Onze minister van zwart-geld-verbranding heeft het weer fijn uitgedokterd. Werkingskosten per school worden voortaan gesplitst.
1) Alle scholen krijgen een evenredig vast gedeelte, afhankelijk van het aantal leerlingen.
2) Het variabele gedeelte: dit wordt bepaald door vier factoren
a) het opleidingsniveau van de moeder
b) het gezinsinkomen
c) de taal die thuis gesproken wordt
d) de buurt waar de leerling woont
Dit noemt Vandenbroucke rechtvaardig.
a) Ik vraag me af wat in hemelsnaam het opleidingsniveau van de moeder er mee te maken heeft. Zijn kinderen van de ene moeder dan meer waard dan van de andere?
b) Scholen krijgen meer als ze leerlingen hebben waarvan de ouders een kleiner inkomen hebben. Is dat geen discriminatie die kan leiden tot verpaupering van sommige scholen, alleen maar om meer werkingsgeld binnen te halen? Ware het dan niet beter om die ouders een beetje geld toe te stoppen voor de opleiding van hun kinderen te bekostigen.
c) Ik mag toch veronderstellen dat leerlingen waar thuis geen enkel der Belgische landstalen gesproken wordt geen voorrang krijgen op onze jongeren!
d) Wat heeft dat er nu in hemelsnaam mee te maken waar een leerling woont.
Scholen met veel 'kansarme' leerlingen zullen veel meer werkinsgelden krijgen. Hierdoor wil hij meer vreemdelingen in de bijna volledig autochtone scholen. Zoals hij het zelf formuleert: op enkele 'witte' scholen na zullen ze allemaal geld bijkrijgen.
Als men al deze maatregelen leest weet men best waar hij naartoe wil.
GOS
|