lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-3 No.1/Venera 3.
Venera 3 moet een capsule zacht op venus laten neerkomen. De vlucht verloopt naar wens, maar het tuig valt op 1 maart 1966 aan te hoge snelheid in de venusatmosfeer en er worden geen gegevens doorgeseind.
Venus 3 wordt door deze landing op venus het eerste aards toestel op een andere planet.
(afbeelding: deze sonde tijdens de bouw ervan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-092A
Norad ID: 1733
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960 kg.
vertrek in 1973 van de ruimtecapsule SLM-3/Skylab 4 (Norad ID: 6963), naar het VS ruimtestation Skylab.
Dit ruimtevaartuig dat bijna identiek is aan de commando-dienstmodule gebruikt bij de Apollo missies, brengt de derde en laatste bemanning naar Skylab voor een verblijf in de ruimte van 84 dagen.
De Skylab 4 astronauten deden wetenschappelijk onderzoek ivm de aarde en de zon alsmede medische experimenten. Ook de komeet Kohoutek werd geobserveerd.
Tijdens de studie van de zon werden voor de eerste maal opnamen gemaakt van het ontstaan van een zonsuitbarsting vanaf de ruimte. Bij de fotografie van de aarde kwam de geheime VS-basis Area 51 in beeld, wat voor opschudding zorgde in militaire kringen.
Geen van deze astronauten maakte nog een ruimtevlucht, ze verlieten NASA vóór de ruimtependel in gebruik kwam.
De landing gebeurde op 8 februari 1974 na zowat 1200 omwentelingen om de aarde.
De inzittenden zijn:
Gerald P.Carr , bevelhebber,
William R.Pogue, piloot,
Edward G.Gibson , wetenschapper.
lancering in 1996 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde M1 No.520/Mars 96.
De sonde slaagt er niet in om vanuit een baan om de aarde op weg te gaan naar de planeet mars en valt de volgende dag terug in de atmosfeer, waarbij de brokstukken boven de Stille Oceaan, Chili en Bolivia neekomen. De oorzaak van de mislukking is niet bekend.
Mars 96 bestond uit een orbiter-drager, twee kleine zelfstandige stations en twee inslag instrumenten, die volgens planning op 12 september 1997 moesten aankomen bij Mars. Samen zouden ze de evolutie van het milieu op de planeet bestuderen met oa het Belgische Spicam-S instrument.
(afbeelding: bouw van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-064A
Norad ID: 24656
Andere naam: Mars 8
Lanceertuig: Proton-K/D-2
Massa: 6180 kg.
geboorte in 1950 te Chanute – Illinois, van Carl Joseph Meade.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 38, 50 en 64.
Verbleef 29,68 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u51’.
Was astronaut tot februari 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: de SU astronomiesatelliet Proton 4;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-48;
vertrek in 1990 van de ruimtependel Atlantis STS 38 (Norad ID: 20935), voor de zevende militaire missie.
Deze missie was oorspronkelijk voorzien voor juli, maar door problemen bij de lancering van Columbia STS 35 waren bijkomende tests nodig. Hierbij kwamen mogelijke lekken aan het licht aan de koppeling tussen de uitwendige brandstoftank en de pendel. Na verder oponthoud door moeilijkheden met de geheime lading en lichte beschadiging door hagel, kon Atlantis de 5-daagse ruimtemissie in een baan om de aarde afwerken.
De inzittenden zijn:
Richard O.Covey, bevelhebber,
Frank L.Culbertson, Jr, piloot,
Robert C.Springer, missiespecialist,
Carl J.Meade, missiespecialist,
Charles D.Gemar, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 35/KH-3 9028, een technologie testsatelliet TRAAC en de navigatiesatelliet Transit 4B;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet SSS-1/Explorer 45;
in 1972: de VS wetenschapssatelliet Explorer 48/SAS 2;
in 1974: de satelliet voor radio-amateurs Oscar 7/Amsat, de ES astronomiesatelliet Intasat 1 en de NOAA/NASA weersatelliet ITOS G/NOAA 4;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de telecomsatelliet SBS 1;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1985: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1986: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-69;
in 1988: de testvlucht van de SU ruimtependel Boeran F1/VKK 1;
in 1992: de SU aardobservatie satelliet Resurs 500 met groeten aan de VS voor hun 500ste verjaring.
vertrek in 1969 van het ruimteschip Apollo 12 (Norad ID: 4225), voor een vlucht naar de maan.
Apollo 12 zal na een vlucht van ongeveer vijf dagen voor de tweede maal twee mensen op de maan brengen. Het zijn Conrad en Bean, terwijl Gordon in de commando module (CSM) 'Yankee Clipper' om de maan blijft cirkelen.
De maanwandelaars inspekteren de ruimtesonde Surveyor 3 die twee en half jaar eerder op de maan landde en nemen delen ervan (oa de camera) voor onderzoek op aarde. Tijdens de twee maanwandelingen van in totaal 2 km verzamelen de astronauten 34 kg bodemmateriaal.
De maanlander (LEM) 'Intrepid' stijgt op 20 november op van de maan en koppelt in maanorbit met de CSM. Na overstap van Conrad en Bean keert de apollo capsule terug naar de aarde en komt op 24 november neer in de Stille Oceaan.
Achtergelaten meetinstrumenten registreren lichte maanbevingen en geizers van waterdamp in de omgeveng van Fra Mauro.
De inzittenden zijn:
Charles P.Conrad, bevelhebber,
Alan L.Bean, LM piloot,
Richard F.Gordon, CM piloot.
geboorte in 1930 te San Antonio – Texas, van Edward Higgins ‘Ed’ White II.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 4.
Verbleef 4,08 dagen in de ruimte.
Volbracht de eerste VS ruimtewandeling van 20’ op 18 maart 1965.
Sterft in de apollo capsulebrand op 27 januari 1967 te Cape Canaveral.
geboorte in 1956 te Portsmouth – Virginia, van Kenneth ‘Ken’ Duane Bowersox.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 50, 61, 73, 82 en 113(soyuz-TMA1).
Verbleef 212,59 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 13u17’.
Was astronaut tot september 2006; bleef aktief in de ruimtevaart .
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-25;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-03;
in 1984: de VS/NAVO militaire communicatiesatelliet Nato 3D, een SU fotoverkenner Oblik en
een SU militaire waarnemer Siluet;
in 1986: de VS satelliet voor ionosfeeronderzoek Polar Bear 1;
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 3MV-4 N°4/Venera 2.
Venus 2 wordt vanaf het lanceerplatform (Tyazheliy Sputnik) uit aardorbit naar venus gelanceerd met aan boord een TV systeem en wetenschappelijke apparatuur.
De sonde vliegt op 27 februari 1966 op 24000km aan venus voorbij, wat ook de bedoeling was, maar het radiokontakt wordt verbroken.
Vermoedelijk werkt de apparatuur, maar faalde Venus 2 in het doorseinen van de gegevens.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-091A
Norad ID: 1730
Andere namen: Venera 2
Lading: venussonde 3MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 960kg.
vertrek in 1981 van de ruimtependel Columbia STS 2 (Norad ID: 12953), voor een testvlucht in een baan om de aarde.
Nadat de lancering op 4 november tijdens de aftelling door de computer gestopt werd, bleken bijkomende veiligheidstests bij start en landing nodig. Na aanpassingen aan het lanceerplatform en aan de vaste brandstofraketten, vertrekt Columbia voor een geplande vlucht van 5 dagen.
Door de slechte werking van de brandstofcellen, die voor water en elektriciteit moeten zorgen, wordt de missie ingekort tot amper 2 dagen.
Het goede nieuws betreft de hittetegels, waarvan geen enkele verloren ging en slechts 12 licht beschadigd waren.
De inzittenden zijn:
Joseph H.Engle,bevelhebber,
Richard H.Truly, piloot.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Atlantis STS 74 (Norad ID: 23714), voor de tweede koppeling van de pendel aan het Soviet ruimtestation MIR.
De bemanning brengt de Canadese bestuurbare arm “remote manipulator system” (RMS) en het koppel syteem “orbiter docking system” (ODS) naar MIR, alsmede bevoorrading en geschenken.
Na een vlucht van acht dagen keert Atlantis naar de aarde terug met experimenten en stalen van oa bloed en urine van de MIR-cosmonauten.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cameron, bevelhebber,
James D.Halsell, piloot,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
William S.McArthur, Jr, missiespecialist,
Chris A.Hadfield, missiespecialist - CSA.
geboorte in 1937 te Fayette – Mississippi, van Richard Harrison ‘Dick’ Truly.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van MOL 1-1965 en Nasa 7-1969 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 2 en 8.
Verbleef 8,31 dagen in de ruimte.
Bemanningslid van Enterprise pendeltestvluchten in 1977.
Was astronaut tot 1983 en bleef bij NASA tot 1992.
selektie in 1965 van de MOL-1 astronauten
Michael J. Adams,
Albert H. Crews Jr.,
John L. Finley,
Richard E. Lawyer,
Lachlan Macleay,
Francis G. Neubeck,
James M. Taylor,
Richard H. Truly.
Deze groep werd geselekteerd om het bemande (militaire) ruimtelabo MOL (Manned Orbiting Laboratory) te bemannen.
Na het schrappen van het MOL-projekt kwam enkel Richard H. Truly naar NASA, en vloog in de ruimtependel. Hij werd later de eerste astronaut NASA-Beheerder.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 17/KH-2 9012;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1991: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1997: de telecomsatellieten Indostar 1/Cakrawarta 1 (ID) en Sirius 2 (SES), en de SU ‘Bankir’ communicatiesatelliet Kupon 1.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°1.
Deze sonde (Spuskaemiyapparat 3MV-1 N°1 SA) heeft vermoedelijk een technologietest van de
Venera-reeks als doel.
Het kan hier ook een poging geweest zijn tot een mars of venus passage, gelijkaardig aan de latere Kosmos 27 (3MV-1 sn 3). Of was het doel toch enkel een aardorbit?
Hoe het ook zij, tijdens het verblijf in de parkeerorbit, wordt de ontsnappingstrap (Blok L) onstabiel en het tuig blijft in aardorbit steken tot de terugval op 14 november.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1963-044A
Norad ID: 687
Andere namen: Venera 3MV-1-1, Kosmos 21
Lanceertuig: Molniya 8K78
Massa: 890 kg.
vertrek in 1966 van het ruimteschip Gemini GT-12 (Norad ID: 2566), voor een 4-daagse vlucht in een baan om de aarde, als 10de en laatste in de Gemini-reeks.
Het doel is het verder oefenen van de koppeltechnieken met het Gemini-Agena doel (GATV) en van aktiviteiten buiten een ruimteschip (EVA). Zoals gebruikelijk waren ook wetenschappelijke en medische experimenten aan boord.
Tijdens deze vlucht werd ook aandacht besteed aan de totale zonsverduistering van 12 november boven Zuid-Amerika.
De inzittenden zijn:
James A.Lovell, bevelhebber-piloot,
Edwin E.Aldrin, co-piloot.
vertrek in 1982 van de ruimtependel Columbia STS-5 (Norad ID: 13650), voor een 1ste operationele vlucht van 5 dagen in een baan om de aarde.
De astronauten plaatsen de communicatiesatellieten Sits C/SBS 3 (voor rekening van Satellite Business Systems) en Telesat 6/Anik C3 (in opdracht van Telesat Canada) in de ruimte.
Beide satellieten zijn uitgerust met een “lading hulp module” (PAM), die hen in een hoge elliptische baan om de aarde brengt.
De geplande eerste uitstap uit een pendel in de ruimte wordt afgelast door de slechte werking van het ruimtepak.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Robert F.Overmyer, piloot,
Joseph P.Allen, missiespecialist,
William B.Lenoir, missiespecialist.
geboorte in 1946 te Moskow, van Vladimir Alekseyevich Soloviyov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 5/NPOE 4(?)-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz T10(T11) en T15.
Verbleef 361,95 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 31u40’.
Bezocht twee ruimtestations tijdens zelfde missie – salyut 7 & MIR.
Was cosmonaut tot februari 1994.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion SAMOS 11/FTV 2405;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1982: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1983: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1994: het MIR cargoschip Progress-M25;
in 1995: de MIR koppel-module DM tbv Atlantis-pendel.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 7K-L1-12L/Zond 6.
Deze sonde heeft als opdracht via een lusvormige baan omheen de maan te vliegen en naar de aarde terug te keren, als onderdeel van het Soviet bemande maanprogramma. Het ruimtevaartuig heeft wetenschappelijke apparatuur aan boord voor de detektie van oa kosmische stralen en micro-meteoroiden, alsmede fotoapparatuur en biologische specimen.
Zond 6 vloog rond de maan op 14 november 1968, op een minimale afstand van 2420 km.
Foto's van de maan en de aarde werden gemaakt van 11.000 km tot 3300 km boven de maanbodem.
De gecontroleerde terugkeer van het ruimtevaartuig vond plaats op 17 november.
(afbeeldingen: model van de sonde en aarde/maan foto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-101A
Norad ID: 3535
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde E-8-203/Luna 17 met het rijdend labo Lunokhod 1.
Dit ruimtevaartuig moet een voertuig na een zachte landing op de maanbodem brengen.
De landing in Mare Imbrium op 38°N – 35°W gebeurt op 17 november, waarna Lunikhod 1 zowat 3 uur later via metalen hellingsplaten op het maanoppervlak bolt.
Lunokhod was uitgerust met een kegelvormige antenne, een sterk gerichte spiraalvormige antenne, vier televisiecamera's, stralingsdetektoren en apparaten om de mechanische eigenschappen van de bodem te testen. Het voertuig werd elektrisch aangedreven door een reeks zonnecellen gemonteerd op het deksel. Lunokhod was bedoeld om te werken gedurende drie “maan” dagen, maar werkte bijna vier maal zolang.
Toen de activiteiten van Lunokhod officieel op 4 oktober 1971 ophielden (de verjaardag van de Spoetnik 1), had het wagentje 10540 m gereden en meer dan 20.000 foto's doorgeseind.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van luna 17/lunokhod 1 op de maan en landingsplaats)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1970-095A
Norad ID: 4691
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Mass: 5600 kg.
geboorte in 1933 te St.Francis – Kansas, van Ronald Ellwin ‘Ron’ Evans.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in apollo 17.
Verbleef 12,58 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 1u05’44”.
Verlaat Nasa in 1977.
Overlijdt aan hartaanval op 7 april 1990 te Scottsdale.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS weersatelliet ESSA 6/TOS D;
in 1972: de CA communicatiesatelliet Telesat 1/Anik A1;
in 1973: de VS fotospion SAMOS 96 en een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1984: de communicatiesatellieten Marecs 2 (ESA/Inmarsat) en Spacenet 2(GTE-VS).
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral 39A, van de testvlucht Apollo 4.
De Apollo 4 was een onbemande proef in het kader van het Amerikaanse Apollo-programma om oa het hitteschild van de commandomodule (hier CSM-017) te testen.
De vlucht duurde 8u 37 min en de capsule kwam neer in de Atlantische Oceaan op 30°N - 172°W.
Apollo 4 was ook de allereerste vlucht waarbij een Saturnus V gelanceerd werd en de opdracht werd als geslaagd genoteerd.
(afbeeldingen: de berging van de capsule en het missie-embleem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-113A
Norad ID: 3032
Andere namen: Apollo-Saturn 501
Lanceertuig: Saturn S-IVB-501
Massa: 36656 kg.
selektie in 1984 van de VS Congres waarnemers
Jacob E.Garn,
William C.Nelson.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1970: de NASA wetenschapssatelliet OFO 1;
in 1972: de VS militaire weersatelliet DMSP 5B-F3;
in 1985: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1997: de Iridium netwerk communicatiesatellieten 38, 39, 40, 41 en 43.
lancering in 1958 vanaf Cape Canaveral LC17A, van de VS ruimtesonde Pioneer 2.
Pioneer 2 is de laatste van de “Able” ruimtesondes, bedoeld om de maan en de inter-lunaire ruimte te verkennen. Het geplande maantraject wordt echter niet gehaald door het falen van de 3de trap van het lanceertuig.
Spoedig valt Pioneer 2 terug in de atmosfeer boven NW Afrika, na vermoedelijk een hoogte van maar 1550km bereikt te hebben.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1958-F19 / PION2
Norad ID: -
Anderenamen: Able 3
Lading: Pioneer 0-1-2
Lanceertuig; Thor Able I-129
Massa: 39 kg.
lancering in 1968 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de VS ruimtesonde Pioneer 9.
Pionier 9 was de vierde in een reeks van satellieten ontworpen om wetenschappelijke metingen van oa de zonnewind, de interplanetaire elektronendichtheid, de kosmische straling en de magnetische en elektrische velden, uit te voeren in de interplanetaire ruimte.
Radiokontakt werd tot mei 1983 onderhouden.
Pioneer 9 was ook voorzien van een kleine magnetisch gestabiliseerde satelliet in de vorm van een octaëder (TETR 2), die aan een draad hing en diende als trainingsdoel voor de Apollo grondstations.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-100A
Norad ID: 3533
Andere namen: Pioneer D
Lanceertuig: Thor Delta E1 479/D60
Massa: 147 kg.
vertrek in 1984 van de ruimtependel Discovery STS 14/51A (Norad ID: 15382), voor een 8-daagse missie in een baan om de aarde.
Eén van de opdrachten bestaat uit het in de ruimte zetten van de communicatiesatellieten Anik D2/Telesat-H (Canada) en Syncom IV-1/Leasat-1 (VS militair).
Tijdens deze vlucht worden de slechtwerkende satellieten Palapa-B2 en Westar VI, die op 3 februari vanaf STS 41B gelanceerd waren, uit de ruimte geplukt om voor herstelling naar de aarde te brengen. Hiertoe gebruiken de astronauten Gardner en Allen de bemande maneuvreer eenheid (MMU) als hoogtewerker.
De inzittenden zijn:
Frederick H.Hauck, bevelhebber,
David M.Walker, piloot,
Anna L.Tingle/Fisher, missiespecialist,
Dale A.Gardner, missiespecialist,
Joseph P.Allen, missiespecialist.
geboorte in 1936 te Buffalo - New York, van Dr Edward George Gibson.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht in skylab 3.
Verbleef 84,05 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 15u21’(0,64 dagen).
Verlaat Nasa op 31 oktober 1982.
geboorte in 1947 te Murfreesboro – Tennessee, van Dr Margaret Rhea Seddon.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Medicus.
Huwde astronaut Robert Lee Gibson.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 16/51D, 40 en 58.
Verbleef 30,10 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot februari 1998.
geboorte in 1948 te Fairmont – Minnesota, van Dale Allan Gardner.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 8 en 14/51A.
Verbleef 14,04 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u42’.
Was astronaut tot september 1986 en bleef tot 1990 aktief in de ruimtevaart.
Overlijdt op 19 februari 2014 te Colorado.
overlijden in 1999 te Zvyozdny Gorodok – Moscow, van Yury Vasilyevich Malyshev
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 27 augustus 1941, te Nikolayevsk, Volgograd Oblast
Rang: Kolonel, Soviet Luchtmacht
Selectie : Luchtmacht Groep 4-1967
Missies : Soyuz T-2 en Soyuz T-11/T-10
Verbleef 11d 19h 59m (11,83d) in de ruimte.
Kreeg meerdere onderscheidingen waaronder het Ereteken van Piloot/Astronaut van de Soviet Unie (hier afgebeeld).
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS fotospion KH 7/OPS 6232 en de militaire satelliet OPS 8293;
in 1966: de VS fotospion KH-4B/OPS 1866;
in 1969: de NASA/DE wetenschapssatelliet GRS A/Azur;
in 1991: de VS militaire satellieten USA 72, 74, 76 en 77.
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Surveyor 6.
Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de Apollo-missies.
Surveyor 6 landt op het maanoppervlak op 10 november in Sinus Medii , een vlak van kraters voorzien terrein op 0,49°N - 358,60°O, zowat in het centrum van het zichtbare halfrond van de maan. Op 17 november worden de motoren ontstoken waardoor Surveyor opveert naar het westen en ongeveer 2,4 meter terug landt. Deze maan "hop" vertegenwoordigde het eerste gemotoriseerde opstijgen van het maanoppervlak en bezorgt informatie over de effecten van het afvuren van raketmotoren op de Maan. Tot een paar uur na zonsondergang op 24 november, worden ongeveer 30000 beelden van het maanoppervlak naar de aarde geseind.
De resultaten van de experimenten toonden aan dat het oppervlak een basaltisch samenstelling heeft en dat de draagkracht ervan meer dan voldoende is voor een bemande landing.
(afbeeldingen: foto van de zuster-sonde Surveyor 3 op de maan en fotomozaïek van de bodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-112A
Norad ID: 3031
Andere namen: Surveyor SC-6
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-14
Massa: 300 kg.
lancering in 1996 vanaf Cape Canaveral LC17A, van de VS ruimtesonde Mars Global Surveyor.
De sonde heeft als doel om vanaf een baan om Mars gegevens te verzamelen over oa de oppervlakte eigenschappen, de zwaartekracht, de atmosfeer en het magnetisch veld.
De gegevens zullen worden gebruikt om het weer en klimaat van Mars onderzoeken.
MGS/Discovery 2 kwam op 12 september 1997 in een hoge elliptische baan om Mars, waarna door atmosferische weerstand in februari 1999 een lagere zon-synchrone cirkelvormige omloop van zuid naar noord bekomen werd.
De eerste waarnemingen begonnen midden maart 1999, toen het zomer was op het noordelijk halfrond en duurde een marsjaar (687 aardse dagen) tot en met januari 2001. Daarna volgden nog waarnemingsperiodes totdat het contact met de sonde verloren werd op 2 november 2006.
In totaal werden 65000 foto’s bekomen en de ontdekking van water was één van de voornaamste resultaten van de missie.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde boven mars en foto van het “marsgezicht”)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-062A
Norad ID: 24648
Lanceertuig: Delta II 7925
Massa: 1030 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 7;
in 1997: de VS militaire satelliet USA 136/Trumpet.
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter 2.
Lunar Orbiter 2 moet in hoofdzaak vanuit een baan om de maan gegevens verzamelen en opnamen doorseinen van de maanbodem. Deze foto’s (een 800 in het totaal), met een resolutie van 1 meter, zullen gebruikt worden voor het uitzoeken van geschikte landingsplaatsen voor latere Surveyor en Apollo missies. Tijdens de metingen werden 3 meteorietinslagen gevoeld. De sonde stortte op 11 oktober 1967 op de maan – 3°N-119°O - te pletter.
Op één der foto’s van 20 november zijn een aantal enorme pieken zichtbaar naast een rechthoekige kuil. Deze toppen in de Zee der Stilte werden naar de ontdekker ervan, professor William Blair, genoemd.
(afbeeldingen: model van de sonde en foto met de “toppen van Blair”)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-100A
Norad ID: 2534
Andere namen: Lunar Orbiter B
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5802
Massa: 385 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de NASA wetenschapssatelliet Explorer 23/NASA S-55C;
in 1965: de VS wetenschapssatelliet Explorer 29/GEOS 1(A);
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 5296/ KH 8(?);
in 1970: de VS militaire waarschuwer DSP 1/IMEWS 1;
in 1973: de NASA/NOAA weersatelliet ITOS F/NOAA 3;
in 1988: de VS militaire satelliet USA 33/KH11-8;
in 1995: de VS militaire waarschuwer Milstar 2/USA 115;
in 1997: de VS militaire navigatiesatelliet USA 135/Navstar 38;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 02, 83, 84, 85 en 86.
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Mariner 3.
Mariner 3 moet, na een reis van zowat 8 maanden, metingen verrichten en bodemfoto’s maken tijdens het voorbijvliegen aan Mars.
Door een defect aan de satellietafscherming blijven de sensoren echter bedekt, en wordt het streefdoel niet gehaald. Door het hogere gewicht wordt ook afgeweken van het geplande traject en komt de sonde in een heliocentrische baan.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-073A
Norad ID: 923
Lading: Mariner 3-4
Lanceertuig: Atlas Agena D 289D
Massa: 260 kg.
geboorte in 1948 te Uniontown – Pennsylvania, van Robert Joseph Cenker Jr.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van RCA 1985 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 24/61C.
Verbleef 6,09 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot januari 1986.
geboorte in 1961 te Bar Harbor – Maine, van Charles Owen 'Scorch' Hobaugh.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 104, 118 en 129.
Verbleef 36,34 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 23 september 2011.
geboorte in 1961 te Passadena – California, van Alan Goodwin Poindexter.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 122 en 131.
Verbleef 27,89 dagen in de ruimte.
Verongelukt met jetski op 1 juli 2012, te Pensacola - Florida.
geboorte in 1962 te Washington D.C., van Benjamin Alvin Drew.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 118 en 133.
Verbleef 25,54 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen – samen 12u48’.
Was astronaut tot oktober 2013.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 34/KH-3;
lancering in 1962 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 2MV-3 n°1.
De sonde 2MV-3 sn 1 is bedoeld om een instrumentencapsule (Spuskaemiyapparat 2MV-3 N°1) zacht op mars te laten landen.
De SL-6/A-2-e draagraket brengt de bovenste trap met de sonde in een parkeerbaan om de aarde, maar over het vervolg bestaan twee versies:
- ofwel explodeert de vierde trap,
- ofwel onsteekt de motor van de ontsnappingstrap niet en blijft de combinatie zowat 2 maanden in aardorbit steken.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-062A (b.xi 1)
Norad ID: 451
Andere Namen: AMS Mars, Mars 1962B, Korabl 13, Sputnik 24(VS)
Lading: Mars/Venussonde 2MV-3
Lanceertuig: Molniya 8K78 T103-17
Massa: 890 kg.
lancering in 1981 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 4V-1M n°761/Venera 14.
Venera 14 bestaat uit een drager, die meetinstrumenten en de nodige zendapparatuur bevat, en een lander die op 5 maart 1982 in de atmosfeer van Venus duikt.
De parachute opende op een hoogte van ongeveer 63 km en wordt op 47 km hoogte afgestoten, waarna de lander door de atmosferische weerstand afgeremd werd en landt op 13°Z – 310°O op een basaltische vlakte. Er wordt een bodemstaal en kleurenfoto’s genomen gedurende 57 minuten dat de sonde weerstaat aan de daar heersende temperatuur van 470°C en druk van 94 atmosfeer.
De seismometer detecteerde twee bevingen en de akoestische detector signaleerde geluiden van de werking van het ruimtevaartuig en van de wind.
(afbeelding: model van de lander en oppervlaktefoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1981-110A
Norad ID: 12938
Lanceertuig: Proton-K/D-1 311-02
Landermassa: 760 kg.
selektie in 1989 van de AN-4 wetenschapper
Valentin Lebedev.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS SIGINT satelliet Ferret 7/OPS 3062;
in 1965: de SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-V-2;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1974: een SU fotoverkenner Orion;
in 1975: een SU militaire navigatiesatelliet Parus en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1980: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1994: de SU aardobservatie satelliet Resurs 1-3;
in 1995: de NASA/CA aardobservatie satelliet Radarsat 1 en de NASA technologiesatelliet Surfsat 1;
lancering in 1973 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Mariner 10.
Mariner 10 was de zevende succesvolle lancering in de Mariner-serie en de eerste ruimtesonde naar Mercurius. Het was ook het eerste ruimtevaartuig om de zwaartekracht van een planeet (Venus) te gebruiken om een andere (Mercurius) te bereiken, en het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht.
De ruimtesonde vloog op 5 februari 1974 voorbij Venus en de eerste maal voorbij Mercurius op 29 maart 1974.
De wetenschappelijke doelstellingen van de missie waren de studie van de atmosfeer en de oppervlaktekenmerken van Mercurius, alsmede metingen in de interplanetaire ruimte.
Mariner 10 bezorgde ons de allereerste close-up beelden van Venus en Mercurius.
(afbeeldingen: een vrije voorstelling van de sonde nabij mercurius en een foto van venus en mercurius)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-085A
Norad ID: 6919
Andere namen: Mariner 73J
Lanceertuig: Atlas SLV-3D Centaur AC-34
Massa: 474 kg.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Atlantis STS 66 (Norad ID: 23340), voor een 11-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
De bemanning doet verder onderzoek naar de relaties tussen de aardatmosfeer en de zonneaktiviteit, vooral voor wat betreft de ozonafbraak en het broeikaseffekt.
Hiertoe beschikt de bemanning voor de derde maal over de instrumenten in het laboratorium ATLAS-3, waarvan een deel gebouwd was en bestuurd werd door het KMI in Brussel. Ook de Cryogene IR/UV Spectrometer-Telescoop (CRISTA-SPAS) was aan boord en werd gedurende 8 dagen uit de pendel gebracht als voortzetting van het gezamenlijke NASA-DARA(Duitsland) wetenschappelijk onderzoek.
De inzittenden zijn:
Donald R.McMonagle, bevelhebber,
Curtis L.Brown, Jr, piloot,
Ellen L.Ochoa, ladinggezagvoerder,
Scott E.Parazynski, missiespecialist,
Joseph R.Tanner, missiespecialist,
Jean-Francois A.Clervoy, missiespecialist - ESA
geboorte in 1954 te Los Angeles – California, van Kevin Pathrick ‘Chili’ Chilton.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 49, 59 en 76.
Verbleef 29,35 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1998 en bleef aktief in de luchtmacht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1957: de SU satelliet Sputnik 2/PS2 met de hond Laika aan boord;
in 1960: de VS wetenschapssatelliet Explorer 8;
in 1966: de VS militaire MOL-testsatellieten OV1-6S, OV4-1R, OV4-1T en OV4-3;
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: de VS militaire satelliet KH 4B(?)/OPS 1315;
in 1971: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-01 en DSCS 2-02;
lancering in 1962 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 2MV-4 n°4/Mars 1.
Mars 1 wordt gelanceerd met de bedoeling de planeet mars te fotograferen tijdens het voorbij vliegen.
De dichtste nadering tot mars vindt plaats op 19 juni 1963 en bedraagt zowat 193000 km; waarna de sonde in een heliocentrische baan komt. Het radiokontakt was al sinds 21 maart 1963 op 106 miljoen km verloren.
De sonde had een camera aan boord, alsmede instrumenten voor de waarneming van oa kosmische straling, magnetisme, zonnewind en micro-meteorieten.
(afbeelding: sonde in opbouw)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-061A (b.nu 1)
Norad ID: 450
Andere namen: AMS Mars 1, Korabl 12(?), Sputnik 23(VS)
Lading: Mars/Venussonde 2MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78 T103-16
Massa: 6500 kg.
geboorte in 1953 te Cocoa Beach – Florida, van Dr Nancy Jan Davis.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Huwde astronaut Mark Lee.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 47, 60 en 85.
Verbleef 28,09 dagen in de ruimte.
Eerste gezamelijke ruimtevlucht van twee gehuwden in september 1992.
Was astronaute tot juni 1999 en bleef aktief in de ruimtevaart.
selektie in 1999 van de Franse EAC astronauten
Claudie André-Deshays,
Michel Tognini.
Hier op de foto met nog andere ESA-astronauten.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de SU satelliet voor maneuvreertests Polyot 1/I-2B-1;
in 1968: een SU onderscheppingssatelliet I2P;
in 1972: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1974 en 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1978: een SU fotoverkenner Orion;
in 1979: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 20;
in 1994: de SES telecomsatelliet Astra 1D en de NASA astronomiesatelliet WIND.
lancering in 1981 vanaf Baikonur LC200/40, van de Soviet ruimtesonde 4V-1M N°760/Venera 13.
De Venera 13 sonde bestaat uit een drager en een lander. In maart 1982 duikt deze in de venusatmosfeer, terwijl de drager in een heliocentrische baan fungeerde als data-relais tijdens het korte leven van de landingsmodule.
De parachute wordt in maart 1982 op 63 km hoogte geopend en op 47 km losgelaten, waarna de lander vrij naar het oppervlak valt. De afdaling duurde ongeveer een uur en Venera 13 landt op 7,5°Z – 303°O, net ten oosten van de regio bekend als Phoebe Regio. Na de landing wordt één panoramisch beeld genomen en een arm plaatst een bodemmonster voor onderzoek in een hermetisch afgesloten kamer.
De lander overleefde 127 minuten (de geplande levensduur was 32 minuten) in een omgeving met een temperatuur van 457°C en een druk van 89 atmosfeer.
(afbeeldingen: model van de lander en de foto van de venusbodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1981-106A
Norad ID: 12927
Lanceertuig: Proton-K/D-1 311-01
Massa: 760 kg.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Challenger STS 22/61A (Norad ID: 16230), voor een 7-daagse missie in een baan om de aarde.
De bemanning, waaronder meerdere ESA-specialisten, zal 75 genummerde experimenten uitvoeren in het Duitse Spacelab (D-1), oa op gebied van materiaalkunde, biowetenschappen, technologie, communicatie en navigatie in een microzwaartekracht omgeving. De experimenten werden geleid door het Duitse Space Operations Center in Oberpfaffenhofen bij München.
Gedurende de vlucht werd ook het Global Low Orbiting Message Relais (GLOMR) in de ruimte gezet.
De inzittenden zijn:
Henry W.Hartsfield, Jr, bevelhebber,
Steven R.Nagel, piloot,
James F.Buchli, missiespecialist,
Guion S.Bluford, Jr., missiespecialist,
Bonnie J.Dunbar/Sega, missiespecialist,
Reinhard A.Furrer, ladingspecialist,
Ernst W.Messerschmid, ladingspecialist - ESA,
Wubbo J.Ockels, ladingspecialist - ESA
geboorte in 1946 te Cooperstown - New York, van Robert Lee ‘Hoot’ Gibson.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Huwde astronaute Rhea Seddon.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 10/41B, 24/61C, 27, 47 en 71.
Verbleef 36,18 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot november 1996.
geboorte in 1953 te Cheremkhovo – Irkutsk, van Aleksandr Fyodorovich Poleshchuk.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 10-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM16.
Verbleef 179,03 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 9u58’.
Was cosmonaut tot maart 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1957 te Moskow, van Aleksandr Ivanovich Lazutkin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia NPOE 10-1992 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM25.
Verbleef 184,92 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 22 november 2007.
geboorte in 1961 te Yonkers - New York, van Ronald J. Garan, Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 124 en soyuz TMA21.
Verbleef 178 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 27u03’.
Was astronaut tot december 2012.
geboorte in 1964 te Belleville – Illinois, van Sandra Hall Magnus.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 112, 126(119) en 135.
Verbleef 157,36 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 21 oktober 2012.
selektie in 1985 van de Palapa ladingspecialisten
Taufik Akbar,
Pratiwi Sudarmono.
Na de ramp met de ruimtependel Challenger werd de geplande vlucht met deze Indonesiers geschrapt.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: het SU ruimteschip Soyuz 7K-OK-5 voor koppeltests met 7K-OK-6;
in 1967: een SU ELINT satelliet Tselina-O GVM;
in 1970: een SU anti-satelliet I2P en een fotoverkenner Zenit-4M;
in 1973: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 10 en een VS militaire satelliet Transit-O;
in 1978: de SU astronomiesatelliet Prognoz 7;
in 1979: de NASA wetenschapssatelliet Magsat;
in 1980: een SU militaire waarnemer Yantar'-4K1;
in 1982: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-15 en DSCS 3A-01;
in 1990: de IMSO communicatiesatelliet Inmarsat 2-F1;
in 1992: de SU telecomsatelliet Ekran 20;
in 1997: de ESA satellieten Maqsat-B(technologie), Maqsat-H(dummy) en YES(aan draad).
vertrek in 1998 van de ruimtependel Discovery STS 95 (Norad ID: 25519), voor een 9-daagse missie in een baan om de aarde.
De lading bevat de SPACEHAB-module voorzien van een druksysteem als laboratorium en werkruimte voor de bemanning. Hierin worden met succes diverse experimenten uitgevoerd, op het gebied van astronomie, menselijke fysiologie en natuurwetenschappen.
Een hoogtepunt van de missie is de vrije vlucht van de SPARTAN 201-5 faciliteit, die gedurende twee dagen gegevens verzamelde in de omgeving van de pendel.
Maken oa deel uit van de bemanning: ESA-astronaut Duque, NASDA-astronaute Mukai en de VS-astronaut Glenn, die in 1962 als eerste Amerikaan rond de aarde vloog.
De inzittenden zijn:
Curt L.Brown, bevelhebber,
Steven W.Lindsey, piloot,
Scott E.Parazynski, missiespecialist,
Pedro Duque, missiespecialist - ESA,
Stephen K.Robinson, ladinggezagvoerder,
Chiaki (Naito)Mukai, ladingspecialiste - NASDA,
John H.Glenn, ladingspecialist.
geboorte in 1952 te Kapustin Yar – Astrakhan, van Valeryi Ivanovich Tokarev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 3/GNKII 3-1989, Chkalov 4-1993(?) en TsPK 12-1997 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 96 en soyuz TMA7.
Verbleef 199,40 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u05’.
Was cosmonaut tot 10 juni 2008.
geboorte in 1966 te Yian – Heilongjiang, van Buoming Liu.
Chinese piloot/yuhangyuan.
Lid van China 1-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in shenzhou 7.
Verbleef 2,85 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS SIGINT satelliet Hitchhiker 2/P11-A3 en een fotospion KH-5;
in 1973: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1974: de VS militaire satellieten Samos en SESP P73-5;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1976 en 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;