Antes e Depois... Alfredo Marceneiro e Fernando Farinha...
Eindelijk de tekst gevonden van het lied dat reeds maanden aan de rechterkant van mijn blog stond en dat ik ooit kreeg van Opatje Joaquim
FADO de onteme e de hoje
(FADO van gisteren en vandaag)
Antes e depois Vroeger en nu
Fernando Farinha / Alfredo Marceneiro Alfredo Marceneiro:
Minha guitarra é vaidosa Mijn gitaar is ijdel Mas vaidosa com encanto Maar betoverend ijdel Sente-se toda orgulhosa Zij voelt zich heel trots Todas as vezes que canto Telkens ik zing
Fernando Farinha:
Alfredo, quando tu cantas Alfredo, wanneer jij zingt Cantas com tanta saudade Zing jij met zoveel saudade Eu sinto que tu encantas Ik voel dat jij verrukt bent Toda a minha mocidade Door mijn jeugd
Alfredo Marceneiro:
Dizem que o fado é desgraça Men zegt dat fado rampzalig is Fado é de muita gente Fado is van vele mensen Mentira o fado não passa Liegen kan niet in de fado O fado qualquer o sente De fado voelt dat
Fernando Farinha:
O fado é a voz do povo De fado is de stem van het volk Que com o povo nasceu Dat uit het volk wordt geboren Tu és antigo e eu sou novo Jij bent antiek en ik ben modern Será meu como que foi teu Ze zal van mij zijn zoals ze van jou is
Alfredo Marceneiro:
Entre fadistas de lei Onder de gevestigde fadistas Com meu concurso não falto Ontbreekt het mij niet aan concurrentie Tenho orgulho em ser de grei Ik ben trots deel uit te maken Dos faias do Bairro Alto Van de flierefluiters van de Bairro Alto
Fernando Farinha:
A pesar de muito novo Ondanks het vernieuwende Quando canto uma cantiga Wanneer ik een lied zing Faço recordar ao povo Zal ik het volk laten herinneren De fadistagem antiga Aan de fadistas van de oude garde
Alfredo Marceneiro:
A minha pobre garganta Mijn arme keel Já não tem a voz de outrora Heeft niet meer de stem van vroeger Mas quando canta, ainda canta Maar wanneer ik zing, zing ik nog Ao pé das vozes de agora Evengoed als de stemmen van nu
Fernando Farinha/Alfredo Marceneiro:
Quem sabe meu pioneiro Degene die mijn pionier kent Sem nesta história não fica Weet niet zonder deze geschiedenis O Alfredo Marceneiro De Alfredo Marceneiro Junto ao miúdo da Bica Is samen met het jongetje van de Bica
De mooie melodie Chuva geïnterpreteerd door Jorge Fernando de componist ervan. Deze versie verschilt van deze van Mariza. (te beluisteren via deze "link" samen met de tekst en vertaling).
Jorge Fernando in de Meervaart in Amsterdam op 12 mei 2006
Jorge Fernando (Lissabon, 1957) is een Portugese zanger en gitarist van de Portugese volksmuziek fado. Hij is de inspirator en drijvende kracht achter de carrière van veel andere fadista's.
Jorge Fernando zingt al als kind van vier en begint met het serieuze gitaarspelen en zingen doet hij vanaf zijn dertiende, voornamelijk in jazz- en popbandjes. Hij leerde zichzelf gitaar spelen.
Op zijn twintigste komt hij bij de begeleidingsgroep van Amália, waarin Carlos Gonzalves en Fontes Rocha al dertig jaar speelden. Naast het gitaarspel voor Amália zong hij ook, wat er soms toe leidde dat het publiek hem toeriep: "Jorge, zing eens". Dit bracht hem na zes jaar begeleiding van Amália ertoe, solo verder te gaan.
Jorge Fernando ontdekte Custódio Castelo en ze hebben veel invloed op elkaar gehad. Samen waren ze de drijvende kracht achter veel andere fadista's die vaak die mogelijkheid niet wordt geboden door de conservatieve aanhangers van de fado. Fernando was een inspirerende kracht achter onder andere Mariza, Joana Amendoeira, Camanè en Ana Moura.
Cristina Branco noemt de tegenwoordige fado de nieuwe fado en Mariza de muzikale fado. Voor Jorge Fernando bestaat er niet zoiets als een nieuwe fado, maar is de manier van spelen en zingen anders omdat de mensen van nu anders zijn dan jaren geleden. Volgens hem is de fado de manier om uiting te geven aan je ziel en je ziel is eeuwig: je kunt geen andere ziel krijgen, dus kun je ook geen nieuwe fado krijgen. Bron
Abril en Portugal een versie gezongen door Isabel (Chavela) Vargas Lizano (San Joaquin de Flores, 17 april 1919) een Costa Ricaans-Mexicaans zangeres. Ze is het bekendst om haar vertolkingen van "Rancheras" (een type van folkloremuziek dat populair is in Mexico), maar ook voor haar vertolkingen van andere populaire muziekgenres.
Chavela Vargas, die op haar veertiende haar geboorteland Costa Rica verruilde voor het veel vrijere Mexico, heeft zich nooit aan de conventies gehouden. Zij zong op straat en in bordelen, goot zich vol met tequila, droeg mannenkleren, rookte sigaren en had altijd een pistool op zak. Ondanks haar vele stormachtige verhoudingen - waaronder één met Frida Kahlo - had ze maar één echte grote liefde: haar hond. Bron
Over het ontstaan van de bijzondere betekenis van 1 april tast men eigenlijk in het duister. In Portugal wordt hij Dia da Mentira (dag van de leugen) of Dia dos Bobos (dag van de idioten)geheten.
In Frankrijk heette dit poisson d'avril. In Engelstalige landen wordt het April Fool's Day genoemd, de Duitsers spreken van Narrentag en de Russen hebben het over День Дурака (Dyen' Doeraka, letterlijk vertaald: de dag van de dommerik) .
In sommige Vlaamse streken spreekt men over verzenderkesdag, de dag waarop je iedereen tracht ergens heen te zenden om ze beet te nemen.
De eerste vermelding in een Nederlandse bron dateert uit 1539 te Gent, een gedicht van de rederijker Eduard de Dene. Het is een parodie op 1 april waarin een knecht het plan van zijn heer om hem te verzenden doorziet. De geschiedenis gaat dus tenminste terug tot het begin van de zestiende eeuw. De wijde verspreiding van het verschijnsel wijst echter op een hogere ouderdom.
Loki met zijn uitvinding, het visnet. Uit een 18de eeuws IJslands geschrift
Er zijn verklaringen gezocht in het wisselvallige aprilweer en parallellen gezien in de Germaanse mythologie (Loki) of in de bijbelse geschiedenis. In verschillende landen zijn ook wel nationale gebeurtenissen aangevoerd als begin van de traditie. Deze verklaringen, die waarschijnlijk ooit zelf als aprilgrap zijn verzonnen, leiden soms tot op de dag van vandaag een hardnekkig leven.
Zo denkt men in Nederland nog vaak dat de grappenmakerij begonnen is met de inname van Den Briel door de watergeuzen op 1 april 1572, zoals blijkt uit een bekend gezegde: Op 1 april verloor Alva zijn bril (Bril staat hier voor Briel). Het feit dat ook buiten Nederland 1 aprilgrappen worden gemaakt, spreekt deze verklaring tegen.
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....