Aaänbusteediengu: aanbesteding Agturdeuru: achterdeur Agturkaamur: achterkamer Agtruut: tuin of grond achter het huis Alee: overloop Fr allée Alukuupu: beerput Alupit: beerputArduun: arduin Asaänsuür: lift Fr ascenseur Baksteeën: baksteen Balatom: balatum Balkong: balkon Baluustraadu: balustrade, leuning van een balkon Batkaamur: badkamer Beërpit: beerputBelu: bel Biebown: bijbouwen Biedong: beton Biedongblok: betonblok Biedongmeuln: betonmolen Biedongrot: betonrot Biegubow: bijgebouw Bieldieng: building Binudeuru: binnendeur Binumeur: binnenmuur Blaf(u)teuru: vensterluik Boeërdurieë: boerderij Boeërof: boerderij Boeërofstee: hoeve Bojlur: boiler, waterverwarmer Boöku: balk Bowbudrief: bouwbedrijf Bowgroent: bouwgrond Bowjoör: bouwjaar Bown: bouwen Braku: barak => nu/zu weunt in u braku Fr baraque Brantvijlugijt: brandveiligheid Briekn: bakstenen Fr briques Brieku: baksteen Briekuljong: verbrijzelde bakstenen Brievubusu: brievenbus Bubown: bebouwen Buklidiengu: bekleding Buneen: beneden Burguruus: burgerhuis Buteeguliengu: betegeling Buungalow: bungalow Buuro: studie- of werkkamer Fr bureau Buutudeuru: buitendeur Buutugeevul: buitengevel Buutumeur: buitenmuur Buutuvurbluuf: buitenverblijf Buuzu: buis Buweunboör: bewoonbaar Buweunur: bewoner Bwatu: brievenbus Fr boîte aux lettres Dagturdeuru: de achterdeur Dalu: de hal Dampukapu: dampkap Deebara: opbergruimte Fr débarras Dek: dak Dekbudekiengu: dakbedekking Derdu vurdieëp: derde verdiep Deuru: deur Deurugat: deuropening Diepoo: depot Diestriebuusju: verdeling, bezorging Fr distribution Doeëniengu: hofstede, huis Doeëniengsju: kleine hofstede Droöjtrap: draaitrap Dubulu deuru: dubbele deur Duuvutoru: duivelstoren Dweësboöku: dwarsbalk Eestu vurdieëp: eerste verdiep Eërdiengu: aarding Eërt: haard Eetaazju: verdieping Fr étage Eetkaamru : eetkamer Fasoödu: gevel Fr façade Fondoösju: fundament Fr fondation Gank : gang Garaazju : garage Garaazjupooörtu : garagepoort Garu: opening => du deuru stoat up u garu: voor een stuk geopend Geevlu: gevel Gootsteeën: gootsteen Goözu: gas Groent: grond Groentwoötur: grondwater Grooötu kuustu: de grote schoonmaak Guliekvloeërs: gelijkvloers Iepoteeku: hypotheek Iezoloösju: afdeklaag, isolatie Fr isolation Iïrkoo: air conditioning Ilutriek: elektriciteit Ilutriekdroöt: elektrische draad Ipurstu: bovenste verdieping Kaavu: schoorsteen Kaburdoesju: cafeetje (met rood licht) Kaliju: klei Karwiju: karwei Kasien: vensterbank Keldru: kelder Kiendurkaamur: kinderkamer Klienku: deurklink Koeër: koer Koök: kalk Koönstruuksju: bouw, constructie Fr construction Kornisju of Kornisu: dakgoot Kortsluutiengu: kortsluiting Kuusjhiengu: grote kuis Kuustu: kuis Latustooörs: rolluiken Lavaboo: lavabo Leuniengu: leuning Lievieng: woonkamer, living Liftu: lift Lijdiengu: leiding Lugt: verlichting Maaänsardu: gebroken dak FR mansarde Mazoetpit: mazouttank Meur: muur Netspaniengu: netspanning Nof (du): de tuin Nuus (u): een huis Oedumanuus: rusthuis Oeëngusjhikt: ongeschikt Oenbuweunboör: onbewoonbaar Of: tuin Ofloop: afloop Ofstee: boerderij Oftrekn: afbreken (van een huis) Ogstu vurdieëp: hoogste verdiep Omijniengu: omheining Oogbow: hoogbouw Opurvlaktu: oppervlakte Ovutju: tuintje => u novutju: een tuintje Paljee: overloop Fr palier Papier plakn: papier plakken, behangen Plaaänsjee: houten vloer Plafong: zoldering Fr plafond Plintu: plint Plong: zekering Fr plomb Pit: put Plat dek: plat dak Pompu: pomp Pooörtu: poort Prieëzu: stekker
Radiatuür: radiator, verwarmingselement Fr radiateur Riejooln: riolen Riejoolu: riool Rookmeldru: rookmelder Ruutn: ruiten Salamaänzjee: eetkamer Fr salle à manger Salong: woonkamer, zitkamer, ontvangstruimte Fr salon Sieteërn: waterput Fr citerne Sjambrang: deuromlijsting Fr chambranle Sjhaavulieng: schaverlingen Sjhapstal: schaapstal Sjheuru: schuur (voor hooi of stro) Sjhowu: schoorsteen Sjofaazju: verwarming Fr chauffage Sjofaazjukeetlu: chauffageketel Sjofaazjukeldru: chauffagekelder Slapkaamur: slaapkamer Steliengu: stelling Stoörs: rolluiken Stopkontakt: stopcontact Stortbat: stortbad Studentukaamur: studentenkamer Sument: mortel Teegul(s): tegel(s) Terupapieër: teerpapier Tirasu: terras Fr terrasse Tirmoostaat : thermostaat Toetuuzunt: bij ons thuis Toru: toren Trap(n): trap(pen) Tu nuutkantu: op de buiten Tu nuutkantu weun: op de buiten wonen Tuus: thuis Tvurtrek: toilet Twalet: toilet Twidu vurbluuf: tweede verblijf Twidu vurdieëp: tweede verdiep Twiwuünstu: dubbel huis Up du buutn weun: op de boerenbuiten wonen Up teeëste vurdieëp: op het eerste verdiep Uprit: oprit Uptrekn (van huis): verdieping(en) bijbouwen Uus: huis Uutbreidiengu: uitbreiding Vastgoeët: vastgoed Ventieloösju: ventilatie Fr ventilation Vieërtoru: vuurtoren Vielawiek: villawijk Vielookot : fietsenberging Viïnstur: venster Viïnsturkasien: vensterkozijn Viranda: veranda Vloeër: vloer Vloeërbudekiengu: vloerbedekking Vloeërn: vloeren leggen Vloeërvurwarmiengu: vloerverwarming Vogtugijtsgroöt: vochtigheidsgraad Volsjhu plafong: vals plafond Vooördeuru: voordeur Vooörplatsu: voorkamer Vowtu: opkamer Vruuzn: verhuizen Vurandriengu: renovatie, wijziging Vurbluuf: verblijf Vurdieëpiengu: verdieping Vureuriengu: verhuring Vureurn: verhuren Vurlugtiengu: verlichting EN verluchting Vurpagtn: verpachten Vurpagtiengu: verpachting Vurtrek: WC Vurwarmiengu: verwarming Vurzakiengu: verzakking Weun: wonen Weunkaamur: woonkamer, living Woöturkroanu: waterkraan Woöturpit: waterput Woöturtoru: watertoren Wuünstu: woning Ziedeuru: zijdeur Zjaloezieë: vliegenraam Zoldru: zolder Zoomuruus: zomerhuis Zoomurvurbluuf: zomerverblijf Zu weun in tol van fluutol: ze wonen afgelegen op de buiten Zulu: drempel Zwoöjdeuru: zwaaideur
11-02-2019, 00:00 geschreven door stammer
|