vertrek in 1994 van de ruimtependel Columbia STS 65 (Norad ID: 23173), voor een 15-daags verblijf in aardorbit.
Columbia brengt voor de tweede maal het International Microgravity Laboratory (IML 2)naar de ruimte.
Het IML-2 Biorack droeg 19 experimenten met chemische en biologische specimen, van oa bacteriën, zoogdiercellen, eieren, larven, fruitvliegjes en zaden.
Een 200-tal wetenschappers uit zes ruimtevaart organisaties hadden gezorgd voor meer dan 80 experimenten in de Spacelab module. Voor de uitvoering hiervan werd de bemanning in twee groepen verdeeld, om zo de klok rond te kunnen werken.
Ladingspecialiste Chiaki Mukai werd de eerste Japanse in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Robert D.Cabana, bevelhebber,
James D.Halsell, piloot,
Richard J.Hieb, ladinggezagvoerder,
Carl E.Walz, missiespecialist,
Leroy Chiao, missiespecialist,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Chiaki (Naito)Mukai, ladingspecialiste – NASDA.
geboorte in 1935 te Krasnouralsk, van Vitali Ivanovich Sevastyanov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 1-Supplement-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 9 en 18.
Verbleef 80,68 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1976 en bleef ruimtevaartmedewerker tot 1993.
Overlijdt te Moskou op 5 april 2010.
overlijden in 1999 te Ojai – California, van Charles Peter "Pete" Conrad, Jr
Amerikaans testpiloot / astronaut
Geboren op 2 juni 1930, te Philadelphia - Pennsylvania
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 2-1962
Missies: Gemini 5, Gemini 11, Apollo 12 en Skylab 2
Verbleef 49d 3h 38 m (49,15d) in de ruimte
Kwam om in een ongeval met zijn motorfiets.
Werd meermaals onderscheiden met oa NASA Service Medailles, waarvan hier één afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet Explorer 44/SR 10;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-13;
in 1976: een VS fotospion KH 9/Big Bird/LASP 12, een ID communicatiesatelliet Palapa 1 en de VS satelliet voor atmosfeeronderzoek SESP 74-2;
in 1977: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1983 en 1992: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1994: de NASDA telecomsatelliet BS 3N en de telecomsatelliet PanAmSat 2/PAS 2;
in 1999: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-50.
lancering in 1988 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde Fobos 1/1F N°101.
Fobos 1 en zijn metgezel ruimtesonde Fobos 2, waren de volgende generatie in de Venera-type planetaire missies hier ingezet als orbiter om de planeet mars en lander op de marsmaan Phobos.
De doelstellingen van de sonde waren:
studie van het interplanetaire milieu;
wetenschappelijke waarnemingen van de zon;
onderzoek van plasma in de martiaanse omgeving;
oppervlak en atmosferische studies van mars en bodemanalyse dmv lazer van de marssatelliet Phobos.
Op 2 september slaagt het controlecentrum ten gevolge van een software-fout er echter niet in om kontakt te herstellen met de sonde. Deze verdwijnt in een helio-centrische baan. (model hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1988-058A
Norad ID: 19281
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 6220 kg.
geboorte in 1970 te Creve Coeur – Missouri, van Robert L. Behnken.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 123 en 130.
Verbleef 29,42 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen – samen 37u33’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 26;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1972: de VS militaire satelliet OPS 7293/Samos 88;
in 1977: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1978: het Salyut 6 cargo-schip Progress 2;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 83;
in 1993: een SU oceaanobservatie satelliet US-PM;
in 1995: de FR spionnagesatellieten Cerise en Helios 1A, en de ES experimentele satelliet UPM/LBSat;
in 1997: het MIR cargo-schip Progress-M35;
in 1998: de DE universitaire experimentele satellieten TUBsat-N en TUBSat-N1.
vertrek in 1976 van het ruimteschip Soyuz 21 (Norad ID: 8934), naar het Soviet ruimtestation Salyut 5.
Het verblijf van deze Salyut 5 bemanning viel samen met het begin van de Siber militaire oefening in Siberië. De kosmonauten observeerden de oefening als onderdeel van een evaluatie van de spionnage capaciteiten van het station. Ze deden daarbij slechts een paar experimenten vooral van militaire aard als deel van het Almaz programma.
De Soyuz 21 bemanning verliet het station na 49 dagen, ruim vóór hun geplande vertrekdatum.
Dit is toegeschreven aan een brand en/of gezondheidsproblemen veroorzaakt door dampen van chemicaliën gebruikt om de film van camera’s te ontwikkelen.
De cosmonauten leden ook psychologisch en fysiek om andere redenen; vooral Zholobov leed erg aan ruimteziekte en heimwee.
De inzittenden zijn:
Boris V.Volynov , gezagvoerder,
Vitali M.Zholobov, vluchtingenieur.
selekte in 1986 van de AN-3 wetenschapper
Georgi Grechko.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1966: de SU wetenschapssatelliet Proton 3;
in 1968: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-09(J);
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1979: een zwerm SU doelsatellieten Romb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1987: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1994: een SU observatiesatelliet Prognoz US-KMO.
vertrek in 1974 van het ruimteschip Soyuz 14 (Norad ID: 7361), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 3.
Deze missie was onderdeel van het Almaz programma van de Sovjet-Unie voor onderzoek naar militaire toepassingen in de bemande ruimtevaart.
Op dat ogenblik werden echter het militaire karakter van de missie en het station zelf, niet erkend door de Sovjet-autoriteiten.
De cosmonauten deden 2 uur per dag lichaamsoefeningen om de effecten van gewichtloosheid te bestrijden en konden hierdoor na hun 16-daags verblijf in de ruimte zonder hulp uit de gelande capsule klimmen.
De inzittenden zijn:
Pavel R.Popovich, gezagvoerder,
Yuri P.Artyukhin, vluchtingenieur.
lancering in 1998 vanaf het Uchinoura Space Center – Japan, van de Japanse ruimtesonde Nozomi.
Nozomi (Japans voor Hoop en vóór de lancering bekend als Planet-B) moet in een baan om mars komen om de bovenste atmosfeer en de interactie met de zonnewind te onderzoeken en technologieën voor gebruik in toekomstige planetaire missies te ontwikkelen. Ook het in kaart brengen van het marsoppervlak en foto’s van Phobos en Deimos stonden op het programma.
De sonde slaagt er door problemen met een ventiel aanvankelijk niet in om op weg te gaan naar mars. Met meerdere aarde- en maanpassages uitgewerkt door de vluchtleiding, hoopt deze in oktober 1999 de planeet te bereiken. Dit schema wordt niet gehaald en Nozomi bereikt mars uiteindelijk op 14 december 2003. Om alle tegenslag kompleet te maken vliegt de sonde door motorstoring de planeet op 1000 km voorbij en komt in een heliocentrische baan. (afbeelding: vrije voorstelling van de sonde nabij mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1998-041A
Norad ID: 25383
Andere namen: Planet B
Lanceertuig: M-V(5)-3
Massa: 258 kg.
geboorte in 1935 te Santa Rita – New Mexico, van Dr Harrison Hagan ‘Jack’ Schmitt.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in apollo 17.
Verbleef 12,58 dagen in de ruimte.
Maakte 3 maanwandelingen en 1 stand-up - samen 23u09’41”.
Twaalfde mens en enige geoloog op de maan – apollo 17.
Was astronaut tot 1975.
geboorte in 1943 te Marianne – Florida, van Dr Norman Earl ‘Norm’ Thagard.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 7, 17/51B, 30, 42 en soyuz TM21(STS 71).
Verbleef 140,56 dagen in de ruimte.
Eerste Amerikaan aan boord van een Soviet ruimtetuig op 14 maart 1995.
Was astronaut tot 3 januari 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS SIGINT-satelliet Ferret 6;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1992: de NASA wetenschapssatelliet Sampex;
in 1994: de CN experimentele satelliet FSW 2;
in 1996: de CN telecomsatelliet Apstar 1A en de VS militaire satelliet USA 125.
lancering in 1985 vanaf Kourou - Frans Guiana, van de ESA ruimtesonde Giotto.
De Giotto missie had de komeet P/Halley als doel, met als belangrijkste opdrachten:
het maken van kleurenfoto's van de kern;
het bepalen van de samenstelling en de hoeveelheid gassen en stofdeeltjes in de komeetstaart;
de studie van de fysische en chemische processen nabij de komeet;
onderzoek naar de plasma stromen die voortvloeien uit de komeet-zonnewind interactie.
Het ruimtevaartuig kwam op 13 maart 1986 aan bij de komeet op 0,98 AE van de aarde en naderde tot op 596 km van de kern. Het streefdoel om tot 500 km van de komeetkern te komen werd niet gehaald.
Op 23 juli 1992 werd de Giotto missie officieel beëindigd.
Voor het eerst kreeg de mensheid een klaar beeld van uitzicht en samenstelling van een komeetkern.
De sonde kwam nog op 1 juli 1999 voorbij de aarde, met ongeveer 219.000 km als dichtste benadering.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1985-056A
Norad ID: 15875
Lanceertuig: Ariane 1 V14
Massa: 583 kg.
geboorte in 1940 te Lovech, van Georgi Ivanov (geboren Kakanov).
Bulgaarse piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 33.
Verbleef 1,96 dagen in de ruimte.
Eerste Bulgaar in de ruimte - 19790410.
Was cosmonaut tot 1979.
geboorte in 1952 te Cape Girardeau – Missouri, van Dr Linda Maxine Godwin.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Natuurkundige.
Huwde astronaut Steven Nagel.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 37, 59, 76 en 108.
Verbleef 38,26 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 10u14’.
Was astronaute tot augustus 2010.
geboorte in 1959 te Jacksonville – Florida, van Wendy Barrien Lawrence.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - US Navy Ingenieur.
Lid van NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 67, 86, 91 en 114.
Verbleef 51,16 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot juni 2006 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU militaire technologiesatelliet DS-A1 en de VS weersatelliet Tiros 10 (OT1);
in 1967: de VS militaire satellieten Vela 4a en 4b;
in 1976: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1978: een SU fotospion Energiya n°2;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1981: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 82;
in 1996: de NASA wetenschapssatelliet Nimbus 7/TOMS-EP(96).
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC17A, van de VS ruimtesonde AIMP D.
Deze sonde, ook Explorer 33 genoemd, moet vanuit een baan om de maan gegevens doorseinen over de interplanetaire ruimte ivm plasma, straling en magnetisme.
De sonde raakt echter niet tot bij de maan, maar levert tot september 1971 alsnog nuttige wetenschappelijke informatie. (model van deze sonde hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-058A
Norad ID: 2258
Lading: IMP (Interplanetary Monitoring Platform)
Lanceertuig: Thor Delta E1 467/D39
Massa: 210 kg.
vertrek in 1993 van het ruimteschip Soyuz TM17 (Norad ID: 22704), voor de 17de expeditie naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten Tsibliyev en Serebrov zullen er 197 dagen verblijven, terwijl ESA-astronaut Haigneré op 22 juli met Soyuz TM16 terug komt naar de aarde.
Tijdens een opdracht los van het station in januari 1994, klaagt Tsibliyev erover dat de Soyuz moeilijk te besturen is en komt in botsing met de Kristall module van MIR, gelukkig zonder grote schade.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr A.Serebrov, vluchtingenieur,
Jean-Pierre Haigneré, wetenschapper – ESA Altair;
bij de landing:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr A.Serebrov, vluchtingenieur.
vertrek in 1994 van het ruimteschip Soyuz TM19 (Norad ID: 23139), naar het Soviet ruimtestation MIR,
voor een verblijf van 126 dagen als 16de vaste bezetting.
Oorspronkelijk zou Soyuz TM19 de twee nieuwelingen Malenchenko en Musabayev, samen met veteraan Gennadi Strekalov naar het station brengen. Door schrapping van een Progress cargoschip, werd de ruimte voor Strekalov volgeladen met goederen. De nieuwelingen koppelden op 3 juli toch zonder problemen aan.
Eén van de opdrachten was meerdere malen af- en terug aankoppelen van hun Soyuz aan het station, om de oorzaken van problemen bij vorige koppelingen te vinden.
Bij hun terugkeer op 4 november brengen ze ESA-astronaut Ulf Merbold mee, die op 3 oktober met Soyuz TM20 vertrokken was.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri I.Malenchenko, gezagvoerder,
Talgat A.Musabayev, vluchtingenieur - Kazakhstan;
bij de landing dezelfde, met daarbij:
Ulf D.Merbold, wetenschapper – ESA.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Columbia STS 94 (Norad ID: 24849), voor een 16-daags verblijf in aardorbit.
De hoofdlading bestaat uit het MSL-1 (Microgravity Science Laboratory-1).
Een 33-tal experimenten ivm brandbestrijding, biotechnologie en materiaalbehandeling in een bijna gewichtloze omgeving, brachten niewe kennis bij.
De inzittenden zijn:
James D.Halsell, bevelhebber,
Susan L.Still/Kilrain, piloot,
Janice E.Voss, ladinggezagvoerder,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Michael L.Gernhardt, missiespecialist,
Roger K.Crouch, ladingspecialist,
Gregory T.Linteris, ladingspecialist.
geboorte in 1961 te Karnal - Haryana, India, van Kalpana Chawla.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 87 en 107.
Verbleef 31,63 dagen in de ruimte.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
geboorte in 1963 te Springfield – Massachusetts, van Edward Tsang Lu.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 84, 106 en soyuz TMA2.
Verbleef 205,95 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u14’.
Was astronaut tot augustus 2007.
selektie in 1983 van de McDonnell Douglas ladingspecialisten
Charles D.Walker,
Robert J.Wood.
Enkel Walker zal in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1967: de NASA/VS technologiesatelliet DODGE 1;
in 1967: de VS militaire satellieten IDCSP 3-1, 3-2, 3-3 en 3-4, LES 5 en Transtage 11;
in 1976: een SU communicatiesatelliet Molniya 2;
in 1977 en 1980: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983 en 1991: een SU communicatiesatelliet Gorizont;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Prognoz;
in 1987: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
Geboren op 19 juni 1933, te Aktyubinsk, Kazakhstan
Selectie: Burger Specialisten Groep 3-1968
Missies: Soyuz 11
Verbleef 23d 18h 21m (23,75d) in de ruimte.
Ze vertrokken op 6 juni naar het Soviet ruimtestation Salyut 1, en verbleven er van 7 tot 29 juni. Tijdens bij de landing van hun Soyuz 11 ontstond bleef een ventiel tussen twee modules van het ruimteschip gedeeltelijk open waardoor de lucht ontsnapte. Wegens plaatsgebrek droegen de cosmonauten geen ruimtepak en bij de landing nabij Karaganda (Kazachstan) waren ze door verstikking om het leven gekomen.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 12;
in 1961: de VS militaire satellieten GRAB 3, Injun 1 en Transit 4A;
in 1963: de VS SIGINT-satelliet Ferret 3(4);
in 1967: de VS militaire wetenschapssatelliet Aurora 1 en de militaire geodesiesatelliet Secor 9;
in 1969: de NASA wetenschapssatelliet Biosatellite 3;
in 1972: de SU wetenschapssatelliet Prognoz 2;
in 1974: een SU militaire waarschuwer Oko en een fotoverkenner Orion;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit 4MK en een militaire communicatiesatelliet Strela 2;
in 1977: de SU weersatelliet Meteor 1-28;
in 1978: de telecomsatelliet Comstar 3(1C);
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit 6;
in 1980: het Salyut 6 cargoschip Progress 10;
in 1982: de SU militaire navigatiesatelliet Nadezhda/Kospas 1;
in 1984: een SU reactor US-A en een fotoverkenner Oblik;
in 1991: een VS militaire wetenschapssatelliet REX.
geboorte in 1946 te Denver – Colorado, van John Michael ‘Mike’ Lounge.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 20/51I, 26 en 35.
Verbleef 20,10 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1991.
Overlijdt aan leverkanker op 1 maart 2011.
selektie in 1965 van de NASA-4 “The Scientists”
Owen Garriott,
Edward Gibson,
Duane Graveline,
Joseph Kerwin,
Curt Michel,
Harrison Schmitt.
Graveline en Michel verlieten NASA zonder een ruimtevlucht te maken. Schmitt wandelde op de maan tijdens Apollo 17. Garriott, Gibson en Kerwin verbleven in Skylab.
Garriott werd de eerste radioamateur die uitzond vanuit de ruimte (STS 9).
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS fotospion KH-4;
in 1963: de VS satelliet voor geofysisch onderzoek GRS/CRL;
in 1978: een SU ELINT-satelliet GVM en een militaire waarschuwer Oko;
in 1979: het Salyut 6 cargoschip Progress 7 en een SU militaire communicatiesatelliet
Strela 2;
in 1983: een SU militaire waarnemer Feniks en de telecomsatelliet Galaxy I;
in 1984: een SU doelsatelliet Taifun-1B;
in 1991: een SU aardobservatie satelliet Resurs F11;
vertrek in 1978 van het ruimteschip Soyuz 30 (Norad ID: 10968), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6, waar het twee dagen later aanmeert.
De cosmonauten blijven acht dagen in de ruimte als bezoekers, als tweede missie van het Intercosmos projekt.
De activiteiten van Soyuz 30 bemanning werden ernstig beperkt zo mochten zij zich niet bemoeien met de Sojoez 29 bemanning. Desalniettemin kon Hermaszewski geplande experimenten uitvoeren met oa halfgeleiders, welke betere resultaten gaven dan deze uitgevoerd op aarde.
Een smaakexperiment waaraan alle vier cosmonauten deelnamen zocht een antwoord op de vraag waarom bepaald voedsel minder smakelijk blijkt in gewichtloosheid.
De Soyuz 30 landingscapsule staat opgesteld in het Poolse Militaire Technologie museum in Warschau.
De inzittenden zijn:
Pyotr I.Klimuk, gezagvoerder,
Miroslaw Hermaszewski, wetenschapper - Polen.
vertrek in 1982 van de ruimtependel Columbia STS 4 (Norad ID: 13300), voor een 7-daags verblijf in aardorbit.
De vlucht is de laatste in onderzoek en ontwikkeling van het Space Transportation System. Naast de geheime lading van het Ministerie van Defensie, was apparatuur aanwezig voor oa medische experimenten, aardobservatie en fotografie.
De parachutes van de twee vaste brandstof aandrijfraketten faalden, waardoor de herbruikbare onderdelen verloren gingen in zee.
De inzittenden zijn:
Thomas K.Mattingly II, bevelhebber,
Henry W.Hartsfield, Jr, piloot.
vertrek in 1983 van het ruimteschip Soyuz T9 (Norad ID: 14152), met de tweede vaste bezetting naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
Tijdens hun 150-daags verblijf in de ruimte botste een klein voorwerp op één van de ruiten van het station en sloeg een kratertje van 4mm in de buitenste van de twee glasplaten.
De Sovjets geloofden dat het een deeltje was van de Delta Aquariid meteorenregen, hoewel het ook een klein stukje ruimteafval kan geweest zijn.
De bemanning laadde de Cosmos 1443 Merkur capsule met 350 kg experimentresultaten en niet meer gebruikt materiaal, waarna deze losgekoppeld werd en zacht landde op 23 augustus.
Het motorgedeelte (FGB) bleef om de aarde cirkelen totdat het op 19 september in de dampkring boven de Stille Oceaan verbrandde.
De inzittenden zijn:
Vladimir A.Lyakhov, gezagvoerder,
Aleksandr Pavlovich Aleksandrov, vluchtingenieur.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Atlantis STS 71 (Norad ID: 23600), naar het Soviet ruimtestation MIR, voor een 10-daags verblijf in de ruimte.
De koppeling gebeurt op 29 juni en voor de komende vijf dagen, zullen de bemanningen samen Amerikaans-Russische operaties uitvoeren, waaronder biomedische onderzoeken.
STS-71 markeerde een aantal historische primeurs in de menselijke ruimtevaartgeschiedenis:
100ste VS bemande ruimtevaart lancering vanaf Cape Canaveral; eerste Amerikaanse ruimtependel-Russisch ruimtestation Mir koppeling; het grootste ruimtevaartcomplex tot dan in een baan om de aarde met een totale massa van ongeveer 225 ton.
Bij de terugkeer bljven de cosmonauten Solovyev en Budarin in MIR, en keren Thagard, Dezhurov en Strekalov, na een verblijf van 115 dagen in het station, naar de aarde.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Robert L.Gibson, bevelhebber,
Charles J.Precourt, piloot,
Ellen S.Baker, missiespecialis,
Bonnie J.Dunbar/Sega, missiespecialist,
Gregory J.Harbaugh, missiespecialist,
Anatoly Y.Solovyev,
Nikolai M.Budarin;
bij de terugkeer:
de pendelbemanning (bevelhebber, piloot en missiespecialisten) met
Norman E.Thagard,
Vladimir N.Dezhurov,
Gennadiy M.Strekalov.
geboorte in 1937 te Crawfordsville – Indiana, van Joseph Percival ‘Joe’ Allen IV.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 6-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 5 en 14/51A.
Verbleef 13,08 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u42’.
Was astronaut tot 1985; bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1951 te Albuquerque - New Mexico, van Sidney ‘Sid’ McNeil Gutierrez.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 40 en 59.
Verbleef 20,34 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1994; bleef aktief in de luchtvaart.
geboorte in 1956 te Riyadh - Saudi-Arabië, van Sultan Salman Abdel-aziz Al-Saud.
Saudische ladingspecialist/astronaut.
Lid van Saudi-Arabië 1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 18/51G.
Verbleef 7,07 dagen in de ruimte.
Eerste Arabier in de ruimte - 17 juni 1985.
Was astronaut tot juni 1985.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-4 en de SIGINT-satelliet Hitchhiker 1;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit 4;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1973: een SU fotoverkenner Orion;
in 1974: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit 2M;
in 1977: een VS fotospion KH-9/LASP;
in 1978: de NASA oceaanobservatie satelliet Seasat 1;
in 1979: de weersatelliet NOAA 6 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1983: de CA satelliet voor atmosfeeronderzoek Hilat 1/P83-1;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1989: een SU aardobservatie satelliet Resurs F02;
vertrek in 1992 van de ruimtependel Columbia STS 50 (Norad ID: 22000), voor een verblijf van 14 dagen in aardorbit.
Het is de eerste orbiter uitgerust met de Extended Duration Orbiter (EDO) apparatuur.
De hoofdlading bestaat uit de eerste van een reeks geplande vluchten van het US Microgravity Laboratorium-1 (USML-1). Hierin worden door de bemanning experimenten uitgevoerd in verschillende disciplines, onder een toestand van bijna-gewichtloosheid.
De inzittenden zijn:
Richard N.Richards, bevelhebber,
Kenneth D.Bowersox, piloot,
Bonnie J.Dunbar/Sega, ladinggezagvoerder,
Lawrence J.DeLucas, ladingspecialist,
Ellen S.Baker, missiespecialist,
Carl J.Meade, missiespecialist,
Eugene H.Trinh, ladingspecialist.
selektie in 1958 van de MISS (man-in-space-soonest) piloten
Neil Armstrong),
William B. Bridgeman,
Albert S. Crossfield,
Iven C. Kincheloe,
John B. McKay,
Robert A. Rushworth,
Joseph A. Walker,
Alvin S. White,
Robert M. White.
Negen testpiloten van de National Advisory Committee for Aeronautics (NACA), de United States Air Force (USAF), North American Aviation (NAA) en Douglas Aircraft Corporation werden geselecteerd voor het “eerste man in de ruimte” project, een initiatief van de VS-luchtmacht om vóór de Sovjet-Unie een man in de ruimte te brengen.
Het project werd geannuleerd op 1 augustus, en maar twee van deze mannen zouden later toch de ruimte bereiken.
Walker maakte twee X-15 vluchten boven de 100 kilometer in 1963; Armstrong werd lid van NASA in 1962 en vloog in de Gemini en Apollo projecten, en zette als eerste mens voet op de maan op 21 juli 1969 om 02:56 UTC.
selektie in 1990 van de Terra Geode astronauten
Palmer K.Bailey,
Robert H.Clegg,
Michael E.Hoffpauir.
Dit zijn VS-militairen gespecialiseerd in geologie en geografie.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een VS fotospion KH 7/OPS 6749 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1966: een SU weersatelliet Meteor;
in 1970: de VS militaire satelliet OPS 6820;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit 4MK;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1984: de VS fotospion USA 2/KH9-19/S85-1 en de militaire satelliet USA 3;
in 1993: de telecomsatelliet Galaxy IV, de VS militaire satelliet RADCAL en
vertrek in 1982 van het ruimteschip Soyuz T6 (Norad ID: 13292), naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
Op 900 meter van het station faalt het automatisch koppelsysteem. Gezagvoerder Dzhanibekov slaagt er alsnog in om het schip handmatig te koppelen.
Met de deelname van Chrétien aan deze missie begint een nieuwe fase in de bemande Intercosmos vluchten. Hij had "de eer" van het uitwerpen van een wekelijkse zak afval uit de kleine prullenbak van de luchtsluis.
Chrétien zou over Salyut 7 gezegd hebben "is eenvoudig, niet indrukwekkend, maar betrouwbaar”.
Deze bezoekende bemanning zal 8 dagen in de ruimte blijven.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Endeavour STS 57 (Norad ID: 22684), voor een 10-daagse ruimtemissie.
Het wordt de eerste vlucht van het commercieel ontwikkelde SPACEHAB, waarin de bemanning 22 experimenten uitvoerde ivm leefomstandigheden, waaronder recyclage van afvalwater.
Op 22 juni spreken alle zes bemanningsleden met president Clinton.
Op 24 juni wordt het Europees autonoom labo EURECA, dat door de STS 46 bemanning in de ruimte geplaatst werd, aan boord genomen. Problemen met de antennes hiervan maken een bijkomende buitenaktiviteit (EVA) noodzakelijk door Low en Wisoff, bovenop de geplande taken.
De inzittenden zijn:
Ronald J.Grabe, bevelhebber,
Brian J.Duffy, piloot,
David G.Low, ladinggezagvoerder,
Nancy J.Sherlock/Currie, missiespecialist,
Peter J.Wisoff, missiespecialist,
Janice E.Voss, missiespecialist.
geboorte in 1958 te Krasnodar, van Gennadi Ivanovich Padalka.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van TsPK 10-1989 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM28, TMA4, TMA14 en TMA04M.
Verbleef 710 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 27u13’.
geboorte in 1964 te Chardzhou, van Oleg Dmitriyevich Kononenko.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van Energia MKS/ISS 14-1999 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TMA12 en TMA03M.
Verbleef 391,50 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen – samen 18u27’.
geboorte in 1965 te Suizhong – Liaoming, van Liwei Yang.
Chinese piloot/yuhangyuan.
Lid van China 1-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in shenzhou 5.
Verbleef 0,89 dagen in de ruimte.
Eerste Chinees in de ruimte – 15 oktober 2003.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH-4A;
in 1968, 1972 en 1973: een SU fotoverkenner Zenit 2M;
in 1969: de VS wetenschapssatelliet Explorer 41;
in 1974: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1975: de NASA wetenschapssatelliet OSO 8;
in 1978 en 1988: een SU militaire communicatiesatelliet Strela 2;
in 1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-47;
in 1984: de SU navigatiesatelliet Nadezhda/Kospas 3;
in 1985: een SU geheime satelliet Kosmos U3, het Salyut 7 cargoschip Progress 24 en een aardobservatiesatelliet Resurs F1;
vertrek in 1996 van de ruimtependel Columbia STS 78 (Norad ID: 23931), voor een 17-daagse missie in aardorbit.
De hoofdlading bestaat uit het LMS (Life and Microgravity Spacelab), waarin onderzoek gedaan werd naar het gedrag van levende organismen in bijna gewichtloze toestand.
Vijf ruimtevaart agentschappen: NASA (VS), ESA (Europa), CNES (Frankrijk), CSA (Canada)en ASI (Italië), met onderzoekers uit 10 landen werkten hieraan mee.
Daarnaast werd het gedrag van oa vloeistoffen, halfgeleiders, legeringen en kristallen in de ruimte bestudeerd; alles samen meer dan 40 experimenten.
De inzittenden zijn:
Terence T.Henricks, bevelhebber,
Kevin R.Kregel, piloot,
Susan J.Helms, vluchtingenieur,
Richard M.Linnehan, missiespecialist,
Charles E.Brady, Jr, missiespecialist,
Jean-Jacques Favier, ladingspecialist - CNES,
Robert Brent Thirsk, ladingspecialist - CSA.
geboorte in 1941 te Greiz, van Dr Ulf Dietrich Merbold.
Duitse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Spacelab Ladingspecialisten 1-1978 en Esa 1-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 9/41A en 42, Soyuz TM20(TM19).
Verbleef 49,90 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1998; bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1945 te New Rockford - North Dakota, van James Frederick ‘Jim’ Buchli.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 15/51C, 22/61A, 29 en 48.
Verbleef 20,43 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1992.
geboorte in 1948 te Rock Island – Illinois, van Gary Eugene Payton.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van DoD 1-1979 / MSE 1-1779 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 15/51C.
Verbleef 3,06 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1985; bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
geboorte in 1953 te Boston – Massachusetts, van Brian J. Duffy.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 45, 57, 72 en 92.
Verbleef 40,73 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 2001; bleef aktief in de luchtvaart.
geboorte in 1954 te Ramat Gan, van Ilan Ramon.
Israelische piloot/astronaut.
Lid van Israel-1997 en NASA 16-1996 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 107.
Verbleef 15,94 dagen in de ruimte.
Eerste Israeli in de ruimte - 20030116.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
selektie in 1984 van de ASTRO-1 ladingspecialisten
Samuel T.Durrance,
Kenneth H.Nordsieck,
Ronald A.Parise.
Nordsieck zal aan geen enkele ruimtemissie deelnemen.
selektie in 1985 van de NASDA-1 astronauten
Takao Doi,
Mamoru Mohri,
Chiaki Mukai/Naito.
selektie in 1994 van de USML-2 ladingpecialisten
Glynn R.Holt,
Fred W.Leslie,
David H.Matthiesen,
Albert Sacco.
Hiervan zullen alleen Leslie en Sacco in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een VS fotospion KH8-6 Gambit;
in 1968: de VS militaire satellieten OPS 5343 en OPS 5259;
in 1973: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1975: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1983: de geheime VS satelliet 1983-60A;
in 1987: een VS militaire weersatelliet DMSP 5D-2/USA 26;
in 1990: een SU communicatiesatelliet Gorizont 20;
in 1999: de VS oceaanobservatie satelliet QuickScat.