Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
03-11-2015
dit gebeurde op 3 november
lancering in 1973 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Mariner 10.
Mariner 10 was de zevende succesvolle lancering in de Mariner-serie en de eerste ruimtesonde naar Mercurius. Het was ook het eerste ruimtevaartuig om de zwaartekracht van een planeet (Venus) te gebruiken om een andere (Mercurius) te bereiken, en het eerste ruimtevaartuig dat twee planeten bezocht.
De ruimtesonde vloog op 5 februari 1974 voorbij Venus en de eerste maal voorbij Mercurius op 29 maart 1974.
De wetenschappelijke doelstellingen van de missie waren de studie van de atmosfeer en de oppervlaktekenmerken van Mercurius, alsmede metingen in de interplanetaire ruimte.
Mariner 10 bezorgde ons de allereerste close-up beelden van Venus en Mercurius.
(afbeeldingen: een vrije voorstelling van de sonde nabij mercurius en een foto van venus en mercurius)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-085A
Norad ID: 6919
Andere namen: Mariner 73J
Lanceertuig: Atlas SLV-3D Centaur AC-34
Massa: 474 kg.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Atlantis STS 66 (Norad ID: 23340), voor een 11-daagse wetenschappelijke missie in een baan om de aarde.
De bemanning doet verder onderzoek naar de relaties tussen de aardatmosfeer en de zonneaktiviteit, vooral voor wat betreft de ozonafbraak en het broeikaseffekt.
Hiertoe beschikt de bemanning voor de derde maal over de instrumenten in het laboratorium ATLAS-3, waarvan een deel gebouwd was en bestuurd werd door het KMI in Brussel. Ook de Cryogene IR/UV Spectrometer-Telescoop (CRISTA-SPAS) was aan boord en werd gedurende 8 dagen uit de pendel gebracht als voortzetting van het gezamenlijke NASA-DARA(Duitsland) wetenschappelijk onderzoek.
De inzittenden zijn:
Donald R.McMonagle, bevelhebber,
Curtis L.Brown, Jr, piloot,
Ellen L.Ochoa, ladinggezagvoerder,
Scott E.Parazynski, missiespecialist,
Joseph R.Tanner, missiespecialist,
Jean-Francois A.Clervoy, missiespecialist - ESA
geboorte in 1954 te Los Angeles – California, van Kevin Pathrick ‘Chili’ Chilton.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 49, 59 en 76.
Verbleef 29,35 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1998 en bleef aktief in de luchtmacht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1957: de SU satelliet Sputnik 2/PS2 met de hond Laika aan boord;
in 1960: de VS wetenschapssatelliet Explorer 8;
in 1966: de VS militaire MOL-testsatellieten OV1-6S, OV4-1R, OV4-1T en OV4-3;
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: de VS militaire satelliet KH 4B(?)/OPS 1315;
in 1971: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-01 en DSCS 2-02;
lancering in 1962 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 2MV-4 n°4/Mars 1.
Mars 1 wordt gelanceerd met de bedoeling de planeet mars te fotograferen tijdens het voorbij vliegen.
De dichtste nadering tot mars vindt plaats op 19 juni 1963 en bedraagt zowat 193000 km; waarna de sonde in een heliocentrische baan komt. Het radiokontakt was al sinds 21 maart 1963 op 106 miljoen km verloren.
De sonde had een camera aan boord, alsmede instrumenten voor de waarneming van oa kosmische straling, magnetisme, zonnewind en micro-meteorieten.
(afbeelding: sonde in opbouw)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-061A (b.nu 1)
Norad ID: 450
Andere namen: AMS Mars 1, Korabl 12(?), Sputnik 23(VS)
Lading: Mars/Venussonde 2MV-4
Lanceertuig: Molniya 8K78 T103-16
Massa: 6500 kg.
geboorte in 1953 te Cocoa Beach – Florida, van Dr Nancy Jan Davis.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Huwde astronaut Mark Lee.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 47, 60 en 85.
Verbleef 28,09 dagen in de ruimte.
Eerste gezamelijke ruimtevlucht van twee gehuwden in september 1992.
Was astronaute tot juni 1999 en bleef aktief in de ruimtevaart.
selektie in 1999 van de Franse EAC astronauten
Claudie André-Deshays,
Michel Tognini.
Hier op de foto met nog andere ESA-astronauten.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de SU satelliet voor maneuvreertests Polyot 1/I-2B-1;
in 1968: een SU onderscheppingssatelliet I2P;
in 1972: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1974 en 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1978: een SU fotoverkenner Orion;
in 1979: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 20;
in 1994: de SES telecomsatelliet Astra 1D en de NASA astronomiesatelliet WIND.
lancering in 1981 vanaf Baikonur LC200/40, van de Soviet ruimtesonde 4V-1M N°760/Venera 13.
De Venera 13 sonde bestaat uit een drager en een lander. In maart 1982 duikt deze in de venusatmosfeer, terwijl de drager in een heliocentrische baan fungeerde als data-relais tijdens het korte leven van de landingsmodule.
De parachute wordt in maart 1982 op 63 km hoogte geopend en op 47 km losgelaten, waarna de lander vrij naar het oppervlak valt. De afdaling duurde ongeveer een uur en Venera 13 landt op 7,5°Z – 303°O, net ten oosten van de regio bekend als Phoebe Regio. Na de landing wordt één panoramisch beeld genomen en een arm plaatst een bodemmonster voor onderzoek in een hermetisch afgesloten kamer.
De lander overleefde 127 minuten (de geplande levensduur was 32 minuten) in een omgeving met een temperatuur van 457°C en een druk van 89 atmosfeer.
(afbeeldingen: model van de lander en de foto van de venusbodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1981-106A
Norad ID: 12927
Lanceertuig: Proton-K/D-1 311-01
Massa: 760 kg.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Challenger STS 22/61A (Norad ID: 16230), voor een 7-daagse missie in een baan om de aarde.
De bemanning, waaronder meerdere ESA-specialisten, zal 75 genummerde experimenten uitvoeren in het Duitse Spacelab (D-1), oa op gebied van materiaalkunde, biowetenschappen, technologie, communicatie en navigatie in een microzwaartekracht omgeving. De experimenten werden geleid door het Duitse Space Operations Center in Oberpfaffenhofen bij München.
Gedurende de vlucht werd ook het Global Low Orbiting Message Relais (GLOMR) in de ruimte gezet.
De inzittenden zijn:
Henry W.Hartsfield, Jr, bevelhebber,
Steven R.Nagel, piloot,
James F.Buchli, missiespecialist,
Guion S.Bluford, Jr., missiespecialist,
Bonnie J.Dunbar/Sega, missiespecialist,
Reinhard A.Furrer, ladingspecialist,
Ernst W.Messerschmid, ladingspecialist - ESA,
Wubbo J.Ockels, ladingspecialist - ESA
geboorte in 1946 te Cooperstown - New York, van Robert Lee ‘Hoot’ Gibson.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Huwde astronaute Rhea Seddon.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 10/41B, 24/61C, 27, 47 en 71.
Verbleef 36,18 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot november 1996.
geboorte in 1953 te Cheremkhovo – Irkutsk, van Aleksandr Fyodorovich Poleshchuk.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 10-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM16.
Verbleef 179,03 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 9u58’.
Was cosmonaut tot maart 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1957 te Moskow, van Aleksandr Ivanovich Lazutkin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia NPOE 10-1992 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM25.
Verbleef 184,92 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 22 november 2007.
geboorte in 1961 te Yonkers - New York, van Ronald J. Garan, Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 124 en soyuz TMA21.
Verbleef 178 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 27u03’.
Was astronaut tot december 2012.
geboorte in 1964 te Belleville – Illinois, van Sandra Hall Magnus.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 112, 126(119) en 135.
Verbleef 157,36 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 21 oktober 2012.
selektie in 1985 van de Palapa ladingspecialisten
Taufik Akbar,
Pratiwi Sudarmono.
Na de ramp met de ruimtependel Challenger werd de geplande vlucht met deze Indonesiers geschrapt.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: het SU ruimteschip Soyuz 7K-OK-5 voor koppeltests met 7K-OK-6;
in 1967: een SU ELINT satelliet Tselina-O GVM;
in 1970: een SU anti-satelliet I2P en een fotoverkenner Zenit-4M;
in 1973: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 10 en een VS militaire satelliet Transit-O;
in 1978: de SU astronomiesatelliet Prognoz 7;
in 1979: de NASA wetenschapssatelliet Magsat;
in 1980: een SU militaire waarnemer Yantar'-4K1;
in 1982: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-15 en DSCS 3A-01;
in 1990: de IMSO communicatiesatelliet Inmarsat 2-F1;
in 1992: de SU telecomsatelliet Ekran 20;
in 1997: de ESA satellieten Maqsat-B(technologie), Maqsat-H(dummy) en YES(aan draad).
vertrek in 1998 van de ruimtependel Discovery STS 95 (Norad ID: 25519), voor een 9-daagse missie in een baan om de aarde.
De lading bevat de SPACEHAB-module voorzien van een druksysteem als laboratorium en werkruimte voor de bemanning. Hierin worden met succes diverse experimenten uitgevoerd, op het gebied van astronomie, menselijke fysiologie en natuurwetenschappen.
Een hoogtepunt van de missie is de vrije vlucht van de SPARTAN 201-5 faciliteit, die gedurende twee dagen gegevens verzamelde in de omgeving van de pendel.
Maken oa deel uit van de bemanning: ESA-astronaut Duque, NASDA-astronaute Mukai en de VS-astronaut Glenn, die in 1962 als eerste Amerikaan rond de aarde vloog.
De inzittenden zijn:
Curt L.Brown, bevelhebber,
Steven W.Lindsey, piloot,
Scott E.Parazynski, missiespecialist,
Pedro Duque, missiespecialist - ESA,
Stephen K.Robinson, ladinggezagvoerder,
Chiaki (Naito)Mukai, ladingspecialiste - NASDA,
John H.Glenn, ladingspecialist.
geboorte in 1952 te Kapustin Yar – Astrakhan, van Valeryi Ivanovich Tokarev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 3/GNKII 3-1989, Chkalov 4-1993(?) en TsPK 12-1997 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 96 en soyuz TMA7.
Verbleef 199,40 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u05’.
Was cosmonaut tot 10 juni 2008.
geboorte in 1966 te Yian – Heilongjiang, van Buoming Liu.
Chinese piloot/yuhangyuan.
Lid van China 1-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in shenzhou 7.
Verbleef 2,85 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS SIGINT satelliet Hitchhiker 2/P11-A3 en een fotospion KH-5;
in 1973: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1974: de VS militaire satellieten Samos en SESP P73-5;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1976 en 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
lancering in 1974 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5M n°410/Luna 23.
Luna 23 heeft als doel bodemstalen van de maan naar de aarde te brengen. Hiervoor is de sonde uitgerust met een apparaat dat boringen toelaat tot 2,5 m diep.
Tijdens de landing op 6 november in de Mare Crisium raakt het geheel beschadigd en gaat de missie niet door. De lander blijft wel nog gedurende 3 dagen nuttige gegevens doorseinen.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde op de maan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1974-084A
Norad ID: 7491
Lanceertuig: Proton SL-12/D-1-e
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1940 te Mytishchi, van Gennadi Mikhailovich Strekalov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 4-1973 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz T3, T8, T10-1, T11(T10), TM10 en TM21(STS 71).
Verbleef 268,94 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 21u51’11”.
Overlijdt aan kanker te Moskow op 25 december 2004.
selektie in 1965 van de TsPK(VVS)-3 cosmonauten
Boris Belousov,
Vladimir Degtyaryov,
Anatoli Fyodorov,
Yuri Glazkov,
Vitali Grishchenko,
Veygeni Khludeyev,
Leonid Kizim,
Pyotr Klimuk,
Gennadi Kolesnikov,
Aleksandr Kramarenko,
Mikhail Lisun,
Aleksandr Petrushenko,
Vladimir Preobrazhensky,
Valery Rozhdestvensky,
Gennadi Sarafanov,
Ansar Sharafutdinov,
Vasili Shcheglov,
Aleksandr Skvortsov,
Eduard Stepanov,
Valeri Voloshin,
Oleg Yakovlev,
Vyacheslav Zudov.
Deze groep kosmonauten werd geselecteerd voor deelname aan vijf afzonderlijke Soyuz programma's die de Sovjet-Unie plande. Deze omvatten een militair programma (met en zonder de Almaz/Salyut ruimtestations) en twee maan programma's (waarvan er slechts één een werkelijke maanlanding voorzag). Uiteindelijk werd alleen het orbitale en het ruimtestation programma verwezenlijkt en kregen enkel Glazkov, Kizim, Klimuk, Rozhdestvensky, Sarafanov en Zudov de kans om te vliegen.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1965: een VS fotospion KH-4A en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1966: de VS militaire satelliet OV 3-2;
in 1967: een SU ruimte kernbom OGCh;
in 1971: de UK wetenschapssatelliet Prospero/X 3;
in 1974: de SU weersatelliet Meteor 1-19;
in 1977: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-08 en de navigatiesatellieten Tsiklon(SU) en
Transat-O 11(NASA);
in 1982: de RCA telecomsatelliet Satcom F5/Aurora 1;
in 1983: de SU weersatelliet Meteor 2-10;
in 1985: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-66;
in 1987: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1988: de ETS(FR) telecomsatelliet TDF 1;
in 1992: de PAS(VS) telecomsatelliet Galaxy VII;
in 1993: de SU communicatiesatelliet Gorizont 28;
in 1998: de telecomsatellieten AfriStar(Worldspace) en GE 5(GE).
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Surveyor Model 3.
Dit is een geslaagde test in aardorbit (406x166 km – 29,6° - 16 min) van de Surveyor maansonde.
Ze valt op 6 november terug en verbrandt in de atmosfeer.
(afbeelding: model van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-095A/B
Norad ID: 2512
Andere namen: Surveyor SM-3/SD-4
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-9 / Centaur D 174D
Massa: 951 kg.
vertrek in 1968 van het ruimteschip Soyuz 3 (Norad ID: 3516), voor rendez-vous testen in aardorbit met Soyuz 2.
Beregovoy heeft als opdracht in de buurt van de twee dagen eerder gelanceerde onbemande Soyuz 2 te komen. Hij slaagt er in meermaals tot minder dan 200 m te naderen en omheen Soyuz 2 te cirkelen. Na 2 dagen werd de missie als geslaagd beschouwd en Beregovoy deed voor de resterende twee dagen topografische en meteorologische waarnemingen. Hij trakteerde de televisiekijkers ook op de eerste "live" rondkijk in een ruimteschip.
De inzittende is:
Georgi T.Beregovoi.
geboorte in 1955 te Sacramento – California, van Stephen Kern Robinson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 85, 95, 114 en 130.
Verbleef zowat 48 dagen in de ruimte.
Maakte 3(?) ruimtewandelingen - samen 20u05’.
Was astronaut tot 30 juni 2012.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS militaire wetenschapssatelliet Starad 1/Starfish;
in 1966: de communicatiesatelliet Intelsat II-F1/Lani Bird 1;
in 1972: de SU weersatelliet Meteor 1-13;
in 1973: de VS wetenschapssatelliet Explorer 50/IMP 10;
in 1976: een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1977: een SU satellietonderschepper IS;
in 1978: de SU weersatelliet Meteor-2 GVM en
in 1978: de SU satellieten voor radio-amateurs Radio 1 en Radio 2;
in 1979: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1983: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1987: de VS militaire satelliet USA 27/KH 11-7;
in 1993: een SU doelsatelliet Taifun-1B en de VS militaire satelliet USA 96.
lancering in 1962 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 2MV-4 N°3.
De sonde wordt gelanceerd met de bedoeling foto’s te maken tijdens het voorbijvliegen aan mars.
De sonde met aangehechte ontsnappingstrap valt volgens één versie uit elkaar vooraleer in de voorziene parkeerorbit te komen. Volgens een andere versie bereikt de combinatie wel degelijk die baan, maar explodeert de motor van de ontsnappingstrap.
Dit gebeurde tijdens de Cubaanse raketcrisis tussen de VS en de Soviet Unie. De brokstukken worden door de radars van het VS Raket Waarschuwingssysteen in Alaska opgemerkt en even werd voor een atoomaanval door de Soviets gevreesd.
Benevens de camera had de sonde instrumenten aan boord voor de waarneming van oa kosmische straling, magnetisme, zonnewind en micro-meteorieten.
(afbeelding: model van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-057A (b.iota 1)
Norad ID: 443
Andere namen: AMS Mars, Korabl 11, Sputnik 22(VS benaming)
Lanceertuig: Molniya 8K78 T103-15
Massa: 6500 kg.
lancering in 1998 vanaf Cape Canaveral, van de NASA ruimtesonde Deep Space 1.
Het voornaamste doel ervan is het testen van nieuwe technologieën, waaronder een geavanceerde ionenmotor voor de verlaging van kosten en risico's bij missies in de toekomst.
De sonde slaagde hierin en vloog in een heliocentrische baan langs:
- de planetoïde p/1992KD op 28 juli 1999;
- de planetoïde Braille op 29 juli 1999, op 26 km, geen foto’s door foute camera orientatie;
- de komeet Borrelly op 22 september 2001, op 2171 km, fotografeerde de kern.
Deep Space 1 werd buiten gebruik gesteld op 18 december 2001.
Oorspronkelijk zou de sonde ook de planetoïde P/Mcauliffe (genoemd naar de verongelukte astronaute) bereiken, maar de lancering kwam hiervoor te laat.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde, foto van de komeetkern Borelly)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1998-061A
Norad ID: 25508
Andere namen: New Millennium DS1, DS1
Lanceertuig: Delta II
Massa: 374 kg (leeg) + 31 kg hydrazine + 81 kg xenon voor de ionenaandrijving.
geboorte in 1961 te Augusta – Georgia, van Susan Leigh Kilrain (geboren Still).
Amerikaanse piloot/astronaute - US Navy testpiloot.
Lid van NASA 15-1995 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 83 en 94.
Verbleef 19,66 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot december 2002.
geboorte in 1966 te Yungcheng – Shanxi, van Haipeng Jing.
Chinese piloot/yuhangyuan.
Lid van China 1-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in shenzhou 7 en 9.
Verbleef 15,50 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-A1;
in 1964: een SU technologietest DS-MG;
in 1967: de SU weersatelliet Meteor-8;
in 1969: een SU radardoel DS-P1-Yu, de VS militaire satelliet OPS 8455 en een SU fotoverkenner
Zenit-2M;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Mmolniya 1-28;
in 1978: de wetenschapssatellieten Interkosmos 18(SU), Magion 1(SU/EZ) en Nimbus 7(NASA);
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985 en 1989: een SU weersatelliet Meteor 3;
in 1996: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-48;
in 1997: de VS militaire satelliet USA 133/Lacrosse;
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6LF N°102/Luna 12.
Luna 12 moet in een baan om de maan gegevens verzamelen en beelden doorseinen van de maanbodem.
De orbit - 100/1740km, incl.10° - wordt bereikt en de bekomen foto’s hebben een resolutie van zowat 15 meter. De sonde is 85 dagen aktief, maar het radiokontakt blijft tot 19 januari 1969 behouden.
(afbeeldingen: model van de sonde en maanfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-094A
Norad ID: 2508
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1620 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°404/Kosmos 305.
Deze vlucht is de 5de poging om bodemmateriaal van de maan naar de aarde brengen. Een robotarm moest monsters verzamelen (misschien met een boor) en ze in de terugkeercapsule opbergen.
Na de succesvolle plaatsing in een baan om de aarde, faalt blok D van het lanceertuig waardoor het ruimtevaartuig in deze baan strandt en het Kosmos-nummer 305 krijgt.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-092A
Norad ID: 4150
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
vertrek in 1992 van de ruimtependel Columbia STS 52 (Norad ID: 22194), voor een 10-daagse opdracht in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie worden de wetenschapssatelliet Geodynamische Laser Satelliet II (LAGEOS II) als gezamenlijk NASA/ISA project en de Canadese militaire testsatelliet CTA in de ruimte geplaatst.
De bemanning doet ook onderzoek op gebied van gewichtloosheid met de Amerikaanse Microgravity
Payload-1 (USMP-1).
De inzittenden zijn:
James B.Wetherbee, bevelhebber,
Michael A.Baker, piloot,
Charles L.Veach, missiespecialist,
William M. Shepherd, mission pecialist,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, missiespecialist,
Steven G.MacLean, ladingspecialist.
geboorte in 1933 te Winona – Mississippi, van Dr Donald Herod ‘Don’ Peterson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van MOL 3-1967 en Nasa 7-1969 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 6.
Verbleef 5,02 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 4u10’.
Was astronaut tot 1984 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-7(G);
in 1974: het SU biologieexperiment Bion 2;
in 1976 en 1985: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1977: de NASA astronomiesatellieten ISEE 1 en ISEE 2;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1985: een SU ELINT satelliet EPN;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik en een doelsatelliet Taifun-1B;
in 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1991: de telecomsatelliet Intelsat VI-F1;
in 1993: de telecomsatelliet Intelsat 701/Intelsat VII-F1;
in 1995: de VS militaire communicatiesatelliet UFO F6/USA 114;
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 7K-L1-14/Zond 8.
Deze sonde is in feite een onbemande ruimtecapsule welke gegevens moet verzamelen over de maan en haar omgeving, met het oog op de geplande bemande maanvluchten.
Op 24 oktober vliegt Zond 2 rond de maan en keert terug naar de aarde. Foto’s in zwart/wit en in kleur van het maanoppervlak en van de aarde worden genomen. Drie dagen later wordt de capsule uit de Indische oceaan opgevist.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde en maanfoto door Zond 8 genomen)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1970-088A
Norad ID: 4591
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
vertrek in 19 van de ruimtependel Columbia STS 73 (Norad ID: 23688), voor een wetenschappelijke missie van 16 dagen in een baan om de aarde.
Het is de tweede vlucht van het Amerikaanse Microgravity Laboratory (USML 2), als voortzetting van de experimenten van zijn voorganger (USML 1), die vloog met Columbia tijdens de STS-50 missie in 1992.
Onderzoek tijdens USML-2 werd uitgevoerd in vijf gebieden: gedrag van vloeistof, verbranding, materiaalkunde, biotechnologie en commerciële toepassing van de resultaten.
De bemanning werd verdeeld in twee groepen om rond de klok te kunnen werken in de zeven meter lange Spacelab module. De activiteiten werden geleid door NASA.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Bowersox, bevelhebber,
Kent V.Rominger, piloot,
Kathryn C.Thornton, ladinggezagvoerder,
Catherine G.Coleman, missiespecialist,
Michael E.Lopez-Alegria, missiespecialist,
Fred W.Leslie, ladingspecialist,
Albert Sacco, Jr, ladingspecialist.
geboorte in 1963 te Montreal – Quebec, van Julie Payette.
Canadese missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van CSA 2-1992 en NASA 16-1992 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 96 en 127.
Verbleef 25,25 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot mei 2013.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-A1;
in 1966: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-4(D) en een fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: een SU militaire testsatelliet I2P;
in 1970: een SU militaire satelliet IS-M;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1979: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-45;
in 1982: een SU communicatiesatelliet Gorizont;
in 1983: het Salyut 7 cargoschip Progress 18;
in 1986: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-30;
in 1987: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1988: een SU communicatiesatelliet Raduga;
in 1992: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1996: de CN aardobservatie satelliet FSW 2-3;
in 1998: de VS militaire communicatiesatelliet UFO F9/UHF F/O F9.
lancering in 1962 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 5.
Dit is de derde maansonde van het Block II type.
De bedoeling is een seismometer een zachte maanlanding te laten uitvoeren, om eventuele maanbevingen te registreren, terwijl de sonde zelf moest inslaan op de maanbodem.
De Agena B trap herontsteekt 25 min na het bereiken van de aardparkeerorbit, maar een fout in het stuursysteem zorgt voor een te hoge snelheid.
Ranger 5 vliegt de maan op 725 km voorbij en komt zo in een heliocentrische baan.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-055A (b.eta 1)
Norad ID: 439
Lanceertuig: Atlas LV-3A Agena B215D
Massa: 342 kg.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Atlantis STS 34 (Norad ID: 20297), voor een 5-daagse missie in een baan om de aarde.
De hoofdtaak van de bemanning wordt het in de ruimte plaatsen van de ruimtesonde Galileo. De Inertial Upper Stage (IUS) hulpraket plaatst Galileo op het traject voor de zes jaar durende reis naar Jupiter.
De inzittenden zijn:
Donald E.Williams, bevelhebber,
Michael J.McCulley, piloot,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Shannon W.Lucid, missiespecialist,
Ellen S.Baker, missiespecialist.
lancering in 1989 vanaf de ruimtependel Atlantis, van de ruimtesonde Galileo.
De Galileo-missie is het zesde ruimtevaartuig naar Jupiter en bestaat een orbiter en een atmosfeersonde.
De orbiter zal vanaf een baan om de reuzenplaneet onderzoek verrichten naar oa de ionosfeer van Jupiter en de geologie, de zwaartekracht, de atmosfeer en de magnetische velden van de vier Galileo satellieten.
De atmosfeersonde kwam in juli 1995 (vijf maanden voor het bereiken van Jupiter) vrij van de drager en seinde later gedurende 58 minuten gegevens door over de bovenste lagen van de jupiteratmosfeer.
De gegevensstroom stopte bij een omgevingsdruk boven 23 atmosfeer en een temperatuur van 153°C.
(afbeeldingen: lancering vanaf Atlantis, vrije voorstelling van de sonde ov jupiter en de afdaling)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1989-084B
Norad ID: 20298
Massa: 2380 kg.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Columbia STS 58 (Norad ID: 22869), voor een 14-daagse opdracht in een baan om de aarde.
Het hoofddoel is verder biologie-experimenten uitvoeren in het Spacelab met de Second Life Sciences SLS-2).
Acht van de proeven waren gericht op de bemanning en zes op 48 knaagdieren. De bemanning verzamelde meer dan 650 verschillende monsters uit zichzelf en de knaagdieren. De massa gegevens van SLS-1 en SLS-2 zal helpen een volledig beeld te vormen van de aanpassing aan de gewichtloosheid van zowel mensen als dieren.
DE inzittenden zijn:
John E.Blaha, bevelhebber,
Richard A.Searfoss, piloot,
Rhea M.Seddon/Gibson, missiespecialist,
William S.McArthur, Jr, missiespecialist,
David A.Wolf, missiespecialist,
Shannon W.Lucid, missiespecialist,
Martin J.Fettman, ladingspecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1967: een SU ruimte kernbom OGCh en de VS wetenschapssatelliet OSO 4;
in 1969: een SU radardoel satelliet DS-P1-Yu;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1974: een SU navigatiesatelliet Tsiklon en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1983: de telecomsatelliet Intelsat V-F7;
in 1984: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1999: de telecomsatellieten Globalstar A, B, C en D.
geboorte in 1926 te Cincinnati – Ohio, van Dr Karl Gordon Henize.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 6-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 19/51F.
Verbleef 7,95 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1986.
Sterft op 5 oktober 1993 op de Rongbukgletsjer, Himalaya.
geboorte in 1933 te Hongkong, van William Alison ‘Bill’ Anders.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Geboren op 17 oktober 1933.
Lid van Nasa 3-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht in apollo 8.
Verbleef 6,13 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste maanorbit op 24 december 1968.
Was astronaut tot 1969.
geboorte in 1956 te Decatur – Alabama, van Dr Mae Carol Jemison.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 47.
Verbleef 7,94 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot maart 1993.
selektie in 1963 van de NASA-3 astronauten “The Fourteen”
Buzz Aldrin,
William Anders,
Charles Bassett,
Alan Bean,
Eugene Cernan,
Roger Chaffee,
Michael Collins,
Walter Cunningham,
Donn Eisele,
Theodore Freeman,
Richard Gordon,
Russell Schweickart,
David Scott,
Clifton Williams.
Vijf van hen (Aldrin, Cernan, Collins, Gordon and Scott) namen deel aan het Gemini programma.
Aldrin, Bean, Cernan en Scott wandelden op de maan.
Cernan is de enige astronaut die twee maal naar de maan vloog (Apollo 10 and Apollo 17), terwijl Bean het bevel kreeg over de Skylab 3 missie.
Bassett, Chaffee, Freeman en Williams stierven vooraleer ze aan een ruimtevlucht konden deelnemen (Chaffee in de Apollo 1 brand, de anderen in vliegtuigcrashes).
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1963: de VS militaire satellieten TRS 2(A)?5/ERS 12, Vela 1A en 1B;
in 1964: een VS fotospion KH-4A;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS militaire wetenschapssatelliet ASTEX/SESP 71-2/STP;
in 1975 en 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1976: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1981: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-17;
lancering in 1975 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde E-8-5M N°412.
Deze sonde is de tweede van drie die gelanceerd zouden worden. De bedoeling was een zachte landing uit te voeren op de maan, een bodemmonster te nemen en dit naar de aarde te brengen.
Bij de lancering trad er een storing op van de bovenste trap en de lading kwam niet in de bedoelde parkeerbaan.
NASA trok de conclusie dat het de bedoeling was geweest te landen in de Mare Crisium, het reisdoel van Loena 23 en 24 die daar een paar honderd meter van elkaar af landden.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1975-F05
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton 8K82K
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1956 te Chuuk – Micronesië, van James ‘Jim’ Hansen Newman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 51, 69, 88 en 109.
Verbleef 43,42 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 43u13’.
Was astronaut tot juli 2008.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965 en 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1970: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1973: een SU radardoel satelliet DS-P1-Yu en een fotoverkenner Zenit-4M;
in 1975: de NASA/NOAA weersatelliet GOES 01/SMS 3;
in 1979: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
lancering in 1997 vanaf Cape Canaveral, van de ruimtesonde Cassini-Huygens.
De missie bestaat uit de Cassini Orbiter die de ESA-sonde Huygens naar Titan moet brengen en zelf vanuit een baan om Saturnus gedetailleerde studies moet uitvoeren van de planeet en zijn ringen en satellieten.
Enkele mijlpalen:
- in januari 2000 passeerde Cassini de planetoïde Masursky;
- in december 2000 passeerde Cassini de gasreus Jupiter (de planeet werd op dat moment al bestudeerd door de sonde Galileo);
- op 11 juni 2004 passeerde de sonde de maan Phoebe van Saturnus;
- op 1 juli 2004 bereikte Cassini de planeet Saturnus;
- op 25 oktober, 18:44 Belgische tijd, maakte Cassini de eerste scheervlucht langs Titan;
- in 2004 ontdekte Cassini drie nieuwe manen van Saturnus: Methone, Pallene en Polydeuces;
- op 14 januari 2005 drong de sonde Huygens, die in december 2004 van Cassini werd losgemaakt, de atmosfeer rond Titan binnen en landde op het oppervlak.
Uit metingen van Cassini in 2005 bleek Enceladus onverwacht een atmosfeer te hebben en vloeibaar water dat uit geisers spuit.
Die ontdekking leidde tot speculatie over mogelijk (primitief) leven op Enceladus.
NASA maakte bekend financiële middelen te hebben om Cassini tot 2017 te blijven volgen.
(afbeeldingen: de sonde in opbouw, een vrije voorstelling nabij Saturnus, een foto van de oppervlakte van Titan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1997-061A en C
Norad ID: 25008
Lanceertuig: Titan IVB-Centaur
Massa: 2523 kg (Cassini orbiter), 319 kg (Huygens sonde).
geboorte in 1964 te Viterbo, van Roberto Vittori.
Italiaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van EAC-1998 en NASA 17-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM34(TM33), TMA6(TMA5) en STS 134.
Verbleef 35,52 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS geheime satellieten LCS 2? en OV2-1(Transtage 6?);
in 1970: de SU weersatelliet Meteor 1-06;
in 1972: de NASA/NOAA weersatelliet ITOS D(4)/NOAA 2 en de NASA/RASC satelliet voor radio-amateurs Oscar 06;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1974: de NASA/UK wetenschapssatelliet Ariël 5/UK 5;