"Het verhaal van Zuster Kat Fael." Of hoe een gevonden poezennestje nog goed terecht komt! (klik op bovenstaande foto) ---------------------
Growing old is mandatory. Growing up is optional. ----- Ouder worden is onvermijdelijk. Volwassen worden niet!
Als je op de groene button klikt kom je op de site van het baby-poezen-opvangcentrum van "Den Dierenvriend". Hét adres om een jonge poes te adopteren! Ga eens kijken en zeg het voort aan andere dierenvrienden aub!
Zoek je een speciaal onderwerp waarover ik ooit iets schreef? Tik dan hieronder een trefwoord in!
Zoeken in blog
Klik op het envelopje om mij een mailtje te sturen
We don't stop playing because we get old... We get old because we stop playing! -------------- We stoppen niet met te spelen omdat we oud worden... We worden pas oud als we stoppen met spelen!
Je kan maar 1 week tegelijk bekijken op mijn blog. Anders gaat het te traag open. Wil je zien wat er vorige week op stond? Klik dan op de data hier onder!
In elke 50-plusser zit een verbijsterde teenager die zich afvraagt wat er gebeurd is.
Leonardo da Vinci (1452-1519)
Italiaans kunstenaar
Als ik in de hemel kom, dan wil ik
daar graag een kat op schoot hebben.
Jan Wolkers (°26-10-1925)
Nederlands schrijver en columnist.
Katten haten dichte deuren; het
maakt niet uit aan welke kant ze staan. Als ze buiten zijn willen ze naar binnen, en
als ze binnen zijn willen ze naar buiten.
Lilian Jackson Braun (1916)
Amerikaans schijfster
Laten we eerlijk blijven; de meesten van ons
vinden het wel leuk als onze katten een tikje gemeen zijn. Ik zou me in ieder geval niet echt op mijn
gemak voelen in het gezelschap van een kat die in huis rondliep met een heilige
uitdrukking op zijn snuit.
Beverly Nichols (1898-1983) Engels
Schrijfster
Eén kat
leidt tot de volgende.
Anoniem
Katten bereiken
moeiteloos wat wij mensen niet kunnen: door het leven gaan zonder lawaai te
maken. Ernest Hemingway (1898-1961) Amerikaans
schrijver
Er zijn twee
manieren om de ellende te ontvluchten: muziek en katten. Albert Schweitzer (1875-1965) Theoloog,
filosoof en dokter.
Katten schijnen uit te gaan van het principe
dat het nooit kwaad kan om te vragen wat je
wilt.
Anoniem
Katten zijn
delicate wezens en ze kunnen de meest uiteenlopende kwalen krijgen, maar ik ben
nog nooit een kat tegengekomen die aan slapeloosheid
leed. Joseph Wood Krutch(1893-1970)
Amerikaans schrijver
Als u in een
gracht valt kunt u best angstig miauwen, want een kat willen we wel eens
redden. Toon
Verhoeven
Lang geleden werden de katten als goden
gezien. Dit zijn ze nooit vergeten.
Anoniem
Cat Proverbs
You will always be lucky if you know how to make friends with
strange cats. Colonial
In a cat's eye, all
things belong to cats. English
No matter how
much cats fight, there always seems to be plenty of kittens. Abraham Lincoln
Dogs come when they're called; cats take
a message and get back to you later. Mary
Bly
There are two means of refuge from the
miseries of life: music and cats. Albert
Schweitzer
Settling a dispute through the law is like losing a cow
for the sake of a cat. Chinese
A cat goes to a
monastery, but still she remains a cat. Congolese
The cat is a saint when there are no mice
about. Japanese
The cat is a lion to the
mouse. Albanian
A house without either a cat or
a dog is the house of a scoundrel. Portuguese
The kind man feeds his cat before sitting
down to dinner. Hebrew
Handsome cats and fat
dung heaps are the sign of a good farmer. French
Beware of people who dislike cats. Irish
Who cares well for cats will marry as happily as
he or she could ever wish. French
An old cat
will not learn how to dance. Moroccan
A cat
will teach her young ones all the tricks, except how to jump backwards. Netherlands Antillean
When the mouse laughs at the cat,
there's a hole nearby. Nigerian
As every cat
owner knows, nobody owns a cat. Ellen Perry
Berkeley
If you play with a cat, you must not mind her
scratch. Yiddish
To live long, eat like a cat,
drink like a dog. German
A cat has nine lives;
for three he plays, for three he strays, and for the last three he
stays. English-American
A cat with a straw tail
keeps away from fire. English
Those that
dislike cats will be carried to the cemetery in the rain! Dutch
After dark all cats are leopards. Native American (Zuni)
If stretching were wealth, the
cat would be rich. African
One should not send
a cat to deliver cream Yiddish
The cat--moon
eats the gray mice of night. Western
Europe
When the cat's away, the mice will play. Western Europe
It's for her own good that the cat
purrs. Irish
Cats don't catch mice to please
Khoda(God). Afgani
Fat cats and thin birds can
share a yard, but thin cats and fat birds no way! Rosicrucian
Like the cat in the tree, getting caught up
in the chase can leave us in an awkward place. Rosicrucian
The cat laps the moonbeams in the bowl of
water, thinking them to be milk. Zen Saying
If
men were now to turn their hostility towards the cat, it would not be long
before the domestic cat became a wild animal. Nigeria
In even a cat the Buddha-nature exists. Japanese Buddhist
It is useless to show the gold piece
to a cat. Zen Saying
Nature breaks through the
eyes of the cat. Irish
It's a brave bird that
makes its nest in the cat's ear. Hindi/Indian
A
rat who gnaws at a cat's tail invites destruction. Chinese
He who does not feed his cat will feed rats.
Dogs are
dogs, but cats are people.
When the cat and mouse agree, the grocer is ruined. Iranian
Beware of the cat that licks from the front but claws from
behind. Old English Proverb
A trapped cat becomes a lion. Old English
Proverb
Life's like cat vomit; if you don't clean it up right away,
you're going to step in it. Xnterna
Drowsing, they take the noble attitude of a great sphinx, who,
in a desert land, sleeps always, dreaming dreams that have no end. Charles Baudelaire
Of all God's creatures, there is only
one that cannot be made slave of the leash. That one is the cat. If man could be
crossed with the cat it would improve the man, but it would deteriorate the
cat. Mark Twain
One cat just leads to another. Ernest
Hemingway
The cat is nature's beauty. French
The dream of cats is all mice. Egyptian
I have studied many philosophers and many cats. The wisdom of
cats is infinitely superior. Hippolyte Taine
No heaven will not ever Heaven be; unless my cats are there to
welcome me. Scottish
Dogs see people as companions; cats see people as staff.
It is better to feed one cat than many mice. Norwegian
The cat does not negotiate with the mouse. Robert K. Massie
You see, the wire telegraph is a kind of a very, very long cat.
You pull his tail in New York and his head is meowing in Los Angeles. Do you
understand this? And radio operates exactly the same way: you send signals here,
they receive them there. The only difference is that there is no cat. Albert Einstein
When the cat is not home, the mice will dance on the
table. Dutch
When a Cat adopts you there is nothing to be done about it
except put up with it until the wind changes. T.S.
Eliot
A cat in her house has the teeth of a lion. Somali
A kitten can catch only a baby mouse. Ghana
The naming of cats is a difficult matter. It isn't just one of
your holiday games. You may think at first I'm mad as a hatter when I tell you a
cat must have three different names... T.S. Eliot
I love cats because I enjoy my home; and little by little, they
become its visible soul. Jean Cocteau
God is really only another artist. He invented the giraffe, the
elephant and the cat. He has no real style, He just goes on trying other
things. Pablo Picasso
The man who carries a cat by the tail learns something that can
be learned in no other way. Mark Twain
What greater gift than the love of a cat? Charles Dickens
Katten laten pootafdrukken achter op je hart. Uit "Citaten voor een katten liefhebber."
Het begrip rust komt tot uiting in een zittende kat. (Jules Renard)
Het enige mysterie aan katten is waarom ze ooit besloten hebben huisieren te worden. (Compton Mackenzie)
Als een een hond op je bed springt, doet hij dat omdat hij graag bij je wil zijn. Als een kat op je bed springt, doet ze dat omdat ze je bed zo lekker zacht vindt. (Alisha Everett)
Het is onmogelijk om niet vertederd te raken bij de aanblik van een of meer kittens. (Cynthia E. Varnado)
De kat zou's mans beste vriend kunnen zijn, maar ze zou zich nooit verlagen om dat toe te geven.
Probeer nooit koppiger te zijn dan een kat. (Ropbert A Heinlein)
Laat iets van de rust van een kat op mij overgaan. (David Harold Rowbothom)
Je bent pas iemand als je door een kat bent genegeerd.
Katten : net zo soepel als hun schaduw, de wind krijgt geen vat op ze.
Ze glippen slank en stil, door spleten, kleiner dan zijzelf. (A S J Tessimond)
Het verschil tussen katten en honden is dat honden komen als ze geroepen worden, terwijl katten een boodschap aannemen en later contact opnemen.
Ik meen het oprecht als ik zeg dat ik van katten hou... Een kat is een dier dat meer menslijke gevoelens heeft dan de meeste andere dieren. (Emily Bronte)
Vrouwen en katten doen waar ze zin in hebben, en mannen en honden kunnen daar maar beter mee leren leven. (Alan Holbrook)
Eén reden waarom kattenliefhebbers volgens mij katten bewonderen, is hun superioriteitsgevoel. Het lijkt alsof ze overal een meester in zijn, ongeacht wat ze doen of pretenderen te doen. Zelden zie je een kat die in verlegenheid verkeert. Ze hebben geen geweten, en ze hebben nooit ergens spijt van. Misschien zijn we stiekem jaloers op ze. (Barbara Webster)
Katten zijn bedoeld om ons te leren dat niet alles in de natuur een functie heeft.
Als je de beste zitplaats in huis wilt, zul je de kat moeten verplaatsen.
Katten zijn slimmer dan honden. Je krijgt acht katten nooit zo gek dat ze een slee door de sneeuw gaan trekken. (Jeff Valdez)
Onlangs heeft iemand me een schattig katje gegeven... en nu is het katje van mening dat iemand mij aan hem heeft gegeven. (Evelyn Underhill)
Het viel als snel op dat de kat nergens te bekennen was als er iets gedaan moest worden. (George Orwell)
Katten die een goed tehuis hebben, zijn eraan gewend dat er de hele tijd tegen hen wordt gepraat. (Lettice Cooper)
Van alle schepselen Gods is er maar 1 dat zich niet laat onderwerpen. Dat is de kat. Als de mens gekruist zou kunnen worden met de kat, zou dat voor de mens een verbetering betekenen, maar voor de kat een verslechtering. (Mark Twain) Katten zijn net als mannen : enorme charmeurs. (Walter Savage Landor)
Het is nauwelijks te geloven, maar sommige mensen beweren dat hun katten bijna menselijk zijn - en dat bedoelen ze dan als een compliment.
Wat katten het belangrijkst vinden aan mensen is niet hun vermogen om voedsel te produceren (want dat vinden ze vanzelfsprekend), maar hun amusemenstwaarde. (Geoffrey Household)
Ik zou een kat nooit kunnen kwetsen, ook al kan ik tegen mensen soms ronduit agressief zijn. (A.L. Rowse)
Geen huis is compleet zonder het getrippel van kleine kattenpootjes.
Is het niet prachtig hoe katten vrienden kunnen maken en mensen kunnen beïnvloeden zonder ook maar ooit een boek te lezen.
De kat heeft honger als zij met een broodkorst genoegen neemt. Katten zijn mysterieuze wezens. Er gaat meer in die hersentjes om dan we beseffen. (Sir Walter Scott)
Als ik met mijn kat speel, dan is het niet echt duidelijk of ik me nu met haar amuseer, of zij met mij. (Michel Eyquem De Montaigne)
Mijn poezenverhalen vinden jullie door in de linkerkolom op de foto van de betreffende poes te klikken. En als je op "Poezenstrips" klikt kan je lezen wat mijn poezen onderling allemaal zitten te roddelen... Mijn reisverhalen van Thailand, Egypte en Noorwegen staan ook in de zijkolom. "Mijn Jeugdherinneringen" beschrijven de jaren 60 in Antwerpen. Veel plezier!
22-02-2011
Magical Mystery Octopus...
In dit fotoalbum zien jullie mijn huisinktvis gedurende een tijdsspanne van ongeveer een kwartier evolueren. Eerst zit hij in zijn holletje in een gat aan de paal van de overwater-bungalows, vervolgens begint hij al zwemmend aan een indrukwekkende kleurenshow. Het zijn niet eens onderwaterfoto's. Dit is hoe iedereen de inktvis kan zien vanop het plankier tussen de bungalows.
Je kan de foto's best bekijken in diashow op 5 seconden. Op het eerste zicht weet je misschien niet eens wat je ziet. Rond de inktvis zwemmen talloze kleine visjes, het vergt even tijd om ze te zien.
De rimpelingen van het water, het spel van licht en schaduw, de kringen van de regendruppels, en de luchtbelletjes op het wateroppervlak maken het tot een magische ervaring als je er de tijd voor neemt. Laat je meeslepen door dit wonderlijke dier, het kan een meditatief momentje worden. Ik hoop dat je even diep ontroerd raakt als ik zelf ben telkens als ik een inktvis in actie mag zien...
Tijdens ons ontbijt keken we uit op een spiegelgladde zee. Het zag er veelbelovend uit! We konden niet wachten om "onder te duiken". Maar Andreana belde om te vragen of we langs de receptie kwamen om een uitgebreide babbel met Prem te houden. Het is beter om dat met de vaste lijn in de kantoren te doen want bellen naar Sri Lanka, zelfs met onze Maldiviaanse nummer, is even duur als naar België.
Prems lijn was bezet en we bleven ondertussen wat met Raj babbelen. Bleek dat gisteren het weer zo slecht geweest was dat geen enkele van de gewone speedboatdiensten wou uitvaren. Uiteindelijk hebben ze toch een boot gevonden, maar wel bibbergeld moeten bijbetalen. Bibbergeld op de Malediven. Maar ja, ze kunnen niet anders dan extra te betalen, anders halen de gasten hun vliegtuig niet. Ik vraag me wel af of tijdens een periode van heel ruw weer - waarin er echt geen boten varen of watervliegtuigen kunnen opstijgen - niet heel veel toeristen hier stranden. Stranden op de Malediven.
Aangezien wij deze keer niet met een lijnvlucht maar met een charter gekomen zijn, en die maar 1 keer per week vliegt, zouden wij dan met een beetje extra donder en bliksem hier ineens een week langer zitten? Interessante denkpiste wel.
Op het einde van de pier staat een 4 meter hoog betonnen logo van Chaaya. Het stelt een grote blote voet voor. Hij staat symbool voor Eén pad, vele wegen. Alweer een uiting van de Sri Lankaanse boeddhistische tolerantie Voor het beeld hebben ze de laatste dagen plantenperkjes aangelegd met bamboerandjes, nu zien de gasten als ze aankomen een mooie tekening van groen. Prem heeft enorm veel gevoel voor kleine details die de omgeving verfraaien. Elke dag zien we hier nieuwe rustplekjes aangelegd worden, verscholen in het groen. Hij zal content zijn als hij terug is en ziet wat er weer allemaal gebeurd is.
We gingen aan het duikcenter snorkelen want aan die zijde van het eiland baadt de drop-off in de voormiddag in het volle zonlicht, en ik wou nu écht wel die grotten zien waar Shaaya gisteren over vertelde. Ik zwom een eindje de zee in, en inderdaad, vanop een afstand zag ik de gaten in de rotswand heel duidelijk. Het leek of ze er door een walvismuis uitgeknabbeld waren. Bij laag tij zijn er al kleine gaatjes bereikbaar na een meter of zes. Als ik hier ooit terug kan komen dan ga ik beslist eens een eenvoudige toeristenduik doen, gewoon langs die wand in al die holen gaan kijken. Met een goeie camera en een goeie lamp dan wel. Want als ik zie hoe gediversifiëerd, mooi en kleurvol de begroeiseltjes op de buitenkant al zijn kan ik me indenken dat in die grotten weer totaal andere planten groeien.
En inderdaad, ik dook naar beneden, om een featherstar te fotograferen, en toen zag ik amper een meter lager in zo een hol een prachtig waaierkoraal staan, dus besloot ik bij mijn volgende duik dat metertje er nog maar bij te pakkken. Niet slim natuurlijk want zo kwam ik weer onder mijn tandpijngrens en deed ik ook mijn oor pijn. Ik ben op de duur maar weggezwommen van de drop-off en in het ondiepe gaan snorkelen want hij brengt me veel te veel in verleiding op daar in de diepte op onderzoek te gaan. En dat lijkt me geen goed idee, want ik moet overmorgen vliegen, dus ik kan mijn oren beter wat ontzien.
Paul was aan onze kant van het eiland gaan snorkelen en we kwamen mekaar terug tegen aan de duikclub. Het was dus gebeurd. Na al die jaren is hij eindelijk door een baliste (of Titan Triggerfish) gebeten. Gelukkig door een kleintje. Een baliste die zijn onderbeen voor een Balisto aanzag blijkbaar. Het resultaat was enkele bloedende gaatjes van zijn tanden in zijn been maar niks dat we niet zelf kunnen verzorgen. We hebben al altijd zitten lachen dat we nog niet eens naar de dokter van het eiland zouden gaan als we door een haai een been kwijt raken - omdat die man toch zon vreemde blik in zijn ogen heeft - dus gaan we die zijn magische wereld zeker niet verstoren voor een vissenbeetje.
Veertien dagen geleden vertelde iemand dat hij ook door die kleine baliste gebeten was, en toen we gisteren op ons terras zaten zagen we twee snorkelaars op die plek rondspartelen, en eentje riep plots naar zijn maat : t Es mordu?. Dus waarschijnlijk heeft die ook prijs gehad. t Is blijkbaar een echte fijnproever, hij is een hapje aan t nemen van alle nationaliteiten die hij tegenkomt.
Toen we thuis kwamen was ook onze favoriete intkvis op post... Hij zat op het betonnen blok van de pijler, vlak naast zijn hol, dus in feite zat hij gezellig op zijn terraske. Al spoedig kwamen er nog enkele mensen mee over het houten ponton hangen en eens hij voldoende publiek had voerde hij een prachtige show voor ons op. Hij zwom een toertje waarbij hij zich telkens neerzette en steeds weer van kleur en vorm veranderde. Soms werd hij een bol met onderaan een cirkel van lichtblauwe vleugels. Een soort vliegende schotel uit een kinderverhaal. Dan weer veranderden zijn poten in spiralen. Soms was hij zon warboel dat ik er aan twijfelde of hij aan zichzelf nog wel aan uit zou kunnen. Toch raakte hij telkens weer uit de knoop. De uiteinden van zijn tentakels (toch wel bijna twee meter) zijn zó fijn! Hij kan ermee de lekkerste brokjes uit de kleinste gaatjes peuteren en ze dan naar zijn mond brengen. Hij eet heel stijlvol. Hij zwemt ook gracieus, hij lijkt te zweven. Op een fractie van een seconde is - wat op t eerste zich een dode grijze brok steen lijkt - omgetoverd in een sierlijke lange komeet die door het water schiet.
Net voor de lunch kregen we Prem aan de lijn en hij was heel blij dat we ons zo goed amuseerden en dat in het hotel alles heel vlot liep, ondanks het feit dat er vandaag alweer een technische inspectie was. Nogmaals drukte hij er op dat mijn lievelingshuisje altijd voor me zou klaarstaan als ik kwam. De schat. Ik hoop zó dat ik nog eens terug kan komen... Hij zat alleen in Colombo en kon lekker veel rusten want Selina was alweer op pad voor World Concern. Toen ze van India kwam was ze haast onmiddellijk naar Trincomalee hulp moeten gaan verlenen omdat daar, na de overstromingen, nog altijd tienduizenden mensen dakloos zijn.
Raj had ons tijdens het telefoontje met Prem alleen in zijn kantoor laten zitten en was ondertussen gaan eten. Tijd om wat zotte fotos te nemen van mezelf aan een bureau met een rekenmachine met het cijfer 1.000.000.000 ingetikt en mijn duim trots in de lucht, zo van : Dat is hier dik in orde, laat mij maar doen! Weer een plezante om naar Prem te mailen.
Als we onder onze boom zitten te eten dan kijken we vanonder zijn takken uit - door een soort tunnel van groen - naar de lagune en een streepje lucht. Alletwee even blauw. En wij maar plannen maken wat we vannamiddag allemaal gingen doen bij laagtij! Tot we naar huis wandelden en tot de constatatie kwamen dat ons tunneltje had uitgekeken op het enige stuk blauwe lucht. De rest van het eiland was door dikke grijze wolken omringd. Viel dat even tegen. Daar viel een van onze laatste snorkeltochtjes in t water! (Ook wel een speciale uitdrukking.)
We waren net thuis toen de storm losbrak. Bakken regen vielen uit de hemel. Achteraf waren de vogeltjes weer heel blij te kunnen baden in plassen zoet water. Voor toeristen die hier maar voor een dag of drie of vijf komen is dit weer natuurlijk geen pretje. Mij maakt het niet zo heel veel uit. Ik ben al blij genoeg dat ik hier kan zijn.
De felle wind blies de regenwolken al snel voorbij, en hoewel het al vrij duister was wou ik toch nog even in het gewoel van mijn favoriete fish-wash gaan hangen. En daar was het drukker dan op een zaterdag in de solden! Daar ligt ook een dikke vette, prachtigblauwe doopvontschelp, maar het tij was al zo hoog dat ze op vier meter diepte lag en dan wordt het wel heel moeilijk om mijn macro-inkijkjes te gaan nemen. Spijtig want t was een makkelijk beest, ze klapte niet direct dicht. Amper twee redelijke fotos zijn er uit voortgekomen, nee, t is hier echt geen doopvonteneiland
Omdat het toch duister en zanderig om goede foto's te maken was ben ik maar wat beginnen filmen. Veel gemakkelijker dan fotograferen. Rustig beelden van de fish-wash rots maken. Ik wou ook niet te gek gaan doen want Paul was al naar de voetbal vertrokken en ik hing daar moederziel alleen in mijn oceaan vol vissen te dobberen. In welke richting ik ook keek er was geen mens te zien. Duizenden vissen en ik in een hele grote stille oceaan. Wat kan een mens die van rust houdt nog meer wensen? Maar op zon moment moet ge dan ook geen zotte risicos gaan nemen. De zee is en blijft iets om respect voor te hebben.
In de zonsondergang zwom ik terug naar de lagune tussen de over-water-bungalows en speurde naar de dikke inktvis. Ik zou hem toch zó graag eens van echt dichtbij kunnen fotograferen of filmen als hij van kleur verandert... Hij zat jammer genoeg niet meer op zijn terraske.
Na alweer anderhalf uur stapte ik ietwat moe en verkleumd uit het water en Pushpa verrastte me met kokomelk. Het probleem waarom we hier niet aan onze kokossen komen, is dat ze hier wel groeien maar dat er niemand is die ze goed kan open kappen... Hadden we dus toch ons goede oude Sri Lankaanse kapmes maar ingepakt, dan hadden we het zelf kunnen doen. Stom. Het is dat ge tegenwoordig al als terrorist wordt bezien als ge een scheermachine of een cutterke bij hebt, laat staan ons Tamil hakmes...
Aan het diner misten we Haris. Die had zoveel meer aandacht voor details. In mijn cola of water dreef altijd een citroentje. Heel belangrijk, want met dat citroentje deed Paul na de maaltijd de afwas van ons plastic bestek. Onze kaars brandde. Er stond altijd een asbak klaar. Als ik een Sri Lankaanse curry at stond hij na mijn maaltje altijd klaar met een vingerkom om mijn vettige vingers te wassen... En bovenal mis ik ons babbeltje.
Ik heb hoofdpijn. Ik vrees dat ik vandaag wat te veel, en vooral wat te diep ben gegaan. Dat laatste alweer letterlijk en figuurlijk. Maar ik wil het onderste uit de kan halen. Misschien is het wel de laatste keer van mijn leven dat ik dit allemaal kan doen?
We waren zonder oliejekker gaan eten en dat was niet slim, maar aan de receptie gaf Raj ons zijn paraplu. Ik vind het altijd grappig om op zon zuiders eiland onder een grote paraplu te moeten rondlopen. Amper aangekleed, op blote voetjes en dan toch een regenscherm boven uw kop. Ik zie me zo thuis al rondlopen.
Thuis ging ik verder aan de fotomappen werken en toen we ze s avonds laat op de hotelcomputer gingen zetten vond Raj ze heel tof. Hij was vooral gefascineerd door enkele onderwaterfotos die ik ertussen had gestoken. Hij vertelde een heerlijke anecdote. Als kind, in de kleuterschool, hadden ze kleurboeken met vissen in. Ze mochten die dan in gekste kleuren inkleuren. Hij dacht dat het sprookjesbeesten waren, een soort van Disney-creaturen, een fantasietje. Pas veel later besefte hij dat deze veelkleurige dieren echt in zijn zee wonen. En zo worden sprookjes soms realiteit.
Net als mijn vakantie hier. Een droom die waar wordt, eentje die ik zelfs niet eens meer durfde dromen.
Vannacht heb ik tot laat gewerkt aan het samenstellen van de fotoreeksen voor het management. De fotos van elk evenement uitgezocht en netjes in mappen bij mekaar gestoken. De gebouwen, het bodybuilderswassenbeeldenmuseumhuwelijk (ééntje voor Scrabble!!), de fotos van de staff, van Prem zijn feestje, van Prem zijn afscheid, wat natuurfotos van het eiland, een reeks van Aïsha en een onderwaterafdeling. Ik hoop dat ze ze nuttig gaan vinden. Het is wel het minste dat ik voor hen kan terug doen. Buiten aan iedereen zalfkes en pastilles bezorgen dan.
Ik lag veel te laat in bed en vandaag was een heel drukke dag.
Toen we opstonden was de zee zo glad als een pas gestreken laken. Ik had al spijt dat ik niet kon gaan snorkelen nu het eens rustig was na 10 dagen van felle wind...
Tijdens ons terras-ontbijt hoorden we een boel lawaai. Ik keek onmiddellijk naar de einder, een automatische reactie sinds de tsunami, maar alles bleek normaal. Enkele minuten later weer dat gerammel. Toen dacht ik dat ze de cargo-dhoni op ietwat lawaaierig wijze aan het lossen waren. Voor mij klinkt alles hard dus ik vind alle geluid verwarrend. Plots klonk het geluid boven onze kop, was het overduidelijk dat het donderde, en barstte er een flink onweer los.De rimpelloze zee was gewoon de stilte voor de storm geweest.
Plots rinkelde onze gsm. Haris! Totaal onverwacht was hij uit zijn ontbijtdienst gehaald en mocht met een boot meevaren naar zijn thuiseiland. Iets wat eigenlijk pas vanavond zou gebeuren. Zijn dhoni vaarde net langs ons terras en hij telefoneerde om afscheid te nemen. Een slechte verbinding vanwege de storm dan ook nog. Nu hadden we de vorige dagen zo dikwijls afscheid genomen van mekaar en uiteindelijk eindigde het dan op deze manier. Hij was er ook niet blij mee. Maar we zullen mekaar ooit wel weer ergens weerzien.
We trokken de enorme knalgele zuidwesters aan die hier in de kast hangen en togen op weg naar de andere kant van het eiland, naar onze afspraak voor de rondleiding door de keuken die de chef ons gisteren aangeboden had. In de gietende regen kwamen we voorbij de receptie gesloft en ik vroeg of Andreana een foto van ons wou maken. Ze schoot in de lach en zei dat we er net als two mango-flavoured lolly-pops uitzagen. Ik vond ons eerder twee dikke pinguïns op dunne pootjes. Ofwel hebben de andere gasten geen zuidwesters, of is dat misschien een luxe voor de waterbungalowbewoners, alleszins, al de rest liep hier te sukkelen met grote paraplus en wij dabbelden door de natte tuin als gele smurfen. Er werd danig gegniffeld als we voorbijkwamen, dus we zorgden weeral voor wat gratis entertainment.
Het was een ideale dag voor een bezoek aan de keuken en aanverwanten. Van de hoogste tot de laagste in rang was bezig met het lossen van de cargoboot, die voedselvoorraad voor de volgende 10 dagen kwam bezorgen. Het was een drukte van belang.
Er werd met bomvolle karren vol kartons met drinkwaterflessen, enorme hoeveelheden kartonnen dozen, massas groenten, tientallen pakken toiletpapier,... tot aan de magazijnen gereden. Op 24 uur tijd moest de boot gelost worden en alles op ordelijke wijze in koelruimtes en voorraadkamers gestouwd worden.
De keuken bestaat uit heel veel aparte zalen aan weerskanten van een lange gang met enorme diepvriezers. Een aparte kamer om borden af te wassen, een andere voor het reinigen van de potten, een kamer waar aan de ene kant vis werd versneden en waarvan de andere zijde strikt voor het behandelen van vlees voorbehouden was. Een aparte ruimte die het domein vormde van de patissier en broodbakkers. Een degelijk afgesloten, raamloze kamer voor de flessen sterke drank en de wijn.
Aan de rechterzijde van de gang bevond zich een enorme keuken, met ovens en gasvuren. In de achterwand leidde een deur naar een heel koele kamer voor het bewaren van groenten en fruit.
Vooraan in de keuken waren twee met glas afgescheiden bureaus, zodat beide chefs hun belangrijk papierwerk kunnen doen en ondertussen toch alles kunnen volgen. Alleen al de bestellingen opmaken moet geen simpele klus zijn als ge maar om de 10 dagen uw boodschappen aankrijgt.
En alles was even proper. Wat vooral opviel was dat aan alle muren bladen vol richtlijnen over hygiëne hingen. Fotos van hoe de gerechten er moesten uitzien. Fotos van de verschillende onderdelen van de kip. (Ik vroeg me daarbij wel af waarom ze van hun kip die ze in hun curry's gebruiken nog altijd kipkap maken. En niet zoals wij doen, eerst ontbenen, en dan pas het vlees in stukken snijden om een stoofpotje te maken...)
Zoveel mogelijk zaken worden uitgebeeld omdat de Pakistanis en de mensen van Bangladesh soms niet kunnen lezen, en ook geen Engels verstaan. Al het mogelijke wordt gedaan om vergissingen te voorkomen. Op elke diepvriezer staat in grote letters wat er in hoort en op hoeveel graden hij moet staan. Minstens min 18° voor de meeste zaken, behalve voor de desserts, die werden bewaard tussen 0° en 4°. Heelder fotoreeksen hingen boven de wasbakken om te tonen hoe de handen gewassen moesten worden. Alles moet hier uitgebreid uitgelegd worden tot en met het feit dat er niet in de neus mag gepeuterd worden.
Twee keer per maand krijgen ze controle en af en toe nog eens een onverwachte tussendoor. Ze voldoen aan ISO-normen en worden gekeurd door SGS. Om hun green label te kunnen houden moeten ze flink uit de pijp komen. En wij dachten dat in België de controle op restaurants streng was... Vergeet het maar, hier ist een heel stuk strenger.
Achteraan bleven de karren toekomen en met man en macht werden de goederen gestockeerd. Na een uurtje lag er letterlijk een berg lege kartonnen dozen. Elke komkommer bleek in een apart papiertje ingepakt en dan netjes in een doos verpakt. De kostbare appels, stuk voor stuk, in zachte mousse verpakt, net zoals ze in Sri Lanka verkocht worden. Alle groenten en fruit komen daar vandaan. Op de Malediven groeien enkel papayas, meloenen en bananen. Duizend kilo verse ananassen moesten opgestapeld worden. Plastic containers met bakolie werden op hun plaats gezet. De kruiden kwamen aan. Werkelijk een invasie van voedsel. Zelfs de oppas van Aïsha werkte mee - het was echt alle hens aan dek - en de pelikaan had een rustige verlofdag in haar hok.
Ik had verwacht dat alles hier verzorgd zou zijn, maar deze orde, netheid en organisatie overtrof al mijn verwachtingen. Om wat bij te praten nodigde de chef ons uit in zijn glazen kantoortje om iets te drinken. Lekker koel. Nu niet dat we dat na het bezoek aan de vrieskamer - waar het min 18° was geweest, en mijn bril binnen 30 seconden volledig aandampte - nodig hadden.
De chef was duidelijk fier op wat hij hier op vier jaar had weten te verwezenlijken. Hij vroeg of we nog graag andere zaken wilden zien, en mijn droom om de de technische kant van het eiland eens te mogen bezoeken werd met één telefoontje vervuld. Sirimanna, de head-engineer, haalde ons op om ons rond te leiden in zijn wereld.
De gebouwen voor waterzuivering, de 5 generatoren, de afvalwatercollectie en de ateliers vallen onder zijn bevoegdheid. Hij was maar al te blij dat we ook in zijn job geïnteresseerd waren en we kregen een uitgebreide toer. Indrukwekkend.
Achteraan een groot atelier, met schabben vol verfpotten en werkgerief (geen hamers waarschijnlijk) bevonden zich weer twee glazen kantoren waarvan één het domein was van Siri. Een wand vol ordelijke mappen waar de beste boekhouder in België trots op zou zijn. Ik propte mijn doppen nog dieper in mijn oren want het volgende wat we gingen bezoeken was het hart van het eiland : de generatoren. Prem mag dan de ziel zijn, de generatoren laten hier de hele boel wel draaien. We passeerden een enorme tank met duizenden liters diesel, een al even grote tank met water en dan kwamen we aan het supergeluidsgeïsoleerde gebouw waarin zich de enorme waterzuiveringsinstallatie bevond.
Siri legde alles uit aan Paul en ik nam foto's. De opzichter van de enorme machine draaide aan een kraantje en bood ons een kop ontzilt zeewater aan. Het was het lekkerste water dat ik al gedronken had! Veel aangenamer van smaak dan ons leidingwater thuis. In het volgende stadium werd pas de chloor toegevoegd en dat is eigenlijk jammer, maar waarschijnlijk wel noodzakelijk.
De twee nieuwste electriciteitsgeneratoren werden gestuurd door hypermoderne computers. Achter dubbelglas zagen we de bakbeesten van machines staan brullen. Siris uitleg was heel boeiend maar daar kon ik natuurlijk niks van verstaan. Met doppen in, tussen lawaai, proberen iets uit papadam-engels te distilleren via liplezen is me nog te moeilijk. Onder de glazen plaat van het bureau van de machinist zat een grote foto van een tijdschrift geklemd : een blondmodel met een lange rok en een ouderwets, groot bovendeel van een bikini. Behoorlijk gewaagd voor deze streken. Maar in dit hokje kwam natuurlijk nooit een mens, laat staan een toerist.
Buiten het gebouw doorliep afvalwater vijf filterbakken, tot in de laatste bak enkel zeer zout water overbleef. Het echte restafval dat niet tot zuiver water verwerkt kan worden wordt eenmaal per jaar door de beerruimerboot opgehaald. Er komt dus enkel proper zout water terug in zee terecht, via een lange pijp die aan de drop-off naar beneden gaat en in de diepzee uitkomt.
Iets verderop wandelden we langs de moskee. Misschien wel het mooiste gebouwtje van het eiland. In de arbeidsreglementen staat dat het personeel 5 maal per dag 15 minuten de tijd krijgt voor het gebed. (Vandaar dat de imam altijd een half uur vroeger stopt bij het voetbal omdat hij zijn moskee moet klaarmaken voor de gebedstijd.)
Temidden van alle technische gebouwen groeide eenbos vol schotelantennes en masten. De communicatie met de buitenwereld. Siri vroeg ook of ik graag de was-afdeling wou bezoeken. Zoiets moet ge aan mij toch niet vragen! Ik stond te springen!
.
Schoentjes uit en wij naar binnen. 3000 stuks worden hier per dag in enorme machines gewassen. Bergen vuile was liggen gesorteerd op de grond en worden continu in de machines gepropt. Aan de andere kant van de ruimte wordt gestreken en aan de muren bevinden zich legplanken waar alle soorten linnen en kleding voor het personeel netjes op naam op stapeltjes liggen. De orde is indrukwekkend!
Elke nationaliteit heeft zijn eigen wasdag. Zondag de Maledivianen, maandag de Bangladeshi en Pakistani en woensdag de Indiërs en Sri Lankanen. Hier is echt geen ruimte voor chaos (letterlijk en figuurlijk), aan de richtlijnen moet het personeel zich strikt houden.
Toen we voorbij Prem zijn woning kwamen posteerde ik me in zijn zetel op zijn terras, net zoals hij, met een sigaret en een grote asbak in de buurt, en liet Paul een foto nemen. Aangezien Siri me toch al gezegd had dat er twee vacatures waren - front office-manager en guest relations manager - en dat hij me de contracten alvast wou geven, zei ik hem dat ik Prem de foto van mij in Prems zetel zou sturen met het bericht : "Blijf maar lekker thuis in Sri Lanka, ik neem de zaak hier wel over." Siri vond het een heel geestig idee.
Na onze toer gingen we even naar huis, want ik was behoorlijk groggy van enkele uren met mijn doppen in te moeten rondlopen. Ik moest ook even bekomen van alle nieuwe indrukken.
Al snel moesten we als mango-lollypops alweer naar het restaurant om te gaan eten. We konden knus onder onze boom eten want er is een zeil gespannen, dat zelfs niet eens lekt! De regen klonk wel heel luid, maar alles liever dan ergens binnen gaan eten, wat Donald me heel bezorgd kwam voorstellen. Geef mij maar mijn boom en zicht op de lagune.
Toen we terug naar huis dabbelden zag ik een haaike in het ondiepe water tussen de bungalows zwemmen. Zo mooi, een grijze haai onder de kringen van de regendruppels. Feërieke fotos. De vogels waren ook gelukkig met de regen, ze kwamen baden in de plassen die tussen de rotsen ontstaan waren.
Door het slechte weer had ik vannamiddag rustig de tijd om voort te werken aan mijn fotoreeksen voor het management. Gezellig, hier knus aan mijn bureau, met alle ramen open. Ik had alleen koude voeten maar dan komen mijn zalige slaapsokken op de proppen.
Tegen half zes gingen we naar het voeren van de roggen kijken, want ik had ik nog altijd geen foto van hun mond... Bij de duikclub vertrok Mayna net met zijn kar om de afvalvis te gaan ophalen. Ik wipte met gele oliejekker en al in zijn kar en liftte mee tot groot jolijt van de staffmembers die we onderweg tegen kwamen. Als t regent moet ge voor wat plezier zorgen vind ik.
Een roggemond fotograferen is niet zo evident want die bevindt zich aan hun onderkant. Ik denk dan altijd : allez, stel u voor dat dat bij ons ook zo zijn. Ogen hebben die niet kunnen zien wat ge aan t verorberen zijt...
Ziet ge t al gebeuren dat wij zonder iets te bekijken, gewoon met onze mond wagenwijd opengesperd, over alle schalen van het buffet zouden dwalen en alles snel leeglikken en rücksichtsloss opslurpen, zodat er voor de andere toeristen niets overschiet. We zouden ons bij de pikante schotels nogal mispakken! Dan schoten we in een hoestbui en proestten heel t boeltje er terug uit, terwijl aan onze bovenkant de tranen in onze ogen sprongen en het snot uit onze neus (die zich dus ook aan de bovenkant zou bevinden) als een fonteintje in t rondspoot. Het buffet zou er nogal uit zien.
Soit. Met veel moeite geraakte ik aan twee fotos van hun bek maar nu staan hun ogen er weer niet volledig op...
Over dat roggenvoeren heb ik heel dubbele gedachten. Vele dieren vertonen schaafwonden, ook aan hun onderkant heb ik nu gezien en dat komt doordat ze zich tegen het schuine beton aanschurken en trachtten naar boven te klimmen om eerst aan de vis te geraken. Uiteraard raken ze ook gewond door de razendsnelle jacks die met hun concureren voor het voedsel. De zee bulkt hier van vis, dus hen extra voeren is voor niks nodig. De pros aan deze zaak begrijp ik ook wel, het is een gratis en uiterst succesvolle attractie voor de toeristen,waar ook de niet-onderwatermensen eens grote vissen kunnen fotograferen. Aangezien ze in de keuken 200 kg vis per dag gebruiken hebben ze veel afval en moeten ze daar toch ergens mee blijven, dus die roggen zijn ook een beetje de vuilbakken van het hotel.
Het gaat natuurlijk ook maar om een zestal, steeds dezelfde, roggen, die hun dagelijks diner ondertussen zo gewoon zijn als onze katten, en blijkbaar erg op die gewoonte ingesteld zijn. Al een uur voor etenstijd zwemmen ze om een goed plekje in het restaurant in te nemen.
Toch vind ik het erg dat ze gewond geraken. Ik hoop alleszins dat heel het gedoe de toeristen meer ontzag en liefde voor vissen bijbrengt, en dat het educatieve aspect iets aan hun milieubewustzijn doet.
Tegen zes uur was de cargo-dhoni leeg, en alle afvalkarton, plastic en piepschuim werden ingeladen en aan dek netjes gesorteerd en afgedekt met plastic zeilen zodat er geen afval in zee zou waaien. Hier worden ook geen isomo-chips gebruikt om kwetsbare goederen veilig te verpakken maar wel papiersnippers. Alle oude documenten (en ze hebben altijd veel papierkes nodig, dus er zal wel nooit een tekort ontstaan) worden door een versnipperaar gehaald en gerecycleerd als verpakkingsmateriaal. Veel zinniger dan het bij ons gebeurt. (Ooit heb ik het in een zending naar onze winkel meegemaakt dat ze, zoals wel vaker gebeurde - uit milieuvriendelijkheid maar vooral toch zuinigheid - hun papiermand leegkapten rond een versterker. Tot ik er eens een afgekloven appel in vond en ik het toch wel wat te ver vond gaan. Het was een Hollandse firma. Ze stuurden gewoon hun vuilnis op, dan waren ze daar ook weeral gratis van af.)
Ik nam van de harde werkers een foto - het allerlaagste personeel van een hotel, dat nooit in contact met toeristen komt, en dat anders nooit aan fotos van zichzelf geraakt om naar hun familie te sturen tracht ik altijd op de foto te krijgen - plaatste hun netjes bij de grote boot, (iets wat ge zelfs in papadam-engels niet aan die Bangladeshi uitgelegd krijgt). Ge moet hun hoogstpersoonlijk zetten waar ge hen wilt hebben. En dolblij schoten ze in een pose. Hun zondagse glimlach flitste binnen de seconde op hun snuitjes en roerloos bleven ze staan. Toch weeral een paar jongens die bij Raj hun foto zullen kunnen komen halen om hun thuisfront gelukkig te maken. Het was voor deze mensen een lange, lange dag geweest. Van voor zonsopgang waren ze in touw geweest met slepen en sleuren tot zonsondergang. Op zon momenten zoudt ge nog blij zijn dat ge moslim zijt en recht hebt op uw 5x15 gebedsminuten. Alhoewel, dan ligt ge daar weer in zon ongemakkelijke houding met uw poep in de lucht. Echt ontspannend kan dan ook niet zijn.
Om zes uur hadden we afspraak bij de duikclub, hoewel we pas rond 7 uur zouden gaan nachtsnorkelen. Niet erg want zo hadden we eens de kans om met alle leden kennis te maken. Vooral de piepkleine Shaya die ons vanavond ging begeleiden bleek heel goed mee te vallen. Feilloos engels, zelfbewust, moslim maar niet fanatiek, intelligent, met zin voor humor. Ze bleek gitaar te spelen en liedjes te componeren, en miste haar instrument ook enorm. Ineens zaten daar twee gelijkgestemde zielen naast mekaar en kon ik me rustig bezighouden met wat notities te maken van wat ik vandaag allemaal gezien had terwijl de avond viel.
Toen het volledig donker was trokken Shaya en ik onze wetsuit aan, ze nam vier lampen (één op reserve), Paul vroeg of de batterijen vol waren, en we wandelden de rimpelloze zwarte zee in. Na minder dan een minuut was Paul zijn lamp leeg en kwam de reserve al goed van pas. Shaya merkte direct dat we geen beginners waren en we niets zouden beschadigen, dus liet ze ons de vrijheid. Nu niet dat we daar veel mee vooruit waren. Het was hoogtij, alle mooie dingen lagen meer dan een meter onder ons, het bereik van de lampen was ronduit belachelijk, de lichtcirkel veel te klein, en mijn fotoapparaat krijgt s avonds altijd de neiging om keihard in de lach te schieten : ge denkt toch niet dat ge met mijn flashke verder dan 30 centimeter in zee gaat doordringen zeker! Nee dat weet ik al wel langer, ik reken in zon omstandigheden echt wel op een goeie duiklamp. Niet dus.
We zwommen tussen vele grote vissen waarvan ik er natuurlijk geen enkele op de foto kreeg, dus besloot ik me toe te leggen op de featherstars die ondertussen uit hun holen gekropen waren, en zich her en der op puntjes van rotsen geposteerd hadden om plankton te vangen.
Ik merkte dat ze hier zo lichtgevoelig waren dat ze haast onmiddelijk hun tentakels oprolden en het gedaan met wuiven was. Dus moest ik een truk verzinnen. Als ik er eentje zag zitten, richtte ik mijn lamp op een steen daarnaast, probeerde mijn fotoapparaat tegen de zijkant van mijn lamp te drukken zodat ik in het lichtcirkeltje kon scherpstellen en draaide dan mijn licht naar het dier. In de luttele seconden voor mijn flash afging was dat beest natuurlijk terug opgerold. Pft, zo kan ik ze overdag ook wel trekken.
Er zwommen ook flink wat murenen rond maar dat was helemaal onbegonnen werk. Lamp én fotoapparaat tegelijk én stabiel én gericht houden op een zwemmend beest... Ik moet het niet uitleggen zeker. Maar toen er onder mijn buik een haai doorzwom wou ik toch nog eens een poging wagen. Het werd een hilarisch fiasco. Toen we later op het terras nieuwsgierig onze film bekeken bleek mijn lampschijnsel zich steeds vlak voor de neus van de snelle haai te bevinden zodat het wel leek of ik hem de weg wees. Als ge héél goed ziet, ziet ge een haai achter mijn lichtcirkel aanzwemmen, maar dat is dan ook alles. Indrukwekkend stukje film weer. Een pareltje voor onze collectie bloopers.
Zelfs de koralen aan de steiger fotograferen was geen groot succes. Tot mijn grote vreugde vond ik wel een grote kreeft die wou poseren. Net op dat moment begon mijn lens aan te dampen. Paul was al lang op de terugweg (toen wist ik nog niet dat zijn reservelamp ook al de geest gegeven had), ik riep hem terug zodat hij tenminste dat sierlijke dier kon filmen. Ondertussen waren we al meer dan een uur bezig in plaats van de geplande 45 minuten.
Achteraf was Shaya dolgelukkig met de snorkel, hoewel ze er met veel tegenzin aan begonnen was (oh, het water gaat zo koud zijn na al die regen, zouden we dat echt wel vandaag gaan doen?...). Toen we op het terras overenthousiast met mekaar zaten te praten klonk ze al heel anders. (Wat een geluk dat we gegaan zijn! Een ideaal moment! Geen stroming! Zo helder! Wow, dat was een goed idee!)
Eigenlijk moet ge als ervaren duiker zoiets toch zelf van tevoren kunnen inschatten.en voor de prijs die ze vragen zouden ze ook wel ineens degelijke lampen mogen meegeven.
Met onze bloederige gele jassen over de arm trokken we in de duisternis huiswaarts. Inderdaad bloederig, omdat ik zo stom was geweest om die jassen op een stoel te leggen vlakbij waar de roggen gevoederd werden en er bloed van het visafval op de binnenkant van de oliejekkers gespetterd was.
Snel gingen we ons verkleden voor ons kreeftendiner; We stapten buiten en zie, daar goot het weer. Dus namen we oliejekkers... maar die hadden we nog niet proper gemaakt... Dan maar eerst die jassen afgesponsd. Zoals altijd kwamen we weer rijkelijk laat aan tafel.
We werden geserveerd door een kelner, a waiter, die we niet kenden. Hij maakte zijn naam volledig waar door een boom verder te staan wachten of we tijdens ons eten toch zeker niets nodig zouden hebben. De waitende waiter. Normaal zou hier ik de koude kriebels van krijgen maar dat is in dit land nogal moeilijk, en trouwens hij amuseerde zich best met ondertussen vanalles op zijn gsm te doen. Modern times.
We waren nog maar aan het voorgerecht van onze special dinner, garnalencocktail, toen de chef in hoogsteigen persoon zijn opwachting aan onze tafel kwam maken. Of alles toch zeker naar wens was?... Geen twee minuten later verscheen ook Donald uit het niets. Typisch Donald. Nu ja, onder onze donkere boom aan ons tafeltje verlicht met 1 kaars onverwacht opduiken is nu ook weer niet zo moeilijk. Dus hadden we al twee tafelheren en de wachter. Donald kwam ons nog eens verzekeren dat ze echt voor alle klanten heel erg goed zorgden maar dat wij nu eenmaal recht hadden op iets meer na al die jaren. Nummer drie die het rijtje kwam vervolmaken was Rajeeva. Die kwam ook informeren of alles toch zeker in orde was, en zich verontschuldigen dat de hogere staff vanavond naar een verjaardagsdiner van een van hun collegas ging en dat ze ons geen gezelschap konden houden. Het is maar wat ge geen gezelschap noemt. Drie managers die voor uw neus staan, en dan nog de waiter naast zijn boom. Eenzaamheid is anders.
En dat die dan weigeren om gezellig een stoel bij te schuiven, en in godsnaam dat onnozele Mister en Madam weg te laten, daar krijg ik iets van. Sri Lankanen en hiërarchiën, t is niet simpel... Maar ja, hoewel ze bij Prem hun hart en ziel uitstorten, en hem als een vader zien, noemen ze hem toch ook Mister Prem als ze hem bellen. Die mensen zijn toch zoveel eerbiediger en respectvoller als wij. Twintig jaar geleden deed ik nog aan heel dat gedoe mee, maar dat hing zo mijn nikkel uit dat ik dat al snel overboord gooide. Ik blijf liever mijn zotte zelf en ze hebben daar eigenlijk totaal geen moeilijkheden mee, t is alleen zo jammer dat ze het zelf niet kunnen. Allez, ge kunt toch moeilijk mister gaan zeggen tegen iemand die als ge hem tegenkomt twee kussen geeft, en met mekaars armen om mekaar geslagen voortwandelt?
Na het voorgerecht werd de zeevruchtensoep geruisloos geserveerd, ik zei tegen onze trouwe wachter dat hij gerust met alles mocht rammelen, dat ik mijn oren wel even dichtstopte bij het afruimen. Maar daar had hij dan weer geen oren naar. Met de precisie een chirurg waardig ruimde hij alles af, zonder iets te laten kletteren of klinken. Een oefening die mij toch een paar weken gekost heeft om ze feilloos onder de knie te krijgen, en waar Paul na een jaar nog altijd niet in slaagt. Straffe kerel.
Vervolgens werd er een kreeft onder onze neus geschoven die ze héél rijkelijk onder Sri Lankaanse kaas bedolven hadden. Een vorm van Kreeft Thermidor. Ze zouden dat zon beest niet mogen aandoen. Kreeft eet ge puur natuur, gezellig uit de poot. Het leven zou zo simpel kunnen zijn.
Toen kwam er ook nog een nagerecht aangerukt waarvan we echt niet meer wisten hoe onze maag dat zou gaan bolwerken. Een zalig krokant korfje met kaneelsmaak gevuld met ijs en de duurste vruchten die hier te krijgen zijn : appelsien en appel. Daarnaast lag ook nog een gevuld zakje bedrukt met hartjes en netjes dichtgebonden. Het woog nogal zwaar - onze maag zou dat niet zien zitten - dus besloten we dat in de handtas met de 13 vakken mee te nemen. (Waar al drie cameras in zaten).
Thuis bleken de raadselachtige zakjes een kleverig iets afgescheiden te hebben, ik legde ze snel in de ijskast (iets dat koelt verstijft volgens mij), en ik kon een partitie van mijn handtas gaanwassen. Voor de eerste keer was ik blij dat ze zoveel aparte vakken had. Het was hier deze avond echt wel een privé-wasserij aan t worden. Eerst de bebloede jassen, dan de plakkerige handtas. Al heel blij dat ik Irma nooit mee op reis neem. Ik weet nu weer heel goed waarom.
Tijdens het ontbijt zagen we een hele wolk geel met zwart gestreepte visjes zwemmen. Het is fascinerend dat ge weet hoe dat er onder water uitziet en wat ze aan het doen zijn en wat een gewarrel het is. Soms stopte de school, waren ze amper zichtbaar, en dan zwommen ze plots weer verder in een uitgerekte hoop tot aan de volgende lekkere rots. Ik probeerde ze te fotograferen telkens ze door een golf wat opgetild werden, maar ze waren te ver in zee om er iets zinnigs van te brouwen. Niet erg, we zouden ze later wel tegenkomen en dat is nog veel plezanter.
Plots rinkelde onze gsm en wie was er tot onze opperste verbazing aan de lijn? Het Sony-repair center van Male!! Gewoon om te informeren of alles in orde was met de cameras en of we tevreden waren met de reparaties. Stel u zoiets voor! Een firma die weet dat ge toeristen zijt en waarvan ze beseffen dat ze ons nooit meer gaan zien, onderneemt zon klantvriendelijke actie! Het zou bij ons niet waar zijn. Hier kunnen firmas als Belgacom en Proximus nog aardig wat van leren. Ja, als ik ooit kan terugkomen breng ik al mijn kapotte rommel mee.
Mijn achterwerk begint er uit te zien als die oude ijswafels van Ola. Vanille, aardbei en chocolade. Door het dragen van allerlei soorten bikinis - en vooral niet te vergeten de grote zwembroek van Paul - heb ik nu een poep in alle schakeringen van wit, roze, rood tot bruin. Stom dat een mens hier eens niet in zijne pure kan gaan zwemmen, dan zou ik dat onderdeel (of beter gezegd : dat bovendeel) misschien nog in orde krijgen. Maar zelfs al zou het mogen, het zou geen zicht zijn. Als ik snorkel drijft mijn zitvlak boven en als ik het op film zie dan lijkt het wel een eiland. En nog niet t kleinste van de Malediven. Eén van de dagen landt er nog een reiger op. Ik zal hier maar nooit een zandkleurige bikini dragen.
Het is wel bevreemdend dat mijn achterzone hoger boven water uitsteekt dan bij andere mensen... Kan niet missen dat ik zoveel moeite moet doen om te duiken en al mijn lucht uit mijn longen persen voor ik naar beneden ga! Enfin, we zullen hier verder maar over zwijgen, want ik voel dat het me te ver gaat leiden en dan kan ik weer gaan censureren als ik mijn verhaal op mijn blog wil zetten...
Toen we gepakt en gezakt over onze vlonder liepen om te gaan snorkelen kwam ik een man met een grote schroevendraaier tegen. Interessant want één van onze bedjes is een vijs kwijt. En enkele andere steken er gevaarlijk uit. In plaats van het probleem mondeling uit te leggen, en weer heel veel tijd aan een toch onbegrepen pantomime te verkwisten, troonde ik hem maar ineens mee naar de kamer om het aanschouwelijk voor te stellen.
De man begreep het probleem. Totaal onverwacht begon hij met de steel van zijn schroevendraaier op de uitstekende vijzen te kloppen. Jawadde. Van 't schrikken stak ik mijn vingers bijna in zijn oren in plaats van die van mij!
Ze zijn niet meer te tellen, de werkmannen die ik in hotels al een schroevendraaier als hamer heb weten gebruiken. Hebben die mensen iets tegen hamers? Verbiedt hun godsdienst dat? Vinden ze dat te zwaar om mee te slepen? Ik weet het niet, alleszins ik doe al lang geen moeite meer om "de missionaris van het gebruik van gereedschap" uit te hangen. Daar ben ik jaren geleden al mee gestopt. Alleszins ik heb nu toch weeral drie goed ineengklopte vijzen, en ooit zal nummer vier ook wel opdagen.
Om elf uur was het laagtij, dus het ideale moment om naar de goddelijke zone van de verschillende fish-washen aan de drop-off te zwemmen. Het was wel een hele klus er te geraken. Op de punt voor ons terras komen twee stromingen samen en daar is het makkelijk zwemmen, maar... eer ge daar zijt...
Erg genoeg zie ik altijd al zoveel mooie dingen onderweg dat ik mijn doel pas bereik als mijn eigen batterij en die van mijn camera al half leeg zijn....
Het was er weer prachtig vandaag! Ik kwam terecht tussen een 30-tal blauwe papegaaivissen die als razenden aan 't grazen waren! Ik draaide me om (met zo'n duikmasker heeft een mens echt "tunnel-vision", ge hebt totaal geen overzicht) en kwam totaal onverwacht terecht in een reuze school van die kleintjes die ik een uur vroeger vanop mijn terras had zien zwemmen. Ze waren heel gastvrij en ik mocht van lekkere rots naar smakelijk koraal meedartelen. Van zo'n school deel mogen uitmaken is een van de zaligste dingen in 't leven. Ge voelt u puur natuur. Op uw rood eiland dat boven water drijft na natuurlijk.) Ik keek weer eens opzij en plots werd ik omstuwd door een groep van grijze vissen die me ook hartelijk welkom heetten. Mijn geluk kon niet op. Ik ging van school naar school, doorliep de humaniora op een half uur en stak dolgelukkig mijn kop eens boven water. Dat was een beetje pijnlijk. Meegevoerd door mijn enthousiasme was ik de hele tijd tegen stroom blijven zwemmen en zat ik terug op mijn beginplaats. Kon ik weer heel dat eind gaan terugzwemmen om ooit aan de fish-wash te geraken waar Paul al enigszins ongerust op me hing te wachten. Het is wel een goeie fitness, en veel toffer dan een echte fitness, want ik kom tenminste met fotokes thuis, wat ge van zo'n bandloper niet kunt zeggen.
Ik had gehoopt om wat macro-opnamen te maken van de kleinste beestjes, maar de zee was veel te woelig. Ik was al een paar keer opgetild door een golf en nogal meedogenloos op een rots neergekwakt met mijn buik, dus gekker moest ik het vandaag niet gaan maken. Maar niet getreurd, er waren genoeg andere dingen te beleven.
Een vis die lichtblauw was en zich om de paar minuten in een zwarte vis omtoverde, speelde flink met mijn voeten. Ik zag hem, dook, ging een beetje in balans hangen, wou een foto nemen... en weg was de blauwe vis. Hoe ik daar ook hing rond te draaien, hij was verdwenen. Pas na een tijdje werd het me duidelijk dat hij van kleur kon veranderen. Nu werd het helemaal plezant. Nu kon ik elke keer mijn belichting gaan bijstellen als ik beneden was naargelang meneer van kleur was veranderd. Oh, wat droom ik van een apparaat dat zijn belichting automatisch aanpast...
Het was een heel bewolkte ochtend, dus donker onder water en vrij kleurloos, daarom besloot ik maar wat te filmen. Meeliften met zon school levert altijd een stukje mooie film op.
Uiteindelijk waren onze batterijen ver leeg en besloot ik nog een mooi eindshot van Paul te maken. Ik kiende mijn prachtshot zorgvuldig uit. Bekeek de richting van de lichtinval, de stroming, zocht een schoon koraaltje om te beginnen filmen en een mooie plek om te eindigen. Ik deed Paul teken wat tussen een bontgekleurde bende te gaan zwemmen. Ik wou mijn travelling beginnen, maar mijn echtgenoot dook naar een stom rotske en ging daar hangen. Geen beweging in te krijgen. En maar trachten te glimlachen met die snorkelpijp in zijn mond. Aangezien mijn camera haast nooit op filmstand staat dacht die mens dat ik een fotoke ging pakken. Daar ging mijn schoon berekend shot. Mijne man hing daar. Ik moest plots denken aan die vent die hier getrouwd was en die zijn onnozele pose. Ik proestte het ineens uit, schoot naar boven, vergat mijn camera af te zetten, en dobberde daar hulpeloos met de slappe lach rond. Het was weer een hele kunst mijn kop boven water te houden, want als ge lacht valt uw mondstuk uit. Ondertussen kwam ook Paul opgedoken, zwom naar me toe, en vroeg wat er zo grappig was. Met horten en stoten, en ondertussen volle happen zeewater slikkend van t lachen, trachtte ik het uit te leggen. Uiteindelijk hingen we daar allebei te gieren. Al goed dat in uw broek plassen hier niet opvalt. Toen we eindelijk tot bedaren waren gekomen, bleek dat we ondertussen niet gezwommen hadden en een flink stuk in zee meegevoerd zijn. Gelukkig zijn we snelle zwemmers.
Moe maar gelukkig ben ik dan aan een totaal verkeerd ingang de lagune binnengesparteld als een potvis op krukken. Achterwaarts met mijn vinnen over de stenen stappend. Wat is op zon moment een mens toch elegant... Och, ge moet de mensen die op hun terraskes zitten te kijken ook hun amusement gunnen vind ik.
Enigszins moe door het mulle zand tot aan het zwembad gedabbeld, en neergezegen om met een lekker zoete fruitsapmix bij te komen.
Naar huis, fotos opladen, een pareo rondslaan, gaan lunchen. Kortom de normale routine.
Vandaag ging ik eindelijk voor het eerst eens de berenfotos maken voor mjn verhaal, waar ondertussen nog altijd geen letter van geschreven is. Het zal er deze vakantie ook niet meer van komen, maar dan heb ik toch alleszins de basisfotos al.
Aan de rand van het water, vlak aan onze tafel, waaide de wind in een veilige richting en begon ik mijn beren op te stellen, met als ruggesteun peper- en zoutvaatjes. Eens mijn opstelling gemaakt, ging ik op mijn buik liggen om mijn fotos te maken.en uitgerekend op dat moment komt Aïsha met haar reuzenbek daar aangestapt! Ik heb mijn beren en al hun accessoires nog nooit zo rap in veiligheid gebracht. Gelukkig heb ik er deze keer maar vier bij. En hun hond natuurlijk. Aïsha vond het duidelijk niet eerlijk dat ik dit speelgoed niet met haar wilde delen. Uiteraard heb ik haar met een dikke knuffel getroost. Vervolgens begon ze spullen van onze tafel te pakken. Niet moeilijk, ze torent met gemak boven het tafelblad uit en met die lange snavel krijgt ze alles vast wat los zit. En alles los wat vast zit ook.
In de verte zagen we mensen klaar voor hun vertrek. Ze stonden aan een dhoni en niet aan de speedboat dus was het duidelijk dat ze met het watervliegtuig zouden vertrekken. Omdat we de laatste dagen aan t overwegen zijn om ook met het vliegtuig terug te keren, omdat de zee zo onstuimig, is wilden we eens bekijken hoelang het zou duren eer ze vertrokken waren.
We posteerden ons in de strandbar en wachtten af. Dat deden die arme Chinezen ook, die ondertussen al 10 minuten in die dhoni zaten te sjokkelen. Uiteindelijk vertrok de boot dan toch en vaarde naar het ponton ver in zee. Daar moesten de sukkelaars dan nog een kwartier zitten hotsen en botsen voor het vliegtuig kwam. Toen alles en iedereen ingeladen steeg het vliegtuig op. Uiteindelijk had het hele gedoe een dik halfuur geduurd. De vlucht zelf duurt 25 minuten, maar als er een tussenlanding is op een ander eiland, wordt het al snel 45 minuten eer ge op de luchthaven bent.
Dus besloten we dat het zinloos was om voor een dure vliegtransfer te kiezen. Uiteindelijk zit ge ook lang op boten te sjokkelen en veel tijdswinst is er niet. We zullen zondagmorgen wel met de speedboat gaan, godweet, misschien is het weer tegen dan omgeslagen... Daarnet zijn er zelfs enkele regendruppels gevallen. Het klimaat zit hier ook duidelijk in de war.
Dagelijks zien we mannen met kruiwagens een zandbank oprijden, hun wagentje vol zand scheppen, en het gaan droppen op het eiland. Ze moeten hun eiland hier dagelijks terug heruitvinden. Onder het verwaaide zand voor de strandbungalows kwamen plastic zakken bloot. De bodem van het eiland is dus al eens met zandzakken opgehoogd en nu verhogen ze nog verder. Nog even en de Malediven worden omgetoverd tot een gebergte. Als het klimaat dan nog een beetje verandert, kan het hier nog een fijn skigebied worden.
Ik vraag me intens af of ze hun strijd tegen de elementen gaan kunnen winnen, en of er over 25 jaar überhaupt nog sprake gaat zijn van deze atollen...
Ik dacht dat ze mij hier met niks meer gingen kunnen verbazen, maar ze overtreffen zich keer op keer.
Vanavond zag ik Donald, hij was aan t werken, zoals altijd, maar ik gaf hem toch een snelle knuffel en hij zei plots met droeve ogen dat hij al drie dagen triest was. Ik vroeg direct of zijn lumbago pijn deed, of het nog van de begrafenis van zijn ma was. Maar nee. Het was omdat wij binnenkort vertrekken. Hij stelde nog maar eens voor dat ik alleen nog wat langer hier zou blijven, en Paul naar huis gaan laten repeteren.
Daarna tijdens ons hoofdgerecht stond plots de chef aan onze tafel. Die kwam vragen of het nu toch eens niet hoog tijd werd dat we kreeft zouden eten. Ik ben heel content met het eten van het buffet maar als ze aandringen, tja, wie zou dan een kreeftje weigeren? Dus morgenavond eten we kreeft! Hij nodigde ons ook ineens uit voor een bezoek aan de keuken morgen, want dan komt de bevoorradingsdhoni en dan kunnen we eens zien hoe de 200 kg vis die ze dagelijks gebruiken gestockeerd wordt, en waar ze hun 1000 kg ananassen voor de komende 10 dagen gaan laten.
Achter de schermen mogen kijken was al lang een stille wens van me, maar ik had hem niet durven uitspreken. Ze doen al meer dan genoeg voor me. Maar nu het zo maar door chef Viswajith aangeboden werd, was ik zo blij als een kermisvogel. Naderhand bedacht ik dat ik de rondleiding natuurlijk met doppen zou moeten doen, en dat ik niks van de uitleg zou verstaan, maar dat is dan maar zo. Om ons babbeltje niet te moeten onderbreken liet de chef dan ook nog een speciaal dessert aan onze tafel serveren. Op sommige momenten lijk ik in een droom terecht gekomen. Ik schrijf alles maar op, zodat ik me in slechtere tijden kan herinneren hoe goed het leven nog kan zijn.
Haris vertelde vanavond zaken die me ook erg verbaasden. Maar dan dan wel in negatieve zin. Er schijnt een enorm drugsprobleem op de Malediven te zijn. Hier? In de uithoek van de wereld?
Blijkbaar heeft gemiddeld elke familie wel twee personen die drugs nemen. De miserie is begonnen toen de ministers van de vorige regering drugs binnenhaalden met hun diplomatieke valiezen. Vele jonge mensen raakten verslaafd en nu bestaat er een bloeiende handel die moeilijk terug in te dijken is. Er zijn zelfs rehabilitatie-centra op sommige eilanden. Dat het in dit paradijs ook al zover moest komen...
Het is hier natuurlijk makkelijk om drugs in te voeren. Ge kunt onmogelijk elke boot die op elk eilandje aankomt controleren. De handelaars zijn ook erg inventief. Zo is er een bende opgerold die de drugs waterdicht verpakt in zee bewaarde. Hun handel kwam aan het licht door een snorkelaar die zag dat ze in een beschermd natuurgebied op kreeften aan t vissen waren. Hij verwittigde de politie en die vond geen kreeftenvissers maar heroïnevissers...
Er wordt geklopt, de roomboy wil de avondservice van de kamer doen. Ik weiger dat simpelweg, het is te stom dat dan weer die handdoeken gewisseld worden voor niets. Deze keer had ik wel graag dat hij mijn asbak leeg maakte. Aangezien ik niks aan had gaf ik hem aan Paul. Die deed de voordeur open, en whoosh, kreeg heel de inhoud, behalve de peukjes in zijn lenzen. Wat een verassing toch weer. Ja, het waait hier nog altijd redelijk hard.
Hilarische filmpjes van mensen die denken dat ze kunnen zingen. Vooral met het tweede filmpje - een dame die "Without you" zingt - lag ik te rollen van 't lachen. De ondertiteling is trouwens ook grandioos. De situatie is zó herkenbaar! Ik blijk ook altijd terecht te komen tussen mensen die dit soort van wonderlijke Engels spreken. Geniet er van!
18. Een rots met gele ogen en zwemlessen per mail.
Al terwijl ik wakker werd voelde ik de tranen achter mijn ogen prikken. Ik liep buiten, knielde op mijn ligbed, legde mijn kin op de rand van de terrasleuning en liet mijn tranen de vrije loop. Deze keer geen druppel op een hete plaat, maar water naar de zee dragen. Als ik dood ga kunnen ze best mijn as in de Nete gooien en op de lange duur zullen enkele moleculen wel tot hier gedreven worden. Voor de eerste keer in haast 20 dagen wou ik weer dat ik dood was. Ik voel me door die hyper-acusis toch zo een nutteloos lastpak. Het is enigszins onrealistisch, want ze zijn hier te klein en te goed doorvoed, maar ik wou dat een haai me hier opvrat en dat ik voor altijd een deel van deze stille oceaan zou uitmaken en de terugtocht naar de Westerse lawaai-wereld niet meer hoef mee te maken. Uiteindelijk besloot ik dat het een beter idee was om de vissen toch maar eens levend te gaan bekijken, de schoonheid van de zee zou de lelijke gedachten wel verdrijven.
Momenteel is het s ochtends laag water. Dat maakt het extra prettig, dan kunnen we naar de prachtige fish-wash vlak voor ons terras gaan. Hij ligt dan niet zo heel diep en dan is het er dankbaar fotograferen. Het is natuurlijk niet omdat hij in vogelvlucht op amper 50 meter van onze kamer ligt dat we er op een minuutje zijn. Deze huisjes hebben geen privé-laddertje om in het water af te dalen, vandaar dat we eerst heel de vlonder af moeten lopen, om dan langs het strand een opening in de betonnen zeewering te zoeken, waar tenminste nog 30 cm water in staat, om tussen de blokken naar zee te zwemmen. Het is heel belangrijk om de juiste kant te kiezen, zodat ge met de stroming mee kunt drijven. Hoop en al neemt dit toch wel 20 minuten in beslag.
Maar het is meer dan de moeite waard. Alle soorten vissen hangen daar rond. Het is de populairste hang-out van groot en klein. Schoolvissen zowel als eenzaten. Als altijd zweven er wel enkele lange wit-zwart gestreepte sweetlips boven de schotels van koraal. Soms wordt er ook al eens een tijgervis (of "harlequin sweetlips") door de spichtige blauwe visjes gewassen. Die schuwe tijgers zijn prachtig van tekening maar moeilijk te benaderen. Maar deze magische plek heeft niet alleen veel vissen te bieden. Als ge goed kijkt en geduld hebt - en de zee niet te hard klotst zodat ge enigszins stil kunt hangen - ziet ge al de kleine wezens, wormen en krabben en moeilijk-te-benoemen-dingen, die tussen de tere koraalarmpjes hun bescherming zoeken. Zon kleine perfecte diertjes.
Op een bepaald moment hing ik ondersteboven in nóg maar eens een poging één van de weinige doopvontschelpen te fotograferen, tot ik me plots bekeken voelde. Ik draaide mijn kop en zag 1 geel oog. Oeps, een rots die me aanstaarde. Ik wist onmiddellijk waar dat oog deel van uitmaakte : een steenvis! En deze keer een grote dikke. Hij was enorm goed gecamoufleerd. Heel zijn lichaam groeide vol mosjes en was beplakt met steentjes en koraalafval. Onderaan had hij gele vleugels, maar beweging was er niet in te krijgen. Ondanks de moeilijke omstandigheden - hij trok zich terug onder een rots, en mijn camera zat in een beginnende "David Hamilton"-fase - heb ik er toch mooie foto's van kunnen maken. Niemand zal weten wat hij ziet, dus ik moet weer goed oppassen dat ik die foto's niet per ongeluk wis. Eens ge de omtrekken van de vis herkent ziet ge ook moeiteloos zijn ogen en zijn reusachtige gekromde bek met dikke lippen. Aan dit exemplaar zouden de poetsvissen hun hartje kunnen ophalen. Alleen zouden ze de kans niet krijgen, hij zou hen direct verlammen en opvreten.
Deze keer zat er ook een flinke murene in de fish-wash. Normaal openen en sluiten ze hun bek om de paar seconden, maar deze zijn bek werd gepoetst en hij hield braaf zijn mond wagenwijd open. De slanke poetsvissen drongen met twee tegelijk zijn kieuwgaten binnen en, o wonder, ze zwommen er langs zijn gapende bek terug uit! Prachtig om ze bezig te zien! En zo wonderlijk dat een vis weet naar welke plek hij moet komen om zich te laten schoonmaken, en vooral dat hij zijn personeel daarbij niet per ongeluk naar binnenslokt. Ik vraag me af of er soms toch niet eens per abuis een werkongeval gebeurt... "Sorry, sorry, sorry, ik heb per ongeluk de ruitenwasser opgegeten. Wat is mijn schuld?"
Toen mijn scherm helemaal aangedampt was heb ik maar wat met het blote oog zitten cadreren, en hopen en bidden dat als ik afdrukte ik niet ondertussen een halve meter afgedreven was. Het is bijna als gokken, maar het heeft nog toffe dingen opgeleverd. Met een wazig randje vanzelfsprekend. Het was een lange weg terug, maar ik had het geluk ook nog het onderaanzicht van een reiger te kunnen fotograferen. Een reiger hoe een vis hem moet zien. Een indrukwekkend beest toch wel. Zeker voor een klein viske.
Even aan het zwembad alles gaan spoelen en zitten uitpuffen. Het was gloeiend in de zon maar het eiland werd omringd door donkere wolken. Alleen wij zaten in een oase van licht. Toen was ik blij dat we die snorkeltrip gisterenavond al afgezegd hebben. Met een wilde zee, en eventueel regen, hebt ge er toch niet veel aan.
Eigenlijk had ik geen zin om te gaan lunchen omdat ik me nog altijd niet lekker voel, maar mijn maag haalde toch de overhand. Alsof hij me rook kwam Donald uit de bosjes opgedoken. Ik kreeg een flinke bolwassing : We zorgen voor al onze gasten zo goed als we maar kunnen, maar voor pioneer guests doen we gewoon nog wat extra en dat hoort ook zo, dat moet ge leren aanvaarden. OK boss. Haris wachtte me bezorgd op, dus ik toverde mijn breedste smile tevoorschijn. Toch bekeek hij me extra goed, pakte mijn pols en vroeg of ik me toch echt wel beter voelde. Na al die tekenen van bezorgdheid kunt ge u moeilijk anders dan beter voelen.
De namiddag heb ik rustig in mijn huisje doorgebracht, wat lezen, wat zonnen, wat naar de zee kijken. De wolken, letterlijk en figuurlijk, begonnen op te lossen. Ik begin wel die razende wind echt beu te worden. Zowel voor mijn oren als voor mijn onderwaterfotos.
s Avonds vertelde Haris hoe weinig hij in zijn leven al thuis was geweest. Zijn jeugd had hij doorgebracht in de beste kostschool van de Malediven, maar die lag op een eilandje helemaal onderaan in de zuidelijke atol, dus hij kon maar 1 keer per jaar naar huis. Later begon hij op hoteleilanden te werken en dan had hij de keuze : om de paar weken een paar dagen naar huis, of liever 3 of 6 maanden werken en dan enkele weken thuis kunnen blijven. Ge zult maar op een eilandengroep op de wereld komen Gelukkig is er nu voor deze mensen internet
Paul ging aan de bar nog even met de vaste gitarist van de hotelketen babbelen - die trekt al 25 jaar van hotel naar hotel om daar de live-muziek te verzorgen - en het eerste wat die man zei was dat Prem de beste mens was die hij ooit op aarde tegengekomen was. Ge kunt echt geen mens tegenkomen of ze dragen hem op handen. Prem for president!
Toen de man van zijn vakantie terug kwam en hier de eerste keer aan het zwembad stond te spelen moest ik hem passeren met mijn vingers in mijn oren. Ik was toch zó beschaamd! Wat moet die mens gedacht hebben?! Ik lachtte hem dan ondertussen ook nog vriendelijk toe ,dus ik vrees dat die denkt dat ik een echte lunatic ben. Vandaar dat ik heel blij was dat Paul er mee ging praten en de zaak tenminste wat kon uitleggen. Het is trouwens een getalenteerde muzikant, hij speelt niet alleen gitaar maar ook saxofoon en panfluit. Natuurlijk blijft het allemaal wel wat cruisebotenbarmuziek zoals overal in hotels...
Paul is alleszins blij dat die man terug is want hij was niet zo gelukkig met het idee om hier te gaan spelen. De gitaar van Robert is nogal een krakkemikkig geval. Volgende keer brengt hij één van zijn eigen gitaren mee. Dat zal weer lachen worden bij de controle van de grootte van de handbagage Robert en Rachid zijn triest nu de betere gitarist is aangekomen. Nu vallen hun beperkingen nog veel meer op. Ze kwamen vragen of Paul hen zang- en gitaarles wou geven. Via het internet. Daar zal weer veel volk naar komen kijken Het lijkt een beetje op zwemles via mail vind ik.
Het is wel fijn zo van op het terras in mijn huizeke in de verte de muziek te horen terwijl ik hier zit te schrijven. Ja, t leven kan schoon zijn. Alhoewel het er vanmorgen niet zo uit zag.
Elke sneeuwvlok is verschillend. Is dat zo? Dat zie je in dit artikel. Alweer een wonderlijke wereld die opengaat. We zullen sneeuw nooit meer met dezelfde ogen kunnen bekijken...
Morgen, (of overmorgen) lopen de reisverhaaltjes verder, maar eerst enkele foto's over "mijn huisdier" op Ellaidhoo, Aïsha, de roze pelikaan!
Mijn ogen stonden op steeltjes toen ik dit prachtdier voor het eerst zag! Dit is Aïsha met haar vaste begeleider. Wie van de twee de baas is weet ik nog altijd niet.
Een eerste schuchtere kennismaking. Zou zo'n beest bijten? En zou dat erg pijn doen?...
Aïsha : "Begot! Hebben ze hier een roze kieken bij mij gezet! Ze gaan toch niet denken dat ik dáár mee ga kweken?!!!"
Ooooooh! Mijn doelstelling was al snel gemaakt. Binnen de twee weken zou die dikke lieverd op mijn schoot zitten!
"Gelooft ge me niet misschien? Denkt ge dat mijn schoot te klein is? Ik zal flink zwemmen dat mijn buik wat krimpt, dan zal 't wel lukken!"
Aïsha : "Madaaaaaam!!!! Op uw schoot??! Denkt ge misschien dat ik een poes ben!"
Aïsha : "Jawadde. Dat is wel een bangelijke toerist. Hoe ga ik die temmen?..."
Aïsha : "Aiaiaiai... hoe moet ik die madam de volgende 14 dagen van mijn lijf houden?... Misschien wil ze wel met een balletje spelen? Het is te proberen."
Laathi : "Oh hoe lief! Dat beestje verveelt zich en vraagt om met haar te spelen!!!"
Aïsha : "Mens toch, op dit eiland is het hard werken. Toeristen entertainen... ge moet er toch een speciale gave voor hebben... Allez, daar gaan we weer. Gelukkig worden ze dat snel moe, trekken ze een foto van me, en dat is het dan."
Aïsha : "Pffffft. Ik heb het weer getroffen... 't Is een toerist die het niet rap beu wordt..."
Aïsha : "Maar... waarom zou ík hier altijd de entertainer moeten zijn? Ik wil zelf ook wel eens spelen! Ik vind dat blauw balleke maar niks. Ik wou al jaren een grote roze bal en nu heb ik hem!"
Aïsha : "Oh plezant! 't Is een roze bol met een flosjke aan!!! Net als op de paardemolen!! Ik wil dat flosjke!!"
Aïsha : "Allez?! Dat is vals!!! Op de paardemolen komt dat veel rapper los..."
Aïsha : "Néé!!! Ik heb dat eerlijk gewonnen! Als ik de roze bal niet van uw lijf mag trekken heb ik minstens recht op dat flosjke!!!"
Aïsha : "Hola! Geen dierenmishandeling hé?! Of ik stap naar de manager en dan wordt gij aan de haaien gevoerd. Ze kunnen hier altijd een extra attractie gebruiken."
Aïsha : "Weet ge wat? Houdt uw flosjke!!! Ik wil het al niet meer! Het smaakt zout en 't is van een bangelijke kwaliteit. Ik zal er een krul in draaien dan ziet ge er toch iets fatsoenlijker uit. Maar ge moet u dan wel stilhouden hé seg! Zenuwpees! Ge zijt hier op vakantie! Niet vergeten."
Aïsha : "Maar ge wéét toch dat ik uitgekeken ben op dat blauw balleke!"
Aïsha : "Ik wil úúúúw roze bolleke!!!"
Aïsha : "Zijt ge al moe? En gij wilt hier komen solliciteren als entertainer? Dáár zou ik dan nog maar eens twee keer over nadenken..."
Aïsha : "Ik werk hier als fotomodel. Maar dat moet gij niet proberen. Ten eerste is die functie bezet, en ten tweede met dat haar van u zou dat geen succes zijn..."
Aïsha : "Kom, ge valt omver van de jetlag, we zullen wat gaan slapen. Maar dan moet ge wel eerst uw haar losmaken. Het is al zo'n droevig busseltje. Kom hier, dat ik u help!"
Aïsha : "Ge gaat toch niet gaan slapen met uw kleren aan?!! Dat is vies! Vooruit, trek uit die pareo, of moet ik dat ook al voor u doen? Gij? Gij zou verdorie nog met sokken aan gaan slapen gij!"
Aïsha : "En ja zeker! Wij wassen ons hier ook voor we gaan dutten. Uit welk soort beschaving komt gij eigenlijk zeg?"
Aïsha : "Leg u neer. En niet te veel woelen want anders worden mijn pluimen er uit zien als uw zielige haardos en dat is wel het laatste wat ik zou willen."
Aïsha : "'t Is niet wáár!!! Nu snurkt dat nog ook!... Entertainer in een hotel... 't is een hondenleven. "
Alle reisverhaaltjes (tot hiertoe) staan bij mekaar op een nieuw blog. Makkelijk om hoofdstuk per hoofdstuk te lezen. Foto's staan er voorlopig nog niet bij.
Terug, van ver weg geweest! Er staat jullie nog een flink stapeltje reisverhaaltjes te wachten, maar ik wou toch al maar even mijn kopke laten zien! En mijn trouwe lezers bedanken, want dankzij jullie toffe reacties is deze reis nóg hartverwarmender geweest!
Een mens draagt hier wel iets meer kleren. En mijn kapsel raakt, zonder het dagelijkse paardestaartje, de zwaartekracht blijkbaar niet meer gewoon.
17. Bruingebakken gekookte peren in een saus van tranen.
Onze ochtendsnorkel leverde niet veel goede fotos op. Deze keer was het mijn duikbril die aandampte... t Kan niet altijd hetzelfde zijn. Gelukkig heeft Paul enkele mooie minuten viskes-film en heb ik een schitterende platvis kunnen filmen. Zon mooi beest! Eindelijk een wezen met ogen op zijn rug. Ik vond ook de ideale rots om de rare wezens eens te bekijken die eruit zien als basketbalvormige potjes met een rode binnenkant. Fotos van maken lukte niet want heel mijn spel was alweer aangedampt.
Toen we vanmiddag aan onze tafel kwamen stond er ineens een primitief bordje reserved for room 412". Duidelijk handwerk. Het bestond uit een geprinte tekst die rond een leeg theedoosje gewikkeld was.
Tijdens ons middagmaal waren die ellendige rot-Chinezen in het zand naast onze tafel de arme hagedissen aan t sarren. Hoe ze ze te pakken kregen weet ik niet maar de kinderen renden er mee rond, de diertjes hulpeloos bengelend aan hun staart. Ze verstonden als steeds geen woord engels en kijken alleen maar onbegrijpend en brutaal als ge wilt duidelijk maken dat dieren geen speelgoed zijn. De ouders vonden het dan nog leuk ook en namen er fotos van. Al minstens een van de beesten heeft het niet overleefd. Ik heb het echt niet begrepen op rijke Chinezen met hun arrogante gedrag, onbeleefdheid en hun schelle snerpende stemmen. Om over hun gokprobleem nog te zwijgen. Ze zijn zo onafscheidelijk van hun speelkaarten dat ze met hun boek in de hand in t watervliegtuig stappen. Russen op vakantie zijn geen pretje maar t gaat er niet plezanter op worden als er ook nog een miljard Chinezen over de wereld gaan beginnen uitwaaieren...
Op de middag rende Donald ons voorbij - t mankeert er eigenlijk nog aan dat hij echte stofwolkjes achter zich laat -, remde en sprak ons aan : Prem had hem gebeld om hem toch nog eens op het hart te drukken dat wij niet altijd van het buffet moesten eten maar steeds alles konden krijgen wat we zin in hadden, prawns, kreeft... We moesten het maar noemen. Aan de opdracht vanuit Colombo wou ik voor één keer wel eens gehoor geven. Ik had best zin in prawns, niet zozeer om de reuzegarnalen zelf, maar vooral om de frietjes. Ik blijf een Belg, ik mis mijn frieten. Donald was blij dat hij weer eens iets speciaal kon laten maken voor ons, en na een knuffel verdween hij alweer aan de einder.
Raj kwam kijken toen ik met Aïsha op schoot zat. Prem had hem vandaag nog maar 1 keer gebeld. Hij probeert dus echt wat afstand te nemen van het werk en wat bij te slapen. Hij sliep zelfs toen we hem belden en was zo verstandig geweest zijn telefoon af te zetten. Een wijs besluit want loopt hier vlot. Raj is een perfecte vervanger en hij is veel meer ontspannen dan Prem. Maar ge hoort en voelt wel dat ze hem allemaal missen. Ik vroeg hem of er soms nog mensen voor drie weken hier blijven en hij zei dat dat hoogst zelden voorkwam en dat het dan meestal fervente duikers waren. Logisch. Normale mensen zullen het hier wel op 5 dagen gezien hebben. Alhoewel iedere vertrekker toch spijt heeft dat hij weg moet. Tijdens de terugweg wou ik toch eens wat fotos gaan nemen van al de faciliteiten, die mij persoonlijk niet interesseren, die het hotel te bieden heeft.
We ontdekten een goed onderhouden tennisveld, een volleybalplein, een heuse airconditioned biljartzaal met twee biljarts, een hypermodern en groot fitnesscentrum, en een Spa die ook niet bepaald klein te noemen was. De massagekamers waren kleine zaaltjes! Een ervan was rondom rond behangen met kleine spiegels. Vrij zinloos, want tijdens een massage ligt ge volgens mij toch met uw ogen dicht. Maar wat een uitzonderlijke photo-opportunity! En ja, net dan was mijn batterij leeg.! Hoe ze die reuze Spa ooit rendabel gaan krijgen vraag ik me wel af. Gelukkig is dat net als de duikclub een franchise. De duikclub is wel een goudmijn. Ze hoort toe aan een Duitser, en hij heeft er op een ander eiland nog eentje. Alle gerief lijkt pico bello in orde, er werkt flink wat personeel en de meeste dagen is hun duikboot volzet. Soms hebben ze vier duikboten per dag. Toen ik van Mayna de omzetbedragen hoorde, vielen mijn ogen wel even uit hun kassen. Een goed gereputeerde duikclub runnen is volgens mij tot hiertoe de beste business ter wereld. Zeker ook de plezantste. Met uw rekenmachine op schoot, voetjes in t zand, en rikketikketik. Er zijn erger dingen op deze wereld.
We wipten ook nog even het duikcentrum binnen om onze snorkeltrip van morgen af te zeggen. Paul wou niet dat ik me ziek ging maken door op die wilde zee met een lawaaierige dhoni te gaan varen. Een snorkeltrip af gaan zeggen... het voelde als een persoonlijke nederlaag. Ik was er echt niet goed van. Naderhand besefte ik dat Paul gelijk had, uiteindelijk zouden we als ik nog gezond was geweest met deze wind ook niet meegegaan zijn, het zou toch geen mooie fotos opgeleverd hebben. Trouwens mijn oren zullen op het einde van deze week nog genoeg te verduren krijgen als we over deze zee naar Male moeten varen en daarna nog 12 uur in een vliegtuig moeten zitten.
Eens thuis gingen we ons lang geplande doel waarmaken : wat zonnen, de voorkant laten bruinen om de zaak terug wat in evenwicht te brengen. We zetten onze beide bedjes richting zon. En verder weet ik niks meer...
Toen de zon heel laag boven de horizon stond werd ik gekookt wakker. Ik voelde mij een rotte peer. En ik was alleen. Heel suf opende ik mijn ogen en dacht : weeral een nieuwe dag, de zon komt al op. Mijn volgende vage idee was : als de zon pas opkomt is t nog te vroeg om op te staan, ik ga me nog eens omdraaien. Amai, dat kopkussen is nu wel heel hard, t lijkt wel van hout. En zo schuin! Welwel, Paul is al opgestaan, die zal al ontbijt gaan halen zijn. Maar hoe kan ik nu de zon zien opgaan? Die zien wij vanuit ons bed toch nooit opkomen? Maar, ik lig op mijn terras begot!... Heb ik dan vannacht buiten geslapen?? Pas toen werd mijn geest (die overduidelijk op vakantie is) er zich van bewust dat de zon niet op maar wel onder ging, dat Paul was gaan voetballen, en dat die mij hier genoeglijk had laten palmboomkes zagen omdat ik al lang eens gewoon wou bruinen... Dat was dan bij dezes wel grondig gelukt.
Ik peinsde er nog even over om te gaan zwemmen maar ik voelde me zo vredig en gelukkig in mijn huizeke dat ik besloot mijn klein witteke te pakken om wat te schrijven. Ik verhuisde van mijn zonnebed naar mijn echt bed. Wel een actieve vakantienamiddag moet ik zeggen. Ik heb in totaal 10 meter afgelegd.
Om halfzeven klopte my personal roomboy op de deur, met in zijn handen zijn totaal versleten voetbalschoenen, zijn kletsnatte t-shirt en een dienblad met vier koele drankjes. Zéven sterren service is dat hier! Toch erg dat mijn roomboy op zon versleten schoenen moet sjotten. Ik zal hem maar een flinke fooi geven dat hij er eens nieuwe kan kopen. Misschien komen die wel ineens mee met de Paashaas?
Tijdens ons privé-aperitiefuurtje kregen we een sms. Misschien van Prem? Nee, van Haris : dat we vanavond een special diner te verwachten hadden en dat hij voor ons ging zorgen. Tuurlijk, we hadden niks anders verwacht. Het is toch wel kompleet over the top aan t gaan als uw kelner al zo attent wordt en u sms-jes begint te sturen. Ik voel me tegelijk beschaamd en overgelukkig en ondertussen zit ik nog te grinniken over de absurditeit van dit alles. Maar Haris beschouwt ons al lang niet meer als gasten, daarvoor kennen we mekaar al veel te lang.
Tijdens de voetbalmatch hadden ze het weer bruin gebakken... (Ook letterlijk, want als ge hier naar een bal duikt en bezweet op de grond valt ziet ge er uit als een smoutebol). De ene ploeg had uit 10 spelers bestaan en de andere uit 13. En natuurlijk had Paul zijn onderbemande ploegske verloren. Waarschijnlijk heeft een Bangladeshi deze keer de ploegen samengesteld en we weten al dat die niet zo goed kunnen tellen. t Is trouwens heel grappig, uit macht der gewoonte, noemt hij Paul nog altijd Mister Paul terwijl hij ons aan tafel bedient. Maar als Paul de match verloren heeft dan verwelkomt hij ons schaterend met de woorden : Hey! Good evening Loser!!! Ik heb hem gezegd dat als hij niet leert om gewoon onze voornamen te gebruiken zonder dat stomme Mister of Madam ervoor geplakt, dat hij in t vervolg Paul ook niet meer loser mag noemen maar op zijn minst Mister Loser.
Toen we aan tafel zaten hadden ze in plaats van ons gewoon een bordje prawns met frietjes te geven er weer een heel diner van gemaakt. Op ons menu stond gerookte zalm, soep, het hoofdgerecht en chocolade ijskreem als dessert. En ik zou al meer dan gelukkig geweest zijn met enkele scampis uit de poot en een bordje friet... Nadat ons voorgerecht op was speelde de goede gitarist, Chuti (die de echte huismuzikant van dit hotel blijkt te zijn, maar hij heeft er net enkele weken verlof op zitten), 30 meter verder aan de beachbar, een van onze favoriete liedjes. Ik vroeg Paul om te dansen. Ook op stille muziek uit de verte kunt ge dansen. Dabbelend in het zand probeerden we iets stijlvols uit op You look wonderful tonight. In zand dansen is een ramp. Om van de boomwortels nog te zwijgen. Uiteindelijk mondde ons romantisch moment uit in een slappe lachbui waar we niet meer van bij kwamen. Gelukkig redde het opdienen van de scampis ons van verdere idiotieën.
Na ons eten zat Haris' shift er op en dan babbelen we meestal wat. Paul vroeg hem waarom de kelners van het sjiekere restaurant aan het zwembad veel onvriendelijker zijn. Waarschijnlijk zijn ze niet happy omdat wij als waterbungalow-gasten, die het privilege genieten aan het zwembad te mogen eten, er toch voor blijven kiezen om bij het gewone volk en onze maat Haris te eten. In hun hierarchisch ingestelde geest zullen ze dat waarschijnlijk als beledigend ervaren. Maar ik kan daar niet eten want het is zon moderne open keuken (allemaal inox en tegeltjes, best tof wel, dan ziet ge alles, maar ge hoort ook alles) en het gekletter is ondraaglijk voor me. Op het terras is er s middags geen schaduw en in volle zon eten is ook niet te doen. En s avonds speelt het orkest er... Het is niet voor niks dat Donald hier een afzonderlijk tafeltje onder deze boom heeft gezet, zo ver mogelijk weg van alle gerinkel en toch nog betrekkelijk dicht bij een buffet. Maar ja, begin dat maar uit te leggen aan die mannen, die nog niet eens het woord ashtray verstaan als ge op een asbak wijst die voor hun neus staat...
Haris zei dat hij zelf dat bordje reserved for room 412" heeft gemaakt omdat er telkens mensen aan dat verleidelijke tafeltje kwamen zitten. Wij gaan altijd laat eten omdat er dan minder volk is, en we toch nooit meer dan twee gerechten nemen. Hij krijgt regelmatig vragen waarom wij die voorkeursbehandeling krijgen, en dan legt hij het uit van mijn ziekte. Ik durf me bij die uitleg niet al te veel voorstellen. Mijn arme Haris die in een soort Italiaans aan totaal onwetende toeristen een ziekte gaat uitleggen die ik zelf amper verwoord krijg. Een plots overdrijvende wolk van droefheid deed de tranen als regendruppels op het tafelkleed vallen. Ik haat het om die lieve jongens overlast te bezorgen. Ik zou zoveel liever doodgewoon mijn normale onzichtbare zelf zijn, die gewoon bij andere mensen kon gaan zitten, en iets drinken in de bar, en mee gaan lachen bij de crab-race! Konden die andere toeristen dat maar begrijpen!!! Maar ik kan toch moeilijk om de drie of vijf dagen op de pier een speech gaan houden en mijn zotte ziekte uitleggen?!!
Haris was zo lief, hij troostte me, en zei dat het de grootste voldoening was om gasten gelukkig te maken. Sommigen werkten hier voor de dollars, maar voor hem is de tevredenheid van zijn klanten zijn voornaamste doel. Hij wil het ver brengen in de toeristische sector en wil altijd maar bijleren door met zoveel mogelijk mensen om te gaan en alle karakters te leren kennen, om ze zo aangepast als hij maar kan tegemoet te komen. Hij bleef mijn arm maar vastgrijpen en zeggen dat het zijn job was om voor ons te zorgen en dat wij ons over niks mogen druk maken. En dat hij zijn werk nog heel graag doet ook en blij is dat we al zolang vrienden zijn, en niet liever doet dan voor me zorgen. Hij vertelde dat er in zijn dorp twee blinden waren en dat de dorpsgenoten die mensen ook hielpen zoveel ze konden, en dat hij zelf centen gaf aan enkele mensen die geestesziek waren om hen te helpen overleven. Hij wou niet weggaan voor ik terug kon glimlachen, en vroeg me van niks meer iets aan te trekken en gewoon weer gelukkig te zijn. De eventuele vragen die andere gasten zouden stellen zou hij wel beantwoorden. Hij had dat bordje gereserveerd gewoon gezet om het zichzelf wat makkelijker te maken. (Hij heeft dat papiertje trouwens zelf laten printen en het dan om een kartonnetje van een leeg theedoosje geplooid zodat het een driehoekje is dat blijft rechtstaan. Puur handwerk.) Die jongen had geen kelner moeten worden maar psycholoog. Na de nodige high fives namen we afscheid, ik perstte er een paar grapjes uit om hem gerust te stellen dat ik weer gelukkig was.
Maar ik was allesbehalve gelukkig, ik voelde me miserabel. Hoe kan ik in godsnaam gelukkig zijn als ik andere mensen last bezorg?!!! Zo snel ik kon stapte ik huiswaarts maar dat kan ook al niet onzichtbaar. Ik moet voorbij het zwembad om op mijn vlonder te geraken. Ik zag Donald vanuit de verte aan de bar staan en wou echt dat niemand de tranen in mijn ogen zag prikken. Zeker mijn lieverd niet. Paul ging alleen een paar flessen water halen en ondertussen glibberde ik tussen enkele palmbomen naar het houten plankier. Moest ik nog Rachid en Robert passeren die daar aan t spelen waren ook. Gelukkig is het er zo donker dat ze mijn gezicht niet konden zien, alleen mijn vrolijk wuivende arm.
Thuis kreeg ik van Paul te horen dat Donald zijn voelsprieten alarm hadden geslagen - hij voelt natuurlijk feilloos aan of ik me goed voel of niet - en dat hij heel bezorgd is. Nu voelde ik me uiteraard nog slechter. Donald kan ik geen rad voor ogen draaien, we verschillen amper een paar weken van leeftijd, zijn allebei weegschalen en heel gevoelig...
Op mijn terras heb ik rustig de tranen de vrije loop gelaten. Paul trachtte me te troosten door tot treurenstoe te blijven herhalen dat deze mensen me gewoon graag zien om wie ik ben, niet om wat ik kan of niet kan, en dat ze me daarom gelukkig willen maken. Dat ik dat moet leren aanvaarden. En dat het niet meer dan logisch is dat ze hun uiterste best voor me willen doen omdat ze Prem zo ongeveer aanbidden en dat ze weten dat Prem mij als zijn zus beschouwt. Dat het voor hen echt heel belangrijk is om me gelukkig te zien.
Geweldig! We kunnen een fotoalbum opladen vanuit onze kamer! Het vergt wel wat gedoe, in de zin dat we onze voordeur open moeten laten staan en zien dat we niet per ongeluk door de draadloze verbinding lopen, maar het werkt. Heel gemakkelijk, alles laadt op terwijl wij ondertussen andere dingen kunnen doen. Want het internet gaat hier verdorie traag.
Ik stapte na de ochtendsnorkel toch weer zo overgelukkig uit het water dat we onze naam op de lijst voor een nachtsnorkel zijn gaan invullen. Het zal iets voor donderdagavond worden. Als echte, tevreden toeristen gingen we, flink gepekeld, aan t zwembad Pushpa's fruitcocktail drinken. Hij heeft er weer een nieuwe voor me uitgevonden. Het blijkt niet zomaar de eerste de beste barman te zijn. Eergisteren stond hier een affiche dat hij 9de geworden was op de wereldmeeting cocktailshaken in Shanghai. Dus mijn fruitsapjes kunnen door geen betere handen gemixt worden.
Andreana kwam voorbij gewandeld met enkele nieuwe aankomers die ze net wegwijs had gemaakt, ze kwam gezellig wat babbelen. Het moet toch niet makkelijk zijn als ge voor uw eerste job, op uw 20 jaar, terecht komt in een staff die hoofdzakelijk uit mannen bestaat, dan nog allemaal 50-ers. Ze maakte me duidelijk dat ze echt wel goed van zich zou kunnen afbijten indien nodig. Wat ze wel mist zijn haar vriendinnen en een beetje gek kunnen doen en wat onschuldige lol maken. De gasten hier op het eiland zijn meestal ook rond de veertig en de vijftig, dus die zijn ook niet van haar generatie, trouwens als personeelslid moogt ge niet te familiair worden met de klanten. Ik dol al wel eens met haar, ze heeft een gezonde zin voor humor, maar toch voelt ge haar angst om maar zeker niet te ver te gaan. Aziaten zijn toch zo enorm gehecht aan hiërarchieën. Dat kaste-systeem zit duidelijk nog altijd in hun genen verankerd. En dat beperkt hun leven, althans dat is mijn idee.
Als ik Donald tegenkom dan geven wij mekaar een dikke knuffel, maar hij blijft me hardnekkig met Madam aanspreken. Hij vertelt me zijn diepste zieleroerselen, en ik die van mij. En ik blijf Madam. Ik zie het in België nog niet direkt gebeuren. Lily blijkt echt duidelijk het privilége van Prem. Raj durft me als eens met mijn voornaam aanspreken tijdens onze ochtendvastpak. (Ah ja, hij is hier nu, tijdens Prems vakantie, in charge!) Maar de naam Lily blijft off limit.
Al maar goed, want ik vind het afschuwelijk, en ik heb al jaren geleden met Prem afgesproken dat als hij me per se zo wil noemen hij de enige in de wereld zal zijn die dat mag. Lilybegot, precies of ik ben een teer bloemeke in een porseleinen vaaske! Eentje met een sjakoske van Chanel onder zijn bovenste bloemblad. Geef mij dan maar Rambi, een bijnaam die ik veel meer koester omdat hij de samentrekking is van Rambo en Bambi. Dat benadert toch al meer de waarheid. Met die naam kan ik tenminste een rugzak die Irma heet dragen.
Amai, ik ben weer ver afgedwaald. Ik wou eigenlijk vertellen dat Andreana blij mag zijn dat ze in deze tijd leeft. Elke avond skypet en mailt ze met haar ouders in India, en met haar vriendinnen die ondertussen over heel de wereld verspreid zijn geraakt, en zo zal ze het hier haar eerste jaar moeten volhouden. Gelukkig vindt ze wat aansluiting met de Indonesische en Filippijnse dames van de Spa. Dertigers, dus toch al iets dichter aanleunend bij haar eigen generatie. Ik bewonder haar. Ze heeft zoveel stijl, is leergierig, heeft aandacht voor alle details, is enorm behulpzaam en superintelligent. Ze weet ook al heel veel, zelfs al is ze niet eens een volle maand in dienst. Ze spreekt het mooiste Engels van iedereen hier. Geef haar nog een jaar of 15 en ik zie haar manager zijn van een 5-sterren hotel ergens ter wereld.
Uiteindelijk kwamen we aan onze lunch en Haris stond alweer op punt om te vertrekken. Deze keer was de onzekere factor of de cargo-dhoni zou afgeladen geraken vandaag. Het is erg hoog water en de zee is wild... Afwachten dus maar weer. Zijn arme vrouw verwacht hem al 3 dagen thuis...
De zee is écht ontstuimig en op de uiterste punt waar wij wonen giert de wind. Ik heb al zachte dopjes in mijn oren gestoken om van ons ponton te wandelen, sorry waaien. Eens op het eiland gaat het beter, maar op de vlonder van de waterbungalows voelt ge u als op een schip in een storm. Weliswaar op één dat stil ligt maar de wind is er niet minder om. Zelfs de watervliegtuigen hebben vandaag moeite om op te stijgen. Gelukkig doet het geluid van de wind geen pijn. De wind in de palmbomen doet dat wel. Van sommige vogels doet het geluid pijn, van andere niet. Vroeger vond ik het zo plezant als de vogeltjes mee aan tafel kwamen zitten, en ik ze kon voeren, nu jaagt Paul ze weg. Dat vind ik toch zo triestig. Ik ben al blij dat Aïsha haar stem op een goede frequentie zit. Ze is ook haast geluidloos, heel soms, slaakt ze eens een luide kras-kwáák, maar daar blijft het bij. Daarstraks gebruikte ik mijn lady shave en hij klonk net als thuis als een grasmachine met een benzinemotor. Alles is dus nog altijd "normaal" zullen we maar zeggen...
Bij een van de gerechten stond weer een grappig naambordje : fried aboriginate curry. Wel, wel, we gaan dus gebakken Australische aboriginals nuttigen. Bleek dat ze aubergines hadden willen schrijven. Hier kan ik een plezant raadsel voor mijn blog mee maken. Alleen de mensen die de verhalen echt gelezen hebben zullen het moeiteloos kunnen oplossen.
Het is plezant om na de maaltijd wat aan ons verlaten tafeltje te rusten en onze foto-oogst te bekijken. Haris kwam, nogmaals, afscheid nemen. Pro forma, want de onzekerheid is groot. Maar een mens kan nooit teveel knuffelen.
Vanmiddag kwam Aïsha (uiteraard met in haar kielzog haar trouwe begeleider) naar ons afgelegen tafeltje gewaggeld. Mijn doel was dat ik haar op het einde van de drie weken op zou kunnen pakken en op mijn schoot zou kunnen houden. En o wonder! Het lukte me vandaag al!!! Is me dat een flinke brok!!! OK. Het zijn vooral pluimen en nek en bek, maar toch, ik denk dat het een beestje is van een kilo of acht, misschien wel tien. Zo plezant!!! Op de grond zitten met een pelikaan op uwe schoot! Ik was op dat moment beslist de gelukkigste mens van de wereld.
Deze keer had ik wel eerst mijn oordopjes op de tafel gelegd want anders kon ik die weer uit haar snavel gaan vissen. Mijn paardestaart kan ik natuurlijk niet wegleggen dus die had ze weer direct beet. Zon zalig beest om mee te knuffelen. Alles is zo onverwacht bij haar! Ge weet nooit waar die snavel naartoe gaat draaien. Soms neemt ze heel mijn kop in haar bek. En dat doet ze zonder moeite. Het doet ook geen pijn, behalve het uiterste kromme puntje van haar snavel is wat scherp, daar moet ge een beetje mee oppassen, maar voor de rest bijt ze niet, ze knijpt gewoon zachtjes. De weinige toeristen die op die op dat moment verlaten plek langskwamen keken hun ogen uit. Ik zal weer heel onnozel op een boel fotos staan maar dat is t laatste van mijn zorgen.
Plots begon ze zich te poetsen. Met het puntje van haar snavel ordent ze haar dons en haar pluimen, en af en toe plukt ze er iets uit en spuugt het weg. Tot mijn groot plezier trok ze plots een grote veer uit! Dat vond ik nu pas een super-souvenir! Die ga ik koesteren. Ze steekt boven mijn bureautje al naast de vis die Haris voor me gemaakt heeft. Wat een fijne herinneringen zullen dat thuis worden...
Ik heb nog even rondgewandeld om wat fotoraadselfotos te nemen en stilaan kwam ik afgezakt naar onze bungalow. Net toen ik dan eindelijk eens wou gaan zonnen op mijn zalige terras verschenen er wolken. Mijn voorkant zal wit blijven vrees ik. Dat hoort ook weeral bij de laatste van mijn zorgen. De categorie laatste van mijn zorgen begint langzamerhand wel groot te worden. Dat is goed. Heel goed. Ik voel me hier toch zo gelukkig.
Alles is hier in openlucht te doen, alle geluiden verspreiden zich, meestal ben ik alleen en hoef ik ook geen onverwacht lawaai te vrezen. Ik ga zelfs al snorkelen zonder mijn oordoppen rond mijn nek geknoopt. En als er geluid is dan is het meestal maar één geluid tegelijk, buiten het geraas van de wind op ons uiterste puntje van het eiland, en dat kan ik best aan. Om van ons huisje naar het eiland te lopen heb ik trouwens een goede oorbescherming gevonden : mousse doppen van een slechte kwaliteit. De wind blaast dan niet in uw oren en toch kunt ge nog horen. Amai, wat een gecompliceerde uitleg toch weer...
Op de openbare plaatsen is het moeilijker, maar ook daar valt het mee, want hoewel het hotel vol zit, ziet ge alleen veel mensen tegelijk bij de maaltijden. Voor de rest ligt iedereen hier onder zijn eigen bosje met zijn boekje, zitten de duikers ergens ver weg onder water, en snorkelaars komt ge ook amper tegen in zee. Er is ruimte genoeg voor iedereen, niemand loopt in iemands weg, iedereen doet ongestoord zijn zin en dat is heerlijk. Er wordt hier nogal wat afgelezen of gewoon in de verte gestaard. Ik denk dat ik het nog het drukst van allemaal heb. Ik heb nog verre van alles gedaan wat ik hier wil doen. En ik ga het niet gedaan krijgen ook niet. Dat zal dan voor november zijn. Hopelijk kan ik tegen dan nog tegen het lawaai van het vliegtuig.
Ik zou nog fotos van het centrum van het eiland willen gaan maken. Heel de technische afdeling. De waterontzilting enzo. Ik heb nog geen berenfotos gemaakt, en er is nog geen letter van mijn berenverhaal geschreven. Ik wil nog gaan snorkelen naar de twee eilanden een beetje verderop en ik wil nog een nachtsnorkel. Ik zou nog mijn gratis beurt in de Spa moeten gebruiken... Thuis had ik geen agenda meer, en hier staat hij boordevol.
Ik zei daarstraks als grapje tegen Donald dat ik er best nog een extra week bij zou willen plakken als het niet was dat Paul naar huis moet omdat hij op 12 februari een concert heeft en daarvoor nog flink moet repeteren. Donald kwam onmiddellijk met een oplossing : "Oh, maar dan blijft gij gewoon hier en hij gaat naar huis en hij stuurt u maar wat centen op, of hij komt u over een paar weken terug halen!"
Als we eens een namiddag niet gaan snorkelen dan komen de vissen gewoon naar ons thuis!!! Misschien is hier ook wel een Fish Manager en heeft die tegen de baas van de vissen gezegd : Ze komen niet buiten vannamiddag, ga ze wat entertainen aan hun bungalow. Stuur maar een groep blauwe papegaaivissen en enkele groene, want die ziet ze het liefst.
We zaten op het terras, mijn benen bengelend door de spijlen, en onder mijn voeten zwom een haaike. Iets later kwam er een machtige bende blauwe papegaaien aan de stenen knabbelen. Een zaligheid om ze van boven water op een surrealistische manier op beeld te krijgen. Plots onstond er een boel geharrewar! Twee tonijnen waren de lagune binnengezwommen en ze begonnen samen te jagen. Een doodsbang sergeant major-viske kon zich op t allerlaatste nippertje nog onder een rots in veiligheid brengen. Toch wreed om zien allemaal. Maar ja, de tonijnen moeten goed eten, want anders is er voor ons later geen sashimi... De groten eten de kleinen. Waar gaat dat eindigen? Wie gaat ons oppeuzelen?... Een worm! En die wordt dan weer aan de vissen gevoerd, en zo is de cirkel rond.
Om vijf uur kwam mijn lang verwachtte Wow! Wooow! Ik heb er geen woorden voor- moment. De zee is eigenlijk veel te wild maar ik wou het niet meer uitstellen. Wie weet wordt het deze week nog wel echt rimpelloos? Dus besloot ik om vanavond nog eens tussen de roggen, haaien, murenen en jacks te gaan zwemmen rond voedertijd. Paul ging me van boven op de betonblokken filmen. Het is vandaag toch geen voetbal, want het is zondag-cricketdag.
Het was bewolkt dus donker in t water, door de stroming ook veel opgewaaierd zand, dus rampzalig voor fotos. Gelukkig zijn deze beesten ongeveer zo groot als ik, en veel kleur hebben ze toch ook niet, dus het mocht wat grijzig zijn. Het enige wat ik kon doen was filmen of fotograferen met flits. Maar op meer dan een meter afstand haalt dat met mijn klein bakske ook niet veel uit. Vandaar koos ik voor film. Ondanks de grijzigheid was het toch spectaculair. De grote jacks schoten langs mijn zijkanten, terwijl de roggen onder me door zwommen. Geweldig, als enige mens in de oceaan tussen al mijn vette vissen ronddartelen! In het deel van de lagune waar de visafval gegooid wordt moogt ge tijdens voedertijd niet zwemmen. Jammer, maar begrijpelijk, want ge komt daar in een passe-vite van roofvissen terecht en het gaat er niet zachtaardig aan toe.
Mayna, de Bangladese roggenvoederaar (Alweer een schoon beroep) gooide speciaal voor mij een vissenkop aan de zeekant van de betonnen richel, ik werd weliswaar omspoeld door een hoop spetterende visen van een kleine meter lang, maar meer dan grijs gewoel kreeg ik niet op mijn film. Ik moest ook veel te hard werken om tegen de stroming tegenop te kunnen, en dan is het niet te doen om een camera stabiel te houden. Ik had echter wel geluk met de haaien. Ik kreeg er regelmatig twee in beeld, ze durfden lekker dichtbij komen omdat ik in de doorgang naar de voederplaats zwom. Die doorgang is ongeveer twee meter dus ze moesten allemaal langs alle kanten langs mij passeren. Het is wonderlijk dat niemand mekaar raakt. Iedereen is zo wendbaar en snel, dat als ge zelf ook een beetje goed kunt zwemmen, ge mekaar niet hindert. Ik genoot, genoot, genoot... Het ging allemaal aan topspeed. Vooral de jacks zwemmen als razenden.
Toen de voedertijd gedaan was kon ik wel weer in de lagune. Daar was de staartloze kleine rog nog gezellig aan het rondzwemmen en de twee dikke murenen van twee meter lang kwamen ook hun holen uit om restjes op te knabbelen. Nu niet dat er veel restjes zijn. Omdat het water daar rustiger is kon ik ongestoord tot op 30 centimeter van de murenenbekken filmen. Ze kronkelden als dikke vette slangen langs de rotswand. Soms kreeg ik ze zelfs met twee tegelijk op beeld, meestal lukte dat niet omdat ik veel te dichtbij was met mijn lens. Toch leverde het een goede film op. Grijs en stoffig, maar dat waren nu eenmaal de omstandigheden. Af en toe slaakte Paul van boven op het betonblok wel een kreetje : Pas op! Zijn bek is wel heel dicht bij u! Maar dat was niet erg want met mijn kop onder water kon ik dat toch niet horen. Plots kwam de hele grote rog terug in de lagune! Tot overmaat van plezier kon ik heerlijk boven hem tweedekkerke spelen. Zaaaaaaaaaaaalig! Zwemmen met roggen, bijna even plezant als zwemmen met tijgers.
De murenen waren ook zeer actief want ondertussen werd het schemerig. Ik kon boven hen meezwemmen, onderduiken en van zeer kortbij hun open bek filmen. Ik dacht altijd dat die maar vier zielige tanden hadden, maar als die echt in actie komen heb ge een veel beter zicht op wat er allemaal in dat muiltje zit! Rijen kleine puntige witte tandjes! Ik kon zo diep in hun keel kijken dat ik de ingangen van hun kieuwgaten zelfs op foto heb! Echt indrukwekkend hoe zon keelgat er uit ziet. Hun ellenlange, vette maar superlenige lijf is ook prachtig van tekening. Over heel hun slangelichaam loopt een soepele rugvin waar ze toch een behoorlijke snelheid mee kunnen ontwikkelen. Wat niet wegneemt dat ze liefst van al van hol naar hol zwemmen. Ik vond een goede houvast, zodat ik niet te erg tegen de stroming moest opboksen en lekker close kon fotograferen.
Naderhand bleven de jacks en makrelen in de ondiepe lagune snelle rondjes zwemmen en ik mocht me gewoon bij hun groep aansluiten. Gezellig met zijn allen aan hetzelfde tempo rond een school kleinere vissen cirkelen. Wat een plezier! We leken wel een kermismolen, maar dan één met vissen in plaats van paarden. Op de terugweg vond ik dan als bloemekee ook nog twee jonge murenen in een ongerept koraalbos en het water was daar wel helder. Dat leverde me enkele echt mooie fotos op.
Na een uur kwam ik rillend uit het water want mijn memory stick was vol. Jammer. Paul was ondertussen naar de zonsondergang aan de andere kant van het eiland gaan kijken, dus ik stond daar met mijn snorkelgerief en mijn camera en geen handdoek. Pijlsnel ben ik dan dwars door de palmtuinen naar het zwembad gerend dat heerlijk zoet en warm is. Wat een zaligheid om daar rustig alleen in rond te drijven en naar de lucht te liggen kijken. En dan dat zoet gemengd fruitsapje dat daar op de kant op me stond te wachten! En een handdoek. Goddelijk.
Terug thuis was ik heel benieuwd naar onze filmpjes en ze bleken, gezien de slechte omstandigheden van de zee, nog plezant ook. Ik als dikke rode vis (rood badpak, een bikini vond ik in dit wilde gedoe wat te riskant) tussen al die grote grijze beesten. De haaien, roggen en murenen even groot als ik, en de roofvissen ongeveer de grootte van mijn lijf. Waarom heb ik er in mijn jeugd toch niet voor gekozen om duikleraar of onderwaterfotograaf te worden? Ik had er beslist aanleg voor gehad. Nu, op mijn 53ste en met die stomme ziekte is het wel wat laat...
Het vissenfeestje was voorbij, de adrenaline zakte, en ik voelde me wegzinken... De hyperacusis was luider, de tinnitus erger. Ik zou toch eens moeten leren om aan te voelen wanneer mijn eigen batterijen leeg zijn, in plaats van door te gaan tot de batterijen van mijn camera het opgeven. Matigheid is natuurlijk nooit mijn sterktste kant geweest en dat is met deze zotte ziekte wel wat onpraktisch. En nu moest ik in deze staat nog gaan dineren...
We kwamen aan ons tafeltje en er zaten al twee mensen. O-oh. Ik ging iets verder kijken waar soms ook een tafel gedekt staat voor mensen die een romantisch diner met twee geboekt hebben, maar noppes... Bleek dat de mensen gewoon een sigaretje aan onze tafel zaten te roken en ons wilden vragen hoe we het regelden om apart te kunnen eten. Tja, dan kunt ge weer niet anders dan over de zotte ziekte vertellen. De Duitse vrouw was heel meevoelend en begreep onmiddellijk dat dat tafeltje geen onversneden voorrecht was. Ze leek zelfs blij dat ze gewoon bij de andere mensen in het restaurant kon gaan eten.
En wie kwam daar aangestapt met onze flesjes bruiswater? Haris. Ocharme. Nu was hij weer niet kunnen vertrekken. De andere jongens beginnen grappen met hem te maken omdat zijn bagage nu al drie dagen klaar staat. Hij zei dat zijn collega's het best wel fijn vonden dat hij niet weggeraakte, zodat hij ons kon blijven bedienen en zij het niet moesten doen. Ze zullen dat zeker niet verkeerd bedoeld hebben, want het zijn allemaal voetbalploegmaten van Paul, maar het maakte me toch heel triest. Ik zat daar onder mijn boom met mijn éne kaarsje stil te huilen. Van de pijn in mijn oren, van zelfmedelijden omdat ik niet "normaal" kon zijn, en door het geluid van de saxofonist die 30 meter verder in de bar stond te spelen. Heel mooi dan nog, maar toch was het veel te luid voor me. Van eten is niet echt veel in huis gekomen. Als mijn kop de wereld niet meer kan volgen doet mijn maag precies ook niet meer mee. Morgen is Haris zijn laatste kans om te kunnen vertrekken. We hebben deze keer maar geen afscheid genomen, misschien brengt dat wel geluk?
Oei, oei, Paul zegt me net dat één van mijn reisverhaaltjes maar liefst 7 A4-tjes groot is... Ocharme mijn lezers. Als ik die nog heb.
Maar ja, als ge zo gelukkig zijt na een jaar isolement, dan zoudt ge uw geluk willen uitschreeuwen. 't Is dat dat zoveel lawaai maakt. Dus schrijf ik mijn geluk maar uit.
Om vijf uur liep de wekker af om Prem te gaan uitzwaaien. Door de hevige wind waaiden we met onze suffe kop bijna van onze vlonder. Het was nog donker, op de haast volle maan en de sterren na. We gingen naar de receptie en daar doken één voor één alle leden van de senior-staff op. Voor de meesten van hen is dit hun gewone uur om op te staan, want de vertrekkende gasten moeten uitgewuifd worden. Voor mij was het vanzelfsprekend midden in de nacht. Toch vond ik het heel fijn om hier rond te lopen als alle toeristen, op de 14 vertrekkers na, nog sliepen. Zo mogelijk is het hier dan nog rustiger.
De speedboat had hier om kwart voor zes moeten vertrekken, maar hij kwam pas om zes uur binnengevaren. Het aanleggen was enigszins tumultueus en al de bagage inladen ook niet makkelijk. Ondertussen stond heel de staff op rij en werden alle vertrekkers persoonlijk begroet met een handdruk en enkele vriendelijke woorden. Wij hielden ons discreet op de achtergrond. Toen Prem verscheen sloten we ons bij t rijtje Staff aan. Prem was echt heel blij dat hij ons zag staan, hij viel direct in onze armen. Vervolgens werd hij door heel het kader, één voor één hartelijk de hand geschud of vastgepakt. Ge voelde de warmte in de lucht hangen en toch was de zon nog niet op.
Al snel zat iedereen op de schokkende, botsende boot en nam de staff zijn plaats in op het uiterste randje van de kade. Wij sloten ons aan bij het wuifcommitee. En daar stonden we dan. Te wuiven. Een tiental donkere mannen en twee wittekoppen op een rij. Te wuiven en te wuiven. En iedereen maar hopen dat de kleine traantjes in zijn ogen zouden wegwaaien. Er moest lang gewuifd worden. Toen de boot opgelost werd in de eerste stralen van de opkomende zon draaide iedereen zich om en binnen de minuut was elk in de richting van zijn job verdwenen.
Veel slapen is er hier niet bij. De meesten werken tot middernacht en om half zes zijn ze weer paraat.
Het was een ideale moment om fotos van de maan te maken; De lucht is hier zo zuiver en helder dat ge de lichtjes afgeknabbelde rechteronderkant heel duidelijk kunt onderscheiden. Het lijkt wel of reuzevleermuizen er zich deze nacht aan tegoed gedaan hadden.
Terug thuis een kop thee gezet en lekker terug in bed gedoken want ik was nog altijd wat groggy van het feestje van gisteravond. Amper een uurtje tussen mensen en wat gerinkel en ik ben er alweer helemaal van in de lappenmand...
Pas tegen 11 uur kwam mijn kop terug boven het laken uit, knabbelde ik wat fruit en besloot maar tot aan de lunch stillekes thuis te blijven. Ik zat gewoon wat met mijn benen buitenboord bengelend op mijn terras naar de zonnereflecties op het kabbelende water te staren. Zonder bril of lenzen leek het wel of elke schittering ontpopte zich tot een madeliefje! Een stralend witte kern omkranst met gele bloemblaadjes. Ge moet het zeker eens proberen. Als uw ogen een -4 zijn tenminste. Alhoewel, misschien zien mensen met een -7 wel boterbloemen? Of die met een -5 narcissen?
De zee toverde zich constant om in een veld vol madeliefjes! Ze waren een heel kort leven beschoren, hun bloeitijd niet langer dan een halve seconde, maar het was een lieflijk zicht. Madeliefjes op de Malediven zien.En ik die nog eens rust zou vinden... Wie had het ooit kunnen denken?
Voor mij was het een teken dat ik eindelijk een staat van ontspanning begin te bereiken waarin ik niet meer noodzakelijk élke vis hier moet gezien hebben of elke palmboom omhelsd heb die hier op het eilandje staat.
Ik vond het ook fijn om mijn blog voor enkele dagen te kunnen programmeren vanuit mijn kamer. Wat een luxe toch weer!
Wat voor mij ook zo fijn is, is dat zowel de mensen van het kader als de meeste toeristen, rond onze leeftijd zijn. Overdag zit iedereen hier te lezen, of te suffen, of rustig te babbelen. Weinigen aan het zwembad, de meesten onder de palmen voor hun eigen huisje. En het grootste deel hangt ergens in zee rond. Diep of aan de oppervlakte. Ondanks dat het hotel helemaal volzet is ziet ge weinig mensen. Verschillende mensen hebben het all-in pakket gekozen en toch is hier geen zatlapperij of dwaas gebral. Zalig. Aan die all-in formule hangt natuurlijk de obligate duivenring rond uwe poot vast. Zon plastic armband. Vreselijk. Ik ben heel blij dat wij die niet moeten dragen, ze hebben ze gewoon aan onze sleutel gehangen zodat we in de eerste dagen, toen het grootste deel van het personeel ons nog niet kende, enkel de sleutel moesten tonen als we drinken gingen halen. Nu zijn we natuurlijk al tot een deel van het decor verworden en moet zelfs dat niet meer.
Na de lunch zijn we weer in zee geploft en had ik me tot doel gesteld om vissensnuitjes te gaan trekken. Een heel plezante uitdaging want die mannekes zijn heel snel, en met een telelens kunt ge onderwater niet veel aanvangen, ge zijt direct uw doelwit kwijt. Ik heb me dus weer anderhalf uur vis tussen de vissen gevoeld.
Als we dan s avonds aan Haris vertellen wat we gezien hebben dan vertelt hij ons er ineens de smaak bij. Logisch, op zijn thuiseiland, Mathiveri, gaat iedereen vissen, hier is dat vanzelfsprekend niet toegelaten.
We vertelden over de dikke zwart en gele overlangs gestreepte sweetlips en ik zag hem glunderen : lekker mals en vast vlees. De doopvontschelpen? Oh ja, die eten we ook!! Smaken die niet naar rubber? Néé, de kleurige randen zijn wat taai maar het onderste witte vlees heeft de smaak van kreeft. En zeeschildpad is ook heel smakelijk.Oei. Maar die eten we nu niet meer hoor! Ik hoop het.
Haris bezit een supertelefoon. Er zit een heel fotoalbum in, zelfs filmpjes en hij kan er direct mee op internet en zo via Google Earth zijn eiland laten zien! Hij vroeg ons of hij enkele fotos van zijn huwelijk naar onze telefoon mocht doorsturen. Onze ogen kwamen op steeltjes staan, we wisten niet eens dat dat met onze oude rakker ging. En ja, het lukte!!
Hij toonde ons filmpjes van de laatste nieuwe hits op de Malediven en opnamen van een soort Carnavalsfeest in zijn dorp. Als de mensen terugkomen van Mekka wordt er een bizar soort feest gehouden waarin ze zich verkleden als monsters. Een vreemde toestand. Het leek wel of we naar Thriller van Michael Jackson zaten te kijken! Heel raar. Een massa gesluierde vrouwen en daartussen halfnaakte mannen met hun bovenlijven beschilderd en de gruwelijkste maskers op hun gezicht. Ik voelde me even terug op Borneo...
En dan te bedenken dat het enige wat wij hem vanavond geleerd hebben is wat love handles betekent...
Haris zijn supertelefoon had me echt met verstomming geslagen. Hoe snel veranderen de tijden... Hoe levendig herinner ik me nog de oerslechte telefoonverbindingen vanuit Sri Lanka destijds. Er zat zoveel vertraging op de internationale verbindingen dat een zinnig gesprek haast onmogelijk was. Zeker tussen haastige, zuinige mensen...
Op een keer, 20 jaar geleden, zaten we in de bergen, in Ella, en ik realiseerde me plots dat het vrijdag was en dat ik beloofd had op die dag naar ons ma te telefoneren. Er was geen tegenhouden aan, ik moest en zou bellen. Paul pakte dan maar de autosleutels en we reden door de donkere nacht, over de bergwegen, tussen de soldaten (gelukkig was er op dat moment eens geen avondklok), 30 kilometer verder naar een hotel in Bandarawela waar een telefoon was. En hij werkte nog ook! Om het met ons ma haar vaste uitdrukking te zeggen : Wat een geluk! Of dat nu echt een geluk zou zijn zo snel duidelijk worden.
Na elke zin moesten we een vijftal seconden wachten. Een ramp voor mijn immer gehaaste moeder. Het gesprek verliep ongeveer als volgt. Het was eigenlijk meer een simultaan opgevoerde klucht.
Dag ma! Hoe gaat het?!
Zijt gij het? (Ze heeft maar 1 kind... )! Is alles goed?
Ja met ons wel en met u?
Wat zegt ge?
Hoe het met u is!
Jamaar gij babbelt altijd te laat en ik versta u niet!
Dan moet gíj zwijgen tot ik uitgebabbeld-
Wat zegt ge?
Ma, wat zegt ge?
Ik zal het nog eens zeggen hé?
Wat gaat ge zeggen, ik heb u niet verstaan?
Gij spreekt te rap. Gíj moet zwijgen tot ik gedaan met spreken heb en dan efkes wacht-
Wat zegt ge? Ik heb verstaan dat ik te rap spreek maar daarna verstond ik het niet meer. Herhaal een keer.
Ik zal herha-
Ja dat is goed. Doe maar. Maar nu heb ik u weer niet verstaan!
Ik zei-
Gij zegde iets hé, Maar ik denk dat ik tegelijk ook iets zei dus heb ik niet gehoord wat gij zegde misschien dat ge beter nog eens van t begin begint.
Ma zwijg. Nú. En wacht. Tel tot 10 eer ge nog iets zegt.
Amai, wij spreken helemaal door mekaar ik kan er niet meer aan uit. En we moeten rapper spreken want anders word die telefoon te duur hé kindje!
Ma zwijg! Begin pas te spreken als ik gedaan met spreken heb. Begrepen?-
Ja dat is goed ik zal zwijgen.
Wat zegt ge?
Gij zei iets hé?
Ja, dat ge moet zwijgen ik ga nu eerst vertellen en daarna gij.
Hoe gaat het met u? Nee! Néé!!! Niet antwoorden. Zwijgen! Antwoorden als ik uitgesproken ben. Met ons gaat alles goed, alles is hier nog altijd allemaal in orde. We zullen volgende vrijdag zoals afgesproken terugbellen.
Stilte.
Ma? Hhebt ge me gehoord? Ma?
Maar ik mocht niks zeggen! Hebt gij nu al gedaan met spreken?
Ja.
Moet ík dan nu vertellen?
Ja.
Hier is alles goed. We bellen dan volgende vrijdag hé kindje?
Ja.
Das goe.
Dag ma.
Dag schat.
Hebt gij nu nog iets gezegd?
Nee.
Oh ik dacht dat ik weer een stuk zin gemist had en-
Nee ik ga nu ophangen want-
Zeg kindje zoudt ge nu niet ophangen, we hebben nu al zoveel verteld en het gaat anders zo duur worden hé!
Awel ja, dat ging ik juist- Ja. Ja. Daaaaaag ma!
En dan allemaal tegelijk (met Paul zijn kop ook nog tegen de hoorn gedrukt) in een complete cacafonie : daaaag, houdt u goed hé, veel plezier, nen dikke kus!!
De rekening voor de uitwisseling van deze uiterst interresante informatie bedroeg 1300 bfr., omgerekend 42 .
Maar kom, geluk is onbetaalbaar zullen we maar zeggen.
En nu grabbelt een kelner, op een nietig eilandje in een grote oceaan, in zijn achterzak, haalt een telefoon boven en laat snel even op Google Earth zien waar zijn huis staat. En vind dat bovendien de normaalste zaak van de wereld. Jawadde.
Rajeeva wist ons te vertellen dat Prem vanmorgen bijna zijn vlucht naar Colombo gemist heeft. De speedboat moest zo tegen de wind en de golven opboksen dat de boarding gate al gesloten was toen hij op de luchthaven aankwam. Rajeeva had ondertussen al een half uur met Air Lanka aan de lijn gehangen om Prem toch alstublieft nog op het vliegtuig toe te laten. En dat is gelukt. De toeristen die naar Europa moesten hadden meer tijd en hebben hun vlucht vlotjes gehaald.
Dat de speedboaten hier meestal nogal botsen en knotsen weten we uit onderving. Haris zijn vrouw was vroeger journaliste, maar ze heeft haar job opgegeven omdat ze teveel rugpijn kreeg van per speedboat van eiland naar eiland te moeten hotsen. Er is ook nog het openbaar vervoer door de eiland-dhoni, maar die doet maar 1 keer per week zijn toer.
We zullen in t vervolg maar niet teveel zagen als er bij ons weer eens een trein 20 minuten vertraging heeft...
Een mens wordt dat snel gewoon. Zon luxeontbijt met uw echtgenoot in de rol van roomboy. Ik word wakker met een tasje thee en een glas fruitsap naast mijn bed. Terwijl ik mijn ergste kop- en nekpijn verdrijf haalt hij een gezond ontbijt, dat we samen keuvelend en naar de vissen kijkend oppeuzelen als oude Romeinen op ons terras. We moeten wel oppassen dat we er ook niet als oude Romeinen worden uitzien natuurlijk...
Daarna bekeken we mijn roggenoogst van gisterenavond, en er zitten een paar prachtexemplaren bij. De mooiste is die waar een tonijn zijn natte rug boven water steekt en in die zwarte glans worden de wolkenhemel en wijzelf weerspiegeld. Het lijkt wel een surrealistisch schilderij. Moest die foto met een serieus apparaat gemaakt zijn zodat ge er dat detail uit zou kunnen knippen ze zou in National Geographic kunnen verschijnen. Echt een geweldige toevalstreffer. De andere fotos zijn ook tof. Vooral de close-ups van de bruine rog zijn bedelende hondenogen. Tot en met zijn irissen zijn zichtbaar. En die blik!!!
Grappig ook dat platvissen zich als borden op mekaar kunnen stapelen. Ge ziet ze echt in laagjes liggen. Hun grote probleem is wel dat hun mond onderaan zit en dat de tonijnen hun bek vooraan hebben en dan nog veel sneller kunnen zwemmen ook. Vandaar dat de roggen zo slim zijn om tegen de kant op trachten te kruipen en zo als eerste aan de vis te geraken. Een race met de gewone roofvissen verliezen ze toch.
Vanmorgen bleek Pandora ook terug normaal te werken. Ze ging open, en vooral ze sloot zich ook terug af. We konden fotos opladen want ze accepteerde zelfs de USB-stick, ze herkende zelfs de muis! Misschien had ze gisteren en eergisteren gewoon een PMS-ke.
Loom en lui zijn we voor het duikcentrum eens gaan kijken wat er daar onderwater te beleven valt. Omdat daar de meeste duikers in t water gaan en de beginnelingen hun eerste duiklessen krijgen is het rif er in iets minder goede staat, maar het kleine leven, de begroeingen op de betonnen muren maakt dan weer alles goed.
Het licht was mooi, de zee kalm, het water stond betrekkelijk laag, het leken me de ideale omstandigheden om nog eens wat macrofotos proberen te maken. Maar ik heb er toch de pak nog niet van terug. Het gaat moeizaam. Ik zie niet goed genoeg. In alle gaatjes groeien minuscule plantjes en leven wormpjes en koralen in de gekste kleuren. Nuances waarvan op een foto niet veel van overschiet...
Jullie hebben ook enorm veel geluk : er zitten hier heel weinig doopvontschelpen. Ge zult er dus niet mee overstelpt worden. Ik vond er eentje waarop de lichtinval goed was, maar het was een heel zenuwachtig beestje, ze liet niet in zich binnenkijken, ze klapte elke keer onmiddellijk dicht. Ze stond duidelijk op haar privacy. Toen ze eindelijk aan mijn apparaat gewend was kreeg ik terug wat hoop. Ik stelde mijn afstand in, dat komt in zon geval op 1mm aan, en telkens ik klaar was om af te drukken beet er een kleine zwarte vis in mijn elleboog. Foto naar de bliksem. Keer op keer op keer. Ik denk dat ik dat kereltje vanavond ga opeten.
Kompleet verzilt - want ik had met mijn langdurig onderwater op de loer liggen weer flink wat zee binnengehapt - heb ik zitten genieten van een colaatje op de warme houten trap van het duikcenter. Wat een leven! Voetekes in t zand, pareoke rond uw lijf, volle zon op uwen bol, blik op oneindig (ja dat kan ook niet anders met die contactlenzen van Paul in mijn ogen) en wegdromen maar...
Een snelle lunch. De gasten die hier maar drie of vijf dagen zijn schransen zich te pletter, maar als ge drie weken blijft dan weet ge dat ge nog alle tijd hebt om van alles eens te proeven en volstaat een bordje. En een dessertbordje natuurlijk. Ah ja. Zó sober houd ik het nu ook niet.
Ondertussen zagen we weeral twee volle watervliegtuigjes landen op het ponton ver in zee. Alweer 24 nieuwkomers. En een flinke afvaardiging, zoals steeds aangevoerd door Prem, hen verwelkomend toezwaaiend op het ponton. Het is hier nogal een komen en gaan. Op de gekste uren staat de staff op de pier. Bij alle aankomers, bij alle vertrekkers. Iedereen wordt uitgezwaaid, dat hoort bij de persoonlijke service.eze keer waren het twaalf individuele koppels. Ik begrijp niet waarom ze per se voor het watervliegtuig kiezen. Een enkele vlucht kost maar liefst 129 dollar per persoon! Ik denk dat de speedboot maar een fractie van die som kost. En uiteindelijk hebt ge toch maar een uur tijdswinst want van dat drijvend ponton moet ge toch nog altijd met een bootje tot aan het eiland varen.
Donald snorde voorbij en ik vroeg of Paul straks op de cocktail-party wat moest zingen. Hij was zo blij als een kind dat zijn feest live-muziek ging krijgen. Er ging onmiddellijk voor gezorgd worden dat de gitaar om 7 uur ter plekke zou zijn. Wat ik heel fijn vond, dan moesten wij Robert niet gaan zoeken.
Nu we plots weer een volle agenda hebben vanavond - Paul voetballen om 5 uur, optreden om half 8, en dan het feestdiner zijn we snel aan onze namiddagsnorkel begonnen. Paul zwom dapper uit de lagune de volle zee in. Maar ik amuseerde me zo goed in de lagune dat ik geen zin had om een gevecht met de stroming aan te gaan. Het was zo mooi en fijn in het zeer lage water tussen de waterbungalows dat ik daar ben blijven hangen. Het is een totaal andere wereld dan het koraalrif maar op zich ook even uniek door het leven dat er zich in afspeelt. De bodem bestaat uit stenen, zand, en grote en kleine brokjes versplinterd koraal. En heel die bodem beweegt! Ik kan me niet voorstellen wat zich hieronder nog allemaal moet afspelen. Er worden bergjes zand opgeworpen door een of andere zeebewoner die ge nooit te zien krijgt. De kleine steentjes bewegen door beestjes die hun nest maken of gangen graven. Het is allemaal heel mysterieus.
Om de paar meter komt ge wel enkele zeestaartjes tegen die zich soms tot aan het oppervlak kronkelen, maar een dier van 20 centimeter is hier al bij de groten. Op de stofzuigerslangen na. Ik heb er eentje van wel 3 meter lang ontdekt. Ik heb hem zelf van staart tot kop gefilmd. Er kwam maar geen einde aan. De kop is als een anemoon die bestaat uit een tiental tentakels met fijne haartjes op. Ritmisch bewegen ze aan een heel hoog tempo, en stoppen eten in de mond. Het stopt nooit. Als ge het dier ergens in t midden oppakt dan wordt dat stukje slap en dun, maar owee als ge hun kop aanraakt. Op een fractie van een seconde zijn al de tentakels ingeklapt en schiet er nog een klein gaatje over waarin alles verdwenen is. De rest van de slang krimpt vervolgens in mekaar tot er nog geen meter overschiet. De textuur van zijn huid is ook enorm fijn. En zo zacht.
Er lagen ook veel dikke vette zeekomkommers. Hun vel overdekt met zand en koraalresten. Ge kunt ze afstoffen en dan komt hun mooie gele, bruine of zwarte huid vol kleine putjes tevoorschijn. Ze zijn zwaar en log en liggen weerloos, lichtjes ineengekruld, in uw hand.
De met mossen begroeide stenen vormen kastelen. Gevangen luchtbellen houden de groene en bruine sprieten gestrekt, als stalagtieten die naar de hemel boven het wateroppervlak willen reiken Het lijken kastelentorentjes versierd met kristallen ballonnetjes. En daartussen zweven dan visjes van minder dan een centimeter. In sommige holtes zijn spinnewebben geweven. God mag weten van welk dier. Iets grotere vissen grazen abstracte patronen in de blokken waarop de pijlers van de waterbungalows verankerd zijn. Onbewust scheppen ze kunstwerken.
In een van de vele gaten die naast de betonblokken gegraven zijn vond ik een kleine inktvis. Maar hij wou niet gestoord worden in zijn dutje. Toen ik vroeg om te poseren sloeg het kleine bruine dier wit uit van colère. Ik begrijp dat, ik zou ook niet graag door een reus gewekt worden. En terwijl ge daar heel stil hangt te wachten, met uw buik op de stenen, want genoeg water om te zwemmen is er ondertussen al niet meer, komt daar dan toch plots een kleine haai voorbij geschoten. Hij negeerde me kompleet, en hem volgen kon ik al helemaal niet want ik lag daar als een machteloze zeekomkommer. Elke plotse beweging kon mijn knie of buik openhalen en dat had ik er niet voor over. Ik zie er ondertussen al weer melaats genoeg uit.
Ik was doorkoud geworden door zo veel, geconcentreerd stil te liggen dat ik plots rillingen kreeg en maar richting strand begon te evolueren. Mijn terugtocht werd bekroond door een van de grappigste visjes ooit. Een centimeter of drie barstenvol leven. De ADHD-er onder vissen. Hij kronkelde als een slang, of als de afgehakte staart van een gekko, maar dan in versneld tempo. Het bleek zijn manier van zwemmen. Ocharme die zijn ruggegraat. Het was een mooi dier, bruin met gele vlekken. Hij leefde duidelijk solitair. Tja, wie zou nu ook met zon zenuwpees getrouwd willen zijn. Ik mag er niet aan denken hoe die zijn eieren legt. Die moeten wel een meter in t rond vliegen. Nestwarmte moet die zijn kroost niet direct verwachten. Die beestjes worden gewoon geboren met een trauma.
Rillend kroop ik aan land, haalde snel aan de zwembadbar een fruitcocktail, en nam thuis een heerlijk warme douche. Ik was net op temperatuur en behaaglijk met fotoapparaat en laptop op mijn bedje geïnstalleerd toen de zon begon onder te gaan. Het was weer mooi vandaag! Hier gaat de zon soms nog echt slapen in een wolkengrot zoals Frederik Van Eeden het zo prachtig beschreef in De Kleine Johannes. Bij ons ziet ge de zon haast nooit de einder raken door de vervuiling. Hier kan dat op sommige dagen nog wel.
Paul kwam apetrots van de voetbal want eindelijk had een goal gemaakt. En er waren geen gewonden bij gevallen, hij had niemand van de kleintjes vertrappeld. Daar maak ik me altijd het meest ongerust over : dat er plots 85 kilo op zon ventje van 40 kilo terecht komt.
Zijn snorkel in zee was dik tegengevallen, hij had weliswaar een schitterende nieuwe fish-wash ontdekt, maar hij geraakte door de sterke stroming niet meer terug lang onze pass de lagune in, dus die was veel verder moeten zwemmen tot aan de volgende doorgang. Ook met het snorkelen kunt ge omleidingen tegenkomen, is het niet door het eb waarmee ge vergeten rekening te houden zijt, dan is het door een stroming die ge van boven in de bungalow niet kunt inschatten. Snel moesten we ons klaarmaken voor the function of the repeaters want Paul zou op de cocktailparty gitaar spelen.
Toen we daar aankwamen was het decor een komplete verrassing! Al de bomen aan de lagune hingen vol lichtjes, er stonden schitterende buffetten en iedereen rende druk in t rond. Het moest perfect worden. Zoveel was duidelijk. Het was een feest voor maar liefst 24 trouwe klanten. Sommigen van hen hadden al meer dan 10 keer hun vakantie op dit eiland doorgebracht. Eigenlijk hoorden wij daar niet bij want we komen voor de eerste keer naar Ellaidhoo, maar Prem vond dat we overal en altijd bij alles horen wat hier gebeurd. Tenandere, het telt ook dat we al zoveel keer bij de Keells keten gelogeerd hebben. Hij krijgt wel altijd alles aannemelijk uitgelegd. Hij is echt niet voor één gat te vangen.
De liedjes waren een succes, voor elke taalgroep had Paul iets voorbereid en dat werd geaprecieerd, zowel door de toeristen als door de staff. Ik trachtte ondertussen zo goed mogelijk fotos te nemen van het verzorgde buffet en van de gasten, zodat ze die later kunnen gebruiken. Sri Lankanen zijn gek op fotokes. Een fiasco voor mij want ik ben echt heel slecht in het maken van fotos van mensen, laat staan van donkere mensen in donkere omgevingen met een flashke dat het licht van drie slechtgerichte kaarsen evenaart. Over wat ik weer bij mekaar gefilmd heb zullen we maar zwijgen. Deze reis is de reis van de duistere filmkes.
Prem was eerst te verlegen om een speech te geven dus had ik maar een tekst uitgewerkt die Paul kon zeggen. Dat viel goed in de smaak en uiteindelijk heeft Prem dan toch ook een woordje gezegd. Hij stelde iedereen van de staff nog eens voor, de arme Donald kwam pas aangerend toen hij zijn naam hoorde. Flink in de weer als altijd had hij geen tijd om mee te genieten van de cocktail. Iedereen van de staff kwam ons uitgebreid bedanken, ze vroegen of Paul niet elke dag dat uurtje wou spelen... En Robert ondertussen heel blij dat de gitaar in gebruik was en dat zij even konden rusten. Weer een echte win-win-situatie. Geweldig. Everybody happy. Behalve ik.
Voor mij was het feestje een klein rampje. Ik kon niet anders dan mijn oordoppen dragen, en iedereen wou toch iets tegen me komen zeggen, dus moest er minstens 1 dop altijd even uit en ik stond daar met een video en een camera in mijn handen.
Tenslotte kregen alle genodigden nog een kado en dan schoof iedereen aan het buffet aan. Behalve Prem, die kwam eerst controleren of we zijn speech te doen hadden gevonden. Het was voor hem weer een heel emotionele gelegenheid geweest en dan voelt hij zich onzeker. Dus stonden we daar midden in de drukte hem trachtend te overtuigen dat hij dat heel goed had gedaan, en nee, dat het zeker niet erg was geweest dat hij die mensen zijn vrienden in plaats van zijn gasten had genoemd...
Ik vond het heel triest dat ik niet met de andere mensen samen kon eten, en weer naar mijn donkere boom moest vertrekken. Raj bood me heel lief een troostende schouder aan. Hij is nu samen met Donald tot mijn persoonlijke engelbewaarder aangesteld. Aïsha heeft 1 hoeder en ik heb er twee.
Ik zat aan mijn tafeltje maar wat naar de grote maan boven de zee te kijken, want ik wist echt niet meer wat ik met mijn kop aan moest. Veel eten was er voor mij niet bij want ik miste de moed om telkens naar dat buffet te lopen. De wind raasde in het koordje van mijn oordoppen en ik had mijn losse dopjes niet bij. (Ik heb die hier nooit bij want ik heb hier geen broekzakken om ze in te steken... Ik draag ze altijd rond mijn nek. Tot groot jolijt van Aïsha. Tot groot ongenoegen van mezelf want ik denk dat ik ze thuis van alle fotos ga weg photoshoppen. Ik heb al gedacht om er een alternatief collier van te maken, maar dat gaat niet want ik moet ze bliksemsnel kunnen insteken als t nodig is.) Bij het dessert kwam er vanachter onze duistere boom een nog donkerder persoon : Prem die kwam vragen of we over een half uurtje naar zijn kantoor kwamen om afscheid te nemen.
Ons afscheidsgesprek was haast woordeloos. Er was nog te veel om te vertellen en te weinig dat nog echt gezegd moest worden. Hij vroeg of we niet met Kerstmis naar hier konden komen omdat Selina er dan ook zijn. Ik zei dat het in die periode te druk zou zijn, maar hij redeneerde : Nu zit het hier ook vol. En dat is waar. Maar toch, met kerst- en nieuwjaar ergens stil alleen aan tafelke weggedoken zitten terwijl iedereen feest... Ik weet het niet. Het lijkt me deprimerend. En stel dat de Chinezen vuurwerk gaan afsteken! Ik mag er niet aan denken! Zakelijk vind ik het ook niet interessant voor het hotel dat we hier in die periode zouden verblijven, ik vind dat ze in die dure periode de bungalow beter kunnen verhuren aan de volle prijs. Aan de andere kant... ik zou dan wel kerststal-beeldjes kunnen meesmokkelen en daar zou hij zeker heel blij mee zijn. Och, we zullen wel zien wat gaat er verder met mijn gekke kop zal gebeuren... Nog 10 maanden is lang. Ik kan beter niet zo ver vooruit proberen te kijken.
Donald kwam net voorbijgesnord (hij lijkt wel Roadrunner) dus kon hij nog snel een foto van ons drie nemen. Samen in een zetel zittend, haalden we onze zondagse glimlach boven, hoewel we alledrie eigenlijk heel triest waren. De arme Donald zijn ogen begonnen ook al te blinken...
Prem garandeerde me dat wat er ook gebeurt, mijn lievelingshuisje hier altijd ter mijner beschikking zal staan. Mijn tweede thuis. Misschien helpt dat ook al, als het weer eens teveel wordt in het drukke België, dat ik weet dat deze plek er ook nog is. Dat ik hier nog voor rust en stilte terecht kan.
Met vochtige oogjes bleven we in een stevige omhelzing staan. Maar ge kunt daar niet blijven wortel schieten... Tenandere, hij moest nog een boel papierwerk doen (want hij wil uiteraard zijn hotel perfect achter laten) en zijn bagage pakken, en zijn boot vertrek hier morgenvroeg om kwart voor zes. Veel slapen zal er weer niet bij zijn...
Na een allerlaatste kushandje verdwenen we in de duisternis van de tuin, richting mijn tweede thuizeke. We stopten even aan de zwembadbar om enkele flessen drinkwater mee te nemen en Donald kwam nog even heel treurig vertellen hoe erg hij t wel vind dat Prem er 21 dagen niet gaat zijn. Prem is de olie die heel de machine geruisloos laat draaien. We stonden nog geen vijf minuten te babbelen of onze gsm rinkelde al. Prem. Of hij ons direct mocht bellen als hij thuis was aangekomen. We hebben onze verrassing dat me morgenvroeg hem komen uitwuiven aan de pier dan maar alvast verklapt. Hij was zo blij! Really? Really? You come? You sure?!. Yes we promise.
Ik zou nu niet mogen zitten schrijven. Ik zou nu in mijn bed moeten liggen, want het zal heel snel dag zijn. t Is te zeggen dag, het zal nog nacht zijn als we weer op moeten staan. We gaan weer een vervolg kunnen breien aan onze wel zeer duistere videofilm...