Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
30-11-2015
dit gebeurde op 30 november
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4A N°2/Zond 2.
Zond 2 is een automatisch interplanetair station dat vanaf een platform (Tyazheliy Sputnik) in aardorbit, naar mars geschoten wordt met diverse meetinstrumenten aan boord.
De sonde is tevens een test van zes ionenmotoren en zou een landingscapsule bevat hebben, of bedoeld zijn als marspassage. Contact wordt verloren in april 1965 op weg naar mars.
De sonde vliegt op 6 augustus 1965 op een afstand van 1500km aan mars voorbij en leverde geen gegevens.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-78A
Norad ID: 945
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 890kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU aardobservatiesatelliet Sfera;
in 1971: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1972: de SU astronomiesatelliet Interkosmos 8;
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-26 en de Soyuz testvlucht 7K-T n°34A;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Gorizont 8 en een militaire waarnemer Oktan;
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimyesonde Mariner 4.
Mariner 4 is een ruimtesonde bedoeld om wetenschappelijke gegevens te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars. Deze sonde slaagt er voor het eerst in om bodemfoto’s door te seinen.
Op 15 juli 1965 passeert Mariner 4 de planeet op 9900km en maakt 21 foto’s.
De sonde had een TVcamera aan boord, alsmede instrumenten voor de waarneming van oa kosmische
straling, magnetisme, zonnewind en micro-meteorieten, en voor studie van de atmosfeer.
Enkele resultaten zijn: T°-100°C; druk 4à7mbar; ontdekking van kraters en sneeuw.
(afbeeldingen: desonde yijdens de bouw ervan en één van de foto’s van de marsbodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-077A
Norad ID: 938
Andere namen: Mariner C-3
Lanceertuig: Atlas Agena D 288D
Massa: 366 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC83/21, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-L1E N°1.
Dit moest een testvlucht worden van de Blok D bovenste trap van de N1 maanraket, met als lading een gewijzigde maanorbiter Soyuz 7K-L1, als voorbereiding van bemande Soviet maanvluchten.
De lading bestond vooral uit TV-camera’s welke het gedrag van Blok D in gewichtloze toestand moesten tonen.
De lancering mislukt echter, maar zal een jaar later als Kosmos 382 wel slagen.
(afbeelding: de kombinatie tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D 245-01
Massa: 10380 kg.
vertrek in 1983 van de ruimtependel Columbia STS 9/41A (Norad ID: 14523), voor een 10-daagse missie in een baan om de aarde.
De vlucht die gepland stond voor 30 september, maar uitgesteld wegens een technisch probleem, draagt voor de eerste maal Spacelab-1 en zes astronauten naar de ruimte.
Dit ruimtelaboratorium is een gezamenlijk projekt van NASA en ESA. Voor de bediening ervan gaat voor het eerst een ESA astronaut, de Duitser Ulf Merbold, mee.
Spacelab is een orbitaal laboratorium bestaande uit een cilindrische onder druk blijvend module welke in de laadruimte van de pendel blijft.
In totaal worden 73 onderzoeken uitgevoerd op gebied van onder andere: astronomie, fysica, biowetenschappen, materiaalkennis, ruimte plasmafysica en technologie.
Eerst zes personen in de ruimte uitgevoerd op een enkel voertuig.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber,
Brewster H.Shaw , Jr, piloot,
Owen K.Garriott, missiespecialist,
Robert A.Parker, missiespecialist,
Byron K.Lichtenberg, ladingspecialist,
Ulf D.Merbold, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1951 te Fresno – California, van Barbara Radding Morgan.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - Lerares.
Lid van TIS-1995 en NASA 17-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 118.
Verbleef 12,77 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot augustus 2008.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de SU koppeltest Soyuz OK-2;
in 1973: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1981: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-1M;
in 1985: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1989: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-36;
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz T3 (Norad ID: 12077), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Dit is de 13de expeditie naar het station, met voor het eerst sinds 1971 drie cosmonauten aan boord. Tijdens hun 13-daags verblijf deden ze de gebruikelijke experimenten en studies op “biologische specimen” die ze meebrachten. De meeste tijd brachten ze echter door met de nodige herstellingen aan de uitrusting en het opknappen van het station.
De inzittenden zijn:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur,
Gennady M.Strekalov, wetenschapper.
geboorte in 1952 te Flushing - New York, van James Donald ‘Wexbee’ Wetherbee.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 32, 52, 63, 86, 102 en 113.
Verbleef 66,54 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot januari 2005.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS technologietest Centaur AC2, de wetenschapssatelliet Explorer 18/IMP 1(A) en de fotospion KH-4 9061/OPS 2260
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-16;
in 1973: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1984: de SU weersatelliet Meteor-3-1;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Gorizont 27;
in 1997: de NASA technologiesatelliet ETS 7/Kiku 7;
lancering in 1959 vanaf Cape Canaveral LC14, van de VS ruimtesonde Able IV B.
Pioneer P-3 is bedoeld als maanorbiter, maar het radiokontakt gaat al na 104 sec verloren bij het uiteenvallen van de combinatie. De oorzaak lag in het te vroeg loskomen van de neuskegelafscherming bij T+45 sec.
De sonde moest een pakket instrumenten in orbit omheen de maan brengen, welke de ruimte tussen aarde en maan uitgebreid zou onderzoeken, alsmede metingen verrichten ivm topografie en magnetisme.
De sonde was ontwikkeld door het JPL en op kosten van NASA en gelanceerd door de Luchtmacht.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Pioneer P-3, Pioneer-X
Lanceertuig: Atlas Able 20D / Able-5
Massa: 168 kg.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Atlantis STS 23/61B (Norad ID: 16273), voor een 7-daagse wetenschappelijk-technische missie in een baan om de aarde.
Drie communicatiesatellieten worden in de ruimte gezet: MORELOS-B (Mexico), AUSSAT-2/Optus A2 (Australië) en SATCOM KU-2 (RCA Americom).
Ross en Spring oefenen ruimtetechnieken in het open ladingcompartiment. Ze testen gedurende twee ruimtewandelingen, van respektievelijk 5u 30min en 6u 40min, manieren uit voor het assembleren en demonteren van technische structuren in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Brewster H.Shaw, Jr, bevelhebber,
Bryan D.O'Connor, piloot,
Mary L.Cleave, missiespecialist,
Sherwood C.Spring, missiespecialist,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
Rodolfo Neri Vela, ladingspecialist - Mexico,
Charles D.Walker, ladingspecialist.
vertrek in 1988 van het ruimteschip Soyuz TM7 (Norad ID: 19660), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Aan boord bevindt zich ESA astronaut Chrétien, die samen met zijn Russische kollega’s gedurende 25 dagen wetenschappelijke studies en experimenten zal doen, waarna hij terugkeert in Soyuz TM6. Volkov en Krikalyev brengen bij hun landing op 27 april 1989 cosmonaut Polyakov mee, die 241 dagen in de ruimte was.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Alexander A.Volkov, gezagvoerder,
Sergei K.Krikalyev, vluchtingenieur,
Jean-Loup J.Chrétien, wetenschapper - ESA Aragatz;
bij de landing:
Aleksandr A.Volkov, gezagvoerder,
Sergei K.Krikalyev, vluchtingenieur,
Valeriy V.Polyakov, wetenschapper.
geboorte in 1937 te Moskou, van Dr Boris Borisovich Yegorov.
Russische medicus/cosmonaut.
Lid van Medici 1 groep.
Maakte ruimtevlucht in woskhod 1.
Verbleef 1,01 dagen in de ruimte.
Eerste medicus in de ruimte - 12 oktober 1964.
Was cosmonaut tot 14 oktober 1964.
Overlijdt aan hartaanval op 12 september 1994 te Moskou.
geboorte in 1963 te Cheverly – Maryland, van Richard Rorbert 'Ricky' Arnold II.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA groep 19-2004 “The Peacocks”.
Maakte ruimtevlucht in STS 119.
Verbleef 12,81 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 12u34’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de FR technologiesatelliet Asterix A1 en een SU militaire wetensschapssatelliet DS-U2-M;
in 1975: de CN fotospion FSW O-1/China 4;
in 1976: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1982: de SU doelsatelliet Raduga 11;
in 1987: een SU militaire communicatiesatelliet Al'tair;
in 1989: de MIR uitbreidingsmodule Kvant 2;
in 1990: de VS militaire satelliet USA 66/Navstar 2A-01;
in 1991: de VS militaire weersatelliet USA 73/DMSP-F11 en een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
vertrek in 1991 van de ruimtependel Atlantis STS 44 (Norad ID: 21795), voor een militaire missie in een baan om de aarde.
De lancering die voor 19 november voorzien was, wordt uitgesteld als gevolg van storingen aan de lanceerhulp (Inertial Upper Stage) van de militaire DSP-satelliet USA 75 (Defensie Support Program), die tijdens de 7-daagse vlucht in de ruimte geplaatst wordt.
De inzittenden zijn:
Frederick D.Gregory, bevelhebber,
Terence T.Henricks, piloot,
Mario Runco, Jr, missiespecialist,
James S.Voss, missiespecialist,
Story F.Musgrave, missiespecialist,
Thomas J.Hennen, ladingspecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion KH-4 9048/FTV 1135;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu;
in 1969 en 1977: een SU aardobservatiesatelliet Sfera;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-M-Yu en de maanlander test Soyuz T2K-1;
in 1971: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-01;
in 1983: een SU wetenschapssatelliet Musson;
in 1986: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1989: een SU afluistersatelliet US-PM;
in 1992 en 1994: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°6.
Deze sonde moet wetenschappelijke gegevens doorseinen tijdens het voorbijvliegen aan venus.
Oorspronkelijk was 3MV-4-6 bedoeld als mars-sonde, maar het lanceervenster voor deze vlucht was voorbij.
Door de explosie van één der motoren blijft de sonde in aardorbit steken en krijgt daardoor een kosmosnummer.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-094A
Norad ID: 1742
Andere namen: Kosmos 96
Lading: Venussonde 3MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC110L, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-LOK.
Sojoez 7K-LOK, of gewoonweg LOK (Lunniy Orbitalny Korabl), wat “ruimteschip voor maanorbit” betekent, was een ruimtevaartuig ontworpen voor bemande vluchten naar de maan.
De LOK zou twee cosmonauten in een baan rond de maan brengen als moederschip voor de Lander (LK), die één bemanningslid naar het maanoppervlak zou brengen.
Het was een deel van de N1-L3-programma met ook de LK lander en de N1 raket.
Bij de lancering gaat het na 107 seconden mis en de N1 explodeert. De brokstukken vallen van 40 km hoogte naar beneden.
(afbeelding: model van deze sonde in expo-ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: N1 11A52 7L
Massa: 9850 kg.
geboorte in 1935 te Moskou, van Vladislav Nikolayevich Volkov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 1-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 7 en 11.
Verbleef 28,71 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van eerste ruimtestation – salyut 1.
Sterft bij de landing van Soyuz 11 op 30 juni 1971.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de NASA weer- en aardobservatiesatelliet TIROS 2;
in 1967: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1974: de UK militaire communicatiesatelliet Skynet 2B;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1977: de EUMETSAT aardobservatiesatelliet Meteosat 1 (F-1);
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-59;
in 1988: een SU ELINT-satelliet Tselina-2;
in 1989: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Gorizont 22;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-79;
in 1999: de VS militaire communicatiesatelliet UFO 10.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde Zond/7K-L1 N°5L.
Dit is de 2de lancering van negen in het kader van het Zond-programma, als voorbereiding op de latere Soviet bemande maanvluchten. De bedoeling was om een capsule rondom de maan te laten vliegen om daarna een zachte landing te maken op aarde.
Door slechte werking van de 2de trap van de lanceerraket wordt de aardorbit niet bereikt en komt de capsule, door het automatisch reddingssysteem (SAS), vrij en maakt 285 km verder een harde landing.
(afbeelding: dit type sonde in konstruktie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Soyuz 7K-L1
Lanceertuig: Proton-K 8K78K/D
Massa: 5390 kg.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Discovery STS 33 (Norad ID: 20329), voor de 5de geheime missie in een baan om de aarde.
Eén van de opdrachten is het in de ruimte plaatsen van de USA 48/Magnum 4 militaire satelliet, als deel van het VS SIGINT afluistersysteem.
De lancering werd 2 dagen uitgesteld door verdacht gedrag van de elektronika aan één der raketten op vaste brandstof.
Discovery landde zoals voorzien na een verblijf van 5 dagen in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Frederick D.Gregory, bevelhebber,
John E.Blaha, piloot,
Story F.Musgrave, missiespecialist,
Manley L.Carter, Jr, missiespecialist,
Kathryn C.Thornton, missiespecialist.
geboorte in 1930 te Enid – Oklahoma, van Dr Owen Kay Garriott.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in skylab 2 en STS 9/41A.
Verbleef 69,79 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 13u43’(0,57 dagen).
Verlaat Nasa in juni 1986 en blijft tot 1993 aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1942 te Philadelphia – Pennsylvania, van Dr Guion Steward ‘Guy’ Bluford Jr.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 8, 22/61A, 39 en 53.
Verbleef 28,69 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1993.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1972: de ESA astronomiesatelliet ESRO 4;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1991: een SU militaire communicatiesatelliet Geizer;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 85;
in 1998: de SU telecomsatelliet Bonum 1;
in 1999: de LORAL communicatiesatellieten globalstar M29, M34, M39 en M61.
vertrek in 1996 van de ruimtependel Columbia STS 80 (Norad ID: 24660), voor een 18-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
De hoofdopdracht is het voor de 2de maal in de ruimte zetten en terugvangen van het instrumentenpallet ORFEUS-SPAS-II (Far and Extreme Ultraviolet Spectrometer-Shuttle Pallet Satellite II). Dit pallet verzamelde gedurende twee weken wetenschappelijke gegevens van oa UV-stralen over ongeveer 150 hemellichamen.
Twee van de secundaire ladingen waren de spectrograaf IMAPS voor meting van interstellaire absorptie en WSF-3 voor experimenten met half-geleider films in een ultra-vacuum omgeving achter dit schijfvormig apparaat. Deze laatste werd na drie dagen van vrije vlucht terug naar binnen gebracht.
Geplande buitenaktiviteiten (EVA) door astronauten Jernigan en Jones konden niet doorgaan wegens moeilijkheden met de luchtsluis.
Musgrave (bijgenaamd ET) is als 61-jarige de tot dan oudste astronaut en vloog in 5 verschillende ruimtependels.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cockrell, bevelhebber,
Kent V.Rominger, piloot,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, missiespecialist,
Thomas D.Jones, missiespecialist,
Story F.Musgrave, missiespecialist.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Columbia STS 87 (Norad ID: 25061), voor een wetenschappelijke missie van 16 dagen in aardorbit.
De hoofdlading is USMP-4 (US Microgravity Payload) voor experimenten ivm het gedrag van materialen en brandstof in micro-zwaartekracht omgeving. Het is een Spacelab project beheerd door het Marshall Space Flight Center.
Het in de ruimte zetten van de UV-satelliet Spartan 201-4, met de robotarm bediend door Chawla op 21 november, mislukte gedeeltelijk, waardoor Scott en Doi deze later met de hand moesten naar binnen halen.
Doi was hiermee de eerste Japanner die deelnam aan een buitenaktiviteit (EVA).
De inzittenden zijn:
Kevin R.Kregel, bevelhebber,
Steven W.Lindsey, piloot,
Winston E.Scott, missiespecialist,
Kalpana Chawla, missiespecialist,
Takao Doi, missiespecialist - NASDA,
Leonid K.Kadenyuk, ladingspecialist - NSAU.
geboorte in 1956 te Elmira - New York, van Eileen Marie Collins.
Amerikaanse piloot/astronaute - USAF testpiloot.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 63, 84, 93 en 114.
Verbleef 36,34 dagen in de ruimte.
Eerste vrouwelijke pendelpiloot en gezagvoerder.
Was astronaute tot april 2006.
geboorte in 1958 te Longeville-les-Metz, van Jean-Francois André Clervoy.
Franse missiespecialist/astronaut.
Lid van CNES 1-1985, ESA 1-1992 en NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 66, 84 en 103.
Verbleef 28,13 dagen in de ruimte.
selektie in 1996 van de Chinese Soyuz-Gastcosmonauten
Qinglong Li,
Jie Wu.
Geen van beide maakte een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS wetenschapssatelliet Explorer 30/SR 8/SE-A;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1978: de NAVO/VS militaire communicatiesatelliet NATO 3C;
lancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 2.
Het hoofddoel van Ranger 2 is het testen van apparatuur en de studie van de stabiliteit van een ruimtesonde, voor latere inzet bij maan- en ruimtemissies.
De sonde wordt volgens plan in een lage aardorbit geschoten, maar door een falende gyro herstart de Agena B tweede trap niet. Hierdoor komt Ranger 2 niet in het voorziene maantraject, maar strandt na het loskomen van de Agena-trap in aardorbit.
(afbeelding: deze sonde tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-032A (alpha-theta 1)
Norad ID: 206
Andere namen: Nasa P-33, RA-2
Lading: ranger Block 1
Lanceertuig: Atlas LV-3A Agena B117D
Massa: 304 kg.
geboorte in 1923 te Derry - New Hampshire, van Alan Bartlett ‘Al’ Shepard Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in mercury-redstone 3 en apollo 14.
Verbleef 9,01 dagen in de ruimte.
Maakte 2 maanwandelingen – samen 9u22’31”.
Eerste Amerikaan in de ruimte – 5 mei 1961.
Vijfde mens op de maan – apollo 14.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 31 juli 1974.
Overlijdt aan leukemie op 21 juli 1998 te Pebble Beach.
geboorte in 1951 te Valparaiso – Indiana, van Mark Neil Brown.
Amerikaanse Missiespecialist/Astronaut.
Geboren op 18 november 1951, te.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 28 en 48.
Verbleef 10,39 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1993.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS fotospion KH-4A 101/OPS 3360;
in 1970: de VS militaire satelliet OPS 4992;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: de VS militaire weersatelliet DMSP B5 D2-2;
in 1986: de SU communicatiesatelliet Gorizont 13;
in 1988: een SU afluistersatelliet US-PM;
in 1989: de NASA astronomiesatelliet COBE;
in 1993: de SU telecomsatelliet Gorizont 29;
in 1997: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1M.
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-3 No.1/Venera 3.
Venera 3 moet een capsule zacht op venus laten neerkomen. De vlucht verloopt naar wens, maar het tuig valt op 1 maart 1966 aan te hoge snelheid in de venusatmosfeer en er worden geen gegevens doorgeseind.
Venus 3 wordt door deze landing op venus het eerste aards toestel op een andere planet.
(afbeelding: deze sonde tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-092A
Norad ID: 1733
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960 kg.
vertrek in 1973 van de ruimtecapsule SLM-3/Skylab 4 (Norad ID: 6963), naar het VS ruimtestation Skylab.
Dit ruimtevaartuig dat bijna identiek is aan de commando-dienstmodule gebruikt bij de Apollo missies, brengt de derde en laatste bemanning naar Skylab voor een verblijf in de ruimte van 84 dagen.
De Skylab 4 astronauten deden wetenschappelijk onderzoek ivm de aarde en de zon alsmede medische experimenten. Ook de komeet Kohoutek werd geobserveerd.
Tijdens de studie van de zon werden voor de eerste maal opnamen gemaakt van het ontstaan van een zonsuitbarsting vanaf de ruimte. Bij de fotografie van de aarde kwam de geheime VS-basis Area 51 in beeld, wat voor opschudding zorgde in militaire kringen.
Geen van deze astronauten maakte nog een ruimtevlucht, ze verlieten NASA vóór de ruimtependel in gebruik kwam.
De landing gebeurde op 8 februari 1974 na zowat 1200 omwentelingen om de aarde.
De inzittenden zijn:
Gerald P.Carr , bevelhebber,
William R.Pogue, piloot,
Edward G.Gibson , wetenschapper.
lancering in 1996 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde M1 No.520/Mars 96.
De sonde slaagt er niet in om vanuit een baan om de aarde op weg te gaan naar de planeet mars en valt de volgende dag terug in de atmosfeer, waarbij de brokstukken boven de Stille Oceaan, Chili en Bolivia neekomen. De oorzaak van de mislukking is niet bekend.
Mars 96 bestond uit een orbiter-drager, twee kleine zelfstandige stations en twee inslag instrumenten, die volgens planning op 12 september 1997 moesten aankomen bij Mars. Samen zouden ze de evolutie van het milieu op de planeet bestuderen met oa het Belgische Spicam-S instrument.
(afbeelding: bouw van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-064A
Norad ID: 24656
Andere naam: Mars 8
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 6180 kg.
geboorte in 1950 te Chanute – Illinois, van Carl Joseph Meade.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 38, 50 en 64.
Verbleef 29,68 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u51’.
Was astronaut tot februari 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: de SU astronomiesatelliet Proton 4;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-48;
vertrek in 1990 van de ruimtependel Atlantis STS 38 (Norad ID: 20935), voor de zevende militaire missie.
Deze missie was oorspronkelijk voorzien voor juli, maar door problemen bij de lancering van Columbia STS 35 waren bijkomende tests nodig. Hierbij kwamen mogelijke lekken aan het licht aan de koppeling tussen de uitwendige brandstoftank en de pendel. Na verder oponthoud door moeilijkheden met de geheime lading en lichte beschadiging door hagel, kon Atlantis de 5-daagse ruimtemissie in een baan om de aarde afwerken.
De inzittenden zijn:
Richard O.Covey, bevelhebber,
Frank L.Culbertson, Jr, piloot,
Robert C.Springer, missiespecialist,
Carl J.Meade, missiespecialist,
Charles D.Gemar, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 35/KH-3 9028, een technologie testsatelliet TRAAC en de navigatiesatelliet Transit 4B;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet SSS-1/Explorer 45;
in 1972: de VS wetenschapssatelliet Explorer 48/SAS 2;
in 1974: de satelliet voor radio-amateurs Oscar 7/Amsat, de ES astronomiesatelliet Intasat 1 en de NOAA/NASA weersatelliet ITOS G/NOAA 4;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de telecomsatelliet SBS 1;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1985: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1986: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-69;
in 1988: de testvlucht van de SU ruimtependel Boeran F1/VKK 1;
in 1992: de SU aardobservatie satelliet Resurs 500 met groeten aan de VS voor hun 500ste verjaring.
vertrek in 1969 van het ruimteschip Apollo 12 (Norad ID: 4225), voor een vlucht naar de maan.
Apollo 12 zal na een vlucht van ongeveer vijf dagen voor de tweede maal twee mensen op de maan brengen. Het zijn Conrad en Bean, terwijl Gordon in de commando module (CSM) 'Yankee Clipper' om de maan blijft cirkelen.
De maanwandelaars inspekteren de ruimtesonde Surveyor 3 die twee en half jaar eerder op de maan landde en nemen delen ervan (oa de camera) voor onderzoek op aarde. Tijdens de twee maanwandelingen van in totaal 2 km verzamelen de astronauten 34 kg bodemmateriaal.
De maanlander (LEM) 'Intrepid' stijgt op 20 november op van de maan en koppelt in maanorbit met de CSM. Na overstap van Conrad en Bean keert de apollo capsule terug naar de aarde en komt op 24 november neer in de Stille Oceaan.
Achtergelaten meetinstrumenten registreren lichte maanbevingen en geizers van waterdamp in de omgeveng van Fra Mauro.
De inzittenden zijn:
Charles P.Conrad, bevelhebber,
Alan L.Bean, LM piloot,
Richard F.Gordon, CM piloot.
geboorte in 1930 te San Antonio – Texas, van Edward Higgins ‘Ed’ White II.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 4.
Verbleef 4,08 dagen in de ruimte.
Volbracht de eerste VS ruimtewandeling van 20’ op 18 maart 1965.
Sterft in de apollo capsulebrand op 27 januari 1967 te Cape Canaveral.
geboorte in 1956 te Portsmouth – Virginia, van Kenneth ‘Ken’ Duane Bowersox.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 50, 61, 73, 82 en 113(soyuz-TMA1).
Verbleef 212,59 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 13u17’.
Was astronaut tot september 2006; bleef aktief in de ruimtevaart .
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-25;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-03;
in 1984: de VS/NAVO militaire communicatiesatelliet Nato 3D, een SU fotoverkenner Oblik en
een SU militaire waarnemer Siluet;
in 1986: de VS satelliet voor ionosfeeronderzoek Polar Bear 1;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°4/Venera 2.
Venus 2 wordt vanaf het lanceerplatform (Tyazheliy Sputnik) uit aardorbit naar venus gelanceerd met aan boord een TV systeem en wetenschappelijke apparatuur.
De sonde vliegt op 27 februari 1966 op 24000km aan venus voorbij, wat ook de bedoeling was, maar het radiokontakt wordt verbroken.
Vermoedelijk werkt de apparatuur, maar faalde Venus 2 in het doorseinen van de gegevens.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-091A
Norad ID: 1730
Andere namen: Venera 2
Lading: venussonde 3MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960kg.
vertrek in 1981 van de ruimtependel Columbia STS 2 (Norad ID: 12953), voor een testvlucht in een baan om de aarde.
Nadat de lancering op 4 november tijdens de aftelling door de computer gestopt werd, bleken bijkomende veiligheidstests bij start en landing nodig. Na aanpassingen aan het lanceerplatform en aan de vaste brandstofraketten, vertrekt Columbia voor een geplande vlucht van 5 dagen.
Door de slechte werking van de brandstofcellen, die voor water en elektriciteit moeten zorgen, wordt de missie ingekort tot amper 2 dagen.
Het goede nieuws betreft de hittetegels, waarvan geen enkele verloren ging en slechts 12 licht beschadigd waren.
De inzittenden zijn:
Joseph H.Engle,bevelhebber,
Richard H.Truly, piloot.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Atlantis STS 74 (Norad ID: 23714), voor de tweede koppeling van de pendel aan het Soviet ruimtestation MIR.
De bemanning brengt de Canadese bestuurbare arm “remote manipulator system” (RMS) en het koppel syteem “orbiter docking system” (ODS) naar MIR, alsmede bevoorrading en geschenken.
Na een vlucht van acht dagen keert Atlantis naar de aarde terug met experimenten en stalen van oa bloed en urine van de MIR-cosmonauten.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cameron, bevelhebber,
James D.Halsell, piloot,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
William S.McArthur, Jr, missiespecialist,
Chris A.Hadfield, missiespecialist - CSA.
geboorte in 1937 te Fayette – Mississippi, van Richard Harrison ‘Dick’ Truly.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van MOL 1-1965 en Nasa 7-1969 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 2 en 8.
Verbleef 8,31 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van Enterprise pendeltestvluchten in 1977.
Was astronaut tot 1983 en bleef bij NASA tot 1992.
selektie in 1965 van de MOL-1 astronauten
Michael J. Adams,
Albert H. Crews Jr.,
John L. Finley,
Richard E. Lawyer,
Lachlan Macleay,
Francis G. Neubeck,
James M. Taylor,
Richard H. Truly.
Deze groep werd geselekteerd om het bemande (militaire) ruimtelabo MOL (Manned Orbiting Laboratory) te bemannen.
Na het schrappen van het MOL-projekt kwam enkel Richard H. Truly naar NASA, en vloog in de ruimtependel. Hij werd later de eerste astronaut NASA-Beheerder.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 17/KH-2 9012;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1991: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1997: de telecomsatellieten Indostar 1/Cakrawarta 1 (ID) en Sirius 2 (SES), en de SU ‘Bankir’ communicatiesatelliet Kupon 1.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°1.
Deze sonde (Spuskaemiyapparat 3MV-1 N°1 SA) heeft vermoedelijk een technologietest van de
Venera-reeks als doel.
Het kan hier ook een poging geweest zijn tot een mars of venus passage, gelijkaardig aan de latere Kosmos 27 (3MV-1 sn 3). Of was het doel toch enkel een aardorbit?
Hoe het ook zij, tijdens het verblijf in de parkeerorbit, wordt de ontsnappingstrap (Blok L) onstabiel en het tuig blijft in aardorbit steken tot de terugval op 14 november.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1963-044A
Norad ID: 687
Andere namen: Venera 3MV-1-1, Kosmos 21
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 890 kg.
vertrek in 1966 van het ruimteschip Gemini GT-12 (Norad ID: 2566), voor een 4-daagse vlucht in een baan om de aarde, als 10de en laatste in de Gemini-reeks.
Het doel is het verder oefenen van de koppeltechnieken met het Gemini-Agena doel (GATV) en van aktiviteiten buiten een ruimteschip (EVA). Zoals gebruikelijk waren ook wetenschappelijke en medische experimenten aan boord.
Tijdens deze vlucht werd ook aandacht besteed aan de totale zonsverduistering van 12 november boven Zuid-Amerika.
De inzittenden zijn:
James A.Lovell, bevelhebber-piloot,
Edwin E.Aldrin, co-piloot.
vertrek in 1982 van de ruimtependel Columbia STS-5 (Norad ID: 13650), voor een 1ste operationele vlucht van 5 dagen in een baan om de aarde.
De astronauten plaatsen de communicatiesatellieten Sits C/SBS 3 (voor rekening van Satellite Business Systems) en Telesat 6/Anik C3 (in opdracht van Telesat Canada) in de ruimte.
Beide satellieten zijn uitgerust met een “lading hulp module” (PAM), die hen in een hoge elliptische baan om de aarde brengt.
De geplande eerste uitstap uit een pendel in de ruimte wordt afgelast door de slechte werking van het ruimtepak.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Robert F.Overmyer, piloot,
Joseph P.Allen, missiespecialist,
William B.Lenoir, missiespecialist.
geboorte in 1946 te Moskow, van Vladimir Alekseyevich Soloviyov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 5/NPOE 4(?)-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz T10(T11) en T15.
Verbleef 361,95 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 31u40’.
Bezocht twee ruimtestations tijdens zelfde missie – salyut 7 & MIR.
Was cosmonaut tot februari 1994.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion SAMOS 11/FTV 2405;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1982: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1983: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1994: het MIR cargoschip Progress-M25;
in 1995: de MIR koppel-module DM tbv Atlantis-pendel.