Donderdag, 12 mei 2011.
Aan boord van de Rosenwiller. Voor de sluis van Saverne.
11. Dromen gaan in vervulling.
Bij het zoeken naar onze slaapplaats hadden we vermeden om in de buurt van dorpen, grote wegen of spoorbruggen terecht te komen. Midden tussen de weiden was het zalig stil. Hier zou beslist geen onverwacht lawaai opduiken. Gisterenavond hoorde ik wel schieten en ik dacht nog Die Fransen zijn toch voor niks beschaamd, jagen in de lente, als al de dieren jongen hebben... Vannacht hoorden we rare muziekjes en berichten. Allemaal heel kort. Er vlogen ook enkele super lawaaierige helicopters over. (Een beetje overkill want zóveel hebben we hier nu toch nog niet misdaan...) Aangezien we al bijna twee weken geen nieuwsberichten gehoord hebben overwoog ik of Frankrijk misschien met Lybië in een oorlog zou verwikkeld zijn geraakt. Enfin, ik voelde mij hoe langer hoe meer in Sri Lanka en dat maakte de vakantie er alleen maar aangenamer op. Tot we vanmorgen op de kaart keken en zagen dat hier een militair oefenterrein lag! Toen was het verband met de gecamoufleerde soldaten, de geweerschoten, de vreemde radioberichtjes en de helicopters snel gelegd. Leven is toch echt wel een onvoorzienbare bezigheid. Maar dat nam niet weg dat ik toch weer overheerlijk geslapen heb.
De dag begon met een grauwe hemel die als een halfnatte dweil over onze boot gespannen stond. De blatende schapen in de wei moeten zich als sponzen gevoeld hebben. We namen uitgebreid de tijd om eitjes en spek te bakken en onze boot een klein beetje aan kant te brengen. Maar de zon kwam niet op de afspraak en we moesten uitvaren in de grijzigheid waarin zelfs het betonfabriek niet opviel. Paul wou en zou desalniettemin de boot van op het bovendek besturen. Dat is inderdaad iets makkelijker omdat het stuur daar pal in het midden staat - dat in de binnenkajuit bevindt zich rechts, zoals in een auto. Er is wel meer zoals een auto. Als ge betrapt wordt op overmatig alcoholgebruik dan wordt niet uw vaarbewijs afgepakt (aangezien ge dat niet hebt) maar wel uw rijbewijs. Bij te snel varen wordt ge beboet en die boetes zijn contant te betalen. Vandaar dat de boten van Nichols tegenwoordig op 8km per uur gelimiteerd zijn. Al te veel toeristen hebben hun boetes al willen betalen met creditcard blijkbaar. Want hier wordt verdorie wat afgedronken! Er passeert geen boot of de bierblikken en wijnflessen staan in groten getale op de tafels. Het gedrag van de passagiers is dikwijls ook navenant. Al maar goed dat ge maar 8 per uur moogt varen, ik zou het anders niet willen meemaken.
Maar zonder alcohol valt er evenveel lol te maken. Eergisteren besloot Paul te filmen terwijl ik de boot bestuurde. Hij stond met zijn rug naar de vaarrichting, ik zag wat overhangend lover, dus ik manoevreerde ongemerkt naar de oeverkant zodanig dat mijn echtgenoot onverhoeds met kop en camera in de bladeren verzeilde. Het kan alleen maar bijdragen aan het humoristisch gehalte van onze film. Eén van zijn grote verzuchtingen was dat hij zo graag eens overboord wou plassen, als een echte zeeman. Vanzelfsprekend wou ik hem die kans met plezier gunnen. Ik besloot vandaag zijn wens waar te maken, met dit treurige weer waren er toch geen andere boten te zien. Ik nam het roer over en stuurde hem benedendeks - ik vond dit geen experiment om vanop het bovendek te doen wat onze livingramen stonden open - we vaarden door een bos maar vanop mijn hoge troon zag ik dat net achter de bocht enkele huizen vlak aan de oever stonden. Ik riep dus naar beneden : Zet u maar in positie! Geen mens kan u hier zien!. Geen 20 seconden later hoor ik :Miljaarde!!! Staan hier toch wel ineens huizen zeker!!! Tja. Dus ging de sukkelaar het, na het passeren van de huisjes, maar langs stuurboord proberen waar het nog altijd bos was. Ongemerkt had ik de boot al naar het midden van het kanaal geleid, zodanig dat ik zonder gevaar mijn roer plots kompleet kon omgooien en direct terug omgooien zodat we hevig gingen zigzaggen. Overbodig te zeggen dat twee meter onder mij de Heer weeral vol vuur werd aanroepen. Gelukkig dat ge een wens maar 1 keer moet vervullen. Zeker de deze.
Na de verlossing besloot mijn heer het roer terug over te nemen zodat ik wat op het terras van het uitzicht kon genieten en wat bijschrijven. Ik heb zelfs ook nog een droom kunnen waarmaken en heb even op het bovendek in de zon gelegen. Ik wou per se testen of het breed genoeg was voor mij, en inderdaad, een mens van 1.70m kan in alle richtingen lekker uitgestrekt liggen. Ge ziet dan de boomkruinen en de wolken boven u voorbij zweven en dat is wel een heel apart gevoel.
We vaarden opnieuw over de hoge brug die over een beek en een baan loopt en vlak daarachter zag Paul een weide vol ooievaars!! Het was een heel verwarrend zicht, want net daarachter stonden een hoop dikke witte koeien, dus het was eerst niet zo heel duidelijk wat die stilstaande zwart met witte beesten waren. Hij stopte (nou ja, stoppen... we legden ons in zwalp-modus) en inderdaad daar zaten maar liefst 50 ooievaars te rusten! Een machtig zicht. Heel af en toe vloog er eentje een cirkeltje maar het was duidelijk pauze. Ze zaten wat te grazen, sommigen deden een dutje, anderen waren genoeglijk met hun kapsel in de weer. Zouden ze nog op trektocht zijn? Dat kan toch niet want eigenlijk zouden die nu toch op hun nest moeten zitten? De jongen zijn al geboren! Misschien was het gewoon een uitje van De Gouden Passer, allemaal dames die eens een dagje vrijaf namen, terwijl de heren op de jongen pasten?
Eindelijk, na drie dagen, maakte ik mijn grootste droom waar : op de voorplecht, aan het ingebouwde tafeltje, zitten schrijven in de zon. Wat een luxe! Dit was helemaal hoe ik me zo'n boottocht voorgesteld had! Al het moois zachtjes zien voorglijden en het ondertussen kunnen beschrijven. De typfouten haal ik er later wel uit, het zijn de eerste impressies die tellen. Zien en schrijven, zonder na te denken, heel spontaan registreren. De verschillende pasteltinten van de huizen en boerderijen opmerken, en merken dat aan de ene zijde van de boomstammen naast het kanaal een ander soort mos groeit dan aan de andere kant van hun stam. Door de wind? Door de zon? Ik weet het niet. Ik zie het alleen. En het is mooi. Sommige oevers zijn afgemaakt met platen die ooit van metaal moeten geweest zijn, nu lijken ze organisch. Uit elk gaatje groeit een plantje en het water heeft roestvlekken nagelaten zodanig dat het lijkt of er allemaal mannetjes op getekend zijn. Een galerij van figuurtjes zweeft op de waterlijn voorbij. Het lijkt wel of ik al zittend een tentoonstelling passeer... De rust is enorm, op de voorplecht is het stil, en hoewel het al na de middag was waren we amper twee boten tegengekomen. Die dan nog stil lagen ook. De lucht is opnieuw blauw gewatteerd met pluizige witte wolkskes. En die zie ik vanuit mijn groene tunnel. Het water is donkergroen, de bermen zijn bruin en mosgroen, vervolgens een laag frisgroen gras en riet en daarboven de geel en grijs bemoste boomstammen bekroond met kruinen in alle tinten groen naargelang het soort van boom.
Het aanmeren is ook al lang niet meer zo een drama. Niet meer sinds ik Paul aan zijn verstand heb gebracht om eerst de boeg vast te maken. Ik moet nog wel telkens naar de meerpaal gaan om zijn kunstige macramé te ontwarren (waar een begijntje jaloers op zou zijn) en het geknossel vervangen door een eenvoudige knoop. Piketten inslaan gaat ook prima. Het valt me op dat ik hier veel beter tegen geluid kan omdat het hier allemaal enkelvoudige geluiden zijn en niet het ratjetoe van een stad die altijd een chaos in mijn kop veroorzaakt.
Vandaag blijkt de dag van de vissers te zijn. Niemand vaart, iedereen vist. Het fijne is dat de vissers totaal niet boos worden als ge voorzichtig, zo ver mogelijk van hun lijnen verwijderd, voorbijvaart. Integendeel ze groeten hartelijk.
Voor we het wisten, om 13 uur, lagen we al voor het rode licht van de eerste korte tunnel. Paul meldde ons aan via de intercom op de oever, ik raakte eindelijk mijn twee vuilzakjes kwijt bij een gebouw van de kanaalorganisatie, en na 5 minuten vaarden we de tunnel binnen. Toverachtig moment om hier aan mijn schrijftafeltje door de semi-duisternis te glijden. Wat een ervaring en zo een rust! OK, straks bij de sluizen zal het er wel heel anders aan toe gaan, maar deze goddelijke momenten kunnen ze me toch weer niet meer afpakken. Helemaal alleen vaarden we door de tweede, lange, tunnel. Machtig gevoel. Vlak achter de uitgang begint een wandelweg naar de reeks van 17 oude sluizen. Ik had ze graag op de heenweg al eens bekeken en nu hadden we de tijd. We ontmoetten een oude Belgische schipper die vroeger die 17 sluisjes nog gebruikt had. Destijds werd hier het geduld pas echt op de proef gesteld.
Om de 50 of 100 meter lag een sluis mét een sluishuis. Naast het kanaaltje zagen we nog resten van de sporen van het treintje dat de boten voorttrok. Nog vroeger gebeurde dit zelfs met paarden. Tijd om de volledige wandeling te maken hadden we niet maar we zagen toch de eerste vijf sashuisjes. In de oude kanaalgeul stond nog water, en dat werd nu voornamelijk bewoond door kikkers en libellen. De sluisdeuren waren even roestig als die van gisteren maar sommige van de huisjes werden nog bewoond. Het was een veel lieflijker plek om te wandelen, maar de mysterieuze sfeer van gisteren ontbrak hier totaal. Tijd om ze allemaal te gaan bekijken hadden we niet. We moesten stilaan voortmaken om bij de scheepslift van het Plan Incliné Saint Louis-Arzviller te geraken. Daarachter wachtten ons nog 17 sluizen...
Voor de scheepslift lagen nog twee andere boten aan te schuiven. We kregen even een voorproefje hoe deze trip er in de zomer moet uitzien. Een boot vol zatte Duitsers in zwembroeken had zijn muziekinstallatie zo hard staan dat heel de berg kon meegenieten. Een gruwel. Na al de rust plots terug oordoppen moeten dragen... We versasten samen met de discoboot en een Nicols Quattro met Zwitserse mensen. Eens beneden bleek de discoboot gelukkig aan te leggen. Het zou voor mij de hel geweest zijn om samen met die boot door de eindeloze reeks sluizen te moeten varen.
De boot voor ons was heel a-sociaal, die palmde de sluis voor zich alleen in, en sloot de poorten voor de neus van de Zwitsers. Dus besloten wij en de Zwitser in het vervolg samen te versassen. Dat werd een prima samenwerking. Zij waren niet gehaast en legden al in Lutzelbourg aan, voor ons ging de race verder. Wij moesten nog proberen om voor 19 uur 13 sluizen te passeren...
Ondertussen was ons teamwork met enorme sprongen vooruit gegaan. Paul parkeert in een sluis als met een auto in een garage, ik spring vlot van boord op de kade, zwier mijn touw rond een meerpaal, en trek aan de blauwe stang. Naar lagere niveaus doorsluizen is stukken makkelijker dan op de heenweg, toen we altijd omhoog moesten versassen. Ge begint niet in het diepe en kunt de stang vanop de kademuur bedienen. Met uw voeten stevig op de grond is het helemaal niet zwaar om de stang omhoog te duwen. Ge wacht tot de poort dicht is en terwijl ge zakt leidt de ene de boot aan een touw de diepte in en de andere staat op de boeg om met de enterhaak de boot van de sluismuren weg te duwen. De boot ligt ook veel stiller omdat het water uit de sluis weggepompt wordt, in plaats van met veel kracht er in gestuwd.
We waren de enigen op het kanaal, elke sluis was vrij, we raceten (aan 8 km per uur dus...) van de ene naar de andere, zelfs het automatische tijdsmechanisme van de sluizen kon ons tempo niet volgen. Om kwart voor zeven namen we de voorlaatste sluis en om kwart na zeven stonden we voor de sluis van de stad Saverne. Te laat dus. Op nog geen kilometer van het botenbedrijf waren we gestrand. Niettemin hadden we ons traject op een recordtijd gevaren. Twee tunnels, een scheeplift en maar liefst 13 sluizen op 4 uur tijd!
We keerden een hondertal meter terug en even voor de sluis vonden we een rustig aanlegplekje. Op ons terras zaten we nog lekker van een aperitief te genieten in de laatste warme stralen van deze geweldige dag. Paul schonk zich een glas wijn in en ik mixte mijn nieuwste soort longdrink : cola, bruiswater, citroenlimonade, opgefleurd met een blaadje munt.
Restaurant Oud Sluis- zoals we onze keuken ondertussen al enkele dagen noemen - serveerde couscous met lamvlees en groenten. Onze warm eten-voorraad raakte stilaan op. Ofwel moesten we morgen naar huis, ofwel terug naar de Aldi in Saverne. We zaten zeer in dubio. Het was hier zon zalig weer, we zouden de boot makkelijk nog twee dagen langer kunnen huren en een keer naar Straatsburg varen. Maar thuis wachten onze zalige zeven... Een hartverscheurende keuze... Die we dan maar uitstelden tot morgen...
29-05-2011 om 00:00
geschreven door Laathi
|