"Mísia - BIOGRAFIE"
"De blik van Mísia is heet als bloed, rond als parels, zout als de zee
Haar gloedvolle, fluwelen, amber bruine ogen delen de ongewone glans van staal dat gloeiend rood wordt verhit. Alle kennis van een vrouw en alle onschuldigheid van een klein meisje; passie en speelsheid, lach en tranen
Mísia ontstijgt de woorden van een biografie, net zoals ze zich onttrekt aan de gevangenis van een muzikaal genre. Ze strekt veel verder dan haar geboorteplek of de grenzen van een land
Mísia werd in Porto geboren, veroverde Barcelona en woont tegenwoordig in Lissabon, ook al heeft ze veel van haar favoriete plekke en kappers in Parijs, Tokyo en Mexico. Ze heeft bergen beklommen en belegerde territoria, maar heeft bovenal een ruimte tijdcontinuüm gecreëerd: haar wereld, een weefpatroon van geluiden, begraven in de diepte van haar eigen lichaam, woorden uit het echte leven gegrepen
Mísia heeft sinds haar kindertijd al op het podium gestaan: Ik volgde mijn oma overal waar ze ging. Zelf een frivole ster, wilde ze het meisje slapeloze nachten, koude hotelkamers en eenzaamheid besparen. Mísia beschrijft haar grootmoeder bijna nooit, dus stellen we ons Colettes Vagabond voor, zich bewegend van muziekpodia in de havens van de arbeidersklasse naar treinstations in de vroege ochtend.
Dus, hoe kwamen haar oma en moeder, twee vrouwen uit Barcelona, terecht in Porto? Het was een liefdesgeschiedenis, eentje die tegen de borst stuitte van de Portugese hogere middelklasse, waar haar vader uit voortkwam
Haar moeder Luisa, een zeldzame schoonheid, compleet in de ban van haar passie, klassiek ballet, had een grote aantrekkingskracht op de jonge Portugees met de blauwe ogen, die haar op het podium zag van Maxime in Lissabon, verblind door haar Spaanse kostuum en prachtige benen
Ze trouwden en maakten hun thuis in de aristocratische stad Porto waar Mísia werd geboren. Haar geboorte naam was Susana Maria. Ze droeg een marineblauw uniform en moest rechtop staan zonder iets te zeggen, een modelmeisje in het grote huis van de familie van haar vader. Ze vluchtte dus geregeld naar de warme, geparfumeerde omhelzing van haar grootmoeder Lolita, die haar, met sigaret in haar hand, de avonturen van haar bohémien jeugd vertelde
Op die manier werden Mísias zintuigen wakker en begon de roep om het voetlicht en de coulissen van het theater, de droom van een ridder op een paard die haar zou redden uit de klauwen van een monster, een verschrikkelijk schepsel, geboren uit haar gevoel van verwaarlozing. Sinds de scheiding van haar ouders, was haar moeder vaak afwezig geweest, te druk met dansen en haar carrière. Dus vluchtte het meisje in een wereld van verboden boeken, gedrapeerd in oude theaterkostuums, van haar voeten geveegd door de geluiden en teksten van Fado die door de lucht dreven en via het open raam de innerlijke leegte vulde, die haar vader achterliet, nu ver weg
Mísias moed, doortastendheid en extravagante levensstijl kunnen alleen begrepen worden in de context van deze twee vrouwen, de eerste en tweede mier, zoals ze hen en zichzelf ziet: drie hardwerkende mieren, de een na de ander, altijd zoekend naar het absolute, in de liefde en in de kunst. Mísia en haar komaf, drie vrouwen, die durfden de conventie te tarten, buiten de korsetten van de muzikale genres en buiten de veilige, gladde muren van de middelklasse.
Het onverzoenlijke aspect van Mísias mysterie - essentie van wilde bloemen, een schets van vormen, spirituele bovenzinnelijkheid, wijsheid van gedichten, de reis door boeken, bekoring en besef van het wezenlijke - is geworteld in haar geschiedenis van inwendige en emotionele ballingschap, die haar op een dag verwijderde van haar geboorteland. Op twintigjarige leeftijd verliet Mísia haar land om haar oma te vergezellen in Barcelona.
Daar zong ze op alle soorten podia en werkte aan haar stem, terwijl ze haar leven meer vorm gaf: zorgeloos, zonder reserve, met moed en humor
Op een zeer vroege leeftijd, besloot Mísia dat ze zangeres wilde worden en ze begon zich dan ook in die richting te ontwikkelen, ondanks haar moeders waarschuwingen en haar omas angsten, ondanks the beproeving, hardheid en slapeloze nachten. In Madrid, waar een nieuwe wind het bewind van Franco wegwaaide, maakte ze haar eigen naam.
Mísia heeft tenminste twee landen, verschillende talen en vele gezichten. Ze is een nomade en heeft tegelijkertijd ook een vaste verblijfplaats - haar huis, haar schuilplaats is binnenin haarzelf, zodat ze kan vertrekken, waar haar artiesten bestemming haar dan ook naar toe leidt. Interieurs zo warm als die van haar grootmoeder
een warboel van boeken en dagboeken die met zijde bekleed zijn, vaalgroene muren, waar de schilderijen van kunstenaarsvrienden je meteen grijpen, zodra je haar huis in Lissabon betreedt.
Mísia is een begaande vrouw, zoals de vrouwen van Sartre. Ze maakt zich zorgen over de wereld, is woest over onrecht en verafschuwt hypocrisie en lafheid. Onder haar vrienden, haar stam, zijn schrijvers als Lidia Jorge en José Saramago, poëten als Graça Moura, actrices als Maria de Medeiros, zangers als Maria Bethania, schilders als Bela Silva en Carlos Torres en artiesten als Sophie Calle. Zulke ontmoetingen verrijken haar leven en voorzien haar kunst van brandstof.
Mísia experimenteert op elk moment, zonder spijt of klaaglijke nostalgie voor een gefantaseerd verleden. Ze zwicht niet gedwee voor obstakels of gezond verstand. Mísia weet dat het leven iets subliems is, iets dat niets te maken heeft met de fletse, onechte gelukkigheid waar onze consumptiemaatschappij ogenschijnlijk naar streeft. Mísia weet dat het echte leven ook de dood inhoudt, dat passie verwoestend kan zijn en dat liefde benauwt. Ze weet dat de dingen gewoon zo gaan, dus ze blijft zo dicht mogelijk bij de emotie als ze zingt. Ze boetseert haar lied, haar ziel, met toewijding en zorg
Alleen de stem van een vrouw die de lidtekens van het lot op haar lichaam draagt, kan liefde bedrijven en passie tastbaar beleven. Een vrouw, die verliefd is, soeverein en puur, ontembaar en nog steeds begeerd, vrij
Een vrouw die droomt als ze wakker is.
In de niet flexibele, kleinzielige realiteit van vandaag de dag, lijkt er soms weinig hoop voor wederzijds begrip tussen mannen en vrouwen. Als het in de nacht wordt bezongen door Mísia, wordt de miraculeuze samenkomst van man en vrouw wel degelijk mogelijk, draaglijk
De teksten spreken van ontmoetingen vol passie, krachtige nostalgie, een verleden dat niet vervaagt, verraad, vervoering, liefde
Politieke ethiek is overduidelijk in al haar nummers: ethiek van vrijheid, tolerantie en vreugde, ethiek van leven tegenover dood. Wat ik wil, is praten over leven, de mysteries en grandeur
Mísia tart de routine van donkere, gesloten dagen en wil ons door de emoties laten reizen, ons laten liefhebben, huilen en lachen, zoals zij elke dag doet.
Ondanks tegenslagen, is Mísia terug gekeerd van haar ballingschap. Ze moest terugkeren naar de ware Fado van het volk, een Fado die was teruggetrokken in donkere, verouderde taveernes. Ze heeft zich gevestigd in Lissabon, in een Portugese maatschappij die haar niet altijd met open armen ontving. Haar manier van zijn, verjaagt het statische imago van de fado zanger. Mísia volhardt in eenzaamheid en durf. Alleen poëten en muzikanten vergezellen haar op het pad waar Fado - opnieuw overdacht, opnieuw bewerkt en uitgevoerd in haar unieke stem - is herboren en zich verspreid. Ze is niet gekalmeerd door succes, maar waagt zich nog steeds op onbekende wegen. Vandaag met haar Drama Box, heeft ze de muren die de muzikale genres omringen, vernietigd, terwijl ze een Tango en Bolero in de hand neemt en ons dwingt er op een andere manier naar te luisteren. Eerlijk ten opzichte van zichzelf en haar innerlijke gevoel, Mísia is weer begonnen met haar reis terug en vooruit, op haar eigen risico, tussen hier en ergens anders, tussen het gemis van een thuishaven en een onophoudelijk verlangen naar anderen en de rest van de wereld
"
Carmen Castillo (februari 2005)
Regisseur van de film Misias Fado
Bron: http://www.triparoundtheworld.nl/site/main.php?album_detail=-1