Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
12-08-2015
dit gebeurde op 12 augustus
vertrek in 1962 van het ruimteschip Vostok 4 (Norad ID: 365), voor een 3-daagse vlucht in een baan om de aarde.
Vostok 4 wordt één dag na Vostok 3 gelanceerd met Pavel R.Popovich als 1ste Oekraïense cosmonaut aan boord. Het is de 1ste maal dat er meer dan één bemand tuig omheen de aarde cirkelt. De twee capsules naderden elkaar tot op 5 km en onderhielden radiocontact.
De missie liep nagenoeg zoals gepland, behalve voor wat betreft de leefomgeving, waarin door de slechte werking van de systemen de temperatuur daalde tot 10°C.
De vlucht wordt voortijdig beëindigd door een misverstand tussen de cosmonaut en de vluchtleiding. Deze meende dat Popovich het codewoord ‘onweer’ gezegd had, dat afgesproken was om hem in geval van nood zo vlug mogelijk te laten landen.
Terug op aarde verklaarde de kosmonaut dat hij werkelijk onweer waargenomen had boven de Golf van Mexico, en dat er dus geen reden geweest was om hem een dag vroeger dan voorzien naar de aarde terug te halen. De landing vond na 48 omlopen plaats op 15 augustus in het Karaganda gebied.
De inzittende is:
Pavel R.Popovich.
geboorte in 1951 te Pinchurst - North Carolina, van Charles Eldon Brady Jr.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 78.
Verbleef 16,91 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 14 augustus 2002.
Overlijdt na slepende ziekte op 23 juli 2006, te Orcas Island, Washington.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de NASA passieve communicatiesatelliet Echo 1;
in 1969: de NASA technologiesatelliet ATS 5;
in 1971: de SU maanlandertest T2K-3en de VS militaire satelliet OPS 8607/SAMOS 84;
in 1974: de soyuztest 7k-TM-72-EPSA;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1977: de NASA astronomiesatelliet HEAO 1;
in 1978: de NASA wetenschapssatelliet ICE/ISEE 3;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1981: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1985: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1986: de NASDA geodesiesatelliet Ajisai/EGS en de JP satelliet voor radio-amateurs
Fuji/JAS 1/OSCAR 120;
in 1988: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-73;
in 1992: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
vertrek in 1962 van het ruimteschip Vostok 3 (Norad ID: 363), voor een 4-daagse vlucht in een baan om de aarde.
Vostok 3, de 3de officiële bemande Soviet ruimtevlucht heeft cosmonaut Andriyan Grigoryev Nikolayev aan boord.
De vlucht werd meerdere malen uitgesteld, waarbij het grootste probleem de enorme beschadiging was van het lanceerplatform, als gevolg van de explosie van de Zenit-2 draagraket op 1 juni.
De tocht duurt ongeveer 94 uur, waarin 64 orbits omheen de aarde volbracht worden.
Gedurende zowat 70,50 uur vliegt Vostok 3 in het gezelschap van Vostok 4, die de volgende dag gelanceerd is. De twee ruimteschepen naderden elkaar daarbij tot 5 km.
De bemanning van deze Vostoks brachten het eerste radiocontact tot stand tussen twee ruimteschepen, waarbij Nikolayev verklaarde Vostok 4 ook visueel waar te nemen.
Nog een primeur voor Vostok 3 was de opname van de eerste bewegende beelden van de aarde in kleur, gefilmd vanaf een ruimtecapsule.
Deze prestatie luidde het begin in van gelijktijdige meervoudige bemande ruimtevluchten.
De inzittende is:
Andriyan G.Nikolayev.
geboorte in 1961 te La Mesa – California, van Frederick Wilford (Rick) Sturckow.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 en Virgin-2013 piloten.
Maakte ruimtevlucht in STS 88, 105, 117 en 128.
Verbleef 52,28 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot maart 2013 en kwam bij Virgin Galactic in mei 2013.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS testsatelliet Surveyor SD-2;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1981: de NASDA(JP) weersatelliet GMS 2/Himawari 2;
in 1994: de SU navigatiesatellieten Uragan 67L, 70L en 75L, en de telecomsatellieten Brasilsat-B1 en Turksat 1B.
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter I.
Lunar Orbiter 1 heeft als hoofddoel gedurende 1 jaar beelden te maken van het maanoppervlak, om landingsplaatsen te kiezen voor de latere Surveyor– en Apollo-missies.
Deze sonde levert ons de eerste foto ooit van de aarde, genomen vanaf de maanomgeving.
De gegevensstroom eindigt vroegtijdig bij het neerstorten van de sonde op 29 oktober, op de “achterzijde” van de maan (6°40N - 162°O).
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde boven de maan en de foto van de aarde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-073A
Norad ID: 2394
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5801
Massa: 385 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 13;
in 1965: de VS militaire satellieten secor 5 en SEV/FW4S;
in 1968: de NASA testsatelliet ATS 4;
in 1970: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-MG;
in 1979: de telecomsatelliet Westar 3;
in 1983: een SU militaire waarnemer Oktan en de navigatiesatellieten Uragan 12L, 13L, GVM;
in 1984: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-61;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-78;
in 1992: de NASA/CNES wetenschapssatellieten Topex-Poseidon en S80/T;
in 1993: een SU militaire waarschuwer Oko en het MIR cargoschip Progress-M19.
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 3MP N°51P/Mars 7.
Mars 7 behoort tot een groep van Sovjet-ruimtevaartuigen gelanceerd naar de planeet mars in juli en augustus 1973. Het tuig bestaat uit een drager, die aan mars moest voorbijvliegen, en een landingscapsule van 635 kg.
Mars wordt bereikt op 9 maart 1974, maar door een storing aan boord wordt de landingssonde 4 uren te vroeg ontkoppeld en beide delen missen de planeet op 1300 km.
De lander en de drager komen in heliocentrische banen.
(afbeelding: model van de lander)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-053A
Norad ID: 6776
Lanceertuig: Proton-K/D
Massa: 3260 kg.
lancering in 1976 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde E-8-5M N°413/Luna 24.
Dit is de laatste van de Luna-serie van ruimtevaartuigen.
Luna 24 sonde is de derde Sovjet-missie naar de maan om bodemmonsters naar de aarde te brengen (de vorige waren Luna 16 en 20).
De sonde landde 18 augustus in het gebied dat bekend staat als Mare Crisium op 12,75°N - 62,20°O. Met behulp van een boor wordt 170,1 gram materiaal uit de bodem gehaald en in capsule gestort. Deze capsule wordt op 19 augustus gelanceerd vanaf de Maan en landt op 22 augustus in het westen van Siberië, ongeveer 200 km ten zuidoosten van de stad Surgut, waar de monsters werden verzameld voor wetenschappelijk onderzoek.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van het tuig op de maanbodem en foto van de gelande terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1976-081A
Norad ID: 9272
Lanceertuig: Proton-K/D-1(UR-500)
Massa: 5306 kg.
geboorte in 1971 te Shchelkovo – Moskow, van Roman Yuriyevich Romanenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht TsPK 12-1997 selektie.
Zoon van cosmonaut Yuri Romanenko.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TMA15 en TMA07M.
Verbleef 333,46 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u38’.
selektie in 1978 van de Spacelab-2 ladingspecialisten
Loren W.Acton,
John-David F.Bartoe,
Dianne K.Prinz,
George W.Simon.
Hiervan zullen enkel Acton en Bartoe in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH-4B;
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-8;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1969: de NASA wetenschapssatelliet OSO 6 en testsatelliet PAC 1;
in 1974: de VS DMSP militaire weersatelliet 6/5C-F1;
in 1975: de ESA wetenschapssatelliet COS 2(B);
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1992: de CN aardobservatie satelliet FSW 2/PRC 35;
in 1993: de weersatelliet NOAA 13;
in 1995: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-47.
lancering in 1978 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Pioneer Venus 2.
Dit ruimtetuig bestond in hoofdzaak uit een drager die vier landingssondes naar de planeet venus moest brengen.
Op 16 november wordt de grote sonde (Large Probe) en vier dagen later de drie kleine (Small Probe 1, 2 en 3) naar het venusoppervlak gestuurd; twee kleine sondes op de nachtzijde en een kleine sonde en de grote sonde naar de dagzijde van de planeet.
Metingen aangaande de struktuur en samenstelling van de atmosfeer, de aard van de wolken, het stralingsveld en de energie-uitwisseling in de lagere atmosfeer worden uitgevoerd.
De Pioneer Venus 2 drager duikt op 9 december in de venusatmosfeer en seint gegevens door tot op 110 km hoogte. (afbeelding: vrije voorstelling van de ruimtesonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-078A
Norad ID: 11001
Andere namen: Pioneer Venus Multiprobe
Lanceertuig: Atlas SLV-3D Centaur
Massa: 380 kg.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Columbia STS 28 (Norad ID: 20164), voor een 5-daagse opdracht van het VS Ministerie van Defensie.
Het is de vierde geheime ruimtemissie van dit ministerie.
De inzittenden zijn:
Brewster H.Shaw, Jr, bevelhebber,
Richard N.Richards, piloot,
James C.Adamson, missiespecialist,
David C.Leestma, missiespecialist,
Mark N.Brown, missiespecialist.
geboorte in 1940 te Queens - New York, van Dennis Tito.
Amerikaanse ingenieur/ruimtetoerist.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM32(TM31).
Verbleef 7,92 dagen in de ruimte.
Eerste ruimtetoerist.
geboorte in 1948 te Moskow, van Svetlana Yevgenyevna Savitskaya.
Russische ingenieur/cosmonaute – Testpiloot.
Lid van MAP-1980 en Energia Ingenieurs 6-1983 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz T7(T5) en T12.
Verbleef 19,71 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 3u35’.
Eerste ruimtewandeling door vrouw - 25 juli 1984.
Was cosmonaute tot 1993.
overlijden in 1991, van James “Jim” Benson Irwin
Amerikaans testpiloot/astronaut
Geboren op 17 maart 1930, te Pittsburgh - Pennsylvania
Studies United States Naval Academy; University of Michigan
Rang: Kolonel, USAF
Selectie: NASA Astronaut Groep 5-1966
Missie: Apollo 15
Verbleef 12d 7h 12m (12,3d) in de ruimte
Overleed aan de gevolgen van meervoudige hartaanval, te Glenwood Springs, Colorado.
Ontving meerdere onderscheidingen, wo de NASA Distinguished Sevice medaille.(hier afgebeeld)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1967 en 1971: een SU ruimtebom OGCh-12;
in 1968: de VS ballonsatelliet Explorer 39 en de wetenschapssatelliet Injun 5/Explorer 40;
in 1984: een SU wetenschapssatelliet Musson;
in 1985: een SU militaire waarschuwer Siluet, een ELINT satelliet Tselina-D en een doelsatelliet Raduga;
in 1988: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1989: de VS/JP militaire communicatiesatelliet SDS 02-1/SRS 1/USA 40, de telecomsatelliet TV-Sat 2, de ESA wetenschapssatelliet Hipparcos en de VS militaire satelliet USA 41/Star Wars;
in 1990: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1996: de telecomsatellieten Italsat 2/EMS (IT) en Telecom 2D (FR);
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 7K-L-1 N°11/Zond 7.
Zond 7 wordt als voorbereiding op bemande vluchten naar de maan gestuurd vanaf een draagsatelliet in een baan om de aarde. Het doel ervan is de verdere studie van de maan en de circumlunaire ruimte, de fotografie van de aarde en de maan vanop verschillende afstanden en het testen van de ruimtevaartuig systemen.
Zond 7 vliegt op 11 augustus omheen de maan op een afstand van 1985 km en maakt op 14 augustus een zachte landing in een vooraf ingestelde zone ten zuiden van Kustanai.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-067A
Norad ID: 4062
Lanceertuig: Proton K/D1E
Massa: 5980 kg.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Discovery STS 85 (Norad ID: 24889), voor een 12-daagse opdracht in een baan om de aarde.
Dit is de tweede vlucht van Crista-SPAS en de vierde samenwerking tussen het Duitse Ruimte Agentschap(DARA) en NASA. Crista-SPAS-2 wordt gedurende 200 uren vrijgelaten in de ruimte en is uitgerust met drie telescopen en vier spectrometers om gegevens over de atmosfeer van de aarde te verzamelen.
De bemanning moet ook oefenen als voorbereiding op de eerste International Space Station (ISS) assemblage vlucht, STS-88.
De inzittenden zijn:
Curtis L.Brown, Jr, bevelhebber,
Kent V.Rominger, piloot,
Nancy J.Davis/Lee, missiespecialist,
Robert L.Curbeam, Jr, missiespecialist,
Stephen K.Robinson, missiespecialist,
Bjarni V.Tryggvason, ladingspecialist - CSA.
geboorte in 1956 te Del Norte – Colorado, van Kent Vernon Rominger.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 73, 80, 85, 96 en 100.
Verbleef 66,87 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 30 september 2006.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS wetenschapssatelliet Explorer 6;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 5955;
in 1970: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 3 en een fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS militaire satellieten Cannonball 2/OAR 901, Musketball/OAR 907, OV 1-20, OV 1-21, Rigid Sphere 1, Rigid Sphere 2, Grid Sphere 1, Grid Sphere 2 en Mylar Balloon/AVL802G.
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: het Salyut 6 cargoschip Progress 3;
in 1981: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 22;
in 1984: een SU spionagesatelliet US-PM;
in 1985: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1.
vertrek in 1961 van de ruimtecapsule Vostok 2 (Norad ID: 168), voor een 1-dagse reis in een baan omheen de aarde.
Vostok 2 is officieel de 2de bemande Soviet ruimtevlucht. Titov volbrengt in 25 uur 18 minuten 17,5 omlopen om de aarde en landt misselijk en ziek per parachute in het Saratov District, nabij Krasny Kut (51°N - 46°O).
Gedurende zijn verblijf in de ruimte deed hij biomedische experimenten, at, dronk en sliep hij, hield een boordjoernaal bij en maakte een 10-tal minuten filmbeelden van de aarde.
In tegenstelling tot Gagarin bestuurt Titov gedurende een korte periode tijdens de 1ste en 7de orbit zijn ruimteschip zelf. Enkel Titov’s ruimteziekte (die afnam vanaf de 12de orbit), een slecht werkende verwarming en de moeilijkheden tijdens de terugval legden een schaduw op de prestatie.
Bij de terugkeer kwam de Sharik capsule (evenals bij Vostok 1) weer slechts gedeeltelijk los van de dienstmodule, en moest de atmosfeer de resterende kabels doorbranden.
German Titov was met zijn 25 jaar en 11 maand tot het einde van de 20ste eeuw de jongste ruimtevaarder/boordcommandant in de geschiedenis.
Mede als gevolg van zijn onvoorspelbaar gedrag, ging hij nooit meer de ruimte in.
De inzittende is:
German S.Titov.
geboorte in 1950 te Miami – Florida, van Winston Elliott Scott.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 72 en 87.
Verbleef 24,61 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 19u35’.
Was astronaut tot 31 juli 1999.
geboorte in 1962 te Montreal – Canada, van Gregory Errol Chamitoff.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 124(126) en 134.
Verbleef 198,76 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen – samen 13u43’.
Was astronaut tot 30 september 2013.
overlijden in 1988, van Anatoli Semyonovich Levchenko
Soviet testpiloot/cosmonaut
Geboren op 5 mei 1941, te Krasnokutsk - Ukraine
Rang: Kapitein, Soviet Luchtmacht
Selectie: Cosmonaut Groep LII-1-1980
Missies: Mir LII-1 (Soyuz TM-4 / Soyuz TM-3)
Verbleef 7d 21h 58m (7,92d) in de ruimte
Overleed aan een hersentumor, te Moscow.
Ontving meerdere onderscheidingen, wo de Orde van Lenin. (hier afgebeeld)
selektie in 1990 van de USML-1 ladingspecialisten
Lawrence J.DeLucas,
Joseph M.Prahl,
Albert Sacco,
Eugene H.Trinh.
Prahl zal niet deelnemen aan een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1;
in 1968: de VS militaire satellieten BMEWS 1 en OPS 5187;
in 1969: een SU IS-M GVM 4058
in 1974: de soyuztest Soyuz 7K-S-1L;
in 1976: de JP militaire communicatiesatelliet SDS 3;
in 1981: de militaire communicatiesatellieten Fleetsatcom 5 (VS) en acht Strela-1M (SU);
in 1984: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1986: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-84.
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 3MP-50P/Mars 6.
Mars 6 moet tijdens het voorbijvliegen aan mars een capsule zacht laten neerkomen op de bodem.
Op 12 maart 1974 komt het tuig op 48000km van de planeet en stoot de capsule af. Daar het radiokontakt juist vóór de verwachte landing op 24°Z-19°W verloren gaat, is het verloop ervan niet bekend. Het tuig zelf passeert mars op 1600 km en komt in een heliocentrische baan.
De oogst aan gegevens zou pover geweest zijn, nl 150 sec atmosfeerkenmerken en 1 sec (?) camerabeeld. Als atmosferische druk wordt 6 mb gemeld; de oppervlaktetemperatuur is -43°C en er wordt meer waterdamp in de atmosfeer gevonden dan vroeger gemeten.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-052A
Norad ID: 6768
Lanceertuig: Proton-K/D
Massa: 635 kg.
vertrek in 1997 van het ruimteschip Soyuz TM26 (Norad ID: 24886), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Het schip brengt twee speciaal getrainde kosmonauten naar het station om de beschadiging aan het zonnepaneel, veroorzaakt door de botsing met het Progress M-34 vrachtschip op 25 juni, te herstellen.
Ook de zwaar beschadigde Spektr module werd gerestaureerd, maar de oorzaak voor het drukverlies werd niet gevonden.
Solovyev en Vinogradov zullen 198 dagen in de ruimte blijven en nemen bij hun terugkomst op 19 februari 1998 de ESA astronaut Eyharts mee. Deze was op 29 januari 1998 aan boord van Soyuz TM27 naar MIR gekomen.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Pavel V.Vinogradov, vluchtingenieur;
bij de terugkeer:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Pavel V.Vinogradov, vluchtingenieur,
Léopold Eyharts, wetenschapper – ESA.
geboorte in 1930 te Wapakoneta – Ohio, van Neil Alden Armstrong.
Amerikaanse burgerpiloot/astronaut.
Lid van MSS-1958, Dyna Soar-1960 en Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 8 en apollo 11.
Verbleef 8,58 dagen in de ruimte.
Maakte 1 maanwandeling van 2u31’40”.
Bemanningslid bij eerste ruimtekoppeling op 16 maart 1966.
Eerste mens op de maan op 21 juli 1969 - apollo 11.
Verlaat Nasa in 1971.
Overlijdt door verwikkeling na hartoperatie op 25 augustus 2012 te Cincinnati.
geboorte in 1941 te Donetsk, van Leonid Denissovich Kizim.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 3-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz T3, T10(T11) en T15.
Verbleef 374,75 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 31u41’.
Bezocht twee ruimtestations tijdens zelfde missie – salyut 7 & MIR.
Was cosmonaut tot 1987.
Overlijdt te Moskow op 14 juni 2010.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion SAMOS 10;
in 1964: een VS fotospion KH-4A;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1978: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1982: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1;
in 1987: de CN wetenschapssatelliet China 20/FSW O-9;
in 1988: de CN wetenschapssatelliet China 23/FSW 1-2;
in 1994: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1995: de KR telecomsatelliet Koreasat 1/Mugunghwa 1.
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter 5.
Lunar Orbiter 5 is de laatste in de Lunar Orbiter-reeks en is bedoeld voor extra fotografie van de Apollo en Surveyor landingsplaatsen en van delen van de achterkant van de maan.
De sonde is ook uitgerust om wetenschappelijke gegevens te verzamelen en om de volgstations en het programma voor baanbepaling te evalueren voor de Apollo missies.
Het ruimtevaartuig kwam in een bijna polaire baan om de maan en maakte van 6 tot 18 augustus een totaal van 633 hoge resolutie (tot 2m) en 211 gemiddelde resolutie foto’s.
Het door de 5 Lunar Orbiters bekomen fotomateriaal besloeg 99% van het oppervlak van de maan.
Op 31 januari 1968 vond de gekontroleerde inslag plaats op 3°Z-83°W.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-075A
Norad ID: 2907
Andere namen: Lunar Orbiter E
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D5805
Massa: 386 kg; nominaal vermogen: 375 W.
vertrek in 1990 van het ruimteschip Soyuz TM10 (Norad ID: 20722), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten zullen tijdens hun verblijf van 130 dagen een relatief bescheiden programma van geofysisch en astrofysisch onderzoek uitvoeren en experimenteren met biologische en materiaal specimen.
Bij de landing op 10 december komt de Japanner Tohiro Akiyama, die op 2 december aan boord van Soyuz TM11 als bezoeker aankwam, terug naar de aarde.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Gennadi M.Manakov, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur;
bij de terugkeer:
Gennadi M.Manakov, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Tohiro Akiyama, wetenschapper - Japan.
geboorte in 1944 te Orenburg, van Yuri Viktorovich Romanenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 5-1970 groep.
Maakte ruimtevlucht in: soyuz 26(27), 38 en TM2(TM3).
Verbleef 430,76 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen en 1 stand-up - samen 10u16’.
Vader van cosmonaut Roman Romanenko.
Was cosmonaut tot 1988.
geboorte in 1946 te Fayetteville – Arkansas, van Richard Oswalt ‘Dick’ Covey.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 20/51I, 26, 38 en 61.
Verbleef 26,88 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1994.
geboorte in 1963 te Omiya – Saitama, van Koichi Wakata.
Japanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASDA 2-1992 en NASA 14-1992 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 72, 92, 119(127) en soyuz TMA11M.
Verbleef 347,40 dagen in de ruimte.
selektie in 1998 van de EAC astronauten
Léopold Eyharts (Frankrijk),
Umberto Guidoni (Italië),
Paolo Nespoli (Italië),
Hans Schlegel (Duitsland),
Gerhard Thiele (Duitsland),
Roberto Vittori (Italië).
(de afbeelding omvat ook de geselekteerden van juni en oktober 1998, en deze van februari en november 1999)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1984: de SU communicatiesatelliet Gorizont 10;
in 1985: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1987: een SU EPN Boeran test;
in 1988: een SU militaire communicatiesatelliet Geizer;
in 1991: een SU communicatiesatelliet Molniya 1;
in 1997: de NASA/OSC oceaanobservatie satelliet Orbview 2/Seastar.
vertrek in 1992 van de ruimtependel Atlantis STS 46 (Norad ID: 22064), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Het hoofddoel van deze missie is het uitzetten van ESA ruimtelab EURECA (European Retrievable Carrier) en de test met de draadsatelliet TSS, een gesamelijk NASA/Italië project.
Hiertoe waren de ESA astronauten Nicollier en Malerba aan boord.
Door problemen met de gegevensverwerking wordt EURECA een dag later dan gepland in de ruimte gezet.
De baanhoogte is ongeveer 500 km. Het lab zal in 1993 door STS 57 teruggebracht worden naar de aarde.
Ook het TSS-experiment schuift een dag op en de draadsatelliet komt slechts 256 m ver in plaats van de beoogde 20 km. De tests worden beëindigd en TSS wordt terug in de pendel opgenomen.
Atlantis landt op 8 augustus, één dag later dan voorzien.
De inzittenden zijn:
Loren J.Shriver, bevelhebber,
Andrew M.Allen, piloot,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Claude Nicollier, missiespecialist - ESA,
Marsha S.Ivins, missiespecialist,
Franco E.Malerba, ladingspecialist - ESA.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-6 Lanyard;
in 1967: een SU ruimtebom OGCh-11;
in 1969: de VS militaire satelliet OPS 8285;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1979: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-44;
in 1980: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1 en een zwerm doelsatellieten Romb;
in 1981: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1983: de VS ELINT satelliet Jumpseat 6/SDS 8;
in 1984: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1995: een VS militaire communicatiesatelliet DSCS 3/USA 113;
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral, van Pegasus 3 als voorbereiding op de latere bemande Apollo vluchten.
De hoofdopdracht van dit ruimtevaartuig is het meten van de hoeveelheid meteorieten in de buurt van de aarde. Het was ook een test van de Apollo/Saturn werking en compatibiliteit.
De Saturn 1 (SA-10) had een standaard Apollo commando en service module (BP-9) en een ontsnappings- toren gemonteerd op de top.
Na de bereikte baan werd de 4600 kg BP-9 afgestoten, terwijl de Pegasus zoals gepland in een aparte baan om de aarde de metingen uitvoerde. (afbeelding: vrije voorstelling van een Pegasus satelliet)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-060A
Norad ID: 1467
Andere namen: Apollo SA-10 Test Flight, Saturn SA-10
Lanceertuig: Saturn 1
Gewicht: 10500/1450 kg.
geboorte in 1953 te Fryazino – Moskow, van Aleksandr Nikolayevich Balandin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 5-1978/NPOE 4 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM9.
Verbleef 179,05 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 10u31’.
Was cosmonaut tot oktober 1994.
geboorte in 1962 te Yavas – Moldavië, van Vladimir Nikolayevich Dezhurov.
Russische Piloot/Cosmonaut.
Lid van Luchtmacht(TsPK)8-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM21(STS 71) en STS 105(108).
Verbleef 244,23 dagen in de ruimte.
Maakte 9 ruimtewandelingen - samen 37u26’.
Was cosmonaut tot 12 juli 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
selektie in 1980 van
de IBMP-3 medici
Galina Amelkina,
Yelena Dobrokvashina,
Larisa Pozharskaya,
Tamara Zakharova;
de MAP cosmonaute
Svetlana Savitskaya;
de NPOE-5 ingenieurs
Yekaterina Ivanova,
Natalya Kuleshova,
Irina Pronina;
en de AN-2 wetenschapster
Irina Latysheva.
Hiervan zal alleen Savitskaya in de ruimte vertoeven.
selektie in 1983 van de AMN wetenschapper
Oleg Y.Atkov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1986: de SU ELINT satelliet EPN en de SU communicatiesatelliet Molniya 1-67;
in 1990: de SU wetenschapssatelliet Musson/GEO-IK3;
in 1992: een SU fotoverkenner Obliken de Glonass navigatiesatellieten Uragan n°56L, 72L en 74L.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Challenger STS 19/51F (Norad ID: 15925), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Bij de lancering stopt één der hoofdmotoren voortijdig zodat de beoogde baan niet bereikt wordt.
De hoofdlading bestaat uit Spacelab 2 welke een iglo en wetenschappelijke instrumenten bevat voor onderzoek van oa leven in de ruimte, plasmafysica, astronomie, astrofysica, de zon en de atmosfeer.
Ook was voor het eerst het ESA Instrument Pointing System (IPS) aan boord.
Niettegenstaande de lagere orbit werd de missie succesvol afgewerkt.
De inzittenden zijn:
Gordon C.Fullerton, bevelhebber,
Roy D.Bridges, Jr, piloot,
Story F.Musgrave, missiespecialist,
Anthony W.England, missiespecialist,
Karl G.Henize, missiespecialist,
Loren W.Acton, ladingspecialist,
John-David F.Bartoe, ladingspecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH 8-1 Gambit;
in 1974: de SU testsatelliet molniya S1;
in 1976: de weersatelliet ITOS H/NOAA 5 en een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 7.
Deze sonde heeft als doel het doorseinen van hoge resolutie beelden tijdens de laatste minuten vóór het neerstorten op het maanoppervlak.
Op 31 juli - 65u 30min na de lancering - valt Ranger 7 op de maan neer op 11°Z – 339°O.
Zowat 4300 fotos van goede kwaliteit worden bekomen, waaronder de eerste goede VS close-up foto's.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-041A
Norad ID: 842
Lading: ranger Block 3 N°7
Lanceertuig: Atlas Agena B 250D
Massa: 366 kg.
vertrek in 1978 van de Skylab 2 bemanning (Norad ID: 6757), naar het VS ruimtestation Skylab.
Skylab 2 (soms SL-3 of SLM-2 genoemd) was de tweede bemanning in Skylab en duurde 59 dagen.
Door problemen bij de koppeling werd voor de eerste maal een Apollo CSM reddingscapsule klaargezet op het lanceerplatform. De lancering hiervan bleek later toch niet nodig.
De astronauten deden medische en wetenschappelijke experimenten, alsmede waarnemingen van oa de zon en de aarde. Een beter zonnescherm werd aangebracht over de noodoplossing die door de bemanning van Skylab 1 geplaatst was. De astronauten waren drie maal per twee gedurende in totaal bijna 14 uren aktief buiten het station.
De inzittenden zijn:
Alan L.Bean, bevelhebber,
Jack R.Lousma, piloot,
Owen K.Garriott, wetenschapper.
geboorte in 1961 te Little Rock – Arkansas, van Scott Edward Parazynski.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 66, 86, 95, 100 en 120.
Verbleef 57,65 dagen in de ruimte.
Maakte 7 ruimtewandelingen - samen 47u05’.
Was astronaut tot maart 2009.
selektie in 1997 van
de TsPK-12 cosmonauten
Dmitri Kondratyev,
Yury Lonchakov,
Oleg Moshkin,
Roman Romanenko,
Aleksandr Skvortsov,
Maksim Surayev,
Valeryi Tokarev,
Konstantin Valkov,
Sergey Volkov;
de RKKE-13 ingenieurs
Oleg Skripochka,
Fyodor Yurchikhin;
en de VVS cosmonaut
Sergei Moshchenko.
Moshkin, Valkov en Moshchenko zullen geen ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS fotospion KH-4 en een SU fotoverkenner Zenit-2
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1967: de VS wetenschapssatelliet OGO 4;
in 1971: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-18;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1983: de telecomsatelliet Telstar 3A;
in 1986: een SU oceaanobservatie satelliet Okean-O1;
in 1988: een SU doelsatelliet Romb;
in 1997: de JP(SSC) communicatiesatelliet Superbird-C;
vertrek in 1992 van het ruimteschip Soyuz TM15 (Norad ID: 22054), voor de 15de expeditie naar het Soviet ruimtestation MIR.
Michel Tognini was als bezoeker de derde fransman die het station bezocht. Hij gebruikte 300 kg uitrusting, aangebracht door Progress cargoschepen, om experimenten uit te voeren. Hij bleef 2 weken in de ruimte in het kader van de Frans-Russische samenwerking en keerde op 10 augustus met Soyuz TM14 terug naar de aarde.
Cosmonauten Solovyev en Avdeyev zullen na 189 dagen terugkeren.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Sergei V.Avdeyev, vluchtingenieur,
Michel Tognini, wetenschapper - ESA Antares;
bij de landing:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Sergei V.Avdeyev, vluchtingenieur.
geboorte in 1961 te Manchester – Connecticut, van Daniel Christopher Burbank.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 106, 115 en soyuz TMA22.
Verbleef 188,90 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 7u11’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS militaire satellieten OV 1-11 en 1-12;
in 1976: de SU wetenschapssatellieten Interkosmos 16 en Tselina-O;
vertrek in 1971 van het ruimteschip Apollo 15 (Norad ID:5351), voor de vijfde missie naar de maan.
Op 30 juli komt de maanlander “Falcon” met Scott en Irwin neer in de Mare Imbrium aan de voet van de Apennijnen, op 26°N – 3,6°O; terwijl Worden in de CSM module “Endeavor” omheen de maan blijft cirkelen.
Zoals bij de vorige missies stellen de astronauten wetenschappelijke apparatuur op, nemen foto’s en verzamelen ze bodemmonsters. Voor het eerst kunnen ze gebruik maken van het maanrover voertuig.
Scott en Irwin brengen gedurende 3 uitstappen in totaal 18u 35min door op de maanbodem, waarbij ze zowat 28 km afleggen en 77 kg bodemmateriaal verzamelen.
Bij de laatste uitstap geeft Scott voor TV de alom gekende demonstratie met de gelijktijdig vallende hamer en pluim.
Op 2 augustus stijgt de LM op na 66 u 55 min op de maan en de astronauten komen op 7 augustus neer in de Stille Oceaan nabij het bergingsschip USS Okinawa. De ganse onderneming 295 u 11 min 53 sesc geduurd.
De inzittenden zijn:
David R.Scott, bevelhebber,
James B.Irwin, LM piloot,
Alfred M.Worden, CM piloot.
geboorte in 1949 te Oak Ridge – Tennessee, van William McMichael ‘Bill’ Shepherd.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 27, 41, 52 en soyuz TM31(STS 102).
Verbleef 159,33 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 2002.
geboorte in 1951 te Laurinburg - North Carolina, van William Surles ‘Bill’ McArthur Jr.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 58, 74, 92 en soyuz TMA7.
Verbleef 224,93 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 24u21’.
Was astronaut tot 2006 en bleef aktief in de ruimtevaart tot januari 2012.
geboorte in 1972 te Kuala Lumpur, van Shukor Al Masrie Muszaphar.
Maleisische medicus/astronaut.
Lid van Angkasawan-2006 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TMA11(TMA10).
Verbleef 10,88 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 21 oktober 2007.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1958: de VS wetenschapssatelliet-IGJ Explorer 4;
in 1963: de experimentele communicatiesatelliet Syncom 2;
in 1969: de telecomsatelliet Intelsat III-F5;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: de CN militaire satelliet China 3/FSW/JSSW 1;
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 3MS N°53S/Mars 5.
Het Mars 5 automatisch station is ontworpen om vanuit een baan om de planeet mars informatie over de samenstelling, de structuur en eigenschappen van de marsatmosfeer en het oppervlak naar de aarde te zenden. De sonde komt op 12 februari 1974 in een baan om mars, maar het radiokontakt gaat na 9 dagen verloren.
Ongeveer 60 foto's van het gebied ten zuiden van Valles Marineris werden teruggestuurd.
De gemeten oppervlaktetemperatuur was ongeveer 0°C op de dagzijde en min 70°C op de nachtzijde; de atmosferische druk was 6,7 milibar. (een model van de sonde hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-049A
Norad ID: 6754
Lanceertuig: Proton 8K82K
Massa: 4650 kg.
geboorte in 1932 te Erie – Pennsylvania, van Paul Joseph Weitz.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in skylab 1 en STS 6.
Verbleef 33,05 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling en 1 stand-up - samen 2u16’(0,10 dagen).
Bemanningslid van eerste geslaagd ruimtestation in mei 1973.
Verlaat Nasa in mei 1994.
geboorte in 1957 te Bristol – Pennsylvania, van Daniel ‘Dan’ Wheeler Bursch.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 51, 68, 77 en 108(111).
Verbleef 226,93 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u46’.
Was astronaut tot juni 2005.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS SIGINT-satelliet Ferret 11;
in 1973 en 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1987: de SU radarsatelliet Mech-K;
in 1989: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1990: de NASA wetenschapssatelliet CRRES 1 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1996: de VS militaire satelliet UFO (F)7/USA 127;
in 1999: de communicatiesatellieten Globalstar M26, M28, M43 en M48.