lancering in 1966 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6M N°205/Luna 13.
Luna 13 landt op 24 december op de maan in de Oceaan der Stormen (18,9°N-62°W), en seint wetenschappelijke gegevens en panoramische beelden van de omgeving naar de aarde. Aan boord van de lander is er ook apparatuur voor het meten van oa de bodemhardheid en straling.
Aan de gegevensstroom komt eind december een einde.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde op de maan en een omgevingsfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-116A
Norad ID: 2626
Lanceertuig: Molniya 8K78M N103-45
Massa: 1700 kg.
vertrek in 1968 van het ruimteschip Apollo 8 (Norad ID: 3626), voor de eerste bemande vlucht omheen de maan.
Apollo 8 is de tot dan meest gedurfde bemande ruimtevlucht en de eerste maal dat de mens de aarde verlaat. De maanmodule (LEM) is vervangen door een model met dezelfde massa.
Op kerstdag wentelen de astronauten als eerste mensen acht maal rond onze natuurlijke satelliet op zowat 110 km hoogte. Ze zenden rechtstreekse TV-beelden naar de aarde met daarin de beroemde lezing uit het bijbelboek Genesis.
Na een vlucht van 147 uren komt Apollo 8 op 27 december neer in de Stille Oceaan op 1600 km zuid-zuidwest van Hawaii, en wordt aan boord gehesen van de USS Yorktown.
De inzittenden zijn:
Frank J.Borman, bevelhebber,
James A.Lovell, Jr, CM piloot,
William A.Anders, LM piloot.
lancering in 1984 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde 5VK-902/Vega 2.
Deze sonde gaat op weg voor onderzoek van de planeet Venus en de komeet Halley. Ze bestaat in hoofdzaak uit drie delen: een drager, een venuslander en een venusballon. De lander en de ballon worden in juni 1985 vrijgelaten tijdens de passage aan Venus.
De lander bereikt de oppervlakte op 15 juni 1985 in het oosten van Aphrodite Terra maar stuurt door vroegtijdige in schakeling van de sensoren geen gegevens door. Toch zouden metingen een druk van 91 atmosfeer en een temperatuur van 463°C aangegeven hebben.
Ondertussen zweeft de ballon met instrumentengondel op 54 km hoogte in de venusatmosfeer en doet metingen ivm beweging, struktuur en eigenschappen van de wolken. De gemeten druk is 535 mbar en de temperatuur ongeveer 40°C. De ballon drijft aan 140 km/uur in westelijke richting. De laatste gegevens komen binnen op 17 juni. De ballon heeft dan 11100 km afgelegd.
De drager, uitgerust met camera en instrumenten voor meting van oa stralingsspectrum, stof en plasma, bereikt Halley op 9 maart 1986 en vliegt er op 8890 km voorbij. Hier worden meer dan 500 beelden, alsmede een schat aan gegevens over de samenstelling en rotatie van de kern, naar de aarde geseind. Er waren bijna geen beelden van de komeet door het falen van een beeldsensor kort vóór de aankomst bij Halley. Gelukkig werd de backup sensor tijdig ingeschakeld en kon voor het eerst een goede foto van de kern genomen worden die 15x7 km groot bleek te zijn.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en lander, foto van de kern van Halley)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1984-128A
Norad ID: 15449
Andere naam: Venera-Halley 2
Lanceertuig: Proton K/D-1
Massa: 4920 kg.
vertrek in 1987 van het ruimteschip Soyuz TM4 (Norad ID: 18699), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De taak van de bemanning is de voortzetting van het onderzoek en de experimenten in de ruimte, waarbij Titov en Manarov drie maal buiten het station werken (EVA).
Naar gewoonte is de vluchtleiding karig met gegevens hierover.
Soyuz TM4 landt op 17 juni 1988 met Solovyev, Savinykh en Aleksandrov. Deze waren vertrokken in Soyuz TM5 als bezoekende cosmonauten en waren tien dagen in de ruimte.
Levchenko was al om onduidelijke redenen geland op 29 december in Soyuz TM3.
Titov en Manarov keren na 366 dagen terug naar de aarde in Soyuz TM6.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir G.Titov, gezagvoerder,
Musa K.Manarov, vluchtingenieur,
Anatoliy S.Levchenko, wetenschapper;
bij de landing:
Anatoliy Y.Solovyev, gezagvoerder,
Viktor P.Savinykh, vluchtingenieur,
Aleksandr Pan. Aleksandrov, wetenschapper - Bulgarije.
geboorte in 1945 te Mineral Wells – Texas, van Dr Millie Elizabeth Hughes-Fulford.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaute – Biochemicus.
Lid van Spacelab 4/SLS 1 1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 40.
Verbleef 9,09 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot juni 1991.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS SIGINT satelliet Hitchhiker 3/P11-A4, de fotospion KH-4 9062/OPS 1388 en de NASA weersatelliet TIROS 8 (H);
in 1964: de VS wetenschapssatelliet Explorer 26/EPE-D en de ELINT satelliet OPS 3762/FTV 2355;
in 1965: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-P1-Yu, de VS experimentele satellieten LES 3 en 4, de militaire satelliet Transtage 7?8/OV 2-3 en de communicatiesatelliet OSCAR 4;
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-D;
in 1968: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-Gk;
in 1972: de VS militaire satelliet OPS 3978/SAMOS 91/KH8 en een SU aardobservatie satelliet Sfera;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-11;
in 1977: een SU onderscheppingssatelliet IS;
in 1982: de VS militaire weersatelliet DMSP 2-01/AMS 5;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-22;
in 1987: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1992: de AU communicatiesatelliet Aussat B2/Optus B2;
in 1999: de VS satelliet voor atmosfeeronderzoek Acrimsat en de KR experimentele wetenschapssatelliet KompSat.
vertrek in 1999 van de ruimtependel Discovery STS 103 (Norad ID: 25996), voor de derde herstel en onderhoudsbeurt van HST.
De installatie van nieuwe apparatuur (oa nieuwe gyroscopen) en het onderhoudswerk aan de Hubble Space Telescope (SM3A), wordt uitgevoerd door twee teams van twee astronauten, die de taak uitvoeren tijdens in totaal meer dan 24 werkuren in de ruimte (EVA).
De Fransman Clervoy bediend de robotarm voor het grijpen en manipuleren van HST. De techniekers van dienst zijn de Amerikanen Foale, Grunsfeld, Smith en de Zwitser Nicollier.
Discovery keert op 27 december terug naar de aarde.
De inzittenden zijn:
Curtis L.Brown, bevelhebber,
Scott J.Kelly, piloot,
Steve L.Smith, missiespecialist,
John M.Grunsfeld, missiespecialist,
Jean-Francois A.Clervoy, missiespecialist - ESA,
Mike C.Foale, missiespecialist,
Claude Nicollier, missiespecialist – ESA.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 19;
in 1969: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1971: de COMSAT telecomsatelliet Intelsat IV-F3;
in 1972: de VS SIGINT satelliet BMEWS 5/Canyon;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1978 en 1996: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: de ESA communicatiesatelliet Marecs A(1);
in 1984: een SU doelsatelliet Taifun 1B;
in 1989: het MIR cargoschip Progress-M02;
in 1990: de SU doelsatelliet Raduga 26;
in 1994: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1995: een SU militaire waarnemer US-PU/Konus-A;
in 1996: de VS militaire satelliet USA 129;
in 1997: de VS communicatienetwerk satellieten Iridium 45, 46, 47, 48 en 49;
vertrek in 1973 van het ruimteschip Soyuz 13 (Norad ID: 6982), voor een 8-daagse opdracht in een baan om de aarde.
Het is de tweede testvlucht van de vernieuwde en veiliger Soyuz, nu voorzien van zonnepanelen. Deze was daarbij speciaal uitgerust met de Orion 2 camera, voor zowel de UV-waarneming van duizenden sterren, als de studie van de komeet Kohoutek en de fotografie van de aarde.
De bemanning deed ook medische tests welke voorzien waren in voorgaande mislukte missies naar het Salyut-ruimtestation.
De inzittenden zijn:
Valentin V.Lebedev, gezagvoerder,
Pyotr I.Klimuk, vluchtingenieur.
geboorte in 1934 te Irkutsk, van Boris Valentinovich Volynov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 1-1960 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 5 en 21.
Verbleef 52,30 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1990.
geboorte in 1951 te Adelaïde – Australië, van Andrew Sydney Withiel Thomas.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 77, 89(91), 102 en 114.
Verbleef 177,38 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 6u21’.
Was astronaut tot december 2010 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1956 te Münchengladbach, van Reinhold Ewald.
Duitse ingenieur/astronaut.
Lid van DLR 3-1990 en EAC-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM25(TM24).
Verbleef 19,69 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 2002 en bleef aktief in de ruimtevaart.
overlijden in 1998 te Zvyozdny Gorodok, van Lev Stepanovich Dyomin
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 11 januari 1926, te Moscow
Rang: Kolonel, Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 2-1963
Missies: Soyuz 15
Verbleef 2d 0h 12m (2,01d) in de ruimte
Kreeg meerdere onderscheidingen waaronder die van Piloot Cosmonaut van de Soviet Unie, hier afgebeeld.
Overleed aan kanker.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1958: de VS communicatie-technologie satelliet Score/Atlas;
in 1963: de VS fotospion KH 7-4/OPS 2372;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu en een ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1974: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1981: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 7;
in 1986: de SU ionosfeersatelliet UOS-Z;
in 1991: de SU wetenschapssatellieten Interkosmos 25/APEX en Magion 3;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 87;
in 1993: de telecomsatellieten DBS 1(VS) en Thaicom 1(TH);
in 1995: het MIR cargoschip Progress-M30;
in 1996: de telecomsatelliet Inmarsat 3-F3;
in 1999: de NASA aardobservatie satelliet Terra/EOS 1.
lancering in 1960 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Pioneer (P-31).
Pioneer P-31 is de laatste in het programma en moest zoals de voorgaande in orbit omheen de maan komen. De missie loopt echter reeds na 68 sec - op 12 km hoogte - mis door de explosie van de 1ste trap van de lanceercombinatie – een Atlas D ICBM.
De sonde droeg een pakket instrumenten van zowat 60kg, welke de ruimte tussen de aarde en maan uitgebreid zou onderzoeken.
Bij deze sonde zou ook een voortstuwingssysteem getest worden dat lang na de lancering zou blijven werken.
(afbeelding: model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Atlas Able VB, P-31, Pioneer-Z
Lading: Pioneer P-3
Lanceertuig: Atlas Able 91D / Able-5
Massa: 175 kg.
vertrek in 1965 van het ruimteschip Gemini GT-6A (Norad ID: 1839), voor rendez-vous met Gemini GT-7 in een baan om de aarde.
Nadat GT-6 op 25 oktober aan de grond bleef omdat de lancering van het Agena-doel mislukte, werd de missie herdoopt in 6A.
GT-6A werd dan herschikt als doel en gezelschap voor GT-7 en wordt zo de 5de bemande vlucht in de Gemini-reeks. Op 12 december wordt de lancering 1 seconde na de motorstart stop gezet. Het is dankzij de koelbloedigheid van Schirra, die de reddingsaktie van de capsule niet start, dat de vlucht uiteindelijk op 15 december kan doorgaan.
De astronauten maken samen met GT-7 voor de eerste maal gelijktijdig maneuvers in twee bemande ruimteschepen. De twee capsules naderen elkaar tot op enkele meters. Verder voeren ze allerlei metingen uit van oa straling en nemen ze foto’s van de aarde.
Gemini-GT-6A landt op 16 december in de Stille Oceaan op slechts 13 km van het gestelde doel en wordt aan boord genomen van de USS Wasp.
De inzittenden zijn:
9 Walter M.Schirra, Jr, bevelhebber-piloot,
24 Thomas P.Stafford, co-piloot.
lancering in 1984 vanaf Baikonur LC200/39, van de Soviet ruimtesonde 5VK-901/Vega 1.
Deze sonde gaat op weg voor onderzoek van de planeet Venus en de komeet Halley. Ze bestaat in hoofdzaak uit drie delen: een drager, een venuslander en een venusballon. De lander en de ballon worden in juni 1985 vrijgelaten tijdens de passage aan Venus.
De lander bereikt de oppervlakte op 11 juni ten NO van Aphrodite Terra en stuurt gedurende 55 minuten gegevens door. De metingen geven een druk aan van 95 atmosfeer en een temperatuur van 470°C.
Ondertussen zweeft de ballon met instrumentengondel van 7 kg op 54 km hoogte in de venusatmosfeer en doet gedurende 47 uren metingen ivm beweging, struktuur en eigenschappen van de wolken. Er worden bliksems waargenomen en windsnelheden gemeten van 240 km/uur.
De drager, uitgerust met camera en instrumenten voor meting van oa stralingsspectrum, stof en plasma, bereikt Halley op 6 maart 1986 en vliegt er op 8890 km voorbij. Hier worden meer dan 500 beelden, alsmede een schat aan gegevens over de samenstelling en rotatie van de kern, naar de aarde geseind.
(afbeeldingen: de sonde tijdens de bouw ervan, een model van de lander en een foto van de komeetkern)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1984-125A
Norad ID: 15432
Andere naam: Venera-Halley 1
Lanceertuig: Protn k/D-1
Massa: 4920 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de IT/NASA experimentele wetenschapssatelliet San Marco 1;
in 1968: de VS weersatelliet ESSA 8/TOS F;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1971: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1976: een SU ruimteveertest TKS VA en een navigatiesatelliet Tsikada;
in 1977: de NASA/NASDA experimentele communicatiesatelliet Sakura/CS 1;
in 1978: een SU ELINT-satelliet Tselina-O;
in 1981: de COMSAT telecomsatelliet Intelsat V-F3;
in 1983: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1987: een SU satelliet voor atmosfeeronderzoek Vektor;
lanceerpoging in 1966 vanaf Baikonur LC31, van een de Soviet ruimteschip Soyuz 7K-OK.
Dit is de tweede poging tot lancering van een Soyuz 7K-OK, gepland voor de ontmoeting met Kosmos 133. De centrale motor ontsteekt op het platform, maar de vier zij-opduwmotoren niet. De lancering wordt gestopt en de diensttorens werden teruggebracht rond het lanceertuig, waarna het grondpersoneel begon met het wegtanken van de brandstof.
Zevenentwintig minuten na de oorspronkelijke lanceerpoging detekteert het systeem dat de capsule moet redden een foutieve vluchtsituatie. Het ontsnappingssysteem wordt ontstoken en trekt de capsule van de derde trap. Hierdoor ontbranden de brandstoftanks van deze trap en een zware explosie volgt. Het lanceerplatform wordt zwaar beschadigd met dramatische gevolgen voor het lanceerpersoneel. Officieel vindt hiervan tenminste één persoon de dood en worden vele anderen gewond.
(afbeelding: dit type ruimteschip in de montagehal)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Soyuz 11A511 U15000-01
Massa: 6450 kg.
geboorte in 1936 te New York City, van Dr Robert Alan Ridley ‘Bob’ Parker.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 6-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 9/41A en 35.
Verbleef 19,29 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1993 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1954 te Ottawa – Ontario, van Steven Glenwood MacLean.
Canadese missiespecialist/astronaut.
Lid van CSA 1-1983 en NASA 16-1996 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 52 en 115.
Verbleef 21,67 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 7u11’.
Was astronaut tot september 2008 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1960 te Charleston - South Carolina, van Catherine ‘Cady’ Grace Coleman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - USAF Ingenieur.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht in STS 73, 93 en soyuz TMA20.
Verbleef 180,16 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS fotospion KH-4 9050/FTV 1156;
in 1966: de SU biologiesatelliet Bios 1 en de VS fotospion KH 8-3 Gambit/OPS 8968;
in 1968: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-I;
in 1971: de VS militaire satellieten OPS 7898 PL1, OPS 7898 PL2, OPS 7898 PL3 en OPS 7898 PL4;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1973: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-03/OPS 9433 en DSCS 2-04/OPS 9434;
in 1975: de VS militaire waarschuwer DSP 5/IMEWS 5;
in 1977: de SU weersatelliet Meteor 2-3;
in 1978: de VS militaire communicatiesatellieten DSCS 2-11/OPS 9441 en DSCS 2-12/OPS 9442, en
een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1982: de SU weersatelliet Meteor 2-9;
in 1983: de SU biologiesatelliet Bion 6;
in 1984: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-63;
in 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1994: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-88/Molniya 1-T;
in 1995: de SU GLONASS communicatiesatellieten Uragan 76L, 78L en 82L.
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de VS ruimtesonde Pioneer 8.
Pionier 8 is de derde in een serie van satellieten ontworpen om vanaf een heliocentrische baan (1,1 AU), op een continue basis metingen uit te voeren in de interplanetaire ruimte, ivm oa zonnewind, elektronendichtheid, straling en magnetische en elektrische velden.
Aan Pioneer 8 hangt een heel kleine satelliet TETR-A uitgerust met een s-band transponder voor training van de Apollo grondstations.
De baan was lager dan gepland en als gevolg daarvan verbrandt de sonde op 28 april 1968 in de de atmosfeer. Het ruimtevaartuig werd met succes gevolgd tot 22 augustus 1996 en de missie werd als geslaagd beschouwd.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-123A
Norad ID: 3066
Andere namen: Pioneer C
Lanceertuig: Thor Delta E1 489/D55
Massa: 146 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS militaire satellieten Black Sphere, Calspere 01(A), Injun 3, Relay 1, Surcal 1A en Surcal 2A;
in 1963: de SU weersatelliet test Omega-1-2;
in 1964: de VS militaire navigatiesatellieten Transit 5E-5/APL SN-43 en Transit O-2/NSS O-2;
in 1973: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1974: een SU fotospion Yantar'2k;
in 1975: de RCA(VS) communicatiesatelliet Satcom 1FLT;
in 1977: een SU doelsatelliet Lira;
in 1980: de VS ELINT satelliet Jumpseat 5/SDS 6/KH 11(?)
in 1985: de VS militaire satellieten USA 13/ITV 1 en USA 14/ITV 2 en een SU aardobservatie satelliet Resurs F1.
geboorte in 1951 te Ottawa – Kansas, van Dr Steven Alan Hawley.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Huwde astronaute Sally Ride.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 12/41D, 24/61C, 31, 82 en 93.
Verbleef 32,11 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 2008.
geboorte in 1964 te Plainfield - New Jersey, van Kenneth Todd Ham.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 124 en 132.
Verbleef 25,53 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 31 mei 2012.
overlijden in 1994 te Falls Church – Virginia, van Stuart “Stu” Allen Roosa
Amerikaanse testpiloot/astronaut
Geboren op 16 augustus 1933, te Durango - Colorado
Rang: Colonel, USAF
Selectie: NASA Astronaut Groep 5-1966
Missies: Apollo 14
Verbleef 9d 0h 1m (9,00d) in de ruimte
Kreeg meerdere onderscheidingen waaronder de USAF Distinguished Service Medaille, hier afgebeeld.
Overleed aan een pancreasaandoening.
selektie in 1994 van de NASA-15 “The Flying Escargots”
piloten:
Scott Altman,
Jeffrey Ashby,
Michael Bloomfield,
Joe Edwards,
Dominic Gorie,
Rick Husband,
Steven Lindsey,
Pamela Melroy,
Susan (Still) Kilrain,
Frederick Sturckow;
missiespecialisten:
Michael Anderson,
Kalpana Chawla,
Robert Curbeam,
Kathryn Hire,
Janet Kavandi,
Edward Lu,
Carlos Noriega,
James Reilly,
Stephen Robinson;
internationale missiespecialisten:
Jean-Loup Chrétien (Frankrijk),
Takao Doi (Japan),
Michel Tognini (Frankrijk),
Dafydd Williams (Canada).
Husband, Anderson en Chawla kwamen om bij de laatste Columbia missie, op 1 februari 2003.
Chrétien werd in de jaren 1980 opgeleid als reserve Spacelab bemanningslid en maakte vluchten in zowel VS als Sovjet ruimtevaartuigen. Hij was de eerste Europeaan die een buitenaktiviteit (EVA) in de ruimte uitvoerde.
Nota: soms wordt 8 december als selektiedatum vermeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 36/KH-3 9029 en de satelliet voor radio-amateurs OSCAR 1;
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U2-MP;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 4740/KH 4B(?)
in 1970: de VS wetenschapssatelliet Explorer 42/SAS 1/Uhuru en een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1972: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-4(D);
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de NOAA/NASA weersatelliet NOAA 9;
in 1985: een SU ELINT-satelliet Tselina-D;
in 1986: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: een SU oceaanobservatie satelliet US-AM;
in 1999: de VS militaire weersatelliet DMSP(5D3)F15/USA 147.
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC36A, van een VS ruimtesondemodel Surveyor SD-1.
Een dummy Surveyor wordt in een geosynchrone transferorbit geplaatst als test van het
lanceertuig dat gebruikt zal worden voor de latere Surveyor maanlanders.
De test is een gedeeltelijk succes.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-082A
Norad ID: 951
Lanceertuig: Atlas Centaur LV-3C AC-4
Massa: 2944 kg.
lancering in 1998 vanaf Cape Canaveral SLC17A, van de VS ruimtesonde Mars Climate Orbiter.
De Mars Climate Orbiter (voorheen de Mars Surveyor'98 Orbiter) maakt samen met de Mars Polar Lander (voorheen de Mars Surveyor'98 Lander) deel uit van het Mars Surveyor '98 .
De twee missies zouden het klimaat en de water en kooldioxide inhoud in de atmosfeer bestuderen teneinde de verdamping ervan te begrijpen en te zoeken naar bewijs van langdurige en episodische klimaatveranderingen.
De Mars Climate Orbiter kwam op 23 september 1999 aan bij de planeet, maar werd vernietigd toen een navigatiefout, veroorzaakt door het gebruik van engelse maateenheden ipv metrische, de sonde op slechts 57 km in de marsatmosfeer bracht.
(afbeelding: een vrije voorstelling van de sonde boven mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1998-073A
Norad ID: 25571
Lanceertuig: Delta II 7425
Massa: 338 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire satelliet OV 1-9 en OV 1-10;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1970: de NASA/NOAA weersatelliet ITOS A/NOAA 1;
in 1971: de UK wetenschapssatelliet Ariël 4/UK 4;
in 1972: de NASA weersatelliet Nimbus 5;
in 1975: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 14;
in 1977: de VS ELINT satelliet Rhyolite 3;
in 1978: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 4/NDS 4;
in 1985: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1988: de communicatiesatellieten Astra 1A (SES) en Skynet 4B (UK militair);
in 1989: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 2-5/USA 49;
in 1996: een SU oceaanobservatie satelliet Eorsat/US-PU.
vertrek in 1977 van het ruimteschip Soyuz 26 (Norad ID: 10506), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Dit wordt de eerste succesvolle koppeling aan Salyut 6 en het begin van de semi-permanente aanwezigheid van Soviet cosmonauten in de ruimte. Het is tevens de eerste keer dat drie ruimtetuigen aaneen gekoppeld zijn in een baan om de aarde.
Tijdens een buitenaktiviteit (EVA) voor inspektie van het koppelsysteem begon Romanenko weg te zweven van het station. Grechko kon zijn kollega nog juist vastgrijpen en voorkwam zo de gewisse dood van Romanenko in de ruimte.
De bezoekende cosmonauten Dzhanibekov en Makarov landen in Soyuz 26 op 16 januari 1978, na 6 dagen in de ruimte. Romanenko en Grechko keren op 16 maart 1978 terug in Soyuz 27.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri V.Romanenko, gezagvoerder,
Georgi M.Grechko, vluchtingenieur;
bij de landing:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS testsatelliet Transtage 1;
in 1965 en 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de NASA/DE astronomiesatelliet Helios 1;
in 1980: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1986: een SU ELINT-satelliet Tselina-R;
in 1987: de SU doelsatelliet Raduga 21;
in 1988: een SU communicatiesatelliet Ekran M2;
in 1990: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1998: de SE wetenschapssatelliet Astrid 2 en de SU navigatiesatelliet Nadezhda 5;