lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de VS ruimtesonde AIMP E/Explorer 35.
Explorer 35 is een ruimtevaartuig met instrumenten voor studie van de interplanetaire ruimte vanaf een elliptische baan om de maan.
De metingen omvatten plasma, magnetisch veld, energetische deeltjes en zonne-X-stralen.
Na een succesvolle werking van 6 jaar, eindigde de missie op 24 juni 1973.
(afbeelding: bouw van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-070A
Norad ID: 2884
Andere namen: Anchored IMP 2, IMP-E
Lanceertuig: Thor Delta E1 488/D50
Massa: 230 kg.
geboorte in 1943 te Atlanta – Georgia, van Roy Dunbard Bridges Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 19/51F.
Verbleef 7,95 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 1986 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1985 van de Teacher in Space astronautes
Christa McAuliffe,
Barbara Morgan.
McAuliffe en Morgan werden geselekteerd als hoofd en reserve Ladingspecialisten voor de STS 51L missie in 1985. McAuliffe kwam om in de Challenger ramp, 73 seconden na lancering.
Morgan zal in 2007 deelnemen aan de STS-118 missie, 21 jaar na Challenger.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire satellieten KH-4, MIDAS 9, TRS 9/ERS 9 en DASH 2;
in 1965: een VS fotospion KH-4A;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1977: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-58;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°3/Zond 3.
Zond 3 wordt vanaf een aardorbit TS-platform in de richting van de maan geschoten.
Op 20 juli vliegt de sonde op 9200km hoogte aan de maan voorbij, waarbij gedurende 68min 25 goede
beelden van de maanachterzijde gemaakt worden. Deze foto’s worden als mars-communicatietests vanop
2 en later 31 miljoen km naar de aarde geseind. Het radiokontakt duurt tot oktober.
Zond 3 komt in een heliocentrische baan en detekteert radiogolven av Jupiter.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-056A
Norad ID: 1454
Lading: marssonde 3MV-4 No.3
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 960 kg.
vertrek in 1966 van de VS ruimtecapsule Gemini GT-10 (Norad ID: 2349), voor een 3-daagse vlucht in aardorbit, ter voorbereiding van de latere Apollo maanmissies.
De koppelmaneuvers met het eigen doel (GATV) verbruiken meer energie dan verwacht en worden beperkt;
hierdoor raken ook meerdere experimenten onvoltooid.
De bemanning slaagt er wel in om de gekoppelde capsule nabij het eerder gelanceerd Gemini 8 Agena-doel te sturen. Collins gaat buiten om van Gemini naar Agena, om het hieraan gemonteerde micro-meteorieten pack binnen te halen, wat hem bij een tweede poging lukt.
Na ontkoppeling komt Gemini 10 - na 43 aardomlopen - op 21 juli neer in de oceaan, in het zicht van het bergingsschip “Guadalcanal”.
Deze missie brengt het 1ste VS koppelsucces in de ruimte.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber-piloot,
Michael Collins, co-piloot.
geboorte in 1921 te Cambridge – Ohio, van John Herschel Glenn Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in mercury-atlas 6 en STS 95.
Verbleef 9,11 dagen in de ruimte.
Eerste Amerikaan in orbit – 20 februari 1962.
Oudste mens in de ruimte – oktober 1998.
Was astronaut tot 1998.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
1962: de VS fotospion SAMOS 9;
1968: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
1978: een SU doelsatelliet Raduga;
1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-13 en de IN technologiesatelliet Rohini 1B;
1988: een SU militaire navigatiesatelliet Parus en het MIR-cargoschip Progress 37;
1989: de SU aardobservatie satellieten Don en Resurs F03;
1990: een SU militaire communicatiesatelliet Geizer;
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T12 (Norad ID: 15119), naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
De Soyuz T12 bemanning vormt de 7de expeditie naar Salyut 7.
Volk was aangeduid als piloot van de op stapel staande Soviet ruimtependel Buran, en moest hier ruimte ervaring opdoen.
Op 25 juli vooerden Dzhanibekov en Savitskaya een 3 uur 30 minuten durende buitenaktiviteit (EVA) uit, tijdens dewelke ze meerdere gereedschappen uittestten voor het snijden, lassen en bedekken van metaalmonsters. Savitskaya werd zo de eerste vrouw die aktief was buiten een ruimteschip.
De bemanning keerde op 29 juli terug naar de aarde.
De inzittenden zijn:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Svetlana Y.Savitskaya, vluchtingenieur,
Igor P.Volk, Buran wetenschapper.
geboorte in 1946 te 1mei-Kolkhoz – Karaganda, van Toktar Ongarbaevich Aubakirov.
Kazachstaanse piloot/cosmonaut.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM13(TM12).
Verbleef 7,93 dagen in de ruimte.
Eerste Kazach in de ruimte – 19911002.
Was cosmonaut tot oktober 1991.
geboorte in 1959 te Springfield – Missouri, van Janet Lynn Kavandi.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Scheikundige.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 91, 99 en 104.
Verbleef 33,84 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 2005 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS militaire satellieten Vela 2A en 3A en de satelliet voor stralingsmeting ERS 13;
in 1965: de VS SIGINT-satelliet Ferret 8;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1977: de Salyut 6 module TKS;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1985: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-25;
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1990: een SU aardobservatie satelliet Resurs F07;
in 1991: de ESA aardobservatie satelliet ERS 1 en de satelliet voor radio-amateurs UO-22/UoSat 22;
de VS communicatietest satelliet Orbcomm-X, de microsatellieten TUBsat (DE), SARA (FR) en zeven DARPA microsatellieten;
in 1999: een SU oceaanobservatie satelliet Okean O.
vertrek in 1969 van het ruimteschip Apollo 11 (Norad ID: 4039), voor de eerste maanlanding.
De Apollo 11 Maanmodule (LM) "Eagle" was het eerste bemande voertuig dat landde op de maan.
Commandant Neil A. Armstrong en LM piloot Edwin E. "Buzz" Aldrin, Jr., waren eerste mensen die op de maan liepen.
De LM kwam los van het Commando/Dienstmodule (CSM) op 20 juli om 18:12 UT en begon een uur later aan de afdaling naar het maanoppervlak . De LM landde op 20:17:40 UT (16:17:40 EDT) op 20 juli in de regio bekend als Mare Tranquilitatis (de Zee van Rust) op 0,6741°NB - 23,473°OL, waarbij Armstrong meldt: "Houston, Tranquility Base hier - de Eagle is geland".
Armstrong stapt als eerste op het maanoppervlak op 02:56:15 UT op 21 juli (10:56:15 juli 20 EDT), en doet de beroemde uitspraak: "Dit is een kleine stap voor (een) mens, een grote sprong voor de mensheid" en hij verzamelt een kleine hoeveelheid maanmateriaal, voor het geval dat een onmiddellijk vertrek mocht nodig blijken.
Aldrin volgt 19 minuten later en samen onthullen ze een plaat en lezen samen hardop de tekst: "Hier zetten mannen van de planeet aarde voor het eerst voet op de maan in juli 1969 AD. We kwamen in vrede voor de gehele mensheid". Ze plaatsen een Amerikaanse vlag en spreken met president Nixon.
De astronauten zetten instrumenten op, nemen foto's en verzamelen 21,7 kg bodemmonsters. Ze leggen een totale afstand van ongeveer 250 meter af binnen een straal van 100 meter van de LM.
Aldrin keert als eerste terug in de LM, na 1 uur 41 minuten op het maanoppervlak, Armstrong volgt ongeveer 12 minuten later, om 05:09:32 UT. Armstrong en Aldrin brengen daarna de volgende 7 uur door met rusten en het controleren van de systemen.
De LM stijgt van de maan op om 17:54:01 UT op 21 juli na een verblijf van 21 uur en 36 minuten op het oppervlak. Na koppeling met de CSM, bestuurd door Michael Collins, wordt de LM afgeworpen en valt vermoedelijk na 1 tot 4 maanden te pletter.
Apollo 11 komt op 24 juli om 16:50:35 UT neer in de Stille Oceaan en de bemanning wordt aan boord genomen van de USS Honet en uit voorzorg in quarantaine geplaatst.
De inzittenden zijn:
Neil A.Armstrong, bevelhebber (burger testpiloot),
Edwin E.Aldrin, Jr, LM piloot,
Michael Collins, CM piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de SU wetenschapssatelliet Proton (1) N-4-1 en vijf militaire communicatiesatellieten Strela 1;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de SU weersatelliet Meteor 1-09 en de VS militaire satelliet OPS 8373;
in 1974: de NASA/DE satelliet voor atmosfeeronderzoek Aeros 2(B);
in 1982: de NASA/VS experimentele aardobservatiesatelliet Landsat 4;
in 1986: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1987: een SU oceaanobservatie satelliet Okean-O1 NKhM;
in 1990: de PK communicatietest satelliet BADR 1;
in 1996: de VS militaire navigatiesatelliet USA 126/Navstar 26;
vertrek in 1975 van de ruimteschepen Soyuz 19 (Norad ID: 8030) en Apollo 18 (Norad ID: 8032), voor een ontmoetingsvlucht in een baan om de aarde.
Dit Apollo–Soyuz Test Project (ASTP) betekent de laatste Apollo vlucht en de eerste gezamelijke VS-Soviet missie.
Al deden de bemanningen afzonderlijk en samen wetenschappelijke experimenten, toch had deze vlucht in hoofdzaak een symbolische betekenis, in het kader van de ontspanning tussen de beide grootmachten en het einde van de ruimtewedloop. Apollo was uitgerust met een koppelingsmodule (APAS-75), welke een ontmoeting van beide bemanningen toeliet en nuttige kennis verschafte voor de latere Shuttle-MIR en ISS projecten.
Astronaut Donald Slayton, in 1959 geselekteerd in de Mercury-groep, maar om medische redenen aan de grond gehouden, maakte hier zijn enige ruimtevlucht.
Apollo 18 bleef 9 dagen in de ruimte, terwijl Soyuz 19 al na 6 dagen landde.
De inzittenden van Soyuz 18 zijn:
Alexei A.Leonov, gezagvoerder,
Valery N.Kubasov, vluchtingenieur.
De inzittenden van Apollo 18 zijn:
Thomas P.Stafford, bevelhebber,
Donald K.Slayton, DM piloot,
Vance D.Brand, CM piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1976: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Surveyor 4.
Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de Apollo-missies.
De vlucht naar de maan verloopt normaal, maar de signalen stoppen op 17 juli, 2 minuten vóór de voorziene landing op 0°N-2°W. De werkelijke landingsplaats is onbekend en mogelijk is de sonde geëxplodeerd.
(afbeelding: surveyor 4-model)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-068A
Norad ID: 2875
Andere namen: Surveyor SC-4
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-11
Massa: 285 kg.
geboorte in 1936 te Lorain – Ohio, van Robert Franklin ‘Bob’ Overmyer.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van MOL 2-1966 en Nasa 7-1969 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 5 en 17/51B.
Verbleef 12,10 dagen in de ruimte.
Sterft in vliegtuigcrash op 23 maart 1996, te Duluth, Minnesota.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire communicatie testsatelliet OV1-8/PasComSat en een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1974: de VS NAVY technologiesatelliet NTS 1/Timation 3;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1977: de NASDA klimaatsatelliet GMS 1/Himawari 1;
in 1978: de ESA wetenschapssatelliet GEOS 02(B) en
in 1978: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-41;
in 1980: een VS militaire weersatelliet DMSP en een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1983: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 8/NDS 8;
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°401/Luna 15.
Luna 15 moest samenvallend met de Apollo 11 missie bewijzen dat ook onbemande tuigen in staat zijn bodemmonsters van de maan naar de aarde te brengen, in een wanhopige poging dit nog vóór de VS te doen.
Na 86 communicatiesessies en 52 maanomlopen op verschillende inclinaties en hoogten, slaat de sonde bij de landingspoging op 20 of 21 juli op de maan te pletter. De vluchtleiding bekende nog niet genoeg af te weten van de invloed van de maanmascons op het vluchtgedrag van een maansatelliet.
Officieel was het doel van de missie het testen van de systemen aan boord van automatische maanverkenners en wetenschappelijk onderzoek van de maan en de circumlunare ruimte.
(afbeelding: luna 15-model)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-058A
Norad ID: 4036
Lanceertuig: Proton-K/D
Massa: 2718 kg.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Discovery STS 70 (Norad ID: 23612), voor een 9-daags verblijf in een baan om de aarde.
De hoofdtaak van de bemanning is het lanceren van de TDRS G (Tracking and Data Relay Satellite-G) satelliet, wat reeds in het 6de vluchtuur gebeurt.
De vlucht wordt verder benut voor biologisch onderzoek en experimenten met oa planten en insekten.
Ook het gedrag van darmkankercellen in micro-zwaartekracht werden bestudeerd.
De inzittenden zijn:
Terence T.Henricks, bevelhebber,
Kevin R.Kregel, piloot,
Nancy J.Sherlock/Currie, missiespecialiste,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Mary E.Weber, missiespecialiste.
geboorte in 1934 te Zhizdra – Kaluga, van Aleksei Stanislavovich Yeliseyev.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 1-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 5(4), 8 en 10.
Verbleef 8,93 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 37’.
Nam deel aan eerste ruimteoverstap op 16 januari 1969.
Was cosmonaut tot 1985.
geboorte in 1950 te Charles City – Iowa, van Dr George Driver ‘Pinky’ Nelson.
Amerikaanse Missiespecialist/Astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 11/41C, 24/61C en 26.
Verbleef 17,11 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 9u22’.
Was astronaut tot juni 1989.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
1972: een SU fotoverkenner Orion;
1973: de VS militaire satelliet OPS 8261/Samos;
1977: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
1979 en 1982: een SU aardobservatie satelliet Fram;
1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
1992: twee SU communicatiesatellieten Gonets-D;
1992: vier SU militaire communicatiesatellieten Strela-3.
lancering in 1988 vanaf Baikonur LC200/40, van de Soviet ruimtesonde Fobos 2/1F N°102.
Fobos 2 en de eerder gelanceerde ruimtesonde Fobos 1, waren de volgende generatie in de Venera-type planetaire missies hier ingezet als orbiter om de planeet Mars, en landers op de marsmaan Phobos.
De doelstellingen van de sonde waren:
studie van het interplanetaire milieu;
wetenschappelijke waarnemingen van de zon;
onderzoek van plasma in de martiaanse omgeving;
oppervlak en atmosferische studies van mars en bodemanalyse dmv lazer van de marssatelliet Phobos.
Phobos 2 gedroeg zich normaal gedurende de vlucht naar Mars tot de orbitale bijsturing.
De sonde verzamelde intussen gegevens over de zon, de interplanetaire ruimte, Mars en Phobos.
Kort voor de laatste fase van de missie, waarin het ruimtevaartuig binnen 50 m van het Phobos oppervlak twee landers: een mobiele 'hopper' en een stationaire platform moest lossen, werd het contact met Phobos 2 verloren. De missie eindigde op 27 maart 1989 toen geen signaal meer van het ruimtevaartuig ontvangen werd.
Gegevens over de marsatmosfeer en foto’s van Phobos werden ontvangen.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde nabij Phobos en een foto's van Phobos)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1988-059A
Norad ID: 19287
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 2600 kg.
geboorte in 1957 te Amarillo – Texas, van Rick Douglas Husband.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 96 en 107.
Verbleef 25,74 dagen in de ruimte.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
selektie in 1977 van de LII-1 luchtvaartspecialisten
Oleg Kononenko,
Anatoly Levchenko,
Alexandr Shchukin,
Rimantas Stankevicius,
Igor Volk.
Shchukin en Stankevicius zullen aan geen ruimtemissie deelnemen.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire satelliet MIDAS 3 en weersatelliet TIROS 3;
in 1963, 1965 en 1966: een VS fotospion KH 7;
in 1972: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1978: een VS militaire weersatelliet DMSP;
in 1989: een SU militaire waarnemer Kobal’t en de ESA technologiesatelliet Olympus F1.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Columbia STS 65 (Norad ID: 23173), voor een 15-daags verblijf in aardorbit.
Columbia brengt voor de tweede maal het International Microgravity Laboratory (IML 2)naar de ruimte.
Het IML-2 Biorack droeg 19 experimenten met chemische en biologische specimen, van oa bacteriën, zoogdiercellen, eieren, larven, fruitvliegjes en zaden.
Een 200-tal wetenschappers uit zes ruimtevaart organisaties hadden gezorgd voor meer dan 80 experimenten in de Spacelab module. Voor de uitvoering hiervan werd de bemanning in twee groepen verdeeld, om zo de klok rond te kunnen werken.
Ladingspecialiste Chiaki Mukai werd de eerste Japanse in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Robert D.Cabana, bevelhebber,
James D.Halsell, piloot,
Richard J.Hieb, ladinggezagvoerder,
Carl E.Walz, missiespecialist,
Leroy Chiao, missiespecialist,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Chiaki (Naito)Mukai, ladingspecialiste – NASDA.
geboorte in 1935 te Krasnouralsk, van Vitali Ivanovich Sevastyanov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 1-Supplement-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 9 en 18.
Verbleef 80,68 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1976 en bleef ruimtevaartmedewerker tot 1993.
Overlijdt te Moskou op 5 april 2010.
overlijden in 1999 te Ojai – California, van Charles Peter "Pete" Conrad, Jr
Amerikaans testpiloot / astronaut
Geboren op 2 juni 1930, te Philadelphia - Pennsylvania
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 2-1962
Missies: Gemini 5, Gemini 11, Apollo 12 en Skylab 2
Verbleef 49d 3h 38 m (49,15d) in de ruimte
Kwam om in een ongeval met zijn motorfiets.
Werd meermaals onderscheiden met oa NASA Service Medailles, waarvan hier één afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet Explorer 44/SR 10;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-13;
in 1976: een VS fotospion KH 9/Big Bird/LASP 12, een ID communicatiesatelliet Palapa 1 en de VS satelliet voor atmosfeeronderzoek SESP 74-2;
in 1977: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1983 en 1992: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1994: de NASDA telecomsatelliet BS 3N en de telecomsatelliet PanAmSat 2/PAS 2;
in 1999: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-50.
lancering in 1988 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde Fobos 1/1F N°101.
Fobos 1 en zijn metgezel ruimtesonde Fobos 2, waren de volgende generatie in de Venera-type planetaire missies hier ingezet als orbiter om de planeet mars en lander op de marsmaan Phobos.
De doelstellingen van de sonde waren:
studie van het interplanetaire milieu;
wetenschappelijke waarnemingen van de zon;
onderzoek van plasma in de martiaanse omgeving;
oppervlak en atmosferische studies van mars en bodemanalyse dmv lazer van de marssatelliet Phobos.
Op 2 september slaagt het controlecentrum ten gevolge van een software-fout er echter niet in om kontakt te herstellen met de sonde. Deze verdwijnt in een helio-centrische baan. (model hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1988-058A
Norad ID: 19281
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 6220 kg.
geboorte in 1970 te Creve Coeur – Missouri, van Robert L. Behnken.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 123 en 130.
Verbleef 29,42 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen – samen 37u33’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 26;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1972: de VS militaire satelliet OPS 7293/Samos 88;
in 1977: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1978: het Salyut 6 cargo-schip Progress 2;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 83;
in 1993: een SU oceaanobservatie satelliet US-PM;
in 1995: de FR spionnagesatellieten Cerise en Helios 1A, en de ES experimentele satelliet UPM/LBSat;
in 1997: het MIR cargo-schip Progress-M35;
in 1998: de DE universitaire experimentele satellieten TUBsat-N en TUBSat-N1.
vertrek in 1976 van het ruimteschip Soyuz 21 (Norad ID: 8934), naar het Soviet ruimtestation Salyut 5.
Het verblijf van deze Salyut 5 bemanning viel samen met het begin van de Siber militaire oefening in Siberië. De kosmonauten observeerden de oefening als onderdeel van een evaluatie van de spionnage capaciteiten van het station. Ze deden daarbij slechts een paar experimenten vooral van militaire aard als deel van het Almaz programma.
De Soyuz 21 bemanning verliet het station na 49 dagen, ruim vóór hun geplande vertrekdatum.
Dit is toegeschreven aan een brand en/of gezondheidsproblemen veroorzaakt door dampen van chemicaliën gebruikt om de film van camera’s te ontwikkelen.
De cosmonauten leden ook psychologisch en fysiek om andere redenen; vooral Zholobov leed erg aan ruimteziekte en heimwee.
De inzittenden zijn:
Boris V.Volynov , gezagvoerder,
Vitali M.Zholobov, vluchtingenieur.
selekte in 1986 van de AN-3 wetenschapper
Georgi Grechko.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1966: de SU wetenschapssatelliet Proton 3;
in 1968: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-09(J);
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1979: een zwerm SU doelsatellieten Romb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1987: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1994: een SU observatiesatelliet Prognoz US-KMO.
vertrek in 1974 van het ruimteschip Soyuz 14 (Norad ID: 7361), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 3.
Deze missie was onderdeel van het Almaz programma van de Sovjet-Unie voor onderzoek naar militaire toepassingen in de bemande ruimtevaart.
Op dat ogenblik werden echter het militaire karakter van de missie en het station zelf, niet erkend door de Sovjet-autoriteiten.
De cosmonauten deden 2 uur per dag lichaamsoefeningen om de effecten van gewichtloosheid te bestrijden en konden hierdoor na hun 16-daags verblijf in de ruimte zonder hulp uit de gelande capsule klimmen.
De inzittenden zijn:
Pavel R.Popovich, gezagvoerder,
Yuri P.Artyukhin, vluchtingenieur.
lancering in 1998 vanaf het Uchinoura Space Center – Japan, van de Japanse ruimtesonde Nozomi.
Nozomi (Japans voor Hoop en vóór de lancering bekend als Planet-B) moet in een baan om mars komen om de bovenste atmosfeer en de interactie met de zonnewind te onderzoeken en technologieën voor gebruik in toekomstige planetaire missies te ontwikkelen. Ook het in kaart brengen van het marsoppervlak en foto’s van Phobos en Deimos stonden op het programma.
De sonde slaagt er door problemen met een ventiel aanvankelijk niet in om op weg te gaan naar mars. Met meerdere aarde- en maanpassages uitgewerkt door de vluchtleiding, hoopt deze in oktober 1999 de planeet te bereiken. Dit schema wordt niet gehaald en Nozomi bereikt mars uiteindelijk op 14 december 2003. Om alle tegenslag kompleet te maken vliegt de sonde door motorstoring de planeet op 1000 km voorbij en komt in een heliocentrische baan. (afbeelding: vrije voorstelling van de sonde nabij mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1998-041A
Norad ID: 25383
Andere namen: Planet B
Lanceertuig: M-V(5)-3
Massa: 258 kg.
geboorte in 1935 te Santa Rita – New Mexico, van Dr Harrison Hagan ‘Jack’ Schmitt.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in apollo 17.
Verbleef 12,58 dagen in de ruimte.
Maakte 3 maanwandelingen en 1 stand-up - samen 23u09’41”.
Twaalfde mens en enige geoloog op de maan – apollo 17.
Was astronaut tot 1975.
geboorte in 1943 te Marianne – Florida, van Dr Norman Earl ‘Norm’ Thagard.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 7, 17/51B, 30, 42 en soyuz TM21(STS 71).
Verbleef 140,56 dagen in de ruimte.
Eerste Amerikaan aan boord van een Soviet ruimtetuig op 14 maart 1995.
Was astronaut tot 3 januari 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS SIGINT-satelliet Ferret 6;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1992: de NASA wetenschapssatelliet Sampex;
in 1994: de CN experimentele satelliet FSW 2;
in 1996: de CN telecomsatelliet Apstar 1A en de VS militaire satelliet USA 125.
lancering in 1985 vanaf Kourou - Frans Guiana, van de ESA ruimtesonde Giotto.
De Giotto missie had de komeet P/Halley als doel, met als belangrijkste opdrachten:
het maken van kleurenfoto's van de kern;
het bepalen van de samenstelling en de hoeveelheid gassen en stofdeeltjes in de komeetstaart;
de studie van de fysische en chemische processen nabij de komeet;
onderzoek naar de plasma stromen die voortvloeien uit de komeet-zonnewind interactie.
Het ruimtevaartuig kwam op 13 maart 1986 aan bij de komeet op 0,98 AE van de aarde en naderde tot op 596 km van de kern. Het streefdoel om tot 500 km van de komeetkern te komen werd niet gehaald.
Op 23 juli 1992 werd de Giotto missie officieel beëindigd.
Voor het eerst kreeg de mensheid een klaar beeld van uitzicht en samenstelling van een komeetkern.
De sonde kwam nog op 1 juli 1999 voorbij de aarde, met ongeveer 219.000 km als dichtste benadering.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1985-056A
Norad ID: 15875
Lanceertuig: Ariane 1 V14
Massa: 583 kg.
geboorte in 1940 te Lovech, van Georgi Ivanov (geboren Kakanov).
Bulgaarse piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 33.
Verbleef 1,96 dagen in de ruimte.
Eerste Bulgaar in de ruimte - 19790410.
Was cosmonaut tot 1979.
geboorte in 1952 te Cape Girardeau – Missouri, van Dr Linda Maxine Godwin.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Natuurkundige.
Huwde astronaut Steven Nagel.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 37, 59, 76 en 108.
Verbleef 38,26 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 10u14’.
Was astronaute tot augustus 2010.
geboorte in 1959 te Jacksonville – Florida, van Wendy Barrien Lawrence.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - US Navy Ingenieur.
Lid van NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 67, 86, 91 en 114.
Verbleef 51,16 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot juni 2006 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU militaire technologiesatelliet DS-A1 en de VS weersatelliet Tiros 10 (OT1);
in 1967: de VS militaire satellieten Vela 4a en 4b;
in 1976: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1978: een SU fotospion Energiya n°2;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1981: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 82;
in 1996: de NASA wetenschapssatelliet Nimbus 7/TOMS-EP(96).
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC17A, van de VS ruimtesonde AIMP D.
Deze sonde, ook Explorer 33 genoemd, moet vanuit een baan om de maan gegevens doorseinen over de interplanetaire ruimte ivm plasma, straling en magnetisme.
De sonde raakt echter niet tot bij de maan, maar levert tot september 1971 alsnog nuttige wetenschappelijke informatie. (model van deze sonde hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-058A
Norad ID: 2258
Lading: IMP (Interplanetary Monitoring Platform)
Lanceertuig: Thor Delta E1 467/D39
Massa: 210 kg.
vertrek in 1993 van het ruimteschip Soyuz TM17 (Norad ID: 22704), voor de 17de expeditie naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten Tsibliyev en Serebrov zullen er 197 dagen verblijven, terwijl ESA-astronaut Haigneré op 22 juli met Soyuz TM16 terug komt naar de aarde.
Tijdens een opdracht los van het station in januari 1994, klaagt Tsibliyev erover dat de Soyuz moeilijk te besturen is en komt in botsing met de Kristall module van MIR, gelukkig zonder grote schade.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr A.Serebrov, vluchtingenieur,
Jean-Pierre Haigneré, wetenschapper – ESA Altair;
bij de landing:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr A.Serebrov, vluchtingenieur.
vertrek in 1994 van het ruimteschip Soyuz TM19 (Norad ID: 23139), naar het Soviet ruimtestation MIR,
voor een verblijf van 126 dagen als 16de vaste bezetting.
Oorspronkelijk zou Soyuz TM19 de twee nieuwelingen Malenchenko en Musabayev, samen met veteraan Gennadi Strekalov naar het station brengen. Door schrapping van een Progress cargoschip, werd de ruimte voor Strekalov volgeladen met goederen. De nieuwelingen koppelden op 3 juli toch zonder problemen aan.
Eén van de opdrachten was meerdere malen af- en terug aankoppelen van hun Soyuz aan het station, om de oorzaken van problemen bij vorige koppelingen te vinden.
Bij hun terugkeer op 4 november brengen ze ESA-astronaut Ulf Merbold mee, die op 3 oktober met Soyuz TM20 vertrokken was.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri I.Malenchenko, gezagvoerder,
Talgat A.Musabayev, vluchtingenieur - Kazakhstan;
bij de landing dezelfde, met daarbij:
Ulf D.Merbold, wetenschapper – ESA.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Columbia STS 94 (Norad ID: 24849), voor een 16-daags verblijf in aardorbit.
De hoofdlading bestaat uit het MSL-1 (Microgravity Science Laboratory-1).
Een 33-tal experimenten ivm brandbestrijding, biotechnologie en materiaalbehandeling in een bijna gewichtloze omgeving, brachten niewe kennis bij.
De inzittenden zijn:
James D.Halsell, bevelhebber,
Susan L.Still/Kilrain, piloot,
Janice E.Voss, ladinggezagvoerder,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Michael L.Gernhardt, missiespecialist,
Roger K.Crouch, ladingspecialist,
Gregory T.Linteris, ladingspecialist.
geboorte in 1961 te Karnal - Haryana, India, van Kalpana Chawla.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 87 en 107.
Verbleef 31,63 dagen in de ruimte.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
geboorte in 1963 te Springfield – Massachusetts, van Edward Tsang Lu.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 84, 106 en soyuz TMA2.
Verbleef 205,95 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u14’.
Was astronaut tot augustus 2007.
selektie in 1983 van de McDonnell Douglas ladingspecialisten
Charles D.Walker,
Robert J.Wood.
Enkel Walker zal in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1967: de NASA/VS technologiesatelliet DODGE 1;
in 1967: de VS militaire satellieten IDCSP 3-1, 3-2, 3-3 en 3-4, LES 5 en Transtage 11;
in 1976: een SU communicatiesatelliet Molniya 2;
in 1977 en 1980: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983 en 1991: een SU communicatiesatelliet Gorizont;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Prognoz;
in 1987: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;