vertrek in 1992 van de ruimtependel Endeavour STS 49 (Norad ID: 21963), voor een 9-daags verblijf in aardorbit.
Bij deze vlucht zijn voor het eerst vier buitenaktiviteiten (EVA) voorzien – waarvan één van 8u29min, de langste tot dan - en zullen er tegelijkertijd drie astronauten buiten de pendel werken.
De hoofdopdracht is het vangen en terugplaatsen van de communicatiesatelliet Intelsat VI-F3, welke bij de lancering in 1990 strandde in een foute baan. Daarbij wordt voor het eerst een motor bevestigd aan een werkende satelliet.
Beknopt overzicht van de buitenaktiviteiten:
- op 10 mei trachten Thuot en Hieb zonder resultaat Intelsat VI te grijpen;
- op 11 mei doen ze een tweede poging, weer tevergeefs;
- op 13 mei slagen ze er met de hulp van Akers toch in Intelsat VI vast te houden en de nodige aanpassingen te doen;
- op 14 mei tenslotte oefenen Akers en Thornton technieken om in de ruimte afzonderlijke elementen samen te voegen, als voorbereiding op de bouw van het geplande ISS ruimtestation.
De inzittenden zijn:
Daniel C.Brandenstein, bevelhebber,
Kevin P.Chilton, piloot,
Pierre J.Thuot, missiespecialist,
Kathryn C.Thornton, missiespecialist,
Richard J.Hieb, missiespecialist,
Thomas D.Akers, missiespecialist,
Bruce E.Melnick, missiespecialist.
geboorte in 1959 te Chattanooga – Tennessee, van Dr Tamara ‘Tammy’ Elizabeth Jernigan.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Astronome.
Huwde astronaut Jeff Wisoff.
Lid van Nasa 11-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 40, STS 52, STS 67, STS 80 en STS 96.
Verbleef 63,06 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 7u55’.
Was astronaute tot september 2001.
selektie in 1967 van de TsPK(VVS)-4cosmonauten
Vladimir Alekseyev,
Vladimir Beloborodov,
Mikhail Burdayev,
Sergei Gaydukov,
Vladimir Isakov,
Vladimir Kovalyonok,
Vladimir Kozelsky,
Vladimir Lyakhov,
Yuri Malyshev,
Viktor Pisarev,
Nikolai Porvatkin,
Mikhail Sologub.
Hiervan zullen alleen Kovalyonok, Lyakhov en Malyshev in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de AT&T communicatiesatelliet Telstar 2;
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1968: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1971: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1975: de CA communicatiesatelliet Anik A3/Telesat 3 en de VS wetenschapssatelliet
Explorer 53/SAS 3;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1981: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1983: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1984: het Saljut 7 cargoschip Progress 21;
in 1990: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1998: de VScommunicatiesatelliet Echostar 4 en een SU militaire waarschuwer Oko.
in de rand:
- Telstar 2 werd met veel tamtam op 7 mei 1963 gelanceerd. De satelliet functioneerde perfect tot hij op 16 juli 1963 plotseling de geest gaf; om op 12 augustus al even plotseling weer tot leven te komen.
Doren Mitchell van Bell-Laboratories, waar Telstar 2 vervaardigd werd, zei: “Er is geen enkele aanwijzing voor de oorzaak van de hapering; maar het zou een meteoriet geweest kunnen zijn.”
Na weken lang "dood" te zijn geweest kwam de satelliet dus weer in actie. Zo maar.
sub-orbitale sprong in 1961 van de ruimtecapsule Mercury Redstone 3.
Minder dan een maand na Soviet cosmonaut Yuri Gagarin wordt Alan Bartlett Shepard Jr.
als 1ste VS astronaut de ruimte ingeschoten voor een 15 minuten durende suborbitale
vlucht. Hij demonstreerde voor het eerst dat de mens in gewichtloze toestand een ruimtevaartuig onder kontrole kan houden. Door gebruik te maken van gasstromen bediend door een hendel, liet hij zijn capsule afwijkingen tot 20° maken tov de baanbeweging.
Shepard’s capsule vliegt zowat 180 km hoog, bereikt een snelheid van 8200 kmpu en komt
480 km van de lanceerplaats neer.
De inzittende is:
Alan B.Shepard, Jr.
geboorte in 1960 te Binghampton - New York, van Douglas Harry Wheelock.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 120 en
ISS expeditielid in Soyuz TMA19.
Verbleef al 178,40 dagen in de ruimte.
Maakte al 6 ruimtewandelingen – samen 43u30’.
geboorte in 1966 te Kunshan – Jiangsu, van Junlong Fei.
Chinese pilot/yuhangyuan.
Lid van China 1-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als bevelhebber in Shenzhou 6.
Verbleef al 4,81 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de UK/VS wetenschapssatelliet Ariël 3;
in 1971: de VS militaire satelliet DSP 2/IMEWS 2;
in 1972, 1973, 1976 en 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1982: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1987 en 1989: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: het MIR cargoschip Progress-M4;
in 1996: het MIR cargoschip Progress-M31;
in 1997: vijf communicatiesatellieten Iridium;
in 1999: de KR telecomsatelliet Orion 3.
in de rand:
- Alan Shepard leed na zijn ruimtesprong in Mercury Redstone 3 aan evenwichtsstoornissen die achteraf genazen, zodat hij in mei 1969 als commandant van Apollo 14 terug de ruimte in kon.
De Mercury ‘Space Craft 7’ capsule staat opgesteld in de VS Marine Academie, College of
Medicine, Anapolis, MD.
- Had NASA geen oor gehad naar de argumenten van Von Braun ivm de bedrijfszekerheid van
het Mercury-geheel, dan zou Alan Shepard al de MR-BD van 24 maart bemand hebben en zou hij zo Gagarin met 3 weken vooraf gegaan zijn in de ruimte; weliswaar niet in orbit.
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter 4.
Daar de drie voorgaande maanorbiters aan de vereisten voldaan hadden van in kaart brengen en keuze van eventuele Apollo landingsplaatsen, kreeg Lunar Orbiter 4 een meer algemene wetenschappelijke doelstelling.
De sonde kwam op 8 mei in een bijna polaire hoge maanbaan met een periode van 12 uur.
In totaal werd 97% van de naar ons gekeerde zijde van de maan gefotografeerd, in 419 hoge resolutie en 127 gemiddelde resolutie beelden.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en een maanfoto door de sonde genomen)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-041A
Norad ID: 2772
Andere naam: Lunar Orbiter D
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5804
Massa: 386 kg.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Atlantis STS 30 (Norad ID: 19968), voor een 4-daags verblijf in aardorbit.
Naast wetenschappelijk onderzoek, is het hoofddoel van deze missie het uitzetten van de ruimtesonde Magellan, wat al 6 uren 14 minuten na het vertrek van de pendel gebeurt.
De Magellan/Venus Radar Mapping sonde zal na een reis van 15 maanden, vanaf een baan om de plannet venus, het oppervlak ervan door middel van radarweerkaatsing in kaart brengen.
Het vertrek van de pendel was oorspronkelijk op 28 april gepland, maar moest nog maar eens uitgesteld worden wegens een probleem met één der hoofdmotoren.
De inzittenden zijn:
David M.Walker, bevelhebber,
Ronald J.Grabe, piloot,
Norman E.Thagard, missiespecialist,
Mary L.Cleave, missiespecialist,
Mark C.Lee, missiespecialist.
geboorte in 1956 te Mansfield – Ohio, van Michael Landon Gernhardt.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 69, STS 83, STS 94 en STS 104.
Verbleef 43,29 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 23u16’.
Was astronaut tot augustus 2001 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1959 te Modena, van Maurizio Cheli.
Italiaanse missiespecialist/astronaut.
Huwde kandidaat astronaute Marianne Merchez.
Lid van ESA 2-1992 en NASA 14-1992 selektie.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 75.
Verbleef 15,74 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 30 juni 1996 en bleef aktief in de ruimtevaart.
selektie in 1984 van de EOM ladingspecialisten
Michael L.Lampton,
Byron K.Lichtenberg.
De eigenlijke missie voor deze selektie werd afgelast na de ramp met de Challenger pendel.
Op 18 mei 1978 vormden deze twee astronauten al de Spacelab 1-groep.
Als reserve waren Chappell en Frimout geselekteerd, welke later met Lampton en Lichtenberg de Atlas-groep zullen vormen (hier afgebeeld).
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1976: de VS wetenschapssatelliet Lageos 1;
in 1979: de VS militaire communicatiesatelliet Fleetsatcom 2;
geboorte in 1925 te Boulder – Colorado, van Malcolm Scott Carpenter.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in mercury-atlas 7.
Verbleef 0,21 dagen in de ruimte.
Maakte eerste manuele terugkeer - 24 mei 1962.
Was astronaut tot 10 augustus 1967.
Overleed aan een beroerte op 10 oktober 2013, te Denver - Colorado.
geboorte in 1945 te Reutlingen, van Dr Ernst Willi Messerschmid.
Duitse ladingspecialist/astronaut.
Lid van DLR 1-1982 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 22/61A.
Verbleef 7,03 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 6 november 1985.
selektie in 1996 van NASA-16 groep “The Sardines”
als piloten:
Duane G. Carey,
Stephen Frick,
Charles O. Hobaugh,
James M. Kelly,
Mark Kelly,
Scott Kelly,
Paul Lockhart,
Christopher Loria,
William Cameron McCool,
Mark L. Polansky;
als missiespecialisten:
David McDowell Brown,
Daniel C. Burbank,
Yvonne Cagle,
Fernando Caldeiro,
Charles Camarda,
Laurel Clark,
Michael Fincke,
Patrick G. Forrester,
John Herrington,
Joan Higginbotham,
Sandra Magnus,
Michael J. Massimino,
Richard Mastracchio,
Lee Morin,
Lisa Nowak,
Donald Pettit,
John L. Phillips,
Paul W. Richards,
Piers Sellers,
Heidemarie Stefanyshyn-Piper,
Daniel M. Tani,
Rex J. Walheim,
Peggy Whitson,
Jeffrey Williams,
Stephanie Wilson;
als internationale missiespecialisten:
Pedro Duque (Spanje),
Christer Fuglesang (Zweden),
Umberto Guidoni (Italië),
Steven MacLean (Canada),
Mamoru Mohri (Japan),
Soichi Noguchi (Japan),
Julie Payette (Canada),
Philippe Perrin (Frankrijk),
Gerhard Thiele (Duitsland).
Brown, Clark en McCool waren bemanningsleden van de laatste Columbia vlucht.
Mark en Scott Kelly zijn tweelingbroers, James Kelly is er geen familie van.
Loria nam door een kwetsuur geen deel aan zijn pendelmissie en maakte ook later geen vlucht.
Nowak kwam na haar vlucht met STS 121 in aanraking met het gerecht door een liefdeszaak met een medeastronaut en werd op 6 maart 2007 ontslagen door NASA.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Challenger STS 17/51B (Norad ID: 15665), voor een 7-daagse vlucht in een baan om de aarde.
Deze missie heeft Spacelab-3 aan boord, zijnde de eerste vlucht van het ESA orbitaal laboratorium uitgerust voor experimenten met materialen, vloeistoffen ea; met daarin ook meerdere dieren, oa 2 aapjes en 24 knaagdieren waarvan het gedrag in gewichtloze toestand bestudeerd werd.
De minisatelliet NUSAT 1, ontwikkeld door de universiteiten van Weber en Utah, werd in de ruimte geplaatst. Deze is een voorloper van het nieuwe type satellieten:”klein, eenvoudig en goedkoop”, uitgerust als radartest voor de FAA.
De inzittenden zijn:
Robert F.Overmyer, bevelhebber,
Frederick D.Gregory, piloot,
Don L.Lind, missiespecialist,
Norman E.Thagard, missiespecialist,
William E.Thornton, missiespecialist,
Lodewijk van den Berg, ladingspecialist,
Taylor G.Wang, ladingspecialist.
geboorte in 1953 te Kirya – Chuvashia, van Nikolai Mikhailovich Budarin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 10-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht als
MIR expeditielid in STS 71(Soyuz TM21),
vluchtingenieur in Soyuz TM27, en
ISS expeditielid in STS 113(Soyuz TMA1).
Verbleef 444,06 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 44u31’.
Was cosmonaut tot 7 september 2004.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS wetenschapssatelliet Explorer 27 en een fotospion KH-4A;
in 1974: een SU aardobservatie satelliet Sfera en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-29;
in 1980: een SU technologiesatelliet US-A en militaire waarnemer Yantar-4K1;
in 1982: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1992: een SU militaire waarnemer Kometa en de aardobservatie satelliet Resurs F14;
in 1998: een SU militaire satelliet Prognoz US-KMO.
in de rand:
- Op 29 april 1932 werd kandidaat-cosmonaut Dmitri Alekseyevich Zaikin geboren.
Hij werd geselekteerd in de Luchtmacht 1-1960 groep, maar is tijdens zijn opleiding voor Soyuz missies in 1968 op inaktief gezet wegens een maagzweer.
Hij was als militair tot 1987 trainingsingenieur in het Gagarin Cosmonautencentrum en werkte daarna als burger tot zijn pensioen in 1996 in de raketindustrie.
- De zevende Challenger vlucht kreeg aanvankelijk het nummer 51E, maar door het wachten op de TDRS-B satelliet als lading, werd deze missie geschrapt. De pendel werd dan aangepast aan de 51B lading en kreeg het nummer STS 17/51B.
lancering in 1961 vanaf Wallops Eiland LA4, van de VS suborbit/terugval test Mercury Little Joe 5B.
Mercury Little Joe 5B moet een herhaling worden van de gedeeltelijk mislukte Mercury LJ-5A test. Bij de start ontsteekt één der motoren van de 1ste trap van het lanceertuig echter 4 sec te laat. Hierdoor kantelt het geheel in een lager dan gepland traject, met als resultaat een hogere belasting bij de noodstop procedure.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Columbia STS 55 (Norad ID: 22640), voor een 10-daagse vlucht in een baan om de aarde.
In het ruim bevindt zich Spacelab D-2, waarin vooral de Duitse astronauten Walter en Schlegel de klok rond 88 experimenten uitvoeren op gebied van oa biologie, technologie, kristalgroei,aardobservatie,astronomie en aardobservatie.
Astronaut/medicus Bernard Harris voert bij Hans Schlegel de eerste intraveneuse handeling in de ruimte uit door injectie van een zoutoplossing. Steven Nagel maakt radiokontakt met de cosmonauten in MIR.
De inzittenden zijn:
Steven R.Nagel, bevelhebber,
Terence T.Henricks, piloot,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
Charles J.Precourt, missiespecialist,
Bernard A.Harris, Jr, missiespecialist,
Ulrich H.Walter, ladingspecialist - ESA,
Hans W.Schlegel, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1977 te Milano, van Samanta Christoforetti.
Italiaanse piloot/astronaute.
Lid van ESA 3-2009 “The Shenanigans”.
Maakte al ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA15M.
Verbleef al 199,70 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS wetenschapssatelliet Ariël 1, de fotospion SAMOS 7 en een SU fotoverkenner Zenit-2/Kosmos 4;
in 1963: een VS fotospion KH-5;
in 1966: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1967: een VS fotospion KH 8 en de IT wetenschapssatelliet San Marco 2;
in 1968: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-D;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-9;
in 1977: een SU militaire waarnemer Yantar-2K;
in 1978: de NASA aardobservatie satelliet Explorer 58/AEM 1/HCMM;
in 1980: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 06;
in 1983: een SU militaire waarnemer Oktan;
in 1985: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 23/Prognoz 10;
in 1988: de satellieten voor radio-amateurs Oscar 23/Transit 23 en Oscar 32/Transit 24, en
een SU militaire wetenschapssatelliet Prognoz US-KMO;
in 1989: de SU wetenschapssatelliet Foton 2;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-77;
in 1994: een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
in de rand:
- Het vertrek van de ruimtependel Columbia STS 55, oorspronkelijk voorzien voor februari, werd meerdere malen verschoven door problemen met oa een turbopomp, het hydrolisch systeem en een Delta II lancering die niet kon wachten. Lanceerpoging op 22 maart gestopt bij T-3 seconden door onvolledige ontsteking van 1 van de 3 hoofdmotoren, wat de derde stop op het platform was na STS 51F en STS 41D. Alle drie de hoofdmotoren worden vervangen en 24 april wordt als nieuwe lanceerdatum gesteld, waarna de pendel uiteindelijk op 26 april vertrekt.
lancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC14, van de VS ruimtecapsule Mercury Atlas 3.
Gelijktijdig met de Mercury Redstone tests voor suborbitale bemande vluchten, gaat ook het testprogramma verder voor de orbitale lanceringen met de Atlas combinatie.
Mercury Atlas 3 is een dergelijke test met een ‘mechanische astronaut’ in de capsule.
Na het opstijgen weigert het lanceertuig van richting te veranderen om zich in de gepaste hellingshoek van 70 graden te plaatsen. Na zowat 40 sec en op 5 km hoogte, beveelt het automatisch noodsysteem het ontsteken van de ontsnappingsraketten.
De lanceerverantwoordelijke had nog geen bevel tot vernietiging van de combinatie gegeven, waardoor de capsule als bij een noodgeval 7 km hoog geslingerd werd en op 2 km van het lanceercomplex naar beneden kwam.
Bij de berging bleek dat capsule N°8 slechts licht beschadigd was, zodat ze na herstelling kon herbruikt worden in de Mercury Atlas 4 test.
Geen der testobjectieven werd gehaald en de opdracht werd als mislukt genoteerd.
(afbeelding: de lancering van MA-3)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury SC8
Lanceertuig: Atlas D 100-D
Massa: 1250 kg.
lancering in 1962 vanaf Cape Canaveral LC34, van de VS suborbit test Saturn SA-2.
Dit is de 2de suborbit test van de Saturn I (SA-2) draagraket.
De 1ste trap stuwde de met water gevulde 2de en 3de trappen tot een hoogte van 145 km.
Bij T+2,5 minuten werden deze tot ontploffing gebracht en de ongeveer 85 ton watermassa veroorzaakte een reusachtige kunstmatige ijs-wolk met bliksemachtige effekten in de hogere atmosfeer.
De bundel van 8 motoren van de 1ste trap ontwikkelde een stuwkracht van bijna 600 ton.
De maximum snelheid bedroeg zowat 6000 km/u en alle testobjectieven werden als volledig geslaagd beschouwd.
Deze test werd ook bekend als Project Highwater 1.
(afbeelding: de lancering van SA-2)
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Apollo SA-2 Test Flight, Project Highwater I
Lading: Highwater I
Lanceertuig: Saturn C-1 SA-2
Gewicht: 86000 kg.
geboorte in 1961 te Gent, van Frank De Winne.
Belgische piloot/astronaut.
Lid van EAC-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
vluchtingenieur in Soyuz TMA1(TM34) en
ISS expeditielid in Soyuz TMA15.
Verbleef zowat 200 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1 augustus 2012 en bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1966: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-03(C);
in 1968: de SU ruimtebom OGCh-17;
in 1970: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: de SU doelsatelliet Raduga 5 en een oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1981: de SU ruimteveertest TKS-16301;
in 1983: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: een SU zwerm doelsatellieten Romb;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 81;
in 1993: de VS astronomiesatelliet ALEXIS;
in 1997: de NASA/NOAA weersatelliet GOES 10.
in de rand:
- Project Highwater, waarbij de waterballast op meer dan 100 km hoogte in de ionosfeer geslingerd werd, had als doel de gevolgen hiervan te bestuderen. Binnen twee seconden werd er gedurende een 10-tal seconden een wolk van ijs en waterdamp gevormd van ongeveer 15 km doorsnede, met het eerste kunstmatig gevormd onweer in de ruimte tot gevolg.
- Op 25 april 1964 zouden de Turijnse broers Gianbattista en Achille Judica-Cordglia gesprekken geregistreerd hebben tussen cosmonauten (waaronder een vrouw) in de ruimte en een Soviet volgstation. Dit station zou zelfs getwijfeld hebben omtrent de identiteit van de ruimtevaarders, al spraken ze russisch. Deze communicatie werd gelinkt aan het bestuurbaar ruimteschip Polyot 2, dat gelanceerd was op 12 april 1964 en 2 maanden later verbrandde in de atmosfeer.
Volgens generaal Kamanin waren deze beweringen zuiver fantasie en bedoeld om de Soviet ruimtesuccessen te schaden. Hij ontkende niet dat er ongelukken gebeurd waren en verklaarde ondermeer dat kolonel Pjotr Dolgov op 1 november 1962 de dood vond bij een valschermsprong vanop meer dan 25 km hoogte.
Noteer hierbij dat de naam Pjotr Dolgov meerdere malen voorkomt in “ruimtevaartraadsels”.