Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
18-06-2015
dit gebeurde op 18 juni
lancering in 1959 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-1(A) N°5.
De bedoeling van deze lancering is een sonde te pletter te laten vallen op het maanoppervlak - na een rechtstreekse vlucht - zonder tussenfase in aardorbit.
De sonde is bolvormig, 0,90m doormeter, en weegt 3à400 kg.
De missie mislukt door het falen van de automatische besturing bij T+153 seconden en wordt vrijwillig beëindigd door de verantwoordelijke van het lanceercomplex.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-F06
Norad ID: -
Lading: Lunasonde E-1
Lanceertuig: 8K72/I1-7(Luna)
Massa: 360 kg.
(afbeelding: model van een E-1 sonde)
vertrek in 1983 van de ruimtependel Challenger STS 7 (Norad ID: 14132), voor een 6-daags veblijf omheen de aarde.
Sally Ride werd de eerste Amerikaanse vrouw die deel nam aan een ruimtemissie. Ze verleed op 23 juli 2012 aan pancreaskanker, te La Jolla – California, op 61-jarige leeftijd.
Tijdens de vlucht worden de communicatiesatellieten ANIK C-2 voor TéléSAT Canada en PALAPA-B1 voor Indonesië door de lading-hulp motoren (PAM-D) in de ruimte geplaatst.
Onderzoek wordt oa gedaan naar het sociale gedrag van de mierenkolonie in gewichtloosheid en ruimteziekte.
Meerdere experimenten worden uitgevoerd in de vorming van metaallegeringen in mcro-zwaartekracht en het gebruik van aanwezige uitrusting.
De inzittenden zijn:
Robert L.Crippen, bevelhebber,
Frederick H.Hauck, piloot,
John M.Fabian, missiespecialist,
Sally K.Ride/Hawley, missiespecialist,
Norman E.Thagard, missiespecialist.
geboorte in 1937 te Zburjevka, van Vitali Mikhailovich Zholobov.
Oekraiense ingenieur/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 21.
Verbleef 49,27 dagen in de ruimte.
Blijft aktief in de ruimtevaart tot 1981.
selektie in 1998 van de Braziliaanse missiespecialist
Marcos C.Pontes.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS SIGINT satelliet Ferret;
in 1964: de VS militaire wetenschapssatellieten P35-8 en P35-9;
in 1965: een VS Titan 3A test en de militaire satelliet Transtage 5?7;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit 4;
in 1974: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1975: de VS ELINT satelliet Canyon/BMEWS 6;
in 1977: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1980: een VS fotospion KH9-16(Big Bird) en de SU weersatelliet Meteor 1-30;
in 1982: een SU doelsatelliet IS-P Uran en een fotoverkenner Zenit 6;
in 1982 en 1986: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1985: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1991: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-81;
in 1997: de communicatiesatellieten Iridium 09, 10, 11, 12, 13, 14 en 16;
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°311/Kosmos 167.
Deze missie is bedoeld om een venuslander in de atmosfeer van venus te laten afdalen, vergelijkbaar in ontwerp aan de Venera 4 ruimtesonde.
Het ruimtevaartuig strandt in baan om de aarde en verbrandt 8 dagen na de lancering in de atmosfeer.
De sonde krijgt het kosmosnummer 167.
Beginnend in 1962, werd de naam “kosmos” gegeven aan elk Sovjet ruimtevaartuig dat in een baan om de aarde bleef steken, ongeacht hun beoogde eindbestemming.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-063A
Norad ID: 2852
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1106 kg.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Discovery STS 18/51G (Norad ID: 15823), voor een 7-daagse tocht in aardorbit.
Tijdens de vlucht worden de communicatiesatellieten MORELOS-A (voor Mexico), ARABSAT-A (voor Saoudi-Arabië) en TELSTAR-3D (voor AT & T) door de lading-hulp motoren in de ruimte geplaatst.
Ook wordt het astronomie instrument SPARTAN-1 uitgezet en terug binnengehaald, en worden Franse biomedische en Strategic Defense Initiative experimenten uitgevoerd.
vertrek in 1963 van de ruimtecapsule Vostok 6 (Norad ID: 595), voor een vlucht van 3 dagen omheen de aarde.
Evenals bij Vostok 3 en Vostok 4 betreft het een tweeledige missie, nu met Vostok 5 die 2 dagen eerder gelanceerd werd.
Deze vlucht betekent het einde van het 1ste bemande Soviet ruimteprogramma; aan boord is Valentina V.Tereshkova, de 1ste vrouw in de ruimte.
In zekere zin was dit een propaganda stunt, waarover Korolev zich later zou beklagen.
Evenals de andere Vostok kosmonauten hield ze een logboek bij, nam foto’s en bestuurde zelf even de capsule; al wordt er beweerd dat Korolev haar de geplande besturing verbood.
De vlucht leverde gegevens op betreffende het gedrag van het vrouwelijk lichaam in de ruimte. Oorspronkelijk zou de missie uitgevoerd worden door twee Vostoks, elk met een vrouw aan boord. Dit plan werd echter herzien, officieel omdat het Vostok programma ingekort werd ten voordele van de er op volgende Woskhod reeks.
Volgens rapporten (en geruchten) zou Tereshkova meerdere fysische en typisch vrouwelijke problemen ondervonden hebben tijdens haar 70,70 uur durende vlucht. Op een bepaald moment zou ze hysterisch geworden zijn en werd ze door Sergei Korolev persoonlijk via de radio tot de orde geroepen.
De kosmonaute gaf ook geen antwoord bij meerdere oproepen; was ze verlamd van angst of faalde de communicatieapparatuur?
Toch beweerden de Soviet autoriteiten achteraf dat ze alle opdrachten uitvoerde volgens het vooropgestelde vluchtplan.
Toen de terugkeerraket ontstak, bracht deze de capsule in een hogere baan in de plaats van een lagere. Tereshkova bemerkte de fout, ze kon in overleg met Korolev de juiste instructies invoeren, en landde alsnog veilig. Op vraag van Korolev hield ze deze crisissituatie voor zich tot in 2004.
De inzittende is:
Valentina V.Tereshkova.
geboorte in 1940 te Shanghai – China, van Dr Taylor Gun-Jin Wang.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Spacelab 3-1983 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 17/51B.
Verbleef 7,01 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot mei 1985.
geboorte in 1954 te Dallas – Texas, van Jeffrey Shears ‘Bones’ Ashby.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 93, 100 en 112.
Verbleef 27,68 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 2008; bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 25;
in 1963: de VS militaire navigatiesatelliet Transit 5A-3;
in 1966: de VS militaire satellieten GGTS, IDCS(P)S 1 t/m 7 en Transtage 8;
in 1967: een SU wetenschapssatelliet DS-U3-S, een VS fotospion KH-4B en de militaire satelliet
OPS 1873;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit 4MK;
in 1977: de weersatelliet GOES 2 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1978: de weersatelliet GOES 3;
in 1981: een SU fotoverkenner Fram;
in 1983: de satelliet voor radioamateurs Oscar 10/AO 10 en de communicatiesatelliet
Eutelsat 1-F1/ECS 1;
in 1987: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela 1M;
in 1988: de VS militaire navigatiesatelliet NOVA II;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1993: een SU militaire communicatiesatelliet Strela 2.
vertrek in 1978 van het ruimteschip Soyuz 29 (Norad ID: 10952), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Op het programma staan ingrepen in verluchting, verwarming en waterzuivering van het station, alsmede onderhoud aan de luchtsluis en installatie van de meegebrachte apparatuur.
Kovalyonok en Ivanchenkov landden met het Sojoez 31 ruimtevaartuig op 2 november 1978, na een verblijf van 140 dagen in de ruimte.
Sojoez-29 landde op 3 september met de bezoekende bemanning Bykovsky en Jähn, die aankwamen in Sojoez 31 en 8 dagen in Salyut 6 vertoefden.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir V.Kovalyonok, gezagvoerder,
Aleksandr S.Ivanchenkov, vluchtingenieur;
bij de landing:
Valery F.Bykovsky, gezagvoerder,
Sigmund W.P.Jähn, wetenschapper – DDR.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire satellieten SURCAL 1B, FTV 1292, SOLRAD 6A, Radose 112 en Lofti 2A;
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit 4;
in 1971: de VS fotospion LASP 1/Samos 83;
in 1973: de SU testlancering Soyuz 7K-T-36;
in 1976: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela 1M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit 6;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1988: de satelliet voor radio-amateurs Amsat-Oscar 13/AO 13/Phase 3C, de weersatelliet
Meteosat 3/P2 en de telecomsatelliet PanAmSat 1/PAS 1;
in 1996: de telecomsatelliet Intelsat 709;
in 1998: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela 3.
vertrek in 1963 van de ruimtecapsule Vostok 5 (Norad ID: 591), voor een vlucht van 5 dagen omheen de aarde.
Evenals bij Vostok 3 en Vostok 4 betreft het een tweeledige missie, nu met Vostok 6 die 2 dagen later gelanceerd wordt.
Bykovsky zou oorspronkelijk 8 dagen in de ruimte blijven, maar de vluchtdetails werden meermaals herzien t.g.v. de hoge zonneactiviteit. Om deze reden was de lancering ook al uitgesteld.
Bykovsky ondervond grote hinder van een niet nader omschreven falend ‘afvalverwijderings-systeem’ in de capsule. Terwijl het enige andere vermeldenswaardig probleem weer bestond uit het verbonden blijven van de dienstmodule en de terugkeer bol in de aanvangsfase van de landing.
Gedurende de vlucht bleven Vostok 5 en Vostok 6 zowat 3 dagen in elkaars gezelschap, waarbij ze tot minder dan 5 km naderen en regelmatig radiocontact onderhouden met elkaar en met het grondstation.
Er werden TV-beelden van de kosmonauten naar de aarde gestraald, en ze voerden een aantal bio-medische en wetenschappelijke experimenten uit.
Vostok 5 haalde de geplande orbithoogte niet, en begon mede door de hoge zonneactiviteit vlug te dalen. De temperatuur in het schip liep daarbij hoog op zodat besloten werd de missie voortijdig te beëindigen.
De inzittende is:
Valeriy F.Bykovskiy.
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Mariner 5.
Mariner 5 is een aangepaste Mariner 4 reservesonde omgezet van een Mars naar een Venus missie, bedoeld om wetenschappelijke gegevens te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan de planeet. Ook metingen in de interplanetaire ruimte vóór en na venus stonden op het programma.
Op 19 oktober 1967 passeert Mariner 5 de planeet op 4100 km en komt in een heliocentrische baan.
Deze missie levert gegevens ivm oa straling, magnetisme en plasma; alsmede UV-emissies van de atmosfeer van Venus.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-060A
Norad ID: 2845
Andere namen: Mariner Venus 67-2
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5401 (AA23)
Massa: 245 kg.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in nabij venus)
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde Luna E-8-5 N°402.
Deze sonde moest in een baan rond de maan komen en een lander met een bodemmonster laten terugkeren naar de aarde.
Door het falen van de derde trap van het lanceertuig komt de sonde echter niet weg van de aarde en eindigen hiermee de kansen van de Sovietunie om nog vóór Apollo 11 over maanmateriaal te beschikken.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-F08
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
(afbeelding: vrije voorstelling van het landingsdeel)
lancering in 1975 vanaf Baikonur Cosmodroom, van de Soviet ruimtesonde 4V-1-661/Venera 10.
Venera 10 komt na ongeveer 4,5 maanden vlucht op 23 oktober in een baan om venus en stoot de lander af. De orbiter zal atmosferisch onderzoek doen en dienen als communicatierelais voor de lander. Bij de instrumenten bevindt zich een Franse stralingsmeter. De orbiter bevatte oa ook instrumenten voor meting van magnetisme en geladen deeltjes.
Bij het afwerpen van de beschermingskappen op de camera’s van de lander bleef er één hangen, waardoor het gezichtsveld beperkt bleef tot 180°. De camera bleek wel verder te kunnen kijken dan deze van Venera 9.
De omgeving leek op een steenwoestijn. De bodem bleek een dichtheid te bezitten van 2,7 à 2,9 gram/cm³, hetgeen overeenkomt met basaltrotsen op aarde.
Aan de oppervlakte woei een wind van 3,5 m/sec; verder verzamelde de sonde gegevens over de hoeveelheid zonlicht die het oppervlak bereikte, de temperatuur en luchtdruk op verschillende hoogtes.
Bij de lancering had Venera 10 met inbegrip van de lander een massa van 5033 kg.
Enkele gegevens:
NSSDC/COSPAR ID: 1975-054A
Norad ID: 7947
Lanceertuig: Proton.
(afbeelding: model van de lander)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1978: een VS fotospion KH 11;
in 1980: de SU communicatiesatelliet Gorizont 4 en een militaire waarschuwer Oko;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit 6;
in 1985: een SU geodesiesatelliet Musson;
in 1988: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1989: de VS militaire satelliet ADSP 1/DSP 14/USA 39 en een SU doelsatelliet Vektor;
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°310 / Venera 4.
Venera 4 was de eerste sonde die tijdens de afdaling op 18 oktober 1967, gegevens over de venusatmosfeer doorseinde. De sonde werd eerst afgeremd met behulp van een hitteschild, om nadien per parachute neer te komen.
De wetenschappelijke instrumenten bezweken aan de hoge druk op ongeveer 25 km hoogte, over de regio Eisila op 19°N-38°O.
De gemeten druk bedroeg 22 bar, de temperatuur 277°C en de atmosfeerinhoud 90-95% kooldioxide.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-058A
Norad ID: 2840
Lading: Spuskaemiyapparat Veneri-4 SA (A00936)
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1106 kg.
geboorte in 1949 te Moskow, van Yuri Michaylovich Baturin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van VVS 12-1997 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM28(TM27) en TM32(TM31).
Verbleef 19,74 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 31 mei 2009.
selektie in 1980 van de CNES-1 astronauten
Patrick Baudry,
Jean-Loup Chrétien.
Chrétien en Baudry zijn de eerste franse astronauten.
Chrétien zal deelnemen aan missies naar Salyut 7 en MIR, en wordt ruimtependelspecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-4;
in 1967 en 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1968: de SU weersatelliet Meteor nr 10;
in 1973: de VS militaire waarschuwer DSP 04/IMEWS 04 6691
in 1975: de weersatelliet Nimbus 6 en een SU fotoverkenner Zenit 4MK;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit 4MKM;
in 1979: een SU fotoverkenner Gektor-Priroda;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit 6;
in 1986: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1987: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: de IN weer&communicatie satelliet Insat 1D.
lancering in 1973 vanaf Cape Canaveral, van de VS ruimtesonde RAE-B/Explorer 49.
De Radio Astronomy Explorer B (RAE-B) missie was de tweede van een paar RAE satellieten.
De sonde werd in een maanbaan geplaatst om via radiodetektie astronomische metingen van de planeten, de zon en de melkweg over het frequentiebereik van 25 kHz tot 13,1 MHz te seinen. RAE-B had een massa van 328 kg bij de lancering en 200 kg in baan om de maan. De sonde had de vorm van een afgeknotte cilinder 92 cm in diameter en ongeveer 79 cm hoog, met vier vaste zonnepanelen.
De gegevens werden ofwel direkt naar de aarde geseind, ofwel opgeslagen in een bandrecorder om later door te sturen.
Enkele gegevens:
NSSDC/COSPAR ID: 1973-039A
Norad ID: 6686
Lanceertuig: Delta
Mass: 328 kg.
geboorte in 1929 te Chicago – Illinois, van James Alton ‘Jim’ McDivitt.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 4 en apollo 9.
Verbleef 14,12 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1972.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1966: de SU militaire satelliet OV 3-4;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit 4;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit 4MK;
in 1976: de maritieme communicatiesatelliet Marisat 2;
in 1977: een SU fotoverkenner Orion;
in 1978: de VS ELINT satelliet IMEWS 08/Chalet 1/Vortex 1 en een SU fotoverkenner Zenit 4MKM;
in 1979: de VS militaire waarschuwer IMEWS 09/DSP 08;
in 1982: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1986: de SU communicatiesatelliet Gorizont 12;
in 1989: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 2-02/USA 038;
in 1992: de telecomsatelliet Intelsat K;
in 1995: de telecomsatelliet DBS 3;
in 1997: de CN weersatelliet Fengyun 2;
in 1998: de NO telecomsatelliet Thor 3;
in 1999: de SU communicatiesatellieten Globalstar M25, M47, M49 en M52.
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6 N°7.
De maansonde E-6-7 / Luna 6 wordt gelanceerd met de bedoeling een camera-module zacht te laten landen op de maanbodem.
Op 9 juni blijft de motor na koerscorrectie onvoorzien werken tot de brandstof op is, waardoor de sonde de maan op 160000km mist.
Het radiokontakt valt op 600000km van de aarde weg en Luna 6 komt in een heliocentrische baan.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-044A
Norad ID: 1393
Lading: ALS E-6 No.7 SA (A00525)
Lanceertuig: Molniya 8K78M U103-31
Massa: 1442kg.
lancering in 1975 vanaf Baikonur Cosmodrome, van de Soviet ruimtesonde Venera 9.
Dit ruimtevaartuig komt in een baan om venus en stoot het landerdeel af op 20 oktober, na ongeveer 4,5 maanden vlucht. De orbiter zal atmosferisch onderzoek doen en dienen als communicatierelais voor de lander. Bij de instrumenten bevindt zich een Franse stralingsmeter. De orbiter bevatte oa ook instrumenten voor meting van magnetisme en geladen deeltjes. Volgens sommige bronnen was er ook een camerasysteem aan boord.
Bij de lancering had Venera 9, met inbegrip van de lander, een massa van 4936 kg.
Enkele gegevens:
NSSDC/COSPAR ID: 1975-050A
Norad ID: 7915
Lanceertuig: Proton.
geboorte in 1937 te Boston – Massachusetts, van Bruce McCandless II.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 10/41B en 31.
Verbleef 13,02 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 12u12’.
Maakte eerste ‘vrije’ ruimtewandeling in februari 1984.
Was astronaut tot augustus 1990.
geboorte in 1965 te San Diego – California, van Stanley Glen Love.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 122.
Verbleef 12,77 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen – samen 15u23’.
Was astronaut tot november 2011.
selektie in 1992 van de CSA-2 astronauten
Chris Hadfield,
Michael McKay,
Julie Payette,
Dafydd Williams.
Alle astronauten van deze tweede Canadese groep vlogen in het ruimtependel programma, behalve
Michael McKay die van deelname afzag wegens gezondheidsreden.
(afbeelding samen met andere CSA-astronauten)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966 en 1967: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: de VS militaire satelliet OPS 3850/SESP 1;
in 1973: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela 1M;
in 1975: de VS fotospion SAMOS 103 en de ELINT satelliet SSU-A;
in 1976 en 1977: een SU fotoverkenner Zenit 4MK;
in 1979: een SU weersatelliet Fram;
in 1982: een SU militaire waarnemer Oktan en een aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1984: een SU militaire communicatiesatelliet Strela 2;
in 1989: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-35;
in 1990: de VS afluistersatellieten USA 059/NOSS 11, USA 060/NOSS 2-1a, USA 061/NOSS 2-1b en USA 062/NOSS 2-1c;
vertrek in 1988 van het ruimteschip Soyuz TM5 (Norad ID: 19204), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Op het programma staan astrofysische experimenten, observatie van het aardoppervlak, en studies in de ruimtebiologie en geneeskunde.
De bezoekende cosmonauten Solovev, Savinykh en Aleksandrov bleven 10 dagen, en keerden op 17 juni in Soyuz TM4 terug naar de aarde.
Bij de landing op 7 september brengt Soyuz TM5 de bezoekende cosmonauten Lyakhov en Mohmand mee, die 9 dagen in MIR waren.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Anatoliy Y.Solovyov, gezagvoerder,
Viktor P.Savinykh, vluchtingenieur,
Aleksandr Pan. Aleksandrov, wetenschapper - Bulgarije;
bij de landing:
Vladimir A.Lyakhov, gezagvoerder,
Abdul A.Mohmand, wetenschapper - Afghanistan.
lancering in 1983 vanaf Baikonur Cosmodrome, van van de Soviet ruimtesonde Venera 16 (4V-2-861) voor de studie van de planeet venus.
Venera 16 was onderdeel van een dubbele missie (samen met Venera 15 – die vertrok op 2 juni)
ontworpen om dmv radar de oppervlakte-eigenschappen van venus te bestuderen.
Elk ruimtevaartuig werd in een bijna polaire baan gebracht en samen brachten ze gedurende 8 maanden een groot deel van de planeet in kaart.
De Venera 15 en 16 ruimtevaartuigen waren identiek en waren aanpassingen van de orbiter gedeelten van de Venera 9 en 14 sondes. Elk ruimtevaartuig bestond uit een 5 meter lange cilinder. Ze waren voorzien van een schotelantenne voor de Synthetic Aperture Radar (SAR) en een schotelantenne voor de radiohoogtemeter. Aan de zijkant van de cilinder waren twee rechthoekige zonnepanelen, alsmede een schotelantenne van 2,6 m diameter voor communicatie, bevestigd.
Enkele gegevens:
NSSDC/COSPAR ID: 1983-054A
Norad ID: 14107
Lanceertuig: Proton
Massa: 4000 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS geofysische satelliet OGO 3(B);
in 1978: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela 1M;
in 1979: de IN aardobservatie satelliet Bhaskara 1/SEO;
in 1983 en 1985: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1989: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
vertrek in 1971 van het ruimteschip Soyuz 11 (Norad ID: 5283), naar het Soviet ruimtestation Salyut 1.
Soyuz 11 koppelde op 7 juni met succes aan en de kosmonauten bleven 22 dagen aan boord.
Bij het betreden van het station vindt de bemanning een brandgeur, ze verbeteren het ventilatiesysteem en brengen een extra dag in hun Soyuz door.
Op dag 11 van hun verblijf breekt brand uit aan boord, waardoor de missieplanners overwegen het station vroegtijdig te verlaten.
Het geplande hoogtepunt van de missie moest de observatie zijn van een N-1 booster, maar de lancering hiervan werd uitgesteld.
Tijdens de landing op 30 juni ontsnapt de lucht langs een lek uit de capsule en komen de drie cosmonauten door verstikking om het leven.
De inzittenden zijn:
Georgi T.Dobrovolski, gezagvoerder,
Vladislav N.Volkov, vluchtingenieur,
Viktor I.Patsayev, vluchtingenieur.
vertrek in 1979 van het ruimteschip Soyuz 34 (Norad ID: 11387), voor een koppeling aan het Soviet ruimtestation Salyut 6 (zie afbeelding).
Soyuz 34 was oorspronkelijk bedoeld om op 6 juni gelanceerd te worden met een Hongaars/Sovjet-bemanning.
Echter, door de motorstoring tijdens de vlucht in april van Soyuz 33, en het feit dat dezelfde aandrijving stak in Soyuz 32 (reeds aangemeerd aan het ruimtestation), besliste de vluchtleiding een lege Soyuz met verbeterde motor naar het station te sturen om Vladimir Lyakhov en Valery Ryumin, na 175 dagen terug naar de aarde te brengen.
Soyuz 34 werd onbemand gelanceerd op 6 juni, koppelde aan het ruimtestation op 9 juni en landde op 19 augustus.
De inzittenden bij de terugkeer zijn:
Vladimir A.Lyakhov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur.
vertrek in 1985 van het ruimteschip Soyuz T13 (Norad ID: 15804), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
De cosmonauten Dzhanibekov en Savinykh vormen de achtste expeditie naar de orbitale station, dat vanaf eind juli 1984 verlaten was.
Bij de terugkeer op 26 september neemt bezoekende cosmonaut Grechko, na 9 dagen in de ruimte, de plaats in van Savinykh, die op 21 november zal terugkeren in Soyuz T14.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Viktor P.Savinykh, vluchtingenieur;
bij de terugkeer:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Georgiy M.Grechko, vluchtingenieur.
geboorte in 1932 te San–Antonio – Texas, van David Randolph ‘Dave’ Scott.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 3-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 8, apollo 9 en 15.
Verbleef 22,79 dagen in de ruimte.
Maakte 3 maanwandelingen en 2 stand-up – samen 20u24’53”.
Bemanningslid bij de eerste ruimtekoppeling op 16 maart 1966.
Zevende mens op de maan – apollo 15.
Eerste bestuurder van de maanwagen in juli/augustus 1971.
Was astronaut tot 1977.
geboorte in 1956 te New York City, van Jay Clark Buckey Jr.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van SLS 2-1991 en Neurolab-1996 ladingspecialisten.
Maakte ruimtevlucht in STS 90.
Verbleef 15,91 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 3 mei 1998.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU wetenschapssatelliet DS-MT;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit 4MK
in 1974: een VS fotospion SAMOS en een SU fotoverkenner Zenit 2M;
in 1979: een VS militaire weersatelliet AMS/DMSP 5D;
in 1980: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1 en een doelsatelliet Romb;
in 1982: een SU doelsatelliet Lira;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal’t en acht militaire communicatiesatellieten Strela 1M.
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz T2 (Norad ID: 11825), voor een 4-daags bezoek aan het Soviet ruimtestation Salyut 6 in een baan om de aarde.
De bemanning bracht het tweede bezoek aan de cosmonauten van de lange duur missie van dit ruimte-station.
Het hoofddoel was een bemande test van het nieuwe Sojoez-T ruimtevaartuig.
De inzittenden zijn:
Yuri V.Malyshev, gezagvoerder,
Vladimir V.Aksyonov, vluchtingenieur.
vertrek in 1991 van de ruimtependel Columbia STS 40 (Norad ID: 21399), voor een 9-daags verblijf in de ruimte.
Dit is de vijfde missie van Spacelab Life Sciences, en de eerste die uitsluitend gewijd is aan biowetenschappen, met behulp van de bewoonbare module.
De gelegenheidsproefkonijnen waren de astronauten zelf, 30 knaagdieren en duizenden kleine kwallen.
Andere uitrusting deed experimenten ivm materiaalkunde, plantenbiologie en kosmische straling.
De inzittenden zijn:
Bryan D.O'Connor, bevelhebber,
Sidney M.Gutierrez, piloot,
James P.Bagian, missiespecialist,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, missiespecialist,
Rhea M.Seddon/Gibson, missiespecialist,
Andrew F.Gaffney, ladingspecialist,
Millie E.Hughes-Fulford, ladingspecialist.
geboorte in 1956 te Mount Clemens – Michigan, van Richard Alan ‘Rick’ Searfoss.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 58, 76 en 90.
Verbleef 39,14 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 31 december 1998; bleef aktief als testpiloot.
selektie in 1983 van de Spacelab-3 ladingspecialisten
Mary H.Johnston,
Eugene H.Trinh,
Lodewijk van den Berg,
Taylor G.Wang.
selektie in 1987 van de NASA-12“ The GAFFers”
piloten:
Andrew M. Allen,
Kenneth Bowersox,
Curtis Brown,
Kevin Chilton,
Donald McMonagle,
William Readdy,
Kenneth Reightler.
missiespecialisten:
Thomas Akers,
Jan Davis,
Michael Foale,
Gregory Harbaugh,
Mae Jemison,
Bruce Melnick,
Mario Runco,
James Voss.
De bijnaam van de groep is een acroniem voor "George Abbey Final Fifteen".
Van deze groep, zou Mae Jemison de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse in de ruimte worden. Michael Foale zal uitgebreide missies volbrengen naar zowel Mir, het International Space Station, als de Hubble Ruimtetelescoop.
George Abbey was NASA direkteur vanaf 1964. Voordien was hij luchtmachtpiloot met meer dan 4000 uren in meerdere types vliegtuigen.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-MP;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 5138;
in 1969: wetenschap OGO 6(F) 3986
in 1973: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1975: de technologiesatelliet MAS 2/Sret 2 en de SU communicatiesatelliet Molniya 1-30;
in 1977: de militaire weersatelliet AMS 2/DMSP;
in 1979: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-12;
in 1989: communicatiesatellieten DFS 1/Superbird-A en DFS 2/Kopernikus 1.
geboorte in 1967 te Killeen – Texas, van Robert Shane Kimbrough.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 19-2004 “The Peacocks”.
Maakte ruimtevlucht in STS 126.
Verbleef 15,85 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 12u52’.
selektie in 1985 van de NASA-11
piloten:
Michael A. Baker,
Robert D. Cabana,
Brian Duffy,
Terence Henricks,
Stephen Oswald,
Stephen Thorne;
missiespecialisten:
Jerome Apt,
Charles Gemar,
Linda Godwin,
Richard Hieb,
Tamara Jernigan,
Carl Meade,
Pierre Thuot.
Thorne kwam om bij het neerstorten van een privévliegtuig vóór hij aan een ruimtevlucht kon deelnemen.
selektie in 1998 van de NASA-17 “The Penguins”
piloten:
Lee Archambault,
Christopher Ferguson,
Kenneth Ham,
Gregory C. Johnson,
Gregory H. Johnson,
William Oefelein,
Alan Poindexter,
George Zamka;
missiespecialisten:
Clayton Anderson,
Tracy Caldwell,
Gregory Chamitoff,
Timothy Creamer,
Michael Foreman,
Michael E. Fossum,
Stanley Love,
Leland Melvin,
Barbara Morgan,
John D. Olivas,
Nicholas Patrick,
Garrett Reisman,
Patricia Hilliard/Robertson,
Steven Swanson,
Douglas Wheelock,
Sunita Williams,
Neil Woodward;
internationale missiespecialisten:
Léopold Eyharts (Frankrijk),
Paolo Nespoli (Italië),
Marcos Pontes (Brazilië),
Hans Schlegel (Duitsland),
Robert Thirsk (Canada),
Bjarni Tryggvason (Canada),
Roberto Vittori (Italië).
De NASA 17-groep omvat Barbara Morgan, die de back-up "Teacher-in-Space" was van Christa McAuliffe voor de noodlottige Challenger Ramp in 1986. Terwijl vaak aangeduid als een Educator Astronaut, werd Morgan door de NASA geselecteerd als Missie Specialist, voordat het Astronaut Project Educator werd gevormd.
Patricia Robertson (geboren Hilliard) kwam om in de crash van een privé-vliegtuig voordat ze werd toegewezen aan een Shuttle missie.
Oefelein werd in 2007 ontslagen door NASA wegens zijn betrokkenheid bij een liefdesaffaire met collega-astronaute Lisa Nowak.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH-4A en een de militaire satelliet Transit 5C-1(9);
in 1967: een VS fotospion KH 7;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit 4;
in 1971: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-K;
in 1980: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1981: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1987: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1991: de SU oceaanobservatie satelliet Okean 3.
vertrek in 1965 van de 2-mans ruimtecapsule Gemini GT-4 (Norad ID: 1390), voor een 4-daags verblijf in een baan om de aarde.
Gemini 4 was de 98 uren durende tweede bemande missie van de Gemini-serie. Er werden 62 rondjes omheen de aarde afgelegd.
Astronaut Edward White maakte de eerste Amerikaanse ruimtewandeling.
Het verdere doel van de missie was om de prestaties van de astronauten en de capsule te evalueren, met het oog op het langere verblijf in deze capsule tijdens latere vluchten.
De inzittenden zijn:
James A.McDivitt, bevelhebber-piloot,
Edward H.White, co-piloot.
vertrek in 1966 van de 2-mans ruimtecapsule Gemini GT-9 (Norad ID: 2191), voor een 3-daags verblijf in een baan om de aarde.
Gemini 9 was de zevende bemande missie van de Gemini-serie.
De primaire doelstellingen waren rendez-vous en koppeltechnieken oefenen en tijdens een ruimtewandeling door astronaut Cernan de Astronaut Maneuvering Unit (AMU) testen.
Door problemen met de zichtbaarheid doorheen de ruimtehelm werd van deze test afgezien.
De inzittenden zijn:
Thomas P.Stafford, bevelhebber-piloot,
Eugene A.Cernan, co-piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH-7 en de militaire satelliet OPS 1856;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu en de VS militaire satelliet OPS 1077;
in 1974: de VS wetenschapssatelliet Explorer 52/Hawkeye 1;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1981: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1982: een SU ruimteveer test BOR 4;
in 1992: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela 1M;
in 1997: de communicatiesatellieten Inmarsat 3-F4 en Insat 2D.
vertrek in 1998 van de ruimtependel Discovery STS 91 (Norad ID: 25356), voor een 10-daags verblijf in de ruimte, met eerste koppeling van deze pendel op 4 juni aan het Soviet ruimtestation MIR.
Astronaut Thomas keert na een verblijf van 130 dagen in MIR met Discovery terug naar de aarde. Daarmee eindigt de vaste bezetting van in totaal 907 dagen door zeven Amerikaanse astronauten aan boord van het Russische ruimtestation.
Met deze laatste Shuttle-Mir docking missie komt een einde aan Fase 1 van het International Space Station programma (ISS).
De inzittenden zijn bij de lancering:
Charles J.Precourt, bevelhebber,
Dominic L.Pudwill Gorie, piloot,
Wendy B.Lawrence, missiespecialist,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Janet L.Kavandi, missiespecialist,
Valery V.Ryumin, missiespecialist – RSA;
bij de terugkeer dezelfde bemanning met daarbij:
Andrew S.W.Thomas.
lancering in 1983 vanaf Baikonur, de Soviet ruimtesonde Venera 15 (4V-2-860) voor de studie van de planeet venus.
Venera 15 was onderdeel van een dubbele missie (samen met Venera 16) ontworpen om dmv radar de oppervlakte-eigenschappen van venus te bestuderen. Elk ruimtevaartuig werd in een bijna polaire baan gebracht en samen brachten ze gedurende 8 maanden een groot deel van de planeet in kaart.
Enkele gegevens:
NSSDC/COSPAR ID: 1983-053A
Norad ID: 14104
Lanceertuig: Proton
Massa: 4000 kg.
geboorte in 1930 te Philadelphia - Pennsylvania, van Charles Peter ‘Pete’ Conrad Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 5 en 11, apollo 12 en skylab 1.
Verbleef 49,15 dagen in de ruimte.
Maakte 2 maan- en 2 ruimtewandelingen – samen 12u46’18”.
Bemanningslid in eerste geslaagd ruimtestation in mei 1973.
Derde mens op de maan - apollo 12.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot december 1973.
Sterft in motorongeval op 8 juli 1999 te Ojai.
geboorte in 1930 te Pershutino – Moskou, van Yuri Petrovich Artyukhin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 14.
Verbleef 15,73 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van eerste missie naar militair ruimtestation in juli 1974.
Overlijdt aan kanker op 4 augustus 1998 te Zvyozdny Gorodok.
geboorte in 1956 te Paterson - New Jersey, van Mark Lewis 'Roman' Polansky.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 98, 116 en 127.
Verbleef 41,45 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 30 juni 2012.
geboorte in 1978 te Kwangju, van So-Yean Yi.
Zuid-Koreaanse wetenschapper/astronaute.
Lid van Zuid-Korea-2006 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TMA12(TMA11).
Verbleef 10,88 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 18 augustus 2014.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS fotospion KH-4 en de satelliet voor radioamateurs OSCAR 2;
in 1976: een JP militaire communicatiesatelliet SDS en een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1978: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-40;
vertrek in 1970 van het ruimteschip Soyuz 9 (Norad ID: 4407), voor een 18-daags verblijf in een baan om de aarde.
De cosmonauten voerden verschillende fysiologische en biomedische experimenten uit op zichzelf, en deden onderzoek naar de sociale implicaties van een langdurige ruimtevlucht. Ze keken ook naar een WK voetbalwedstrijd en speelden schaak met tegenstanders op de grond.
Bij hun terugkeer naar de aarde bleek de bemanning verzwakt, en het duurde ongeveer tien dagen voor hen om hun kracht te herwinnen. Ze hadden in de ruimte een deel van hun trainingstijd opgeofferd voor het uitvoeren van hun wetenschappelijk werk.
De inzittenden zijn:
Andriyan G.Nikolayev, gezagvoerder,
Vitali I.Sevastyanov, vluchtingenieur.
geboorte in 1928 te Odessa – Oekraïne, van Georgi Timofeyevich Dobrovolsky.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 11.
Verbleef 23,77 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van eerste ruimtestation – salyut 1.
Sterft door verstikking bij de landing van Soyuz 11 op 30 juni 1971.
geboorte in 1950 te Yefimovka – Orenburg, van Gennadi Mikhailovich Manakov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 2-1985, GKNII 2 en TsPK 9 groepen.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM10 en TM16.
Verbleef 309,89 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 12u43’.
Was cosmonaut tot december 1996.
selektie in 1964 van de MAP cosmonaut
Vladimir Benderov;
die nooit in anmerking kwam voor een ruimtevlucht.
selektie in 1998 van de EAC astronauten
Jean-François Clervoy (Frankrijk) (A323),
Pedro Duque (Spanje) (A386),
Christer Fuglesang (Zweden) (A453u,
Jean-Pierre Haigneré (Frankrijk) (A300),
Claude Nicollier (Zwitserland) (A280),
Thomas Reiter (Duitsland) (A332).
(hier op een groepsfoto met andere ESA astronauten)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS koppeltest TDA-4;
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU Soyuz besturingstest;
in 1982: een SU militaire communicatiesatelliet Strela 2 en een oceaanobservatiesatelliet
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Surveyor 1.
Surveyor 1 is de eerste maansonde in een reeks en slaagde in de eerste zachte landing van een VS tuig
op de maan. Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de Apollo-missies.
De sonde landt op 2 juni in een 100 km grote krater in de Oceaan der Stormen op 2°30Z – 43°20W.
De opdracht eindigde door uitputting van de batterij op 13 juli, waarbij alle doelstellingen bereikt werden.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-045A
Norad ID: 2185
Andere namen: Surveyor SC-1
Lading: SC-1
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-10
Massa: 294 kg.
lancering in 1971 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Mariner 9.
The Mariner Mars 71 missie moest bestaan uit twee ruimtevaartuigen met complementaire doelen.
Als gevolg van het falen van Mariner 8 was er slechts één ruimtevaartuig beschikbaar en moest Mariner 9
de gecombineerde opdracht uitvoeren.
De voornaamste doelstellingen waren het in kaart brengen van het oppervlak en de studie van veranderingen in de atmosfeer en op het oppervlak van Mars.
Mariner 9 was het eerste ruimtevaartuig dat om een andere planeet cirkelde.
De voornaamste resultaten waren de ontdekking van vier enorme vulkanen, canyons, holen nabij de zuidpool van 3à13km diameter, wolken, mascons, wind(320kmu), seizoensveranderingen, rivierbeddingen en water- en CO2-ijs aan de polen.
In totaal werden 7329 bodemfoto’s bekomen van mars (85% van het oppervlak), 32 foto’s van phobos en 9 foto’s van deimos.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1971-051A
Norad ID: 5261
Andere namen: Mariner 71J
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-23
Massa: 1000 kg.
geboorte in 1934 te Listvyanka – Kemerowo, van Aleksei Arkhipovich Leonov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 1-1960 groep.
Maakte ruimtevlucht in woskhod 2 en soyuz 19.
Verbleef 7,02 dagen in de ruimte.
Volbracht eerste ruimtewandeling – 12’10” – op 18 maart 1965.
Was bij eerste koppelling van VS & Sovjet ruimtetuig op 17 juli 1975.
Was cosmonaut tot 1982.
geboorte in 1958 te Madrid – Spanje, van Michael Eladio ‘LA’ Lopez-Alegria.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1996 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 73, 92, 113 en soyuz TMA9.
Verbleef 257,95 dagen in de ruimte.
Maakte 10 ruimtewandelingen - samen 67u41’.
Was astronaut tot maart 2012.
geboorte in 1963 te Sheffield, van Helen Patricia Sharman.
Britse ingenieur/astronaute – Scheikundige.
Lid van Britse Commerciële 1989-Juno groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM12(TM11).
Verbleef 7,88 dagen in de ruimte.
Eerste niet-VS en niet-Soviet astronaute - 19910518.
Was astronaute tot september 1998.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS fotospion KH-4;
in 1968: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: de SU com/tech satelliet ATS 6 en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: een SU aardobservatiesatelliet Zenit-2M/Gektor-Priroda;
in 1977: een SU doelsatelliet Romb;
in 1984: een SU spionnagesatelliet US-PM1;
in 1985: een SU ELINT satelliet Tselina-2 en een navigatiesatelliet Tsikada;
in 1986: de telecom satelliet Intelsat 514;
in 1988: de SU plaatsbepalingssatelliet GEO-IK1/Musson n°21;
in 1991: het MIR-cargoschip Progress-M08;
in 1998: de CN communicatiesatelliet Chinastar 1/Zhongwei 1.