Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
26-04-2016
dit gebeurde op 26 april
vertrek in 1993 van de ruimtependel Columbia STS 55 (Norad ID: 22640), voor een 10-daagse vlucht in een baan om de aarde.
In het ruim bevindt zich Spacelab D-2, waarin vooral de Duitse astronauten Walter en Schlegel de klok rond 88 experimenten uitvoeren op gebied van oa biologie, technologie, kristalgroei,aardobservatie,astronomie en aardobservatie.
Astronaut/medicus Bernard Harris voert bij Hans Schlegel de eerste intraveneuse handeling in de ruimte uit door injectie van een zoutoplossing. Steven Nagel maakt radiokontakt met de cosmonauten in MIR.
De inzittenden zijn:
Steven R.Nagel, bevelhebber,
Terence T.Henricks, piloot,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
Charles J.Precourt, missiespecialist,
Bernard A.Harris, Jr, missiespecialist,
Ulrich H.Walter, ladingspecialist - ESA,
Hans W.Schlegel, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1977 te Milano, van Samanta Christoforetti.
Italiaanse piloot/astronaute.
Lid van ESA 3-2009 “The Shenanigans”.
Maakte al ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA15M.
Verbleef al 199,70 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS wetenschapssatelliet Ariël 1, de fotospion SAMOS 7 en een SU fotoverkenner Zenit-2/Kosmos 4;
in 1963: een VS fotospion KH-5;
in 1966: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1967: een VS fotospion KH 8 en de IT wetenschapssatelliet San Marco 2;
in 1968: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-D;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-9;
in 1977: een SU militaire waarnemer Yantar-2K;
in 1978: de NASA aardobservatie satelliet Explorer 58/AEM 1/HCMM;
in 1980: de VS militaire navigatiesatelliet Navstar 06;
in 1983: een SU militaire waarnemer Oktan;
in 1985: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 23/Prognoz 10;
in 1988: de satellieten voor radio-amateurs Oscar 23/Transit 23 en Oscar 32/Transit 24, en
een SU militaire wetenschapssatelliet Prognoz US-KMO;
in 1989: de SU wetenschapssatelliet Foton 2;
in 1990: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-77;
in 1994: een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
in de rand:
- Het vertrek van de ruimtependel Columbia STS 55, oorspronkelijk voorzien voor februari, werd meerdere malen verschoven door problemen met oa een turbopomp, het hydrolisch systeem en een Delta II lancering die niet kon wachten. Lanceerpoging op 22 maart gestopt bij T-3 seconden door onvolledige ontsteking van 1 van de 3 hoofdmotoren, wat de derde stop op het platform was na STS 51F en STS 41D. Alle drie de hoofdmotoren worden vervangen en 24 april wordt als nieuwe lanceerdatum gesteld, waarna de pendel uiteindelijk op 26 april vertrekt.
lancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC14, van de VS ruimtecapsule Mercury Atlas 3.
Gelijktijdig met de Mercury Redstone tests voor suborbitale bemande vluchten, gaat ook het testprogramma verder voor de orbitale lanceringen met de Atlas combinatie.
Mercury Atlas 3 is een dergelijke test met een ‘mechanische astronaut’ in de capsule.
Na het opstijgen weigert het lanceertuig van richting te veranderen om zich in de gepaste hellingshoek van 70 graden te plaatsen. Na zowat 40 sec en op 5 km hoogte, beveelt het automatisch noodsysteem het ontsteken van de ontsnappingsraketten.
De lanceerverantwoordelijke had nog geen bevel tot vernietiging van de combinatie gegeven, waardoor de capsule als bij een noodgeval 7 km hoog geslingerd werd en op 2 km van het lanceercomplex naar beneden kwam.
Bij de berging bleek dat capsule N°8 slechts licht beschadigd was, zodat ze na herstelling kon herbruikt worden in de Mercury Atlas 4 test.
Geen der testobjectieven werd gehaald en de opdracht werd als mislukt genoteerd.
(afbeelding: de lancering van MA-3)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury SC8
Lanceertuig: Atlas D 100-D
Massa: 1250 kg.
lancering in 1962 vanaf Cape Canaveral LC34, van de VS suborbit test Saturn SA-2.
Dit is de 2de suborbit test van de Saturn I (SA-2) draagraket.
De 1ste trap stuwde de met water gevulde 2de en 3de trappen tot een hoogte van 145 km.
Bij T+2,5 minuten werden deze tot ontploffing gebracht en de ongeveer 85 ton watermassa veroorzaakte een reusachtige kunstmatige ijs-wolk met bliksemachtige effekten in de hogere atmosfeer.
De bundel van 8 motoren van de 1ste trap ontwikkelde een stuwkracht van bijna 600 ton.
De maximum snelheid bedroeg zowat 6000 km/u en alle testobjectieven werden als volledig geslaagd beschouwd.
Deze test werd ook bekend als Project Highwater 1.
(afbeelding: de lancering van SA-2)
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Apollo SA-2 Test Flight, Project Highwater I
Lading: Highwater I
Lanceertuig: Saturn C-1 SA-2
Gewicht: 86000 kg.
geboorte in 1961 te Gent, van Frank De Winne.
Belgische piloot/astronaut.
Lid van EAC-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
vluchtingenieur in Soyuz TMA1(TM34) en
ISS expeditielid in Soyuz TMA15.
Verbleef zowat 200 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1 augustus 2012 en bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1966: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-03(C);
in 1968: de SU ruimtebom OGCh-17;
in 1970: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: de SU doelsatelliet Raduga 5 en een oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1981: de SU ruimteveertest TKS-16301;
in 1983: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: een SU zwerm doelsatellieten Romb;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 81;
in 1993: de VS astronomiesatelliet ALEXIS;
in 1997: de NASA/NOAA weersatelliet GOES 10.
in de rand:
- Project Highwater, waarbij de waterballast op meer dan 100 km hoogte in de ionosfeer geslingerd werd, had als doel de gevolgen hiervan te bestuderen. Binnen twee seconden werd er gedurende een 10-tal seconden een wolk van ijs en waterdamp gevormd van ongeveer 15 km doorsnede, met het eerste kunstmatig gevormd onweer in de ruimte tot gevolg.
- Op 25 april 1964 zouden de Turijnse broers Gianbattista en Achille Judica-Cordglia gesprekken geregistreerd hebben tussen cosmonauten (waaronder een vrouw) in de ruimte en een Soviet volgstation. Dit station zou zelfs getwijfeld hebben omtrent de identiteit van de ruimtevaarders, al spraken ze russisch. Deze communicatie werd gelinkt aan het bestuurbaar ruimteschip Polyot 2, dat gelanceerd was op 12 april 1964 en 2 maanden later verbrandde in de atmosfeer.
Volgens generaal Kamanin waren deze beweringen zuiver fantasie en bedoeld om de Soviet ruimtesuccessen te schaden. Hij ontkende niet dat er ongelukken gebeurd waren en verklaarde ondermeer dat kolonel Pjotr Dolgov op 1 november 1962 de dood vond bij een valschermsprong vanop meer dan 25 km hoogte.
Noteer hierbij dat de naam Pjotr Dolgov meerdere malen voorkomt in “ruimtevaartraadsels”.
vertrek in 1990 van de ruimtependel Discovery STS 31 (Norad ID: 20579), voor een 5-daagse vlucht in een baan om de aarde.
De bemanning brengt tijdens deze missie de ruimteteleskoop HST (Hubble Space Telescope) in een 400 km hoge baan om de aarde.
Ook waren aanwezig: een draagbare camera en een vaste in de laadruimte, apparatuur voor studie van kristalaangroei en vlambooggedrag in micro-zwaartekracht, meetinstrumenten voor oa straling.
De inzittenden zijn:
Loren J.Shriver, bevelhebber,
Charles F.Bolden, Jr, piloot,
Steven A.Hawley, missiespecialist,
Bruce McCandless II, missiespecialist,
Kathryn D.Sullivan, missiespecialist.
overlijden in 1967 te Orenburg, van Vladimir Mikhaylovich Komarov
Soviet ingenieur/cosmonaut
Geboren op 16 maart 1927, te Moscow
Rang: Polkovnik (Kolonel), Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960
Missies: Voskhod 1 en Soyuz 1
Verbleef 2d 3h 4m (2,13d) in de ruimte
Kwam om bij het neerstorten van Soyuz 1
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa Held van de Soviet Unie, hier afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de SU technologietest 2MS-1/Kosmos 3;
in 1968: een SU doelsatelliet I2M;
in 1970: de wetenschapssatellieten China 1/DFH 1/Mao 1 (China) en DS-U1-R-1 (Oekraïne);
in 1971: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu en de IT wetenschapssatelliet San Marco 3;
in 1974: de SU weersatelliet Meteor 1-17;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1981: de JP militaire communicatiesatelliet SDS 7;
in 1987: de SU wetenschapssatelliet Foton-3L en drie SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan;
in 1991: de SU weerssatelliet Meteor 3-04;
in 1996: de VS militaire satellieten MSX en USA 118, en een SU doelsatelliet Taifun-1B;
in 1998: vier SU communicatiesatellieten Globalstar.
lancering in 1962 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 4.
Ranger 4 wordt de ruimte ingestuurd met als doel een landing op de maan. Hiertoe zou op de
gepaste hoogte boven de maanbodem een capsule (Ranger capsule 14 – A00114) loskomen en met
de hulp van retro-raketten min of meer zacht landen.
De sonde bereikt de parkeerbaan om de aarde en wordt door de herstart van de Agena B 2de trap in de richting van de maan geschoten.
Na een reis van 64 uur valt Ranger 4 echter te pletter op de ‘achterzijde’ (229°O-15,5°Z) van de maan, en is daarmee het 1ste VS ruimtetuig op het maanoppervlak. Een storing in het elektronisch brein maakte van het kostbare tuig een stom projectiel.
De zo naar uitgekeken foto’s van het maanoppervlak worden niet bekomen.
vertrek in 1967 van het ruimteschip Soyuz 1 (Norad ID: 2759), voor een verblijf in een baan om de aarde.
Sojoez 1 is de eerste bemande vlucht van de eerste generatie Sojoez 7K-OK ruimtevaartuigen, ontworpen als onderdeel van de Sovjet maanprogramma, met het oog op een rendez-vous met een daama te lanceren ruimteschip.
Komarov werd gelanceerd ondanks mislukkingen van de vorige onbemande testen en meldde vrijwel onmiddellijk stabilisatiemoeilijkheden en extreme temperatuurschommelingen. Hierop viel het radiocontact met Sojoez l uit, maar het kon daama weer worden hersteld.
Sojoez l werd na achttien omwentelingen naar een landingsplaats in de USSR teruggeroepen. Alles geschiedde normaal, maar volgens de Sovjets geraakten de lijnen van de valschermen in elkaar en rolden ze zich rond de capsule, zodat de cabine oncontroleerbaar als een tollende kei vanop 7.000 m naar beneden stortte en cosmonaut Vladimir Komarov om het leven komt.
(lees ook "in de rand")
vertrek in 1971 van het ruimteschip Soyuz 10 (Norad ID: 5172), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 1.
Het is het eerste geplande verblijf in Salyut 1, na de lancering van het station op 19 april. De koppeling bleek echter niet veilig genoeg om over te stappen in Salyut 1 en ook het terug loskomen van het station gaf problemen.
Nadat tijdens de landing op 25 april de capsule zich ook nog vult met giftige damp, komen de cosmonauten na de bewogen vlucht toch nog behouden op de grond.
De inzittenden zijn:
Vladimir A.Shatalov, gezagvoerder,
Aleksei T.Yeliseyev, vluchtingenieur,
Nikolai N.Rukavishnikov, vluchtingenieur.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1965: de SU weersatelliet test Meteor-1-01(1A);
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1970: de communicatie satelliet Intelsat III-F7;
in 1971: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1974: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1982: een SU fotoverkenner Fram;
in 1983: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1986: het MIR-cargoschip Progress 26;
in 1994: een SU ELINT satelliet Tselina-2;
in 1996: de MIR uitbreidingsmodule Priroda.
experimenten met dieren:
- In 1958 is er het hoogteschot te Cape Canaveral van een Thor Able (VS) met de muis ‘Mia’ in de neuskegel, voor een biomedisch experiment en bergingstest. De neuskegel werd echter niet teruggevonden.
in de rand:
- Bij het herzien van het Ranger-programma bleek dat de mislukking van oa Ranger 4 een oververhitting tijdens het ‘ontsmettingsproces’ als oorzaak had. Deze ontsmetting moest aanvoer van aardse micro-organismen op de maan voorkomen.
(B30152)
- Terwijl Soyuz 1 eindigde in een ramp werd er vernomen dat de USSR overwogen had om een tweede Sojoez te lanceren en Komarov te laten overstappen, dit terwijl de geruchten over Komarovs dood al urenlang de ronde deden, maar de autoriteiten weigerden inlichtingen te verstrekken.
Kolonel Vladimir Komarov was de eerste Sovjet kosmonaut die commandant van een ander ruimteschip, de driezits Woskhod 1, was geweest (12 oktober 1964). Komarovs as werd met nationaal huldebetoon in een urn bijgezet in de Kremlinmuur, nadat de kosmonaut postuum tot 'Held van de Sovjet-Unie' was verheven.
Julius Epstein van de Stanford Universiteit verklaarde naar aanleiding van Komarovs dood dat de Amerikaanse autoriteiten de namen van elf Soviet cosmonauten kennen, die in de ruimte om het leven kwamen.
Voorafgaand aan de lancering, zouden ingenieurs 200 ontwerpfouten gemeld hebben, maar hun zorgen werden weggeveegd door politieke druk om de verjaardag van Lenin te vieren. Ook cosmonaut Gagarin waarschuwde voor een mogelijke mislukking. Deze druk was zeker ook het gevolg van de noodzaak om de Verenigde Staten bij te blijven in de race naar de maan.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC81/24, van het Soviet ruimtetuig Zond 7K-L1 N°7.
Zond 7K-L1-7 moest in een circumlunaire baan nieuwe systemen en apparatuur testen. De sonde bestond uit een aandrijfmodule, service module en terugkeer module; ontworpen om twee cosmonauten omheen de maan en terug te vliegen. Deze missie was een onbemande test en een voorloper voor bemande maanmissies en had oa een landschildpad aan boord.
Bij de lancering gaat het echter na een paar minuten mis, de terugkeer module wordt automatisch van het lanceertuig gescheiden en komt 520 km verder behouden op de grond.
Dit was de derde gelijkaardige mislukking en bewees enkel dat het SAS-ontsnappingssysteem naar behoren werkte.
(afbeelding: tekening van dit type ruimtetuig)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig:Proton K/D 232-01
Massa: 5390 kg.
geboorte in 1976 te Vozdvizhenka – Ussuriysk, van Yelena Olegovna Serova.
Russische ingenieur/cosmonaute.
Huwde cosmonaut Mark Serov.
Lid van Energia RKKE 15-2006 ingenieurs.
Maakte al ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA14M.
Verbleef al 167,24 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1966: een VS militaire satelliet OV3;
in 1971: de VS militaire satelliet OPS 7899/SAMOS 82;
in 1975: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1976: de militaire communicatiesatelliet NATO 3A;
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de ruimtesonde E-6 N°5.
Maansonde E-6-5 wordt gelanceerd met de bedoeling een camera-module (ALS E-6 N°5 SA)zacht neer te laten op de maanbodem.
De beoogde lage aardorbit wordt niet bereikt door motoruitval bij T+340sec en de combinatie
verbrandt in de atmosfeer.
(afbeelding: model van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna
Lanceertuig: Molniya 8K78M / T15000-21
Massa: 1500 kg(?).
vertrek in 1983 van het ruimteschip Soyuz T8 (Norad ID: 14014), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
Door beschadiging van het schip tijdens de lancering, slaagt de bemanning er niet in om op een veilige manier te koppelen met Salyut 7. De landing volgt na 2 dagen.
De inzittenden zijn:
Vladimir G.Titov, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Alexander A.Serebrov, wetenschapper.
geboorte in 1945 te Brooklyn - New York, van Gregory Hammond 'Greg' Olsen.
Amerikaanse wetenschapper/astronaut.
Maakte ruimtevlucht als tourist in Soyuz TMA7(TMA6).
Verbleef 9,89 dagen in de ruimte.
Derde ruimtetourist.
geboorte in 1955 te Silverton – Oregon, van Donald Roy Pettit.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
ISS expeditielid in STS 113(Soyuz TMA1) en Soyuz TMA03M, en
missiespecialist in STS 126.
Verbleef al 369,70 dagen in de ruimte.
Maakte al 2 ruimtewandelingen - samen 13u17’.
Keerde als NASA astronaut naar de aarde terug in een Soyuz.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966 en 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1967: de VS technologiesatelliet ESSA 5;
in 1973: de NASA/Telesat telecomsatelliet Anik A2;
in 1974: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-27;
in 1977: de ESA wetenschapssatelliet GEOS 1 en een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1988: de SU aardobservatiesatelliet Resurs-01-2L;
in 1989: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1990: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
lancering in 1971 vanaf Baikonur LC1, van het Soviet ruimtestation Salyut 1.
Het aangekondigde doel van Salyut 1 was de systemen van een ruimtestation te testen en om wetenschappelijk onderzoek en experimenten uit te voeren. In feite was het overwegend militair van opzet.
Van de verschillende compartimenten werden er drie onder druk gezet. Twee ervan konden cosmonauten ontvangen. Er was voldoende ruimte voor acht grote stoelen, diverse bedieningspanelen en 20 patrijspoorten. Het derde onder druk staande compartiment bevatte de controle en communicatie-apparatuur, de voeding en het life support systeem.
Extern gemonteerd waren twee zonnepanelen, radiatoren voor de warmteregulatie en diverse apparatuur.
Op 23 april meerde Soyuz 10 gedurende 5,5 uren aan, zonder dat de bemanning in Salyut 1 ging. De bemanning van Soyuz 11 ging op 6 juni voor ongeveer 22 dagen in het ruimtestation, met de volgende opdrachten:
- het testen van het ontwerp en de uitrusting aan boord;
- het uitproberen van de methoden tot oriëntatie en navigatie van het station;
- het bestuderen van geologische- en geografische objecten op het aardoppervlak;
- het bestuderen van fysieke kenmerken, processen en fenomenen in de atmosfeer en de ruimte;
- het uitvoeren van medisch-biologische studies aangaande de invloed van een verblijf in de ruimte op het menselijk organisme.
Op 11 oktober werden de Salyut 1 motoren ontstoken om de baan te verlagen en te zorgen voor snelle terugval boven de Stille Oceaan.
Na 175 dagen in de ruimte was de eerste echte ruimtestation verleden tijd.
De bemanning van Soyuz 11 was al op 29 juni omgekomen tijdens de landing.
(afbeelding: vrije voorstelling van het station)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1971-032A
Norad ID: 5160
Andere naam: DOS 1 17K N°121
Lanceertuig: Proton-K 254-01
Massa: 18425 kg.
lancering in 1982 vanaf Baikonur LC200/40, van het Soviet ruimtestation Salyut 7/DOS 6.
Salyut 7 is een tweede generatie Sovjet ruimtestation vergelijkbaar met salyut 6.
Het had twee aanmeerpoorten, enerzijds om de koppeling met Progress cargo-schepen mogelijk te maken, en anderzijds voor de latere uitbreiding met een Kosmos module.
Het station had drie zonnepanelen met de mogelijkheid om er nog bij te plaatsen. Twee patrijspoorten zijn ontworpen om ultraviolet licht binnen laten, voor het bestrijden van infecties. Verder waren verbeteringen aangebracht op medisch- en biologisch gebied om een lang verblijf in het station mogelijk te maken.
Salyut 7 had zes lange termijn bemanningen:
- Anatoli Berezovoi en Valentin Lebedev, van 13 mei 1982 tot 10 december 1982,
- Vladimir Lyakhov en Alexander Alexandrov, van 27 juni 1983 tot 23 november 1983,
- Leonid Kizim, Vladimir Solovyov, en Oleg Atkov, van 8 februari 1984 tot 2 oktober 1984 (langste verblijf met een 237 dagen),
- Op 6 juni 1985 komen Vladimir Dzhanibekov (tot 26 september) en Victor Savinyikh (tot 21 november)
- Op 17 september 1985 komen Vladimir Vasyutin en Alexander Volkov (beiden tot 21 november), en Georgi Grechko (tot 26 september),
- Leonid Kizim en Vladimir Solovjov, van 6 mei tot 26 juni 1986 (deze komen van MIR er keren er nadien terug)
Er waren ook vier missies en bemanningen die voorraden brachten en een bezoek brachten aan de lange termijn bewoners.
Samen met Salyut werden ook de satellieten Astrozond en Iskra 2 en 3 gelanceerd.
(afbeelding: het station in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1982-033A
Norad ID: 13138
Andere naam: DOS 6 (17K N°125-02)
Lanceertuig: Proton-K 306-02
Massa: 18900 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH 7;
in 1972: de Apollo 16 subsatelliet 2 omheen de maan en de VS technologiesatelliet SESP 71-3;
in 1973: de SU wetenschapssatelliet Copernicus/Interkosmos 9 en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: de SU/IN wetenschapssatelliet Arayabhata 1;
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de ruimtesonde Surveyor 3.
Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de Apollo-missies.
Door foute werking van de remraketten springt de sonde twee maal op vooraleer zacht te landen op 3°N-23°W. Naast bodemgegevens worden 6300 foto’s doorgeseind.
Op 19 november 1969 landt de Apollo 12 LM op 180 meter van de sonde. Astronauten Conrad en Bean inspekteren deze de volgende dag, nemen foto’s en brengen 10 kg onderdelen, met inbegrip van de TV-camera, terug naar de aarde.
(afbeelding: astronaut Pete Conrad (Apollo 12) bij Surveyor 3)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-035A
Norad ID: 2756
Andere naam: Surveyor SC-3
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-12
Massa: 300 kg.
vertrek in 1998 van de ruimtependel Columbia STS 90 (Norad ID: 25297), voor een 16-daags verblijf in een baan om de aarde.
Aan boord bevindt zich voor de 16de maal het door ESA ontwikkelde Spacelab, deze maal uitgerust als Neurolab, voor de studie van het gedrag van het zenuwstelsel in de ruimte.
De proefkonijnen voor de experimenten zijn verschillende dieren, waaronder: ratten, muizen, slakken, oesters, vissen en krekels. Ook de bemanning zelf wordt bij deze experimenten betrokken.
De inzittenden zijn:
Richard A.Searfoss, bevelhebber,
Scott D.Altman, piloot,
Richard M.Linnehan, missiespecialist,
Dafydd R.Williams, missiespecialist – CSA,
Kathryn P.Hire, missiespecialist,
Jay C.Buckey, Jr, ladingspecialist,
James A.Pawelczyk, ladingspecialist.
geboorte in 1964 te Leningrad, van Andrei Ivanovich Borisenko.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia RKKE 15-2003 ingenieurs.
Maakte al ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA21.
Verbleef al 164,24 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: een VS militaire satelliet OPS 5105;
in 1971: de SU weersatelliet Meteor 1-08;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1983: de IN wetenschapssatelliet Rohini 3(D2);
in 1984: een VS militaire satelliet KH 8/1984-39;
in 1986: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1990: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1997: een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
in de rand:
- Op 17 april 1963 vaardigt de VVS Generale Staf (Soviet Luchtmacht) een decreet uit waarbij Grigori Nelyubov, Ivan Anikeyev en Valentin Filatyev ontslagen worden uit het cosmonautencorps.
Over de juiste datum en oorzaak hiervan bestaan er verschillende meningen.
Zie hiervoor ook mijn randgegevens van 18 en 27 februari, alsmede 24 en 27 maart.
lancering in 1960 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-3 N°2.
Deze maansonde wordt in de ruimte geschoten met de bedoeling na een rechtstreekse vlucht
omheen de maan, terug te keren naar de aarde (wat soms “moonflyby” genoemd wordt).
De sonde heeft fotoapparatuur en wetenschappelijke experimenten aan boord.
De draagraket valt echter kort na de lancering uiteen als gevolg van onevenwichtige stuw-
kracht der opduwmotoren. Het centraal raketdeel vervolgt nog enige tijd de voorziene baan,
terwijl de opduwmotoren over het volgstation en bevolkte gebieden scheren.
Andere bronnen melden een explosie van het lanceertuig na 0,4 sec.
(afbeelding: model van gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: 8K72/L1-9A(Luna)
Massa: 280 kg.
vertrek in 1972 van Apollo 16 (Norad ID: 6000), voor een landing op de maan.
Apollo 16 was de vijfde missie waarin twee mensen op het maanoppervlak verbleven.
Op 21 april landden commandant John W.Young en LM piloot Charles M.Duke, Jr. in het Descartes gebied, terwijl de CM-piloot Thomas K.Mattingly II alleen rondjes draaide omheen de maan.
Op de maan verplaatsten de astronauten zich 27 km met een elektrisch aangedreven voertuig.
Tijdens hun verblijf op de maan, deden de astronauten wetenschappelijke experimenten, namen foto's en verzamelden 95 kg maanmateriaal tijdens drie perioden van in totaal 20 uren:
- op 21 april reden ze naar de kraters Flag, Spook en Buster; ze plaatsten de ALSEP (Apollo Lunar Surface Experiments Package) en een draagbare magnetometer;
- op 22 april reden ze naar de voet van Stone Mountain en plaatsten weer een draagbare magnetometer;
- op 23 april reden ze naar de kraters Palmetto, End en North Ray.
Tijdens de terugvlucht op 25 april, ging Mattingly nog naar buiten voor de berging van de filmcassettes, terwijl Duke in het open luik rechtopstond ter assistentie.
Een kleine subsatellite (PFS-2) werd vanaf de CM-module in een maanbaan geplaatst.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber,
Charles M.Duke, Jr, LM piloot,
Thomas K.Mattingly, II, CM piloot.
geboorte in 1956 te Arlington - Virginia, van David McDowell Brown.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 107.
Verbleef 15,94 dagen in de ruimte.
Sterft in Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
geboorte in 1959 te Vancouver – Washington, van Michael Reed Barratt.
Amerikaanse medicus/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht als
ISS expeditielid in Soyuz TMA14 en
missiespecialist in STS 133.
Verbleef al 211,50 dagen in de ruimte.
Maakte al 1 ruimtewandeling van 5u54’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1985: de SU wetenschapssatelliet Foton-1L;
in 1987: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1991: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1992: de communicatiesatellieten Inmarsat 2-F4 en Telecom 2B (FR);
in 1993: een SU ELINT satelliet Tselina-R;
in 1997: de communicatiesatellieten BSAT 1A (JP) en Thaicom 3 (TH).
in de rand:
- Apollo 16 bemanningslid Duke zou op de maan een foto achtergelaten hebben van zijn gezin, met daarop hemzelf, zijn vrouw Dorothy en zijn zonen Charles III en Thomas. Daarbij zou (vrij vertaald) de volgende tekst geweest zijn: ”Dit is de familie van astronaut Charles Duke II van de planeet aarde, die op 20 april 1972 op de maan landde”.
- Vermoedelijk werd bij elke Apollo missie door de astronauten codetaal gebruikt bij de communicatie met het controlecentrum. Zo ook bij Apollo 16, waar John Young op een bepaald ogenblik vanop het maanoppervlak zou gezegd hebben “we came upon .. Barbara” (wat kan vertaald worden als: we kwamen bij .. Barbara), zonder verdere uitleg.
Ook zou er oa gesproken zijn over geploegde bodem, een terrein met blokken en terrassen.
lancering in 1960 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-3 N°1.
Deze Luna-sonde wordt in de ruimte geschoten met de bedoeling na een rechtstreekse vlucht
omheen de maan terug te keren naar de aarde (wat soms “moonflyby” genoemd wordt).
De sonde heeft fotoapparatuur en wetenschappelijke experimenten aan boord.
De 3de trap van de draagraket faalt echter, waardoor onvoldoende snelheid gemaakt wordt
om de maan te bereiken.
Het ruimtetuig valt vanop 200.000 km hoogte terug naar de aarde en verbrandt de dag na
de lancering in de atmosfeer.
(afbeelding: model van gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1960-U01
Norad ID: A05017
Lanceertuig: 8K72/L1-9(Luna)
Massa: 280 kg.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC1, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-OK N°7.
Officieel is dit één van de reeks satellieten bedoeld voor de studie van de ruimte en de bovenste lagen van de atmosfeer.
Het hoofddoel was echter het testen van koppeltechnieken met het oog op de geplande bemande maanvluchten. Kosmos 213 en Kosmos 212, die de vorige dag gelanceerd was, koppelden automatisch op 15 april. Later volgde een afzonderlijke geslaagde landing.
(afbeelding: vrije voorstelling van de nadering van beide Soyuz 7K-OK)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-030A
Norad ID: 3193
Andere naam: Kosmos 213
Lanceertuig: Soyuz 11A511
Massa: 6000 kg.
geboorte in 1921 te Fedorivka – Poltava, van Georgi Timofeyevich Beregovoi.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2 Supplement-1964 groep.
Maakte ruimtevlucht in Soyuz 3.
Verbleef 3,95 dagen in de ruimte.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 1987.
Overlijdt tijdens hartoperatie te Moskou op 30 juni 1995.
geboorte in 1951 te Baltimore – Maryland, van Marsha Sue Ivins.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - NASA Ingenieur.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht missiespecialist in STS 32, STS 46, STS 62, STS 81 en STS 98.
Verbleef 55,91 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot december 2010.
geboorte in 1951 te Fort Belvoir - Virginia, van John Lynch Phillips.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 100 en STS 119; en
ISS expeditielid in Soyuz TMA6.
Verbleef 203,69 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 4u58’.
Was astronaut tot augustus 2011.
geboorte in 1956 te Cleveland - Ohio, van Gregory ‘Greg’ Jordan Harbaugh.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 39, STS 54, STS 71 en STS 82.
Verbleef 34,08 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 18u29’.
Was astronaut tot maart 2001.
geboorte in 1960 te Syzran – Kuybyshev, van Mikhail Borisovich Korniyenko.
Russische ingenieur/cosmonaut (A515).
Lid van Energia RKKE 14-1998 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA18 en Soyuz TMA16M(TMA18M).
Verbleef al 516 dagen in de ruimte.
Maakte al 2 ruimtewandeling – samen 12u13’.
geboorte in 1965 te Yokohama - Kanagawa, van Soichi Noguchi.
Japanese missiespecialist/astronaut (A441).
Lid van NASDA 3-1996 en NASA 16-1996 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 114 en
ISS expeditielid in Soyuz TMA17.
Verbleef al 177,10 dagen in de ruimte.
Maakte al 3 ruimtewandelingen - samen 20u05’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 11;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4 en de VS militaire satelliet OPS 5310;
in 1970: een SU fotoverkenner zenit-4M en de VS militaire satelliet OPS 2863;
in 1971: de FR wetenschapssatelliet Tournesol 1/D2A;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1983: een VS militaire satelliet KH 8/1983-32;
in 1984: het Saljut 7 cargoschip Progress 20;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1999: vier SU communicatiesatellieten Globalstar M en de NASA/NOAA aardobservatiesatelliet Landsat 7.
in de rand:
- Georgi Beregovoi was tot aan zijn dood in 1995 betrokken bij het Russische “Star Wars”-programma. In die functie zou hij rapport uitgebracht hebben aan de partijbonzen en ruimtevaartdeskundigen, over een merkwaardige gebeurtenis nabij Salyut 6 in het voorjaar van 1981. De cosmonauten Vladimir Kovalyonok en Viktor Savinyk verklaarden toen dat ze vanuit het ruimtestation een ruimteschip bemerkten en dat daar wezens zonder ruimtepak uitkwamen, die zicht vrij in de ruimte bewogen. Dit zou op film vastgelegd zijn.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC31, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-OK N°8.
Officieel is dit één van de reeks satellieten bedoeld voor de studie van de ruimte en de bovenste lagen van de atmosfeer.
Het hoofddoel was echter het testen van koppeltechnieken met het oog op de geplande bemande maanvluchten. Kosmos 212 en Kosmos 213, die de volgende dag gelanceerd werd, koppelden automatisch op 15 april. Later volgde een afzonderlijke geslaagde landing.
(afbeelding: een model van dit type ruimteschip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-029A
Norad ID: 3183
Andere naam: Kosmos 212
Lanceertuig: Soyuz 11A511
Massa: 6000 kg.
geboorte in 1929 te Faison - North Carolina, van Dr William Edgar ‘Bill’ Thornton.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 6-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 8 en STS 17/51B.
Verbleef 13,05 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot mei 1994.
geboorte in 1942 te Moskou, van Valentin Vitalyevich Lebedev.
Russische ingenieur/cosmonaut (A070).
Lid van Energia Ingenieurs 3-1972 groep.
Maakte ruimtevlucht als
gezagvoerder in Soyuz 13 en
vluchtingenieur in Soyuz T5(T7).
Verbleef 218,49 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 2u33’.
Was aktief in de ruimtevaart tot 1993.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS militaire satelliet Transit 15;
in 1969: de NASA weersatelliet Nimbus 3 en de VS militaire geodesiesatelliet Secor 13;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1972: de SU wetenschapssatelliet Prognoz 1 en een fotoverkenner Zenit-4M;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-02;
in 1979: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1984: de VS militaire waarschuwer DSP 11/OPS 7641;
ruimtevlucht in 1961 vanaf Baikonur LC1, van de capsule Vostok 1 (Norad ID: 103), voor de allereerste bemande omloop van de aarde.
Vostok 1, roepnaam ‘ceder’ maakte in 89 minuten één volledig automatische aardomloop. Dit was dik tegen de goesting van Gagarin, die ter compensatie de code gekregen had om het automatisme uit te schakelen.
Onverwacht blijven de uitrustingsmodule en de capsule tijdens de landing door een bundel kabels met elkaar verbonden. Gagarin wordt flink door elkaar geschud vóór deze bundel in de atmosfeer doorbrandt en de capsule zich automatisch in de terugkeerstand richt.
Op 7 km hoogte wordt de stoel met de cosmonaut naar buiten geschoten. De capsule en Gagarin komen afzonderlijk, per eigen parachute naar beneden ten zuid-westen van Engels Smelovka,
in het Saratov gebied op 51°N – 46°O.
Voor de gelegenheid waren 3 persberichten voorbereid: 1 voor succes en 2 voor eventuele mislukking.
De inzittende is:
1 Yuri A.Gagarin.
vertrek in 1981 van de ruimtependel Columbia STS 1 (Norad ID: 12399), voor een 2-daagse vlucht omheen de aarde.
Het doel is uittesten van de lancering in een baan en de veilige terugkeer van de orbiter en de bemanning, met beoordeling van de prestaties van het gehele shuttle voertuig met de vaste brandstof raketten en de externe zuurstof/waterstoftank.
Aan boord was apparatuur voor oa registratie van temperatuur, druk en versnellingskrachten op meerdere plaatsen in de pendel.
Bij de vlucht gingen 16 hittetegels verloren en werden er een 150-tal beschadigd.
Het lanceerplatform had wel meer schade geleden dan vooraf ingeschat was.
De inzittenden zijn:
John W.Young, bevelhebber,
Robert L.Crippen, piloot.
vertrek in 1985 van de ruimtependel Discovery STS 16/51D (Norad ID: 15641), voor een 5-daagse vlucht omheen de aarde, verlengd met 2 dagen.
Tijdens deze missie wordt de communicatiesatelliet TéléSAT-l (ANIK C-1) met de PAM-D hulpmotor in de ruimte geplaatst, alsmede SYNCOM IV-3 (LEASAT 3).
Deze aktiviteiten lopen echter niet naar behoren, zodat beslist wordt om de missie met 2 dagen te verlengen, om alsnog dmv ruimtewandelingen de gewenste resultaten te benaderen. De astronauten Hoffman en Griggs plaatsten geïmproviseerd gereedschap op de robotarm voor de lancering van LEASAT 3. Dit was de eerste niet geplande buitenaktiviteit (EVA) in de geschiedenis van NASA.
Bij deze missie is Jacob Garn aan boord, als eerste VS senator in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Karol J.Bobko, bevelhebber,
Donald E.Williams, piloot,
Rhea M.Seddon/Gibson, missiespecialist,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
David S.Griggs, missiespecialist,
Charles D.Walker, ladingspecialist,
Jacob E.Garn, ladingspecialist.
geboorte in 1937 te Zmiev - Kharkov, van Igor Petrovich Volk.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 1978 en LII 1-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz T12.
Verbleef 11,80 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1996.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de SU ASAT-satelliet Poljot 2(I-2B-2);
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1973: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1979: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-43;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1983: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1999: de communicatiesatelliet Eutelsat W3.
in de rand:
- Na zijn vlucht in Vostok 1 zei Gagarin tijdens één van zijn propaganda bezoeken in een gesprek met Cyrus Eaton (UK) onder meer:
“ik zag tijdens mijn vlucht iets dat elk voorstellingsvermogen overtreft,
“mocht ik toelating krijgen om het bekend te maken, het zou de wereld verbazen…
Was de druk, zowel fysisch als psychisch, de oorzaak van deze gedachte? Of was het een foutieve vertaling van wat hij echt zei?
- O.Penkovsky, medewerker van VS president Kennedy, beweerde dat er vóór de vlucht van
Vostok 1 meerdere bemande ‘Korabl-Sputniks’ gelanceerd werden waarover men de controle verloor. Deze zouden het leven gekost hebben aan verscheidene cosmonauten.
- Aardig om weten is dat bij de missie van Columbia STS 1 Belgische video-apparatuur aanwezig was in het controlecentrum. Ingenieur A.Pauwels was terplaatse om de werking van nabij te volgen.
- Op 25 april 1964 zouden in Italië gesprekken opgenomen zijn tussen één of twee cosmonauten en een Soviet volgstation. Dit station zou zelfs getwijfeld hebben omtrent de identiteit van de ruimtevaarders, al spraken ze russisch. Deze communicatie werd gelinkt aan Polyot 2, gelanceerd op 12 april 1964 en 2 maanden later verbrand in de atmosfeer.
vertrek in 1970 van het maanschip Apollo 13 (Norad ID: 4371), voor een landing op de maan.
Apollo 13 zou voor de derde maal twee mensen naar het oppervlak van de maan brengen, maar de explosie van één van de zuurstoftanks en de daaruit resulterende schade verhinderde dat de geplande maanlanding doorging. Dank zij de bekwaamheid van de bemanning en door de maanlander als noodverblijf te gebruiken werd de noodzakelijke maanlus genomen en keerden de drie astronauten op 17 april veilig naar Aarde.
Onderzoek bracht aan het licht dat de bedrading tijdens grondtesten beschadigd werd en kortsluiting veroorzaakte tijdens de vlucht. Daarop vatte de isolatie vuur en deed de hitte de druk in zuurstoftank N°2 zodanig stijgen dat deze explodeerde. Daarbij werd ook nog tank N°1 beschadigd.
De inzittenden zijn:
James A.Lovell, Jr, bevelhebber,
Fred W.Haise Jr, LM piloot,
John L.Swigert, Jr, CM piloot.
geboorte in 1941 te Long Beach – California, van Frederick Hamilton ‘Rick’ Hauck.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 7, en
bevelhebber in STS 14/51A en STS 26.
Verbleef 18,13 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1989.
geboorte in 1942 te Enem – Adygeya, van Anatoli Nikolayevich Berezovoi.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 5-1970 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz T5(T7).
Verbleef 210,62 dagen in de ruimte.
Maakte 1 stand-up van 2u33’.
Was cosmonaut tot 1992 en bleef tot 1999 aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1955 te Crowborough - UK, van Piers John Sellers.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 112, STS 121 en STS 132.
Verbleef 35,38 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 41u10’.
Was astronaut tot 5 juni 2011 en bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-11(L);
in 1970: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1972: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1977: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1979: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1983: de communicatiesatelliet Satcom 1R(6);
in 1988: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de SU wetenschapssatelliet Foton 3 en de VS militaire satellieten POGS&SSR/USA 56, TEX/USA 57 en SCE/USA 58;
in 1994: drie SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan.
in de rand:
- In 1961 schreef de Moskou correspondent Dennis Ogden in de Daily Worker (UK), dat de Soviets een man in de ruimte geschoten hadden en dat deze zwaar gewond neerkwam.
Het zou Vladimir Ilyushin – zoon van de befaamde vliegtuig constructeur – geweest zijn, die op 7 april 1961 na 3 orbits in zijn ruimteschip “Rossiya” zwaar gewond neerkwam op Chinees grondgebied.
- Bij de inslag van de derde trap van Apollo 13, zou de maan gedurende 18 uren getrild hebben als een gong. Men vroeg zich daarbij af of de maan misschien hol is.
- Volgens geruchten moest Apollo 13 een “buitenaards artefact”, dat door Apollo 11 naar de aarde gebracht was, op de maan terugzetten.
Ook zouden op NASA-fotos één of meerdere voorwerpen te zien zijn die de beschadigde capsule vergezellen in haar tocht door de ruimte.
lanceerpoging in 1968 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6 N°8.
Deze maansonde wordt gelanceerd met de bedoeling een camera-module (ALS E-6 N°8 SA)
zacht te laten landen op de maanbodem.
Door problemen met de 3de trap van het lanceertuig wordt de voorziene aardorbit niet bereikt en de combinatie breekt bij de terugval in stukken.
(afbeelding: model van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: ALS E-6 No.8 SA
Lanceertuig: Molniya 8K78L / R103-26
Massa: 6530kg.
vertrek in 1979 van het ruimteschip Soyuz 33 (Norad ID: 11324), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Bij de nadering zagen de cosmonauten vanuit Salyut 6 vlammen uit de hoofdmotor van de Soyuz slaan, waarna de koppelpoging gestaakt werd. Deze Intercosmos missie met een Bulgaarse cosmonaut moest daarom terugkeren naar de aarde. Na een risicovolle stijle terugval kwamen Rukavishnikov en Ivanov, sterk dooreengeschut (tot 10G), alsnog na 2 dagen behouden op de grond.
Omdat het motorgedeelte van elke Soyuz vóór de terugval naar de aarde afgestoten wordt, was de inspektie van de defekte motor niet mogelijk.
De inzittenden zijn:
Nikolay N.Rukavishnikov, gezagvoerder,
Georgi K.Ivanov, wetenschapper - Bulgarije.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1974: de VS militaire satellieten OPS 4547 en OPS 6245/KH9/SAMOS;
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz 35 (Norad ID: 11753), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
De cosmonauten Popov en Ryumin zullen er 184 dagen als vaste bezetting (EO-4) verblijven.
Bij hun aankomst in het ruimtestation bemerken de cosmonauten dat de vensters ervan beschadigd zijn door inslagen van micro-meteorieten en ruimtepuin. Tijdens hun verblijf vervingen ze oa onderdelen van de besturing en installeerden ze een nieuw alarmsysteem en een batterij.
Soyuz 35 brengt bij de landing twee cosmonauten terug die een bezoek van 8 dagen aan Salyut 6 brachten.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Leonid I.Popov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur;
bij de landing:
Valery N.Kubasov, gezagvoerder,
Bertalan Farkasj, wetenschapper - Hongarije.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Endeavour STS 59 (Norad ID: 23042), voor een 11-daags
verblijf in een baan om de aarde.
De hoofdlading bij deze missie is het Space Radar Laboratory (SRL-1),geactiveerd door de bemanning en geëxploiteerd door teams van de ruimteagentschappen van Duitsland (DARA) en Italië (ASI). Dit labo bevatte oa de X-SAR (Synthetic Aperture Radar) en het MAPS (Measurement of Air Pollution from Satellites) instrument.
Met de X-SAR radar werd ongeveer 20% van de aarde bekeken. Meer dan 400 plaatsen in oa Brazilië, Michigan, North Carolina en Centraal Europa kwamen in beeld. Meer dan 100 wetenschappers uit 13 landen werkten hieraan mee.
Het MAPS-experiment mat de globale verspreiding van koolmonoxide in de atmosfeer.
De inzittenden zijn:
Sidney M.Gutierrez, bevelhebber,
Kevin P.Chilton, piloot,
Linda M.Godwin/Nagel, ladinggezagvoerder,
Jerome Apt, missiespecialist,
Michael R.Clifford, missiespecialist,
Thomas D.Jones, missiespecialist.
geboorte in 1950 te Austin - Texas, van Kenneth Dale ‘Taco’ Cockrell.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 56,
piloot in STS 69, en
bevelhebber in STS 80, STS 98 en STS 111.
Verbleef 64,52 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 2002 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1963 te Austin – Texas, van Timothy Lennart Kopra.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in STS 127(128) en Soyuz TMA19M.
Is nu in de ruimte en verbleef er al ongeveer 120 dagen.
Maakte al 3 ruimtewandelingen – samen 13u31’.
selektie in 1959 van de NASA-1 – Mercury Sevenastronauten
Scott Carpenter,
Gordon Cooper,
John Glenn,
Gus Grissom,
Wally Schirra,
Alan Shepard,
Deke Slayton.
De eerste groep van astronauten die de NASA selekteerde waren bestemd voor Project Mercury.
Alle zeven waren militaire testpiloten, een eis van president Eisenhower om de selectie te vereenvoudigen. Allen vlogen in de ruimte voor Project Mercury, behalve Donald Slayton, die
om medische redenen pas veel later deelnam aan de Apollo-Sojoez missie.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS spionnagesatelliet MIDAS 5 en het WestFord naaldexperiment;
in 1968: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1986 en 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1995: het MIR cargoschip Progress-M27;
in 1997: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1999: de VS militaire waarschuwer DSP 19/USA 142.
in de rand:
- Voor de Soyuz 35 missie was oorspronkelijk Valentin Lebedev voorzien als vluchtingenieur. Hij moest echter een knieoperatie ondergaan na een kwetsuur opgelopen op een trampoline. Daarop werd Valery Ryumin aangesteld als vervanger.
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC19, van de onbemande Gemini GT-1 combinatie.
Bij deze test brengt het lanceertuig de Gemini capsule met aangebleven tweede trap in een baan om de aarde. Uit een hogere dan voorziene snelheid volgt een baan die 34 km hoger is dan gepland. De afscheiding van de capsule met de tweede trap van de Titan was niet voorzien.
De test ging over 3 omlopen, voor een totale duur van 4u 50min, en de berging van de capsule was niet voorzien. De vlucht werd gevolgd tot de combinatie tijdens de 64ste orbit op 12 april boven het zuiden van de Atlantische Oceaan terugviel en verbrandde in de atmosfeer.
Alle systemen werkten naar behoren en de test werd een succes genoemd.
(afbeelding: de lancering van GT1)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-018A
Norad ID: 782
Andere naam: Gemini Titan 1
Lanceertuig: Titan II GLV GT1
Massa: 3190/5170 kg.
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Surveyor M-2.
Dit is een test van een Surveyor model, zoals deze later zullen ingezet worden voor een zachte landing op de maan.
De lancering gebeurt met een Atlas-Centaur, maar de test is maar een gedeeltelijk succes doordat de tweede ontsteking van de Centaur motor faalt.
(afbeelding: de lancering van een gelijkaardige Allas Centaur)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-030A
Norad ID: 2139
Andere naam: SM-2
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-8
Massa: 785 kg.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtecombinatie 7K-L1 N°3P in een baan om de aarde.
Deze test is waarschijnlijk een technologietest als voorbereiding op de geplande Zond lanceringen, al of niet bemand. De lading komt in een baan om de aarde, maar de motor van Blok-D trap, die het tuig op weg moet zetten naar de maan, ontsteekt niet. Twee dagen later verbrandt het ruimtetuig in de atmosfeer.
De vraag blijft of het hier de bedoeling was om echt naar de maan te vliegen, of enkel de terugval aan zeer hoge snelheid te testen vanaf een hoge elliptische baan.
Verscheidene hierop volgende mislukkingen zullen bijdragen tot opberging van de Soviet-ambities tot het maken van bemande maanvluchten.
(afbeelding: vermoedelijke samenstelling van deze combinatie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-032A
Norad ID: 2745
Andere naam: Kosmos 154
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Discovery STS 56 (Norad ID: 22621), voor een 9-daags
verblijf in een orbit omheen de aarde.
De hoofdlading bij deze missie is het laboratorium voor atmosfeerstudie ATLAS-2, dat ontworpen is om gegevens te verzamelen over de relatie tussen de energie van de zon en de aardatmosfeer. Ook de invloed van deze energie op de ozonlaag wordt bestudeerd.
Verder voert de bemanning biologie experimenten uit op oa meegevoerde specimen en ratten.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cameron, bevelhebber,
Stephen S.Oswald, piloot,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Kenneth D.Cockrell, missiespecialist,
Ellen L.Ochoa, missiespecialist.
selektie in 1985 van de RCA Electronicsladingspecialisten
Robert J.Cenker,
Gerard E.Magilton.
Alleen Cenker zal een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 23/KH 5;
in 1966: de VS wetenschapssatelliet OAO (A)1;
in 1970: de weersatelliet Nimbus 4, de VS militaire satellieten OPS 7033/Vela 12 en
OPS 7044/Vela 11, de VS militaire topografiesatelliet TOPO 1 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1978: de VS spionnagesatelliet Rhyolite 4;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: een SU doelsatelliet Raduga 12 en een fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de CN militaire communicatiesatelliet China 15/DFH 2/STTW;
in 1987: een SU spionnagesatelliet US-PM;
in 1992: een SU militaire waarnemer Neman;
in 1993: de VS wetenschapssatelliet Spartan 201;
in 1996: de telecomsatelliet Astra 1F.
in de rand:
- Tijdens de eerste omloop van de Gemini-GT1 combinatie, zouden plots vier voorwerpen uit de ruimte opgedoken zijn en op radar waargenomen. Ze namen positie in rond GT1 (twee boven, één achter en één onder), om vervolgens in deze formatie gedurende één volledige orbit mee te vliegen.
- Wat betreft de Soyuz 7K-L1 testvluchten, verschillen de meningen over het echte doel en het verloop ervan. Als men het tijdstip van de lancering van Kosmos 146 (7K-L1 2P van 10 maart) en Kosmos 154 (7K-L1 3P van 8 april) in funktie van de positie van de maan, vergelijkt met deze van de vorige maan-sonden, blijkt de maan als doel onwaarschijnlijk.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6LS N°113/Luna 14.
Dit ruimtevaartuig ging op 10 april in een baan omheen de maan.
Gegevens werden oa bekomen betreffende de interactie van de massa’s van aarde en maan, alsmede zonnewind en kosmische straling. Ook de radio ontvangst op verschillende posities omheen de maan werd getest.
Deze vlucht was de laatste van de tweede generatie van de Luna-serie.
(afbeelding: tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-027A
Norad ID: 3178
Lanceertuig: Molniya 8K78M Ya716-58
Massa: 1700 kg.
geboorte in 1972 te Chichester, van Timothy Nigel Peake.
Britse piloot/astronaut.
Lid van ESA 3-2009 “The Shenanigans”.
Maakt nu ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA19M.
overlijden in 1990 te Scottsdale – Arizona, van Ronald “Ron” Ellwin Evans, Jr
Amerikaans ingenieur/astronaut
Geboren op 10 november 1933, te St.Francis, Kansas
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 5-1966
Missies: Apollo 17
Verbleef 12d 13h 52m (12,58d) in de ruimte
Aantal EVAs: 1 ; totale EVA duur: 1 uur 5 minuten
Overleed aan een hartaanval
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Navy DS medaille, hier afgebeeld.
overlijden in 1997 te Zvyozdny, van Georgy Stepanovich Shonin
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 3 augustus 1935, te Rovenky, Ukraine
Rang: Luitenant Generaal, Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960
Missies: Soyuz 6
Verbleef 4d 22h 42m (4,95d) in de ruimte
Overleed aan een hartaanval
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Piloot-Cosmonaut medaille, hier afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH-4A;
in 1970: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1971: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1972: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 6/IK 6;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1976: de SU weersatelliet Meteor 1-24;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: de JP/VS communicatiesatelliet Yuri 1/BSE 1;
in 1979: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: de CN telecomsatelliet Asiasat 1 (Westar 6);
in 1995: de VS telecomsatelliet AMSC 1/MSat 2;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 62,63,64,65,66,67 en 68.
in de rand:
- In 1961 overlijdt volgens geruchten cosmonaut Vassilyevich Zavodovski tijdens een mislukte ruimtevlucht. (andere bronnen noemen hem Zowodovski en vermelden 14 oktober)
Als tegenbewijs laat radio Moskou hem in mei 1963 voor de micro een verklaring afleggen.
- Een ander gerucht laat Vladimir Ilyushin en niet Zavodovski op 7 april 1961 een ruimtevlucht maken, die fataal afloopt.
Op 11 april 1961 schreef de Moskou correspondent Dennis Ogden in de Daily Worker (UK), dat de Soviets een man in de ruimte geschoten hadden en dat deze zwaar gewond neerkwam.
De volgende dag beweerde de franse reporter Eduard Brobovski (Dobrovski?):
‘Vladimir Sergeyevich Ilyushin – zoon van de befaamde vliegtuig constructeur – kwam op 7 april
1961 na 3 orbits in zijn ruimteschip “Rossiya” zwaar gewond neer op Chinees grondgebied.
De schietstoel waarmee de cosmonaut de capsule moest verlaten faalde.’
Verdere beweringen zijn dat Ilyushin het bewustzijn verloor, vervroegd naar beneden werd gehaald en in zijn capsule en zwaar gewond in China landde. Daar bleef hij 1 jaar als patient? gevangene?
Officieel was Ilyushin ernstig gewond geraakt bij een auto ongeval op 2 juni 1960, en voor revalidatie naar China gegaan. In april 1961 liep hij met een stok en in mei noemde hij de bewering van Brobovski “onzin en waanbeelden”.
Foto’s uit begin 1961 zouden bewijzen dat Ilyushin wel degelijk een ruimtevaart opleiding kreeg.