Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
25-07-2015
dit gebeurde op 25 juli
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 3MS N°53S/Mars 5.
Het Mars 5 automatisch station is ontworpen om vanuit een baan om de planeet mars informatie over de samenstelling, de structuur en eigenschappen van de marsatmosfeer en het oppervlak naar de aarde te zenden. De sonde komt op 12 februari 1974 in een baan om mars, maar het radiokontakt gaat na 9 dagen verloren.
Ongeveer 60 foto's van het gebied ten zuiden van Valles Marineris werden teruggestuurd.
De gemeten oppervlaktetemperatuur was ongeveer 0°C op de dagzijde en min 70°C op de nachtzijde; de atmosferische druk was 6,7 milibar. (een model van de sonde hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-049A
Norad ID: 6754
Lanceertuig: Proton 8K82K
Massa: 4650 kg.
geboorte in 1932 te Erie – Pennsylvania, van Paul Joseph Weitz.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in skylab 1 en STS 6.
Verbleef 33,05 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling en 1 stand-up - samen 2u16’(0,10 dagen).
Bemanningslid van eerste geslaagd ruimtestation in mei 1973.
Verlaat Nasa in mei 1994.
geboorte in 1957 te Bristol – Pennsylvania, van Daniel ‘Dan’ Wheeler Bursch.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 51, 68, 77 en 108(111).
Verbleef 226,93 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u46’.
Was astronaut tot juni 2005.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS SIGINT-satelliet Ferret 11;
in 1973 en 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1987: de SU radarsatelliet Mech-K;
in 1989: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1990: de NASA wetenschapssatelliet CRRES 1 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1996: de VS militaire satelliet UFO (F)7/USA 127;
in 1999: de communicatiesatellieten Globalstar M26, M28, M43 en M48.
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz 37 (Norad ID: 11905), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6 voor een Intercosmos-missie.
Dit is de 11de expeditie naar Salyut 6 en de 6de internationale bezetting.
Tuan was de eerste Aziaat in de ruimte. Hij voerde experimenten van vooral biologische aard uit en observeerde Vietnam vanuit de ruimte.
Viktor Gorbatko en de Vietnamees Pham Tuan keerden als bezoekers al op 31 juli terug met Soyuz 36.
Op 11 oktober bracht Soyuz 37 de lange-termijn bezetting, bestaande uit Leonid Popov en Valery Ryumin, terug naar de aarde. Zij waren vertrokken met Soyuz 35 en verbleven 185 dagen in de ruimte.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Viktor V.Gorbatko, gezagvoerder,
Pham Tuan, wetenschapper - Vietnam;
bij de landing:
Leonid I.Popov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur.
vertrek in 1999 van de ruimtependel Columbia STS 93 (Norad ID: 25866), voor een 5-daags verblijf in een baan om de aarde.
Hun voornaamste opdracht is het in de ruimte plaatsen van de NASA X-stralen teleskoop AXAF/Chandra, wat al tijdens de eerste dag gebeurt.
Gedurende de rest van de tijd experimenteerde de bemanning met oa UV-waarneming van de maan en de planeten, alsmede de groei van cel-kulturen.
Deze missie zag met Kolonel Eileen Collins de eerste vrouwelijke ruimtependel bevelhebber. Voordien was ze ook al met STS 63 de eerste vrouwelijke piloot.
De inzittenden zijn:
Eileen M.Collins, bevelhebber,
Jeffrey S.Ashby, piloot,
Michel A.-C.Tognini, missiespecialist - CNES,
Steven A.Hawley, missiespecialist,
Catherine G.Coleman, missiespecialiste.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1969: de VS militaire weersatelliet DMSP 4B-F3;
in 1970: de VS militaire satelliet OPS 4324 en de telecomsatelliet Intelsat III-F8;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1972: de NASA milieusatelliet ERTS 1/Landsat 1;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-10;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1976: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-35;
in 1977: een SU doelsatelliet Raduga 03;
in 1989: een SU oceaanobservatie satelliet US-PM;
in 1991: een SU aardobservatie satelliet Resurs F12;
in 1997: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 43/USA 132.
lanceerpoging in 1962 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Mariner 1.
De opdracht van Mariner 1 bestaat er in om voorbij de planeet venus te vliegen en ondertussen gegevens door te seinen over de atmosfeer, het magnetisch veld en geladen deeltjes.
Ook onderweg en na de passage moesten metingen verricht worden in de interplanetaire ruimte.
Bij de lancering loopt het mis, de combinatie wordt op bevel van het veiligheidspersoneel van het lanceercomplex vernietigd.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-F07
Norad ID: -
Lanceertuig: Atlas LV-3A Agena B145D
Massa: 203 kg.
vertrek in 1987 van het ruimteschip Soyuz TM3 (Norad ID: 18222), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Officieel zal de bemanning er experimenten van technische aard uitvoeren en wetenschappelijk onderzoek doen.
De bezoekende cosmonauten Viktorenko en Faris keren na 8 dagen terug met Soyuz TM2. Aleksandrov blijft 160 dagen aan boord en keert terug samen met Romanenko en Levchenko, die respektievelijk 326 en 8 dagen in de ruimte waren.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Alexsander S.Viktorenko, gezagvoerder,
Aleksandr Pavlovich Aleksandrov, vluchtingenieur,
Muhammed A.Faris, wetenschapper - Syrië;
bij de terugkeer:
Yuri V.Romanenko, gezagvoerder,
Aleksandr Pavlovich Aleksandrov, vluchtingenieur,
Anatoliy S.Levchenko, wetenschapper.
geboorte in 1942 te Setagaya, van Tohiro Akiyama.
Japanse journalist/cosmonaut.
Lid van TBS 1989 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM11(TM10).
Verbleef 7,91 dagen in de ruimte.
Eerste Japanner in de ruimte - 19901202.
Was astronaut tot december 1990.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-12(M) en een fotoverkenner Zenit-2;
in 1976: een SU militaire waarnemer Yantar'-2K en de communicatiesatelliet Comstar 2(1B);
in 1977: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1993: de telecomsatellieten Hispasat 1B (ES) en Insat 2B (IN).
vlucht in 1961 van de VS capsule Mercury Redstone 4/Liberty Bell 7.
Mercury Redstone 4 is de 4de in de MR reeks en de 2de en laatste bemande suborbitale
VS ruimtevlucht.
Astronaut Virgil I. “Gus” Grissom zou oorspronkelijk op 18 juli gelanceerd worden, maar de datum werd meerdere malen verschoven tot het uiteindelijk 21 juli werd.
Het vluchtplan is gelijkaardig aan dat van MR-3. De maximale hoogte zou 189 km worden en de afgelegde afstand 483 km, met een 5-tal minuten gewichtloosheid van de totale vluchtduur van 15 min 37 sec. De snelheid liep op tot 8270 kmpu.
Grissom bestuurde de capsule en beval zelf het ontsteken van de retro-raketten.
Het neerkomen verliep succesvol, maar de capsule gaat verloren omdat het toegangsluik vroegtijdig opende, waardoor er zeewater naar binnen kwam. Men verweet Grissom dat hij de explosiebouten ongepast geaktiveerd had, wat hij ten stelligste ontkende.
Hoe het ook weze, de capsule liep vol en moest door de bergingshelicopter losgelaten worden wegens te zwaar, en zonk naar de bodem van de oceaan.
Liberty Bell 7 werd later gelokaliseerd op 4800 m diepte en 830 km NW van de Grand Turk eilanden en op 20 juli 1999 bovengehaald. Ze staat opgesteld in de Kansas Cosmosphere.
De inzittende is:
Virgil I.Grissom.
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 3MS N°52S/Mars 4.
De opdracht is in een baan omheen de planeet mars te komen, wat zou mislukt zijn door een defekte computerchip. De sonde vliegt mars op 10 februari 1974 op 2200 km hoogte voorbij en komt zo in een heliocentrische baan.
De sonde had TVcamera’s aan boord, alsmede instrumenten voor studie van de atmosfeer en de nabije ruimte. Enkele TVbeelden en een weinig gegevens waren het resultaat van de missie.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-047A
Norad ID: 6742
Lanceertuig: Proton 8K82K
Massa: 4650 kg.
overlijden in 1998 van Alan “Al”Bartlett Shepard, Jr
Amerikaans testpiloot/astronaut
Geboren op 18 november 1923, te Derry - New Hampshire
Rang: Admiraal, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 1-1959
Missies: Mercury-Redstone-3 en Apollo 14
Verbleef 9d 0h 57m (9,04d) in de ruimte, was 5de mens op de maan
Overleed aan leukemia, te Pebble Beach – California
Werd meermaals onderscheiden, met oa verscheidene NASA Service medailles.(hier één afgebeeld)
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 27;
in 1962: een VS fotospion KH-4;
in 1976: een SU onderscheppingssatelliet IS en aardobservatie satelliet Sfera;
in 1982: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-55 en acht militaire satellieten Strela-1M;
in 1988: de telecomsatellieten ECS 5/Eutelsat 1-F en Insat 1C(IN);
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de VS ruimtesonde AIMP E/Explorer 35.
Explorer 35 is een ruimtevaartuig met instrumenten voor studie van de interplanetaire ruimte vanaf een elliptische baan om de maan.
De metingen omvatten plasma, magnetisch veld, energetische deeltjes en zonne-X-stralen.
Na een succesvolle werking van 6 jaar, eindigde de missie op 24 juni 1973.
(afbeelding: bouw van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-070A
Norad ID: 2884
Andere namen: Anchored IMP 2, IMP-E
Lanceertuig: Thor Delta E1 488/D50
Massa: 230 kg.
geboorte in 1943 te Atlanta – Georgia, van Roy Dunbard Bridges Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 19/51F.
Verbleef 7,95 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 1986 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1985 van de Teacher in Space astronautes
Christa McAuliffe,
Barbara Morgan.
McAuliffe en Morgan werden geselekteerd als hoofd en reserve Ladingspecialisten voor de STS 51L missie in 1985. McAuliffe kwam om in de Challenger ramp, 73 seconden na lancering.
Morgan zal in 2007 deelnemen aan de STS-118 missie, 21 jaar na Challenger.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire satellieten KH-4, MIDAS 9, TRS 9/ERS 9 en DASH 2;
in 1965: een VS fotospion KH-4A;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1977: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-58;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°3/Zond 3.
Zond 3 wordt vanaf een aardorbit TS-platform in de richting van de maan geschoten.
Op 20 juli vliegt de sonde op 9200km hoogte aan de maan voorbij, waarbij gedurende 68min 25 goede
beelden van de maanachterzijde gemaakt worden. Deze foto’s worden als mars-communicatietests vanop
2 en later 31 miljoen km naar de aarde geseind. Het radiokontakt duurt tot oktober.
Zond 3 komt in een heliocentrische baan en detekteert radiogolven av Jupiter.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-056A
Norad ID: 1454
Lading: marssonde 3MV-4 No.3
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 960 kg.
vertrek in 1966 van de VS ruimtecapsule Gemini GT-10 (Norad ID: 2349), voor een 3-daagse vlucht in aardorbit, ter voorbereiding van de latere Apollo maanmissies.
De koppelmaneuvers met het eigen doel (GATV) verbruiken meer energie dan verwacht en worden beperkt;
hierdoor raken ook meerdere experimenten onvoltooid.
De bemanning slaagt er wel in om de gekoppelde capsule nabij het eerder gelanceerd Gemini 8 Agena-doel te sturen. Collins gaat buiten om van Gemini naar Agena, om het hieraan gemonteerde micro-meteorieten pack binnen te halen, wat hem bij een tweede poging lukt.
Na ontkoppeling komt Gemini 10 - na 43 aardomlopen - op 21 juli neer in de oceaan, in het zicht van het bergingsschip “Guadalcanal”.
Deze missie brengt het 1ste VS koppelsucces in de ruimte.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber-piloot,
Michael Collins, co-piloot.
geboorte in 1921 te Cambridge – Ohio, van John Herschel Glenn Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in mercury-atlas 6 en STS 95.
Verbleef 9,11 dagen in de ruimte.
Eerste Amerikaan in orbit – 20 februari 1962.
Oudste mens in de ruimte – oktober 1998.
Was astronaut tot 1998.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
1962: de VS fotospion SAMOS 9;
1968: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
1978: een SU doelsatelliet Raduga;
1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-13 en de IN technologiesatelliet Rohini 1B;
1988: een SU militaire navigatiesatelliet Parus en het MIR-cargoschip Progress 37;
1989: de SU aardobservatie satellieten Don en Resurs F03;
1990: een SU militaire communicatiesatelliet Geizer;
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T12 (Norad ID: 15119), naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
De Soyuz T12 bemanning vormt de 7de expeditie naar Salyut 7.
Volk was aangeduid als piloot van de op stapel staande Soviet ruimtependel Buran, en moest hier ruimte ervaring opdoen.
Op 25 juli vooerden Dzhanibekov en Savitskaya een 3 uur 30 minuten durende buitenaktiviteit (EVA) uit, tijdens dewelke ze meerdere gereedschappen uittestten voor het snijden, lassen en bedekken van metaalmonsters. Savitskaya werd zo de eerste vrouw die aktief was buiten een ruimteschip.
De bemanning keerde op 29 juli terug naar de aarde.
De inzittenden zijn:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Svetlana Y.Savitskaya, vluchtingenieur,
Igor P.Volk, Buran wetenschapper.
geboorte in 1946 te 1mei-Kolkhoz – Karaganda, van Toktar Ongarbaevich Aubakirov.
Kazachstaanse piloot/cosmonaut.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM13(TM12).
Verbleef 7,93 dagen in de ruimte.
Eerste Kazach in de ruimte – 19911002.
Was cosmonaut tot oktober 1991.
geboorte in 1959 te Springfield – Missouri, van Janet Lynn Kavandi.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Scheikundige.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 91, 99 en 104.
Verbleef 33,84 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 2005 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS militaire satellieten Vela 2A en 3A en de satelliet voor stralingsmeting ERS 13;
in 1965: de VS SIGINT-satelliet Ferret 8;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1977: de Salyut 6 module TKS;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1985: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-25;
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1990: een SU aardobservatie satelliet Resurs F07;
in 1991: de ESA aardobservatie satelliet ERS 1 en de satelliet voor radio-amateurs UO-22/UoSat 22;
de VS communicatietest satelliet Orbcomm-X, de microsatellieten TUBsat (DE), SARA (FR) en zeven DARPA microsatellieten;
in 1999: een SU oceaanobservatie satelliet Okean O.
vertrek in 1969 van het ruimteschip Apollo 11 (Norad ID: 4039), voor de eerste maanlanding.
De Apollo 11 Maanmodule (LM) "Eagle" was het eerste bemande voertuig dat landde op de maan.
Commandant Neil A. Armstrong en LM piloot Edwin E. "Buzz" Aldrin, Jr., waren eerste mensen die op de maan liepen.
De LM kwam los van het Commando/Dienstmodule (CSM) op 20 juli om 18:12 UT en begon een uur later aan de afdaling naar het maanoppervlak . De LM landde op 20:17:40 UT (16:17:40 EDT) op 20 juli in de regio bekend als Mare Tranquilitatis (de Zee van Rust) op 0,6741°NB - 23,473°OL, waarbij Armstrong meldt: "Houston, Tranquility Base hier - de Eagle is geland".
Armstrong stapt als eerste op het maanoppervlak op 02:56:15 UT op 21 juli (10:56:15 juli 20 EDT), en doet de beroemde uitspraak: "Dit is een kleine stap voor (een) mens, een grote sprong voor de mensheid" en hij verzamelt een kleine hoeveelheid maanmateriaal, voor het geval dat een onmiddellijk vertrek mocht nodig blijken.
Aldrin volgt 19 minuten later en samen onthullen ze een plaat en lezen samen hardop de tekst: "Hier zetten mannen van de planeet aarde voor het eerst voet op de maan in juli 1969 AD. We kwamen in vrede voor de gehele mensheid". Ze plaatsen een Amerikaanse vlag en spreken met president Nixon.
De astronauten zetten instrumenten op, nemen foto's en verzamelen 21,7 kg bodemmonsters. Ze leggen een totale afstand van ongeveer 250 meter af binnen een straal van 100 meter van de LM.
Aldrin keert als eerste terug in de LM, na 1 uur 41 minuten op het maanoppervlak, Armstrong volgt ongeveer 12 minuten later, om 05:09:32 UT. Armstrong en Aldrin brengen daarna de volgende 7 uur door met rusten en het controleren van de systemen.
De LM stijgt van de maan op om 17:54:01 UT op 21 juli na een verblijf van 21 uur en 36 minuten op het oppervlak. Na koppeling met de CSM, bestuurd door Michael Collins, wordt de LM afgeworpen en valt vermoedelijk na 1 tot 4 maanden te pletter.
Apollo 11 komt op 24 juli om 16:50:35 UT neer in de Stille Oceaan en de bemanning wordt aan boord genomen van de USS Honet en uit voorzorg in quarantaine geplaatst.
De inzittenden zijn:
Neil A.Armstrong, bevelhebber (burger testpiloot),
Edwin E.Aldrin, Jr, LM piloot,
Michael Collins, CM piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de SU wetenschapssatelliet Proton (1) N-4-1 en vijf militaire communicatiesatellieten Strela 1;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de SU weersatelliet Meteor 1-09 en de VS militaire satelliet OPS 8373;
in 1974: de NASA/DE satelliet voor atmosfeeronderzoek Aeros 2(B);
in 1982: de NASA/VS experimentele aardobservatiesatelliet Landsat 4;
in 1986: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1987: een SU oceaanobservatie satelliet Okean-O1 NKhM;
in 1990: de PK communicatietest satelliet BADR 1;
in 1996: de VS militaire navigatiesatelliet USA 126/Navstar 26;
vertrek in 1975 van de ruimteschepen Soyuz 19 (Norad ID: 8030) en Apollo 18 (Norad ID: 8032), voor een ontmoetingsvlucht in een baan om de aarde.
Dit Apollo–Soyuz Test Project (ASTP) betekent de laatste Apollo vlucht en de eerste gezamelijke VS-Soviet missie.
Al deden de bemanningen afzonderlijk en samen wetenschappelijke experimenten, toch had deze vlucht in hoofdzaak een symbolische betekenis, in het kader van de ontspanning tussen de beide grootmachten en het einde van de ruimtewedloop. Apollo was uitgerust met een koppelingsmodule (APAS-75), welke een ontmoeting van beide bemanningen toeliet en nuttige kennis verschafte voor de latere Shuttle-MIR en ISS projecten.
Astronaut Donald Slayton, in 1959 geselekteerd in de Mercury-groep, maar om medische redenen aan de grond gehouden, maakte hier zijn enige ruimtevlucht.
Apollo 18 bleef 9 dagen in de ruimte, terwijl Soyuz 19 al na 6 dagen landde.
De inzittenden van Soyuz 18 zijn:
Alexei A.Leonov, gezagvoerder,
Valery N.Kubasov, vluchtingenieur.
De inzittenden van Apollo 18 zijn:
Thomas P.Stafford, bevelhebber,
Donald K.Slayton, DM piloot,
Vance D.Brand, CM piloot.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1976: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Surveyor 4.
Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de Apollo-missies.
De vlucht naar de maan verloopt normaal, maar de signalen stoppen op 17 juli, 2 minuten vóór de voorziene landing op 0°N-2°W. De werkelijke landingsplaats is onbekend en mogelijk is de sonde geëxplodeerd.
(afbeelding: surveyor 4-model)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-068A
Norad ID: 2875
Andere namen: Surveyor SC-4
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-11
Massa: 285 kg.
geboorte in 1936 te Lorain – Ohio, van Robert Franklin ‘Bob’ Overmyer.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van MOL 2-1966 en Nasa 7-1969 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 5 en 17/51B.
Verbleef 12,10 dagen in de ruimte.
Sterft in vliegtuigcrash op 23 maart 1996, te Duluth, Minnesota.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire communicatie testsatelliet OV1-8/PasComSat en een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1974: de VS NAVY technologiesatelliet NTS 1/Timation 3;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1977: de NASDA klimaatsatelliet GMS 1/Himawari 1;
in 1978: de ESA wetenschapssatelliet GEOS 02(B) en
in 1978: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-41;
in 1980: een VS militaire weersatelliet DMSP en een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1983: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 8/NDS 8;
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°401/Luna 15.
Luna 15 moest samenvallend met de Apollo 11 missie bewijzen dat ook onbemande tuigen in staat zijn bodemmonsters van de maan naar de aarde te brengen, in een wanhopige poging dit nog vóór de VS te doen.
Na 86 communicatiesessies en 52 maanomlopen op verschillende inclinaties en hoogten, slaat de sonde bij de landingspoging op 20 of 21 juli op de maan te pletter. De vluchtleiding bekende nog niet genoeg af te weten van de invloed van de maanmascons op het vluchtgedrag van een maansatelliet.
Officieel was het doel van de missie het testen van de systemen aan boord van automatische maanverkenners en wetenschappelijk onderzoek van de maan en de circumlunare ruimte.
(afbeelding: luna 15-model)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-058A
Norad ID: 4036
Lanceertuig: Proton-K/D
Massa: 2718 kg.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Discovery STS 70 (Norad ID: 23612), voor een 9-daags verblijf in een baan om de aarde.
De hoofdtaak van de bemanning is het lanceren van de TDRS G (Tracking and Data Relay Satellite-G) satelliet, wat reeds in het 6de vluchtuur gebeurt.
De vlucht wordt verder benut voor biologisch onderzoek en experimenten met oa planten en insekten.
Ook het gedrag van darmkankercellen in micro-zwaartekracht werden bestudeerd.
De inzittenden zijn:
Terence T.Henricks, bevelhebber,
Kevin R.Kregel, piloot,
Nancy J.Sherlock/Currie, missiespecialiste,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Mary E.Weber, missiespecialiste.
geboorte in 1934 te Zhizdra – Kaluga, van Aleksei Stanislavovich Yeliseyev.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 1-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 5(4), 8 en 10.
Verbleef 8,93 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 37’.
Nam deel aan eerste ruimteoverstap op 16 januari 1969.
Was cosmonaut tot 1985.
geboorte in 1950 te Charles City – Iowa, van Dr George Driver ‘Pinky’ Nelson.
Amerikaanse Missiespecialist/Astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 11/41C, 24/61C en 26.
Verbleef 17,11 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 9u22’.
Was astronaut tot juni 1989.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
1972: een SU fotoverkenner Orion;
1973: de VS militaire satelliet OPS 8261/Samos;
1977: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
1979 en 1982: een SU aardobservatie satelliet Fram;
1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
1992: twee SU communicatiesatellieten Gonets-D;
1992: vier SU militaire communicatiesatellieten Strela-3.
lancering in 1988 vanaf Baikonur LC200/40, van de Soviet ruimtesonde Fobos 2/1F N°102.
Fobos 2 en de eerder gelanceerde ruimtesonde Fobos 1, waren de volgende generatie in de Venera-type planetaire missies hier ingezet als orbiter om de planeet Mars, en landers op de marsmaan Phobos.
De doelstellingen van de sonde waren:
studie van het interplanetaire milieu;
wetenschappelijke waarnemingen van de zon;
onderzoek van plasma in de martiaanse omgeving;
oppervlak en atmosferische studies van mars en bodemanalyse dmv lazer van de marssatelliet Phobos.
Phobos 2 gedroeg zich normaal gedurende de vlucht naar Mars tot de orbitale bijsturing.
De sonde verzamelde intussen gegevens over de zon, de interplanetaire ruimte, Mars en Phobos.
Kort voor de laatste fase van de missie, waarin het ruimtevaartuig binnen 50 m van het Phobos oppervlak twee landers: een mobiele 'hopper' en een stationaire platform moest lossen, werd het contact met Phobos 2 verloren. De missie eindigde op 27 maart 1989 toen geen signaal meer van het ruimtevaartuig ontvangen werd.
Gegevens over de marsatmosfeer en foto’s van Phobos werden ontvangen.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde nabij Phobos en een foto's van Phobos)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1988-059A
Norad ID: 19287
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 2600 kg.
geboorte in 1957 te Amarillo – Texas, van Rick Douglas Husband.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 96 en 107.
Verbleef 25,74 dagen in de ruimte.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
selektie in 1977 van de LII-1 luchtvaartspecialisten
Oleg Kononenko,
Anatoly Levchenko,
Alexandr Shchukin,
Rimantas Stankevicius,
Igor Volk.
Shchukin en Stankevicius zullen aan geen ruimtemissie deelnemen.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire satelliet MIDAS 3 en weersatelliet TIROS 3;
in 1963, 1965 en 1966: een VS fotospion KH 7;
in 1972: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1978: een VS militaire weersatelliet DMSP;
in 1989: een SU militaire waarnemer Kobal’t en de ESA technologiesatelliet Olympus F1.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Columbia STS 65 (Norad ID: 23173), voor een 15-daags verblijf in aardorbit.
Columbia brengt voor de tweede maal het International Microgravity Laboratory (IML 2)naar de ruimte.
Het IML-2 Biorack droeg 19 experimenten met chemische en biologische specimen, van oa bacteriën, zoogdiercellen, eieren, larven, fruitvliegjes en zaden.
Een 200-tal wetenschappers uit zes ruimtevaart organisaties hadden gezorgd voor meer dan 80 experimenten in de Spacelab module. Voor de uitvoering hiervan werd de bemanning in twee groepen verdeeld, om zo de klok rond te kunnen werken.
Ladingspecialiste Chiaki Mukai werd de eerste Japanse in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Robert D.Cabana, bevelhebber,
James D.Halsell, piloot,
Richard J.Hieb, ladinggezagvoerder,
Carl E.Walz, missiespecialist,
Leroy Chiao, missiespecialist,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Chiaki (Naito)Mukai, ladingspecialiste – NASDA.
geboorte in 1935 te Krasnouralsk, van Vitali Ivanovich Sevastyanov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 1-Supplement-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 9 en 18.
Verbleef 80,68 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1976 en bleef ruimtevaartmedewerker tot 1993.
Overlijdt te Moskou op 5 april 2010.
overlijden in 1999 te Ojai – California, van Charles Peter "Pete" Conrad, Jr
Amerikaans testpiloot / astronaut
Geboren op 2 juni 1930, te Philadelphia - Pennsylvania
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 2-1962
Missies: Gemini 5, Gemini 11, Apollo 12 en Skylab 2
Verbleef 49d 3h 38 m (49,15d) in de ruimte
Kwam om in een ongeval met zijn motorfiets.
Werd meermaals onderscheiden met oa NASA Service Medailles, waarvan hier één afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet Explorer 44/SR 10;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-13;
in 1976: een VS fotospion KH 9/Big Bird/LASP 12, een ID communicatiesatelliet Palapa 1 en de VS satelliet voor atmosfeeronderzoek SESP 74-2;
in 1977: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1983 en 1992: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1994: de NASDA telecomsatelliet BS 3N en de telecomsatelliet PanAmSat 2/PAS 2;
in 1999: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-50.
lancering in 1988 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde Fobos 1/1F N°101.
Fobos 1 en zijn metgezel ruimtesonde Fobos 2, waren de volgende generatie in de Venera-type planetaire missies hier ingezet als orbiter om de planeet mars en lander op de marsmaan Phobos.
De doelstellingen van de sonde waren:
studie van het interplanetaire milieu;
wetenschappelijke waarnemingen van de zon;
onderzoek van plasma in de martiaanse omgeving;
oppervlak en atmosferische studies van mars en bodemanalyse dmv lazer van de marssatelliet Phobos.
Op 2 september slaagt het controlecentrum ten gevolge van een software-fout er echter niet in om kontakt te herstellen met de sonde. Deze verdwijnt in een helio-centrische baan. (model hier afgebeeld)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1988-058A
Norad ID: 19281
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 6220 kg.
geboorte in 1970 te Creve Coeur – Missouri, van Robert L. Behnken.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 123 en 130.
Verbleef 29,42 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen – samen 37u33’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 26;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1972: de VS militaire satelliet OPS 7293/Samos 88;
in 1977: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1978: het Salyut 6 cargo-schip Progress 2;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 83;
in 1993: een SU oceaanobservatie satelliet US-PM;
in 1995: de FR spionnagesatellieten Cerise en Helios 1A, en de ES experimentele satelliet UPM/LBSat;
in 1997: het MIR cargo-schip Progress-M35;
in 1998: de DE universitaire experimentele satellieten TUBsat-N en TUBSat-N1.
vertrek in 1976 van het ruimteschip Soyuz 21 (Norad ID: 8934), naar het Soviet ruimtestation Salyut 5.
Het verblijf van deze Salyut 5 bemanning viel samen met het begin van de Siber militaire oefening in Siberië. De kosmonauten observeerden de oefening als onderdeel van een evaluatie van de spionnage capaciteiten van het station. Ze deden daarbij slechts een paar experimenten vooral van militaire aard als deel van het Almaz programma.
De Soyuz 21 bemanning verliet het station na 49 dagen, ruim vóór hun geplande vertrekdatum.
Dit is toegeschreven aan een brand en/of gezondheidsproblemen veroorzaakt door dampen van chemicaliën gebruikt om de film van camera’s te ontwikkelen.
De cosmonauten leden ook psychologisch en fysiek om andere redenen; vooral Zholobov leed erg aan ruimteziekte en heimwee.
De inzittenden zijn:
Boris V.Volynov , gezagvoerder,
Vitali M.Zholobov, vluchtingenieur.
selekte in 1986 van de AN-3 wetenschapper
Georgi Grechko.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1966: de SU wetenschapssatelliet Proton 3;
in 1968: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-09(J);
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1979: een zwerm SU doelsatellieten Romb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1987: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1994: een SU observatiesatelliet Prognoz US-KMO.