| Aaänbidn: aanbiddenAalmoezunieër: aalmoezenier
 Aartsbisjhop: aartsbisschop
 Abdieë: abdij
 Absoluusju: absolutie
 Adrilugun: Allerheiligen
 Alurzieëln: Allerzielen
 Asjhukruusju: assenkruisje (op Aswoensdag)
 Asjhuwoeënsdag: Assenwoensdag
 Avukoöt van du duuvul: advocaat van de duivel
 Bazuliek: basiliek
 Beeduvoört: bedevaart
 Biebul: bijbel
 Biegtu: biecht
 Biegtukot: biechtstoel
 Biegtustoeël: biechtstoel
 Biegtvoödru: biechtvader
 Bieguloof: bijgeloof
 Bieguloovug: bijgelovig
 Bloeëtprosesju: bloedprocessie
 Boediest: aanhanger boeddhisme
 Bruvier: brevier
 Bugraaviengu: begrafenis
 Bugraaviengsdieënst: begrafenisdienst
 Buregtn: het H.Oliesel toedienen
 Busjhermuliengu: beschermelinge
 Daaguliksjhuzoendu: dagelijkse zonde
 Delu: de hel
 Doogmesu: de hoogmis
 Dooökistu: doodkist
 Dooökotju: huisje op kerkhof
 Dooöstriet: doodstrijd
 Dooötzoendu: doodzonde
 Dooprugiestur: doopregister
 Doopulienk: dopeling
 Doopvoentu: doopvont
 Dopsul: doopsel
 Driekeuniengn: driekoningen
 Eeëstu komuunju: eerste communie
 Eemul: hemel
 Eemulvoörtdag: Hemelvaartsdag
 Elu: hel
 Erfzoendu: erfzonde
 Geuzu: ongelovige
 Goeju vriedag: goede vrijdag
 Goeju weeku: goede week
 Gotsdieënst: godsdienst
 Gudopt: gedoopt
 Guloftu: gelofte
 Guvormt: gevormd (Vormsel ontvangen)
 Iengul: engel
 Iengulbuwoördur: engelbewaarder
 Ienguloör: engelhaar
 Iesijliegun: ijsheiligen
 Ijlug oliesul; heilig oliesel
 Ijlugvurkloöriengu: heiligverklaring
 Joodu: Jood
 Ju kapu oovr daagu smietn: uit de kerk treden
 Kalootu: katholiek
 Kapelu: kapel
 Kapu: kap (van een kloosterzuster)
 Kanuuniek: kanunnik
 Kapuloön: kapelaan
 Kardienaal: kardinaal
 Katukismuus: catechismus
 Kazuuvul: kazuifel
 Keësu: kaars
 Keësuroeët: kaarsvet
 Kerkof: kerkhof
 Kerkudeurn: kerkdeuren
 Kerkuluk: kerkelijk (gehuwd, begraven)
 Kerkumuziek: kerkmuziek
 Kerkutoru: kerktoren
 Kesboom: kerstboom
 Kestag: kerstdag
 Kestumesu: mis in de kerstnacht
 Klokn luwn: klokken luiden
 Klooöstru: klooster
 Klooösturordu: kloosterorde
 Koönsukroösju: consecratie
 Komuunju: communie
 Kostru: koster
 Kruusweg: kruisweg
 Krieptu: crypte
 Kruusju: kruisje
 Kruusteeëkn: kruisteken
 Kruusweg: kruisweg
 Leezn: bidden
 Luuwn: luiden (de klokken)
 Martuldooöt: marteldood
 Martulgank: martelgang
 Martuln: martelen
 Martuloöru: martelaar
 Masuür: zuster                                  Fr ma soeur
 Mesu: H.Mis
 Mesudieëndur: misdienaar
 Mieraakul: mirakel
 Moönsinjuür: monseigneur
 Mosliem: moslim
 Mosliemikstreemiest: moslimextremist
 Neemul (du): de hemel
 Nunusjhoolu: zuster- of nonnenschool
 Oendurpastru: onderpastoor
 Oeënzu neeëru: onze heer
 Oeënzu nirtju: Onze-Lieve-Heer
 Oeënzu voödur: Onze Vader
 Oeënzu vrowtju: Onze-Lieve-Vrouw
 Ofrandu: offerande
 Ofsjheurn: afscheuren (een geloof verlaten)
 Ofurblok: offerblok
 Oksaal: oksaal
 Ooftdoek: hoofddoek
 Ooftzoendu: hoofdzonde
 Oöfvastn: halfvasten
 Oogmesu: hoogmis
 Ostie: hostie
 Paapu: paap, rooms katholiek
 Palmuzundag: Palmzondag
 Paradies: paradijs
 Parogju: parochie
 Pastru: pastoor
 Peenieteënsju: penitentie
 Pieloörubietur: pilarenbijter, die veel in de kerk zit
 Poösjhn: Pasen
 Poöspligt: paasplicht
 Poöturnostur: paternoster
 Pows: paus
 Preekn: prediken
 Prikstoeël: preekgestoelte
 Prosesju: processie
 Protustant: protestant
 Rilukwieë: relikwie
 Roepiengu: roeping
 Sakrament: sacrament
 Sakriestieë: Sacristie
 Seelieboöt: celibaat
 Sienksjhn: Sinksen
 Simunoörie: seminarie
 Sintupieëtur: Sint-Pieter
 Sirmoeën: sermoen
 Sjhapuulier: schapulier
 Sjhepiengu: schepping
 Slotklooöstur: slotklooster
 Slotnunu: slotzuster
 Stoeëltjusgelt: wat voor een stoel in de kerk moet betaald worden
 Tieën guboodun (du): de tien geboden
 Tjeevu: iemand van de chtistelijke volkspartij (CD&V)
 Trown voe du kerku: trouwplechtigheid in de kerk
 Vaaguvieër: vagevuur
 Vastun: vasten
 Vastuntiet: vastentijd
 Vatiekoön: vaticaan
 Voentu: vont
 Voentusmet: zegt men van iemand die zich gedraagt zoals zijn peter of meter
 Vroegmesu: vroegmis
 Vurgeeviengu: vergeving (van de zonden)
 Vurgifunisu: vergiffenis
 Vurlosiengu: verlossing
 Vuriezn: verrijzen
 Vursjhieniengu: verschijning (van OLV)
 Werk van bermertugijt: werk van barmhartigheid
 Wierook: wierook
 Wiewoötru: wijwater
 Wiewoöturvat: Vat voor gewijd water (aan ingang kerk)
 Woendur: wonder
 Zaalugvurkloöriengu: zaligverklaring
 Zantju: bidprentje
 Zet eur kapu oovur daagu gusmeetn: ze is uitgetreden als geestelijke
 Zoendu: zonde
 Zundagsmesu: mis op zondag
 Zundagsrust: zondagsrust
 29-04-2019, 00:00 geschreven door stammer |