SWEIKHUIZEN
We wandelen verder en komen in Sweikhuizen en ligt op een vrij steile heuvel. Halverwege de helling ligt een kleine kerk die in 1739 gebouwd is. Onder aan de Sweikhuizerberg ligt een monumentale hoeve. De Biezenhof. Aangenomen wordt dat de naam Sweikhuizen afkomstig is van het woord Zweihuizen oftewel twee huizen. De naam slaat op de bebouwing tussen twee huizen.
Er is ook een pruimensoort die van hier afkomstig is. Het zijn haar Sjweikeser Rèngelaote, Joep Boyens (1865-1953) gold in zijn tijd in Sweikhuizen als de grootste autoriteit inzake pruimenteelt. Van hem schijnt ook de benaming Sjweikeser Rèngelaot te stammen. Men probeert deze pruimensoort terug in het dorp te laten groeien. We komen dan in het Landschapspark De Graven, is circa 5.700 ha groot en omvat het gebied van Kasteel Millen in Sittard tot de Mulderplas in Schinnen. Tot voor kort was dit mooie stukje Limburg door versnippering van het landschap moeilijk voor de toerist toegankelijk. Met de oprichting van Stichting Landschapspark de Graven wordt flink geïnvesteerd in natuurontwikkeling, zoals erosiebestrijding, bosaanleg en het in natuurlijke staat terugbrengen van beken, graften en holle wegen.
SINT JANSGELEEN
We komen aan de overblijfselen van het vroegere Kasteel Sint-Jansgeleen bevinden zich iets ten noorden van Spaubeek. Het domein ligt al buiten het dorp. De resterende kasteelhoeve ligt met haar ingang aan de lokale weg naar Geleen, dicht bij de spoorlijn, die de haakse bocht in de (Geleenbeek) met een boog volgt, maar ter plekke het riviertje bijna raakt. Het domein vormt een piekvormige noordelijke uitstulping van Spaubeek, behorend tot de gemeente Beek. Het is een lager gelegen, smal en driehoekig stuk niemandsland, fraai aan de beek gelegen en door haar doorsneden, maar voor het bebouwd gedeelte in hoofdzaak ingeklemd tussen de autoweg en de spoorlijn. Wel heeft het gebied gelukkig zijn landelijk karakter weten te behouden. Het complex is thans een beschermd monument. De belangrijkste bijgebouwen zijn gerestaureerd. Het oudste deel is de voormalige brouwerij, een tweelaags mergelstenen gebouw uit 1567. De voorhof of pachthoeve (neerhof) met voormalige pachterswoning dateert van 1730. Zij verkeren in goede staat en worden bewoond. De grote schuur is uit 1720 en de haaks daarop staande stal waarschijnlijk van rond 1775.Aan de overkant van de Geleenbeek bevindt zich voorts de geheel gerenoveerde (Sint-) Jansmolen, die al in de 14e eeuw bij het kasteel hoorde. Het huidige molenhuis is gebouwd door prins Charles de Ligne in 1775. Wat verder komen we in Schinnen.
KASTEEL TERBORGH
WATERMOLEN TERBORGH
In het Geleendal te Schinnen ligt in een delta van de Geleenbeek de ruïne van de oude waterburcht "Terborgh".Het tegenwoordige kasteel is in feite de verbouwde voorburcht en hoeve. Het kelderplan is uit de 16e eeuw en het woonhuis kwam rond 1600 tot stand. De op de binnenplaats tegen de gevel aangebouwde kapel werd door een Roermondse bisschop in 1625 gewijd. Links en rechts van de ingangspoort zijn nog de katrollen aanwezig welke gediend hebben om de valbrug op te halen. De brug zelf is van latere datum, toen dreiging van overval en inbraak niet meer te duchten was. De ramen werden in de 18e eeuw vergroot, door het verwijderen van de tussendorpels van de oorspronkelijke tussendorpels. Kasteel Terborgh was tevens schepenbank en gevangenis, in roerige tijden rond de 18e eeuw werd in de gevangenis van de burchthoeve leden van de zogenaamde "bokkenrijders" ingesloten. Nadat er diverse families in het kasteel gewoond hadden, volgde er een leegstand die precies 60 jaar duurde. In 1941 werd het kasteel verkocht en gerestaureerd, bij het kasteel staat ook nog de Banmolen in vakwerk.
PUTH
Nu komen we in de gemeente Puth, hier is ook controle. Na een rustpauze wandelen we Puth uit en genieten van de vakwerkhuizen die we op weg tegenkomen. Wandelen we nu terug naar het Geleenbeekdal en de Danikenberg. Hier staat de Steenfabriek Sint Jozef ook Steenfabriek Plinthos is gelegen in een natuurrijke omgeving in Geleen, temidden van het landschapspark De Graven.
STEENFABRIEK ST JOZEF
Plinthos was een van de laatste steenfabrieken in Limburg. De Steenfabriek is in 1920 gebouwd en tot 1956 werden er in de fabriek handmatig stenen gefabriceerd, nu is de ringoven gerestaureerd en we hebben geluk dat we ven binnen in de oven mogen rondkijken. Zo komen we terug aan de Kluis en het einde van onze wandeling.
Het Pays dAth is een landelijke streek met veel groen. In sommige dorpen lijkt er het wel of de tijd er heeft stilgestaan. Het is een streek waar waarden zoals respect voor de natuur en gehechtheid aan de eigen grond reeds eeuwenlang van generatie op generatie worden doorgegeven. Je voelt het als je Ath binnen wandelt hoe ze met hun streek verbonden zijn.
16/17DE EEUWSE HUIZEN
MARKTPLEIN
De stad Ath met een aantal overblijfsels van militaire bouwwerken getuigen van het woelige verleden van de streek. Zo is de Tour Burbant, gelegen vlak bij het marktplein van Ath, een donjon die in de 12de eeuw door Baudouin IV, graaf van Henegouwen, werd opgericht. Zijn bedoeling was door de inplanting van deze versterking op de samenvloeiing van de twee Denders de noordelijke grens van zijn graafschap beter te beschermen. De Burbant-toren is omringd door gebouwen uit de 16e / 17e eeuw.
STADSHUIS
SINT-JULIANUSKERK
Op de Grote Markt (Grand-Place) bevindt zich het laat-renaissance stadhuis (1614-1624, gerenoveerd in 1980), een ontwerp van Wenzel Cobergher. De hele markt is een aangename plaats om te vertoeven. Van de oorspronkelijke Sint-Julianuskerk (église Saint-Julien), voltooid in 1414, bleven enkel de imposante toren en het koor overeind. De rest ging verloren tijdens een grote brand in 1817, en werd herbouwd in 1822 in neoclassicistische stijl. Het is een bijzondere toren.
Ook de straten rond het station zijn heel bijzonder, het station is op zijn eigen een heel mooi gebouw. Een andere prachtig industrieel gebouw zijn de Moulin des Estanques uit 1363 gelegen aan de Dender, in 1871 word de molen omgevormd tot een stoommolen, tevens werd het gebouw uitgebouwd tot het huidige gebouw. Nu word het gebruik door de dienst werkgelegenheid.
MOULIN DES ESTANQUES
STATION
Een bezoekje aan Ath is zeker de moeite met zijn prachtige winkels, ook kom je hier en daar nog een oude winkel tegen die je versteld doet staan. We komen langs een bakker die op hout bakt, je kunt het goed zien aan het uitstalraam. Je kunt hier fijn door het stadje wandelen en genieten van de mooie gebouwen. Zeker de moeite om eens over te doen.
MARCHE D'APRES-MIDI / LA SAVATE MARCHININIOSE / MARCHIN 03/11/2007.
MARCHE DAPRES-MIDI .
LA SAVATE MARCHINOISE.
MARCHIN.
Marchin de toegangspoort tot de Condroz. In het zuidwesten van de provincie Luik, ligt een wisselend landschap van heuvels en dalen , van bossen, kreupelhout en hagen, van akkers en groene weiden, dààr sluimert het land van de Condroz.
KASTEEL VAN MARCHIN
Mooi zijn de kleine huizen van grijze steen, tegen de heuvels gebouwd of verspreid over het golvende landschap. De prachtige, indrukwekkenden kastelen, kasteelhoeven, kerken, en boerderijen onthullen de rijke historische waarde van de gemeenten. Genesteld in het loofgewas, tegen de glooiende heuvels aangelegen, verfrist door het water van de rivieren als de Hoyoux, de omliggende dorpjes Linchet, Outrelouxhe, Strée, Vierset, Jamagne, Vyle-Tharoul, ... zijn allen even prachtig. Ze zijn opgebouwd uit gele of grijze steen, naargelang van het plaatselijk aanwezige materiaal.
We worden nooit moe van de verscheidenheid van weiden, wouden en landerijen, met bosjes omgeven, prachtig om te bewonderen. Riviertjes slingeren zich door het landschap en verhogen de contrasten waaraan deze streek zo rijk is. We vertrekken met de wandeling aan het plein van Marchin met zijn kiosk, gemeentehuis en kasteel. We wandelen langs de kasteelhoeve en het kasteel waar we een prachtig zicht hebben op de omgeving. Door de bossen met de prachtige herfstkleuren.
We komen zo in Modave, hier staat het prachtige kasteel van Modave. Dit kasteel werd gebouwd op een uitspringende rots. Het oudste gedeelte dateert uit de 13e eeuw. Het huidige uitzicht werd vooral bepaald door de restauratie- en verbouwingswerken uitgevoerd door Graaf de Marchin (1652-1673). Modave wisselde door de eeuwen heen van handen tussen de Prins-bisschop van Luik, Maximiliaan-Hendrik van Beieren, de Kardinaal van Fürstenberg, de Baron de Ville, de Hertog van Montmorency en de families Lamarche en Braconier.
CHATEAU DE MODAVE
A GROND PERI
In 1941 werd het aangekocht door de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij voor de bescherming van haar waterwinningen. De zalen van het kasteel (20 zalen) zijn rijkelijk gedecoreerd en gemeubileerd. Vooral de merkwaardige stucwerk plafonds trekken de aandacht, werken van stukadoor Jean-Christian Hansche, beeldhouwwerken, Brusselse wandtapijten en meubilair uit de 18e eeuw. Wat later komen aan A Grond Peri uit 1675 een indrukwekkend gebouw, alleen spijtig dat we van de voorzijde geen foto kunnen maken. Terug wandelen tussen de bomen in het bos, met een aantal spectaculaire rotsformaties. zo komen we terug op het plein van Marchin. Een prachtige herfstwandeling.
Een bezoek aan Gent groeit uit tot een verrijkende belevenis. Men wordt er geconfronteerd met de indrukkende rijkdom aan historische gebouwen die getuigen van het geschiedkundige belang van de Arteveldestad.
De Leie en de Schelde drukken hun stempel zeer nadrukkelijk op het stadsbeeld dat zeer levendig, soms zelfs wat te druk. We wandelen door het oude stadsdeel met zijn veelvoud van historische gebouwen. Om te beginnen op de Vrijdagsmarkt met het indrukwekkend standbeeld van Jacob Van Artevelde. Rond het plein prachtige huizen zoals de oude lakenhal.
Ook de Sint Baafskathedraal met zijn kunstschatten. Het is een prachtig zicht op de torens van Gent de Sint Baafskathedraal, het Belfort en de Sint Niklaaskerk. De bouw van het Belfort van Gent startte rond 1300. Deze 95 meter hoge toren bevat een 17de-eeuwse beiaard bestaande uit 53 klokken.
Aan de Gentse Graslei een van de mooiste straten van België. Het is één aaneenschakeling van historisch waardevolle huizen(13de-17de eeuw) die mooi weerspiegelen in het water van de Leie. Het Vleeshuis(15de eeuw) is gelegen in de buurt van de oude haven van Gent. Koning Willem I liet in 1825 tussen Gent en Terneuzen een kanaal graven. Het kanaal werd 32,6 km lang en was zeer belangrijk voor de economische ontwikkeling van de stad. In de loop van de tijd werd het kanaal aangepast aan de nieuwe behoeften van de tijd. Zo werd het kanaal in 1960 dubbel zo breed van 100 meter naar 200 meter en uitgediept tot 13,50 meter diep. Hierdoor heeft Gent de tweede belangrijkste haven van het land.
In Gent staan vele kerken, de Sint Michielskerk aan de overkant van de Leie, de laatgotische kerk in sobere architectuur de bouw start in 1440, en eigenlijk is ze nooit afgewerkt. Het duurde tot in 1672 voor ze haar huidig uitzicht bekomt. De Sint Jacobskerk nabij de Vrijdagsmarkt, de oudste van de stad, werd al in 1093 gebouwd en toegewijd aan de patroonheilige van de schippers. In 1120 brande de kerk af, maar werd meteen heropgebouwd. Dan is er nog de Sint Pieterskerk op het Sint Pietersplein. De kerk werd gebouwd als abdijkerk de bouwwerken startten in 1629, en in 1799 was de kerk voltooid.
Vele honderden mooie huizen kom je tegen als je wandelt door de straten van Gent. Het belangrijkste monument is zeker het Gravensteen, dit heeft de tand des tijds zeer goed doorstaan. In de loop der eeuwen deed het dienst als verblijfplaats van de graven van Vlaanderen, muntatelier, gevangenis en zelfs als katoenfabriek. Heel veel te zien en beleven in Gent.
De eerste winterprik in de Hoge Venen. Een dun sneeuwtapijt bedenkt de weide omgeving. Wij gaan een wandeling maken in de Hoge Venen, de rust is heel aangenaam, weinig mensen te zien in het weidse landschap.
De eerste sneeuw is voor ons altijd feest, zeker zo vroeg het is pas november. Wij wandelen de blauwe route, het is altijd beter een bewegwijzerde wandeling te volgen dan zo maar lukraak te gaan wandelen in de Venen. Het is gewoon prachtig nu en dan komen er zwarte wolken over en er valt wat lichte sneeuw, dan komt de zon weer even kijken en verlicht de omgeving, gewoon prachtig. Voor een wandeling kan het niet mooier zijn. Wij genieten van de weidse zichten over de venen en dan weer tussen de bomen, veel afwisseling. Jefke geniet ook van de sneeuw hij draai rond in de sneeuw. Hapt naar de vallende sneeuwvlokken, je zou denken dat je een kind bij hebt zo geniet hij van zijn wandeling.
Wij wandelen ook over de voor het hoogveen kenmerkende houten vlonderpaden, welke ons door het ven leiden. Het landschap bestaat naast uitgestrekte hoogveengebieden uit heuvelachtige weiden en veel bossen. De Hoge Venen worden begrensd door Eupen in het noorden, Monschau in het oosten, Malmedy in het zuiden en Spa in het westen.
Het Belgische, grootste deel ligt in de Oostkantons (de Duitstalige Gemeenschap plus de gemeenten Weismes en Malmedy) die tot 1919 bij Duitsland hoorden. Met toppen tot net onder de 700 meter is het hoogst gelegen gebied van België, waaronder ook het hoogste punt van het land, het Signaal van Botrange (692 meter). Ook ontspringen de rivieren Roer, Gileppe en Helle in de Hoge Venen. In dit prachtige landschap wandelen wij en genieten ervan. Wij kijken al uit naar ons volgend bezoek.
PERIPLE DU 5e ANNIVERSAIRE / CARACOLE ANDENNAISE / ANDENNE 01/11/2007.
PERIPLE DU 5E ANNIVERSAIRE
LA CARACOLE ANDENNAISE.
ANDENNE.
Bij het binnen rijden van Andenne word je dadelijk verwelkomt door een beeld van een beer het symbool van Andenne, stad van de keramiek en de fonteinen met een 1000-jarig verleden.
Andenne mag uitpakken met plaatsen die vertellen over de rijkdom van zijn verleden: het Keramiekmuseum, het Museum en de Schatkamer van de Collegiale kerk Sainte-Begge, midden in de oude stad, de Pijpmakerij van Andenelle en de Scladinagrot. Andenne verbaast ons door zijn duizenden facetten.
Tijdens onze wandeling door de dorpen van de gemeente, in het natuurreservaat van Sclaigneaux of in de schitterende vallei van de Samson, ontdekten we kastelen, romaanse kerken, boerderijen, gebouwen in blauwe hardsteen, romantische plattelandsland- schappen De vrij uitgestrekte gemeente ligt in een heuvelachtig landschap, bezaaid met hoeven in arduinsteen en pittoreske huizen. We wandelen door dit prachtige landschap dat ons zoveel afwisseling biedt.
Dan weer een stevige klim door de bossen, dan weer een stuk open landschap, waar de hoeves staan, verspreid in het groene landschap. Gewoon prachtig. Het is heerlijk om boven na een klim even te kunnen verpozen en te genieten van het landschap, de weidse zichten geven wel een speciaal gevoel van vrijheid. Dan weer een hele poos door het landschap wandelen voor aleer je weer aan de volgende hoeve komt. De ene al mooie dan de andere vele nog met stallen en bakovens. Ook de kasteelhoeves komen veel voor in deze streek. Wij komen langs eentje door met een ronde toren, gelegen in een vrij groot domein. Mooi is het wel om de boomgaard en de koeien rond de kasteelhoeve te zien, hier heerst er nog activiteit wat deze prachtige gebouwen laten leven.
Ook de vele kapellen vallen op in alle formaten en grote. We komen in Groynne waar de controlepost is, hier staat een prachtig bakstenen kasteel, na de rust gaan we terug de natuur opzoeken. We wandelen een tijdje in het natuurreservaat welke zeer waardevol is. 10 soorten orchideeën bloeien hier en verschillende vogelsoorten komen hier voor. Nog een laatste klim en we zijn terug in Andenne. Een pracht van een wandeling.
DE KAUW
De Europese kauw nestelt zich graag in een holle boom of in een schoorsteen. Hij bouwt een nest van takjes en bekleedt het met gras, haar en wol dat hij uit de vacht van een schaap pikt. Net zoals de ekster is de kauw is verzot op glimmende dingen.
INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG / CHARLYS WANDERCLUB / MONTENAU 28/10/2007.
INTERNATIONALE VOLKSWANDERUNG
CHARLYS WANDERCLUB MONTENAU.
MONTENAU.
Montenau gelegen in de Oostkantons die het oostelijk gedeelte van België vormen. Voor 1919 behoorden ze tot Duitsland, maar het verdrag van Versailles wees ze aan België toe. Montenau ook bekend door zijn Montenauer jambons dArdenne maar ook de prachtige natuur.
De herfst heeft nu definitief zijn intrede gedaan en de bladeren kleuren. Het kleurenpalet is ongelofelijk mooi. Wij vertrekken in het centrum en wandelen al vlug de prachtige natuur binnen. De Amel vergezelt ons op onze tocht.
Prachtige huizen uit lokale steen met natuurlijke leien daken, midden in de Ardennen, alles adem rust en gezelligheid uit. We wandelen door het bos en genieten van de prachtige kleuren, we komen zo in Born. Hier komen we aan het viaduct van Born. Hier komen we aan de Vennbahn. Dit is wel een uniek stukje. In een tijd van het Europa-zonder-grenzen is het bijna niet meer voor te stellen dat er door Duitsland nog steeds een stukje België loopt in de vorm van een spoorlijn: de corridor van de Vennbahn tussen Raeren en Kalterherberg. Deze bijzondere situatie is ontstaan na de Eerste Wereldoorlog. Verliezer Duitsland moest een deel van het grondgebied afstaan aan slachtoffer/winnaar België.
Het ging om een gebied met plaatsen als Eupen en Sankt-Vith, tegenwoordig het Duitstalige 'Ostkanton' van België. Lang voor de Eerste Wereldoorlog ontstond behoefte aan een railverbinding. In Luxemburg/ Lotharingen en de regio Aken bloeide de zware industrie. Voor het omvangrijke vervoer van kolen, ijzererts en staal moest een spoorlijn worden aangelegd, zo besloot de toenmalige Pruisische regering. Op de lijn werd een druk goederenverkeer afgewikkeld. Tussen 1890 en 1909 werd in etappes een tweede spoor aangelegd tussen Aachen en Sankt Vith (-Pronsfeld). Er was ook een politieke reden voor de capaciteitsuitbreiding: Duitsland wilde zijn leger snel in de richting van aartsvijand Frankrijk kunnen verplaatsen.
Omstreeks 1938, toen het goederenvervoer bijna geheel via Nazi-Duitsland liep, werd de lijn weer enkelsporig. In de Tweede Wereldoorlog - de Vennbahn behoorde opnieuw tot het Duitse spoorwegnet - is grote schade aangericht. De meeste viaducten werden opgeblazen. Het reizigersvervoer was in dit dunbevolkte gebied altijd van ondergeschikt belang. Het personenvervoer tussen Waimes en St-Vith (de Vennbahn behoorde na WO II weer tot België) werd opgeheven op 1 juni 1954. Tussen Kalterherberg en Weywertz-Nidrum bleef het reizigersverkeer tot omstreeks 1956, tussen Weywertz-Nidrum en Waimes tot 23 februari 1959.
Het lijngedeelte Waimes - St-Vith is buiten dienst gesteld op 28 september 1982. Aan het einde van de jaren '80 zijn de sporen opgebroken. Nu blijven er nog sporen van deze Vennbaan bewaard en op de oude bedding is het heerlijk wandelen en fietsen. In Born staat het indrukwekkend viaduct nog steeds, al heeft het te lijden onder de tands des tijds. Het zal toch nog voor vele generaties een belangrijk herkenningspunt blijven. Wij wandelen nu op de oude bedding van de Vennbahn. Wij hebben een prachtig zicht op het viaduct en komen dan langs de oude watermolen van Born.
Wij wandelen langs het naturschutzgebiet der Emmels hier word aan natuurbeheer gedaan door begrazing en de watersnip komt hier nog voor, ook kunnen we hier nog zien hoe de natuurlijke loop van een beek is, slingerend door het landschap. Een bijzonder gast in dit gebied is zeker de bever, het grootste waterzoogdier en landschapsarchitect. Hij bouwt dammen en burchten, dat hij in dit gebied actief is kunnen we zien aan de afgeknaagde bomen.
Wij volgen de oude spoorbedding naar Montenau komen langs de plek waar het station stond er zijn nog wel wat getuigen van het spoor aanwezig. Dan wandelen we voorbij het hespenfabriek en komen zo terug aan vertrek. Een prachtige en leerzame wandeling in dit toch wel uniek stukje België.