Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
11-04-2016
dit gebeurde op 11 april
vertrek in 1970 van het maanschip Apollo 13 (Norad ID: 4371), voor een landing op de maan.
Apollo 13 zou voor de derde maal twee mensen naar het oppervlak van de maan brengen, maar de explosie van één van de zuurstoftanks en de daaruit resulterende schade verhinderde dat de geplande maanlanding doorging. Dank zij de bekwaamheid van de bemanning en door de maanlander als noodverblijf te gebruiken werd de noodzakelijke maanlus genomen en keerden de drie astronauten op 17 april veilig naar Aarde.
Onderzoek bracht aan het licht dat de bedrading tijdens grondtesten beschadigd werd en kortsluiting veroorzaakte tijdens de vlucht. Daarop vatte de isolatie vuur en deed de hitte de druk in zuurstoftank N°2 zodanig stijgen dat deze explodeerde. Daarbij werd ook nog tank N°1 beschadigd.
De inzittenden zijn:
James A.Lovell, Jr, bevelhebber,
Fred W.Haise Jr, LM piloot,
John L.Swigert, Jr, CM piloot.
geboorte in 1941 te Long Beach – California, van Frederick Hamilton ‘Rick’ Hauck.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 7, en
bevelhebber in STS 14/51A en STS 26.
Verbleef 18,13 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1989.
geboorte in 1942 te Enem – Adygeya, van Anatoli Nikolayevich Berezovoi.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 5-1970 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz T5(T7).
Verbleef 210,62 dagen in de ruimte.
Maakte 1 stand-up van 2u33’.
Was cosmonaut tot 1992 en bleef tot 1999 aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1955 te Crowborough - UK, van Piers John Sellers.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 112, STS 121 en STS 132.
Verbleef 35,38 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 41u10’.
Was astronaut tot 5 juni 2011 en bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-11(L);
in 1970: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1972: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1977: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1979: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1983: de communicatiesatelliet Satcom 1R(6);
in 1988: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de SU wetenschapssatelliet Foton 3 en de VS militaire satellieten POGS&SSR/USA 56, TEX/USA 57 en SCE/USA 58;
in 1994: drie SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan.
in de rand:
- In 1961 schreef de Moskou correspondent Dennis Ogden in de Daily Worker (UK), dat de Soviets een man in de ruimte geschoten hadden en dat deze zwaar gewond neerkwam.
Het zou Vladimir Ilyushin – zoon van de befaamde vliegtuig constructeur – geweest zijn, die op 7 april 1961 na 3 orbits in zijn ruimteschip “Rossiya” zwaar gewond neerkwam op Chinees grondgebied.
- Bij de inslag van de derde trap van Apollo 13, zou de maan gedurende 18 uren getrild hebben als een gong. Men vroeg zich daarbij af of de maan misschien hol is.
- Volgens geruchten moest Apollo 13 een “buitenaards artefact”, dat door Apollo 11 naar de aarde gebracht was, op de maan terugzetten.
Ook zouden op NASA-fotos één of meerdere voorwerpen te zien zijn die de beschadigde capsule vergezellen in haar tocht door de ruimte.
lanceerpoging in 1968 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6 N°8.
Deze maansonde wordt gelanceerd met de bedoeling een camera-module (ALS E-6 N°8 SA)
zacht te laten landen op de maanbodem.
Door problemen met de 3de trap van het lanceertuig wordt de voorziene aardorbit niet bereikt en de combinatie breekt bij de terugval in stukken.
(afbeelding: model van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: ALS E-6 No.8 SA
Lanceertuig: Molniya 8K78L / R103-26
Massa: 6530kg.
vertrek in 1979 van het ruimteschip Soyuz 33 (Norad ID: 11324), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Bij de nadering zagen de cosmonauten vanuit Salyut 6 vlammen uit de hoofdmotor van de Soyuz slaan, waarna de koppelpoging gestaakt werd. Deze Intercosmos missie met een Bulgaarse cosmonaut moest daarom terugkeren naar de aarde. Na een risicovolle stijle terugval kwamen Rukavishnikov en Ivanov, sterk dooreengeschut (tot 10G), alsnog na 2 dagen behouden op de grond.
Omdat het motorgedeelte van elke Soyuz vóór de terugval naar de aarde afgestoten wordt, was de inspektie van de defekte motor niet mogelijk.
De inzittenden zijn:
Nikolay N.Rukavishnikov, gezagvoerder,
Georgi K.Ivanov, wetenschapper - Bulgarije.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1974: de VS militaire satellieten OPS 4547 en OPS 6245/KH9/SAMOS;
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz 35 (Norad ID: 11753), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
De cosmonauten Popov en Ryumin zullen er 184 dagen als vaste bezetting (EO-4) verblijven.
Bij hun aankomst in het ruimtestation bemerken de cosmonauten dat de vensters ervan beschadigd zijn door inslagen van micro-meteorieten en ruimtepuin. Tijdens hun verblijf vervingen ze oa onderdelen van de besturing en installeerden ze een nieuw alarmsysteem en een batterij.
Soyuz 35 brengt bij de landing twee cosmonauten terug die een bezoek van 8 dagen aan Salyut 6 brachten.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Leonid I.Popov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur;
bij de landing:
Valery N.Kubasov, gezagvoerder,
Bertalan Farkasj, wetenschapper - Hongarije.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Endeavour STS 59 (Norad ID: 23042), voor een 11-daags
verblijf in een baan om de aarde.
De hoofdlading bij deze missie is het Space Radar Laboratory (SRL-1),geactiveerd door de bemanning en geëxploiteerd door teams van de ruimteagentschappen van Duitsland (DARA) en Italië (ASI). Dit labo bevatte oa de X-SAR (Synthetic Aperture Radar) en het MAPS (Measurement of Air Pollution from Satellites) instrument.
Met de X-SAR radar werd ongeveer 20% van de aarde bekeken. Meer dan 400 plaatsen in oa Brazilië, Michigan, North Carolina en Centraal Europa kwamen in beeld. Meer dan 100 wetenschappers uit 13 landen werkten hieraan mee.
Het MAPS-experiment mat de globale verspreiding van koolmonoxide in de atmosfeer.
De inzittenden zijn:
Sidney M.Gutierrez, bevelhebber,
Kevin P.Chilton, piloot,
Linda M.Godwin/Nagel, ladinggezagvoerder,
Jerome Apt, missiespecialist,
Michael R.Clifford, missiespecialist,
Thomas D.Jones, missiespecialist.
geboorte in 1950 te Austin - Texas, van Kenneth Dale ‘Taco’ Cockrell.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 56,
piloot in STS 69, en
bevelhebber in STS 80, STS 98 en STS 111.
Verbleef 64,52 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 2002 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1963 te Austin – Texas, van Timothy Lennart Kopra.
Amerikaanse ingenieur/astronaut.
Lid van NASA 18-2000 “The Bugs”.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in STS 127(128) en Soyuz TMA19M.
Is nu in de ruimte en verbleef er al ongeveer 120 dagen.
Maakte al 3 ruimtewandelingen – samen 13u31’.
selektie in 1959 van de NASA-1 – Mercury Sevenastronauten
Scott Carpenter,
Gordon Cooper,
John Glenn,
Gus Grissom,
Wally Schirra,
Alan Shepard,
Deke Slayton.
De eerste groep van astronauten die de NASA selekteerde waren bestemd voor Project Mercury.
Alle zeven waren militaire testpiloten, een eis van president Eisenhower om de selectie te vereenvoudigen. Allen vlogen in de ruimte voor Project Mercury, behalve Donald Slayton, die
om medische redenen pas veel later deelnam aan de Apollo-Sojoez missie.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS spionnagesatelliet MIDAS 5 en het WestFord naaldexperiment;
in 1968: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1986 en 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1995: het MIR cargoschip Progress-M27;
in 1997: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1999: de VS militaire waarschuwer DSP 19/USA 142.
in de rand:
- Voor de Soyuz 35 missie was oorspronkelijk Valentin Lebedev voorzien als vluchtingenieur. Hij moest echter een knieoperatie ondergaan na een kwetsuur opgelopen op een trampoline. Daarop werd Valery Ryumin aangesteld als vervanger.
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral LC19, van de onbemande Gemini GT-1 combinatie.
Bij deze test brengt het lanceertuig de Gemini capsule met aangebleven tweede trap in een baan om de aarde. Uit een hogere dan voorziene snelheid volgt een baan die 34 km hoger is dan gepland. De afscheiding van de capsule met de tweede trap van de Titan was niet voorzien.
De test ging over 3 omlopen, voor een totale duur van 4u 50min, en de berging van de capsule was niet voorzien. De vlucht werd gevolgd tot de combinatie tijdens de 64ste orbit op 12 april boven het zuiden van de Atlantische Oceaan terugviel en verbrandde in de atmosfeer.
Alle systemen werkten naar behoren en de test werd een succes genoemd.
(afbeelding: de lancering van GT1)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-018A
Norad ID: 782
Andere naam: Gemini Titan 1
Lanceertuig: Titan II GLV GT1
Massa: 3190/5170 kg.
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Surveyor M-2.
Dit is een test van een Surveyor model, zoals deze later zullen ingezet worden voor een zachte landing op de maan.
De lancering gebeurt met een Atlas-Centaur, maar de test is maar een gedeeltelijk succes doordat de tweede ontsteking van de Centaur motor faalt.
(afbeelding: de lancering van een gelijkaardige Allas Centaur)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-030A
Norad ID: 2139
Andere naam: SM-2
Lanceertuig: Atlas Centaur D AC-8
Massa: 785 kg.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtecombinatie 7K-L1 N°3P in een baan om de aarde.
Deze test is waarschijnlijk een technologietest als voorbereiding op de geplande Zond lanceringen, al of niet bemand. De lading komt in een baan om de aarde, maar de motor van Blok-D trap, die het tuig op weg moet zetten naar de maan, ontsteekt niet. Twee dagen later verbrandt het ruimtetuig in de atmosfeer.
De vraag blijft of het hier de bedoeling was om echt naar de maan te vliegen, of enkel de terugval aan zeer hoge snelheid te testen vanaf een hoge elliptische baan.
Verscheidene hierop volgende mislukkingen zullen bijdragen tot opberging van de Soviet-ambities tot het maken van bemande maanvluchten.
(afbeelding: vermoedelijke samenstelling van deze combinatie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-032A
Norad ID: 2745
Andere naam: Kosmos 154
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Discovery STS 56 (Norad ID: 22621), voor een 9-daags
verblijf in een orbit omheen de aarde.
De hoofdlading bij deze missie is het laboratorium voor atmosfeerstudie ATLAS-2, dat ontworpen is om gegevens te verzamelen over de relatie tussen de energie van de zon en de aardatmosfeer. Ook de invloed van deze energie op de ozonlaag wordt bestudeerd.
Verder voert de bemanning biologie experimenten uit op oa meegevoerde specimen en ratten.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Cameron, bevelhebber,
Stephen S.Oswald, piloot,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Kenneth D.Cockrell, missiespecialist,
Ellen L.Ochoa, missiespecialist.
selektie in 1985 van de RCA Electronicsladingspecialisten
Robert J.Cenker,
Gerard E.Magilton.
Alleen Cenker zal een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 23/KH 5;
in 1966: de VS wetenschapssatelliet OAO (A)1;
in 1970: de weersatelliet Nimbus 4, de VS militaire satellieten OPS 7033/Vela 12 en
OPS 7044/Vela 11, de VS militaire topografiesatelliet TOPO 1 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1978: de VS spionnagesatelliet Rhyolite 4;
in 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: een SU doelsatelliet Raduga 12 en een fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de CN militaire communicatiesatelliet China 15/DFH 2/STTW;
in 1987: een SU spionnagesatelliet US-PM;
in 1992: een SU militaire waarnemer Neman;
in 1993: de VS wetenschapssatelliet Spartan 201;
in 1996: de telecomsatelliet Astra 1F.
in de rand:
- Tijdens de eerste omloop van de Gemini-GT1 combinatie, zouden plots vier voorwerpen uit de ruimte opgedoken zijn en op radar waargenomen. Ze namen positie in rond GT1 (twee boven, één achter en één onder), om vervolgens in deze formatie gedurende één volledige orbit mee te vliegen.
- Wat betreft de Soyuz 7K-L1 testvluchten, verschillen de meningen over het echte doel en het verloop ervan. Als men het tijdstip van de lancering van Kosmos 146 (7K-L1 2P van 10 maart) en Kosmos 154 (7K-L1 3P van 8 april) in funktie van de positie van de maan, vergelijkt met deze van de vorige maan-sonden, blijkt de maan als doel onwaarschijnlijk.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6LS N°113/Luna 14.
Dit ruimtevaartuig ging op 10 april in een baan omheen de maan.
Gegevens werden oa bekomen betreffende de interactie van de massa’s van aarde en maan, alsmede zonnewind en kosmische straling. Ook de radio ontvangst op verschillende posities omheen de maan werd getest.
Deze vlucht was de laatste van de tweede generatie van de Luna-serie.
(afbeelding: tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-027A
Norad ID: 3178
Lanceertuig: Molniya 8K78M Ya716-58
Massa: 1700 kg.
geboorte in 1972 te Chichester, van Timothy Nigel Peake.
Britse piloot/astronaut.
Lid van ESA 3-2009 “The Shenanigans”.
Maakt nu ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA19M.
overlijden in 1990 te Scottsdale – Arizona, van Ronald “Ron” Ellwin Evans, Jr
Amerikaans ingenieur/astronaut
Geboren op 10 november 1933, te St.Francis, Kansas
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 5-1966
Missies: Apollo 17
Verbleef 12d 13h 52m (12,58d) in de ruimte
Aantal EVAs: 1 ; totale EVA duur: 1 uur 5 minuten
Overleed aan een hartaanval
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Navy DS medaille, hier afgebeeld.
overlijden in 1997 te Zvyozdny, van Georgy Stepanovich Shonin
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 3 augustus 1935, te Rovenky, Ukraine
Rang: Luitenant Generaal, Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960
Missies: Soyuz 6
Verbleef 4d 22h 42m (4,95d) in de ruimte
Overleed aan een hartaanval
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Piloot-Cosmonaut medaille, hier afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een VS fotospion KH-4A;
in 1970: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1971: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1972: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 6/IK 6;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1976: de SU weersatelliet Meteor 1-24;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: de JP/VS communicatiesatelliet Yuri 1/BSE 1;
in 1979: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1990: de CN telecomsatelliet Asiasat 1 (Westar 6);
in 1995: de VS telecomsatelliet AMSC 1/MSat 2;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 62,63,64,65,66,67 en 68.
in de rand:
- In 1961 overlijdt volgens geruchten cosmonaut Vassilyevich Zavodovski tijdens een mislukte ruimtevlucht. (andere bronnen noemen hem Zowodovski en vermelden 14 oktober)
Als tegenbewijs laat radio Moskou hem in mei 1963 voor de micro een verklaring afleggen.
- Een ander gerucht laat Vladimir Ilyushin en niet Zavodovski op 7 april 1961 een ruimtevlucht maken, die fataal afloopt.
Op 11 april 1961 schreef de Moskou correspondent Dennis Ogden in de Daily Worker (UK), dat de Soviets een man in de ruimte geschoten hadden en dat deze zwaar gewond neerkwam.
De volgende dag beweerde de franse reporter Eduard Brobovski (Dobrovski?):
‘Vladimir Sergeyevich Ilyushin – zoon van de befaamde vliegtuig constructeur – kwam op 7 april
1961 na 3 orbits in zijn ruimteschip “Rossiya” zwaar gewond neer op Chinees grondgebied.
De schietstoel waarmee de cosmonaut de capsule moest verlaten faalde.’
Verdere beweringen zijn dat Ilyushin het bewustzijn verloor, vervroegd naar beneden werd gehaald en in zijn capsule en zwaar gewond in China landde. Daar bleef hij 1 jaar als patient? gevangene?
Officieel was Ilyushin ernstig gewond geraakt bij een auto ongeval op 2 juni 1960, en voor revalidatie naar China gegaan. In april 1961 liep hij met een stok en in mei noemde hij de bewering van Brobovski “onzin en waanbeelden”.
Foto’s uit begin 1961 zouden bewijzen dat Ilyushin wel degelijk een ruimtevaart opleiding kreeg.
vertrek in 1984 van de ruimtependel Challenger STS 11/41C (Norad ID: 14897), voor een 7-daags
verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie wordt de Long Duration Exposure Facility (LDEF) in de ruimte geplaatst.
Dit zelfstandig laboratorium moet de gevolgen noteren van een langdurig verblijf in de ruimte, en zal in januari 1990 door de ruimtependel Columbia terug naar de aarde gebracht worden.
Op 8 april gebruikt astronaut Nelson de orientatie-uitrusting MMU (Manned Maneuvring Unit), om de Solar Max satelliet (SMM) te grijpen die vrij in de ruimte beweegt, terwijl van Hoften vanuit de laadruimte assisteert. Na meer dan 2u wordt de poging stopgezet. Op 11 april slagen dezelfde astronauten er in om de nodige herstellingen aan de SMM uit te voeren, die voordien gegrepen was met de op afstand bediende arm. Door de ondervonden moeilijkheden werd de duur van de missie met 1 dag verlengd en verbleven Nelson en van Hoften meer dan 9u buiten de pendel.
De inzittenden zijn:
Robert L.Crippen, bevelhebber,
Francis R.Scobee, piloot,
George D.Nelson, missiespecialist,
James D.A.van Hoften, missiespecialist,
Terry J.Hart, missiespecialist.
lancering in 1973 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de ruimtesonde Pioneer 11.
Pioneer 11 is de tweede missie naar Jupiter en het buitenste zonnestelsel, en de eerste
die de planeet Saturnus en haar belangrijkste ringen verkende. Instrumenten aan boord maten magnetische velden, zonnewind, kosmische straling, de hoeveelheid vrije waterstof en stofdeeltjes.
Op 3 december 1974 kwam de sonde op 43000km voorbij Jupiter en voerde metingen uit ivm poollicht, radiogolven en de atmosfeer.
Pioneer 11 vloog op 1 september 1979 op een afstand van 21000 km voorbij Saturnus waarbij vooral de ringen bestudeerd zijn. Daarna volgde de sonde een ontsnappingstraject uit het zonnestelsel.
Dit ruimtevaartuig bevat evenals Pioneer 10, een plaat met een getekende beeltenis van een man en een vrouw, alsmede de locatie van de zon en de aarde in de melkweg.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte en plaat)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-019A
Norad ID: 6421
Andere namen: Pioneer G, Pioneer-Saturn
Lanceertuig: Atlas SLV-3D Centaur AC-30
Massa: 259 kg.
geboorte in 1957 te Milaan, van Paolo Alberto Nespoli.
Italiaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van EAC-1998 en NASA 17-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS120 en
vluchtingenieur Soyuz TMA20.
Verbleef al 174,40 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de SU technologietest 1MS-1 nr 1;
in 1965: de communicatiesatelliet Intelsat I-F1;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1967: de VS technologietest ATS 2 en militaire satelliet OPS 8916;
in 1968: twee VS militaire satellieten OV 1;
in 1972 en 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1983: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
vertrekpoging in 1975 van het ruimteschip Soyuz 18 (Norad ID: - ), naar het Soviet ruimtestation Salyut 4. Door de mislukking wordt de benaming gewijzigd in 18A.
De lancering liep bij T + 288 seconden op 145 km hoogte fout en de bemanning werd met de capsuleraketten (de ontsnappingstoren was al afgeworpen), van het lanceertuig nog hoger weggeschoten.
Uiteindelijk landde de capsule 22 minuten na de lancering in het Altai-gebergte.
Cosmonaut Lazarev herstelde nooit meer van de zeer hoge versnelling van 21-G die hierbij optrad en stierf later aan de gevolgen hiervan.
De inzittenden zijn:
Vasili G.Lazarev, gezagvoerder (foto rechts),
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur (foto links).
vertrek in 1991 van de ruimtependel Atlantis STS 37 (Norad ID: 21224), voor een 6-daags
verblijf in een orbit omheen de aarde.
Tijdens deze missie wordt het GRO (Gamma Ray Observatory), voor het speuren naar uitbarstingen van gammastralen in het heelal, door de bemanning in de ruimte gezet. De antenne hiervan moest op 7 april buiten de pendel opengezet worden door Ross en Apt, in een niet voorziene aktiviteit (EVA) van meer dan 4u.
Op 8 april gingen dezelfde astronauten nu gedurende 5u 40min naar buiten, voor de voorziene tests met uitrusting om zichzelf in de ruimte voort te bewegen. Deze tests waren nodig als voorbereiding op de latere ruimteconstructies.
De inzittenden zijn:
Steven R.Nagel, bevelhebber,
Kenneth D.Cameron, piloot,
Jerry L.Ross, missiespecialist,
Jerome Apt, missiespecialist,
Linda M.Godwin/Nagel, missiespecialist.
geboorte in 1949 te Akron - Ohio, van Dr Judith Arlene “JR” Resnik.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 12/41D en STS 25/51L.
Verbleef 6,04 dagen in de ruimte.
Sterft in de Challenger pendel ramp op 28 januari 1986.
geboorte in 1950 te San José - Costa Rica, van Dr Franklin Ramon Chang-Diaz.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 24/61C, STS 34, STS 46, STS 60, STS 91 en STS 111; en
ladinggezagvoerder in STS 75.
Verbleef 66,76 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 19u31’.
Was astronaut tot juli 2005.
overlijden in 1991 te Brunswick - Georgia, van Manley Lanier "Sonny" Carter, Jr
Amerikaans medicus/astronaut
Geboren op 15 augustus 1947, te Macon - Georgia
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 10-1984
Missies: STS-33
Verbleef 5d 0u 6min in de ruimte
Kwam om bij de crash van Atlantic Southeast Airlines Vlucht 2311
Kreeg meerdere onderscheidingen, waaronder de Navy and Marine Corps medaille van verdienste, hier afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-05;
in 1977: een SU doelsatelliet DS-P1-I en de weersatelliet Meteor 1-27;
in 1988: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1990: de VS militaire satellieten Pegsat 1/CRRES-B en USA 55/Glomar;
in 1991: de CA telecomsatelliet Anik E2;
in 1995: de IL spionnagesatelliet Ofeq 3/Horizon 3.
lancering in 1978 vanaf Baikonur LC1, van de Soyuz test 7K-ST-4L.
De Sojoez T kreeg een herzien IGLA rendez-vous systeem en een nieuwe dienstmodule met ander gebruik van de stuurraketjes. Zonnepanelen en brandstoftoevoer werden herzien, en nieuxe elektronika werd toegepast. De veiligheid van de bemanning werd verhoogd met een nieuw ontsnappingssysteem bij de lancering en de capsule was aangepast voor een drie-mans bezetting in ruimtepak.
De test op zich was echter geen succes.
(afbeelding: een gelijkaardig ruimteschip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-036A
Norad ID: 10783
Andere naam: Kosmos 1001
Lanceertuig: Soyuz 11A511 U
Massa: 7000 kg.
vertrek in 1983 van de ruimtependel Challenger STS 6 (Norad ID: 13968), voor een 5-daags verblijf in een baan om de aarde.
De lancering, oorspronkelijk voorzien op 20 januari, werd meerdere keren uitgesteld. Doorzaak hiervan lag oa bij een defekt aan één van de hoofdmotoren en later aan de ernstige vervuiling van de lading met zand en stof door een storm. De hoofdlading was de TDRS-1 (Tracking and Data Relay Satellite) communicatiesatelliet. Deze werd uit de pendel in de ruimte gezet met de IUS hulpinrichting. Astronauten Peterson en Musgrave deden op 7 april de eerste buitenaktiviteit vanaf een pendel. Hierbij testten ze gedurende 4 uren hun ruimtepak en gereedschap voor toekomstige ruimteconstructies.
De inzittenden zijn:
Paul J.Weitz, bevelhebber,
Karol J.Bobko, piloot,
Donald H.Peterson, missiespecialist,
Story F.Musgrave, missiespecialist.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Columbia STS 83 (Norad ID: 24755), voor een 4-daags
verblijf in een baan om de aarde.
De missie bevat de eerste vlucht van het Microgravity Science Laboratory 1 (MSL 1). Daarin gebeurt oa onderzoek voor een geneeskundige vorser van Louvin-la-Neuve, Jean-Paul De Clerck. Ook experimenteerde de bemanning met vuurhaarden in gewichtloze toestand.
De missie werd ingekort wegens problemen met de stroomvoorziening.
De inzittenden zijn:
James D.Halsell, bevelhebber,
Susan L.Still/Kilrain, piloot,
Janice E.Voss, ladinggezagvoerder,
Donald A.Thomas, missiespecialist,
Michael L.Gernhardt, missiespecialist,
Roger K.Crouch, ladingspecialist,
Gregory T. Linteris, ladingspecialist.
lancering in 1968 vanaf Cape Canaveral, van de onbemande Apollo 6 ruimtecapsule.
Deze missie was bedoeld als de uiteindelijke kwalificatie van de Saturn V draagraket en het Apollo ruimtevaartuig voor de bemande Apollo-missies. De tests waren gelijkaardig aan deze van Apollo 4 op 9 november 1967.
De geplande 175 km cirkelvormige omloopbaan werd niet bereikt. Na twee orbits werd de baanhoogte opgevoerd om zo de geplande maan terugkeer te simuleren.
De commando module kwam na 9 uur 50 min aan 36.025 km/u naar beneden en werd in goede staat bevonden. Hierna oordeeelde NASA dat een bemande maancombinatie in aardorbit voldoende veilig kon gebeuren.
(afbeelding: de berging van de capsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-025A
Norad ID: 3170
Andere namen: Apollo-Saturn 502
Massa: 36806 kg.
geboorte in 1964 te Yokohamas Kanagava, van Satoshi Furukawa.
Japanse medicus/astronaut.
Lid van NASDA 4-1999 en NASA 19-2004 selektie.
Maakte al ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA02M.
Verbleef al 167,26 dagen in de ruimte.
selektie in 1966 van de NASA-5 “The Original 19” astronauten
Vance Brand,
John S. Bull,
Gerald Carr,
Charles Duke,
Joseph Engle,
Ronald Evans,
Edward Givens,
Fred Haise,
James Irwin,
Don Lind,
Jack Lousma,
Ken Mattingly,
Bruce McCandless II,
Edgar Mitchell,
William Pogue,
Stuart Roosa,
Jack Swigert,
Paul Weitz,
Alfred Worden.
Veteraan John Young doopte deze groep de “Originele Negentien” als parodie op de zeven Mercury astronauten. Ongeveer de helft vloog in het Apollo programma, terwijl anderen betrokken waren bij Skylab en Space Shuttle missies. Brand nam deel aan het Apollo-Soyuz Test Project in 1975.
Twee man uit deze groep maakten uiteindelijk geen ruimtevlucht: Givens kwam in 1967 om bij een auto ongeval en Bull nam in 1968 ontslag uit het astronautenkorps nadat bij hem longproblemen ontdekt werden.
selektie in 1996 van de Neurolabladingspecialisten
Jay C.Buckey,
Alexander W.Dunlop,
James A.Pawelczyk.
Alleen Dunlop maakte nog geen ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964 en 1967: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu en een fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: een SU anti-sat satelliet I2P;
in 1972: de FR wetenschapssatelliet Mas 1/Sret 1 en de SU communicatiesatelliet Molniya 1-20(T);
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1986: de SU militaire communicatiesatelliet Geizer-13L;
in 1989: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1991: drie SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan;
in 1997: de VS militaire weersatelliet DMSP-F14/USA 131.
lancering in 1973 vanaf Baikonur/LC81/23, van het Soviet ruimtestation Almaz 1/Salyut 2.
Salyut 2 is officieel ontworpen voor wetenschappelijk onderzoek en het testen van systemen aan boord, terwijl het in hoofdzaak wel militaire doelstellingen heeft.
Op 11 april komen door een onverklaarbare ongeval de vier zonnepanelen los, waardoor alle energie afgeschakeld wordt. Voordien waren er al problemen met de druk en de controle.
Op 28 mei valt Almaz 1 terug naar de aarde, zonder dat er een bemanning aan boord geweest is.
(afbeelding: tekening van het ruimtestation)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-017A
Norad ID: 6398
Lanceertuig: Proton-K 283-01
Massa: 18500 kg.
lancering in 1974 vanaf Baikonur/LC31, van de Soyuz test 7K-TM N°71-EPSA.
Dit is een onbemande proeflancering ter voorbereiding van de geplande Apollo-Soyuz missie, waarbij deze twee ruimteschepen zullen gekoppeld worden met samenwerking van de bemanningen.
Deze Soyuz draagt het aangepast koppelsysteem APAS-75, om de verbinding met de APDS (Androgynous Peripheral Docking System) module mogelijk te maken.
(afbeelding: eenvoudige voorstelling van het schip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1974-018A
Norad ID: 7234
Andere naam: Kosmos 638
Lanceertuig: Soyuz 11A511 U
Massa: 6600 kg.
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T11 (Norad ID: 14872), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
De cosmonauten zullen er 8 dagen als bezoekende bemanning (EP-3) verblijven. Rakesh Sharma voert er een aardobservatie programma uit, speciaal gericht op India. Ook experimenteerde hij in verband met de leefbaarheid en materiaalbehandeling. Verder deed hij aan yoga, om het effekt ervan in de ruimte te ervaren.
Soyuz T11 brengt bij de landing de cosmonauten Kizim, Soloviyov en Atkov terug, die 237 dagen in Salyut 7 woonden.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri V.Malyshev, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Rakesh Sharma, wetenschapper - ISRO;
bij de landing:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Vladimir A.Soloviyov, vluchtingenieur,
Oleg Y.Atkov, wetenschapper.
geboorte in 1926 te Mitchell - Indiana, van Virgil Ivan ‘Gus’ Grissom.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in
Mercury-Redstone 4 en als
bevelhebber-piloot in Gemini 3.
Verbleef 0,21 dagen in de ruimte.
Sterft in de apollo capsulebrand op 27 januari 1967 te Cape Canaveral.
selektie in 1962 van de bijkomende VVScosmonautes
Valentina Ponomaryova,
Zhanna Yorkina.
In maart en april 1962 werden vijf vrouwen met ervaring in parachutespringen opgenomen in het trainingsprogramma van de Soviet Unie. Alleen Tereshkova (geselekteerd in maart) zal een ruimtevlucht maken. De 20 jaar jonge Kuznetsova (eveneens geselekteerd in maart) was en is nog steeds de jongste vrouw ooit voor de ruimtevaart geselekteerd.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS wetenschapssatelliet Explorer 17;
in 1965: de VS militaire navigatiesatelliet EGRS 4/Secor 4 en de technologietest SNAP 10A;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1980: een SU doelsatelliet Lira;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de IL technologietest Ofeq 2;
in 1995: de VS wetenschapssatelliet Microlab 1 en twee GPS-satellieten Orbcomm-FM
in 1996: de telecomsatelliet Inmarsat 3-F1.
in de rand:
- Om de militaire aard van Almaz 1 te verbergen, maakte het Soviet bestuur het station als Salyut 2 bekend aan de buitenwereld.
- Scott Grissom, de zoon van astronaut Virgil Grissom, zou in 1999 na onderzoek van de uitgebrande Apollo-capsule, beweerd hebben dat de ramp mogelijk te wijten was aan sabotage. Men zou een metalen plaatje achter een schakelaar gevonden hebben, die een vonk kon veroorzaken bij de bediening van die schakelaar. Grissom zou eerder al zijn twijfel uitgedrukt hebben over de degelijkheid van de Apollo CM.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6S-4/Luna 4.
Maansonde E-6-3 wordt gelanceerd met als officieel doel een camera-module (ALS E-6N°4 SA)
zacht te laten landen op de maanbodem.
De sonde wordt met succes in lage aardorbit gebracht en de motor van de laatste trap
brengt de sonde op het maantraject. Onderweg gaat het echter mis met de noodzakelijke baancorrectie en de sonde mist de maan.
Op 6 april vliegt Luna 4 op 8336 km boven het oppervlak aan de maan voorbij. De sonde komt
zo in een elliptische aarde/maan baan.
(afbeelding: een tekening van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1963-008B
Norad ID: 566
Lanceertuig: Molniya 8K78L / E6 G103-11
Massa: 1422 kg.
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°4/Zond 1.
Zond 1 vertrekt vanaf het aardorbit platform (Tyazheliy Sputnik) richting venus.
De sonde vliegt op 14 juli aan venus voorbij op een afstand van 100000km, maar de beoogde
afdaling van een capsule (Spuskaemiyapparat 3MV-1 No.4) aan de nachtzijde van venus gaat
niet door. Zond 1 komt in een heliocentrische baan en levert zo toch nog gegevens over oa
kosmische straling.
(afbeeldingen: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-016D
Norad ID: 785
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-23
Massa: 890kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 2M-522/Mars 1969B.
Mars 1969B bestond uit een orbiter en landingsmodule voor het maken van duidelijke foto’s van het oppervlak van mars.
Door het falen van één motor van de eerste trap, vliegt het lanceertuig nog 50m verder vooraleer te exploderen. Bij de explosie komt een massa giftige brandstof vrij en komen heel wat ruimtevaartspecialisten om het leven. Deze ramp betekende grote vertraging in de wedijver van de Soviets met het VS Apollo programma.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K
Massa: 4850 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1982: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-57;
in 1989: de Scandinavische telecomsatelliet Tele-X;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Gorizont 25;
in 1993: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1998: de VS wetenschapssatelliet TRACE;
in 1999: de IN wetenschapssatelliet Insat 2E en het MIR cargoschip Progress-M41;
in 1999: de satelliet voor radio-amateurs Sputnik jr 3/99.
in de rand:
- Het echte doel van Luna 4 is omstreden, maar er ging wel zeker iets mis met de sonde. Het was een nieuw type maansonde, met een gewicht zowat 1000 kg hoger dan dat van de vorige drie.
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6S N°206/Luna 10.
Luna 10 wordt vanaf een aardorbit in een baan omheen de maan geschoten, met als oorspronkelijke
baangegevens: 350x1015km – 2u58min – 72°.
Gegevens over oa elektrische en magnetische velden, straling, zonnewind en micro-meteorieten werden
naar de aarde geseind.
Na 57 dagen gaat de radioverbinding verloren.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-027A
Norad ID: 2126
Lanceertuig: Molniya 8K78M N103-42
Massa: 1600 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°671.
Dit was één van de twee sondes die tijdens het lanceervenster in het voorjaar van 1972 naar venus gestuurd werden, maar bleef vast in aardorbit. Vandaar het kosmos nummer.
De doelstellingen waren om een meer geavanceerde reeks van wetenschappelijke metingen te doen op het oppervlak van venus.
Bij de lancering breekt de sonde in stukken en delen ervan verbranden binnen 48 uur in de aardatmosfeer, terwijl andere in een 210x9800 km baan omheen de aarde komen.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-023A
Norad ID: 5919
Andere naam: Kosmos 482
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1180 kg.
lancering in 1987 vanaf Baikonur LC200/39, van de MIR-module KVANT 1.
Kvant 1 is een gespecialiseerde module gebaseerd op de Salyut 7 bouw, ter uitbreiding van het Soviet ruimtestation MIR.
Hiermee wordt voldaan aan de vraag naar permanente uitbreiding voor wat betreft ruimte en wetenschappelijke uitrusting. Deze laatste omvat oa het internationale Röntgen X-stralen Observatorium, de Glasar UV-telescoop en het Svetlana elektroforese apparaat.
Ook systemen voor de verbetering van de standregeling van het ruimtestation zijn aan boord.
(afbeelding: KVANT 1 tussen de MIR-basis en een aangekoppelde Soyuz)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1987-030A
Norad ID: 17845
Lanceertuig: Proton-K 336-02
Massa: 20000 kg(?).
geboorte in 1957 te El Paso – Texas, van Patrick Graham Forrester.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 105, STS 117 en STS 128.
Verbleef 39,60 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 25u30’.
Was astronaut tot augustus 2011.
selektie in 1992 van de NASA-14 “The Hogs”
piloten:
Scott Horowitz,
Brent Jett,
Kevin Kregel,
Kent Rominger;
missiespecialisten:
Daniel T. Barry,
Charles Brady,
Catherine Coleman,
Michael Gernhardt,
John Grunsfeld,
Wendy Lawrence,
Jerry Linenger,
Richard Linnehan,
Michael Lopez-Alegria,
Scott Parazynski,
Winston Scott,
Steven Smith,
Joseph Tanner,
Andy Thomas,
Mary Weber;
internationale missiespecialisten:
Maurizio Cheli (Italië),
Jean-François Clervoy (Frankrijk),
Marc Garneau (Canada),
Chris Hadfield (Canada),
Koichi Wakata (Japan).
Vanaf deze selektie, krijgen niet-Amerikaanse astronauten, die in opdracht van hun eigen ruimtevaartorganisaties zullen werken, hun opleiding samen met de NASA astronauten. Als volwaardige missiespecialisten kunnen ze in aanmerking komen voor elke VS-pendelmissie.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire weersatelliet DAPP 15;
in 1976: een SU fotoverkenner Orion;
in 1978: de communicatiesatelliet Intelsat IVA-F6 en een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1982: de SU ELINT satellieten Tselina-D en Tselina-O;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1988: de SU communicatiesatelliet Gorizont 15;
in 1991: de SU aardobservatie satelliet Almaz 1;
in 1993: het MIR cargoschip Progress-M17.
in de rand (ook in maart maar zonder datum):
- Nog maar eens een gerucht over cosmonaut Dolgov, deze keer zou hij overleden zijn bij de test van een Vostok schietstoel in maart 1961.
Officieel stierf hij op 3 november 1962 bij een sprong van grote hoogte (25000 m?) uit een Wolga-ballon.
- In maart 1965 publiceerde de krant Corriere della Sera de resultaten/overzicht van sensationele radio opnamen gemaakt door de broers Judica-Cordiglia in hun luisterpost Torre Bert, Italië.
De broers Gianbattista en Achille beweerden noodkreten opgevangen te hebben van minstens 20
verschillende Soviet cosmonauten.
Volgens de Corriere della Sera stierven zeker 14 cosmonauten de ‘ruimtedood’.
- In maart 1969 zou een Soviet maanraket ontploft zijn op het lanceercomplex, met een groot aantal doden als gevolg. Volgens geruchten zouden er twee cosmonauten aan boord geweest zijn.
lancering in 1978 vanaf Baikonur LC81/24, van de SU testcombinatie TKS VA N°9.
Deze combinatie (Kosmos 997 en Kosmos 998) bestaat uit het militaire TKS transport/bevoorradingsschip en de landingscapsule, bedoeld voor het Almaz ruimtestation. Leonov noemde de TKS “onze Apollo”.
TKS capsules (VA is een Russisch acronym) vlogen 13 maal tussen 1976 en 1983: tien maal als test en drie maal als deel van een volledig TKS ruimteschip dat aanmeerde aan het Salyut ruimtestation.
Tot een bemande vlucht kwam het echter nooit.
(afbeelding: vrije voorstelling van een TKS in een baan om de aarde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-032A en 032B
Norad ID: 10770 en 10771
Lanceertuig: Proton-K 292-01
Massa: 700 kg.
geboorte in 1957 te Rabochi – Moskow, van Yelena Vladimirovna Kondakova.
Russische ingenieur/cosmonaute.
Huwde cosmonaut Valeriy Ryumin.
Lid van Energia Ingenieur 10-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht als
vluchtingenieur in Soyuz TM20 en
missiespecialist in STS 84.
Verbleef 178,45 dagen in de ruimte.
Eerste ‘niet-propaganda’ cosmonaute – Soyuz TM20.
Was cosmonaute tot 31 december 1999.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 22;
in 1966: de VS militaire satellieten OV1-4 en OV1-5;
in 1967: een VS fotospion KH-4A;
in 1972: de SU weersatelliet Meteor 1-11;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1983: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1993: de VS technologiesatelliet SEDS 1(I), de militaire satelliet USA 90 en een SU spionage satelliet US-PM;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 55, 57, 58, 59 en 60.
geboorte in 1931 te Gvardeitsi – Samara, van Aleksey Aleksandrovich Gubarev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 17 en Soyuz 28.
Verbleef 37,48 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1981 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1947 te Olginka – Kazakhstan, van Aleksandr Stepanovich Viktorenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 7-1978 / TsPK 7 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz TM3(TM2), Soyuz TM8, Soyuz TM14 en Soyuz TM20.
Verbleef 489,07 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 19u39’.
Was cosmonaut tot mei 1997.
geboorte in 1957 te Columbus – Ohio, van Michael James Foreman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 123 en STS 129.
Verbleef 26,56 dagen in de ruimte.
Maakte 5 ruimtewandelingen – samen 32u19’.
Was astronaut tot december 2010.
geboorte in 1965 te Fort Belvoir – Virginia, van William (Bill) Anthony Oefelein.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 116.
Verbleef 12,86 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1 juni 2007.
selektie in 1983 van de LII-2luchtvaartspecialisten
Ural N.Sultanov,
Magomed O.Tolboyev;
die geen van beiden een ruimtevlucht zullen maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1977: de UA technologiesatelliet AUOS-Z-R-O Oval;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko.
in de rand:
- Ooit zou Aleksey Gubarev verklaard hebben te geloven in het bestaan van buitenaardse wezens. Naar eigen zeggen steunde zijn overtuiging op hem bekende informatie die in het bezit zou geweest zijn van de VS.
- In 1968 zouden volgens geruchten Vladimir Seryogin en Yuri Gagarin samen om het leven gekomen zijn bij een mislukte Zond-vlucht. Deze moest in lusvorm tot op maansafstand verlopen, maar verging in de dampkring.
De officiele sterfdatum van beiden is echter 27 maart 1968.
testlancering in 1963 vanaf Cape Canaveral LC34, van het Saturn SA-4 lanceertuig.
Dit is de laatste onbemande sub-orbitale vlucht voor het testen van de eerste trap van de toekomstige maanraket. Zoals gepland wordt motor nummer 5 na 100 seconden stilgelegd en wordt de brandstof ervan met succes naar de nog werkende motoren geleid. Na 15 minuten komt de raket 400 km verder naar beneden. De bereikte hoogte is 129 km en de maximale snelheid 5900 km/u.
(afbeelding: de raket op het lanceerplatform)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere naam: Apollo SA-4 Test Flight
Lanceertuig: Saturn 1
Gewicht: 52480 kg.
geboorte in 1946 te Almelo, van Dr Wubbo Johannes Ockels.
Nederlandse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Esa 1-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 22/61A.
Verbleef 7,03 dagen in de ruimte.
Eerste Nederlander in de ruimte - 30 oktober 1985.
Was astronaut tot 1994.
Overleden aan de gevolgen van niercelkanker op 18 mei 2014, te Almelo.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1978: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: de VS weersatelliet NOAA 8;
in 1986: de communicatiesatellieten Brasilsat 2(BR) en Gstar II(GE);
in 1995: de communicatiesatellieten Brasilsat-B2(BR) en HotBird 1(Eutelsat);
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°3.
Deze sonde (Spuskaemiy Apparat 3MV-1 N°3) moet gegevens verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan venus.
Het SL-6/A-2-e lanceertuig bereikt probleemloos de beoogde aardorbit, maar raakt niet op weg naar venus door onstabiel gedrag van block L en krijgt zo een kosmosnummer.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-014A
Norad ID: 770
Andere namen: Kosmos 27
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-22
Massa: 890 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 2M N°521.
Deze Sovjet-missie naar mars is nooit officieel aangekondigd, maar is later geïdentificeerd als een geplande orbiter met landingsmodule. Na een succesvolle werking van de eerste twee fasen van de lancering ontstaat brand in een brandstofpomp. De motor explodeert bij T+438,66 seconden en de overblijfselen komen neer in het Altai gebergte.
De bedoeling zou het maken van duidelijke foto’s en het verzamelen van gegevens geweest zijn gedurende drie maanden.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Mars 1969A, M69-521
Lading: Mars M-69
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K
Massa: 4850 kg.
lancering in 1969 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Mariner 7.
Mariner 7 is een vervolg aan de Mariner 6 missie, ook bedoeld om wetenschappelijke gegevens
te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars.
De sonde had 2 TVcamera’s aan boord, alsmede instrumenten voor studie van de atmosfeer.
Op 5 augustus 1969 passeert Mariner 7 de planeet op 3430km en maakt een 100tal bodemfoto’s. De foto’s die gemaakt werden op 2, 3 en 4 augustus 1969 waren beter dan die van Mariner 6 omdat de temperatuur nu hoger was. Samen met Mariner 6 werd 20% van de oppervlakte in beeld gebracht.
Mariner 7 ontdekte oa ammoniak en methaan aan de rand van de zuidpool. De atmosfeer bestond voornamelijk uit koolstofdioxide en een weinig water, echter zonder stikstof.
Deze sonde zou de eerste nabijfoto van Phobos gemaakt hebben.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en een marsfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-030A
Norad ID: 3837
Andere namen: Mariner 69-2
Lading: Mariner 6-7
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-19
Massa: 366 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°670/Venera 8.
Venus 8 was één van de twee sondes die tijdens het lanceervenster in het voorjaar van 1972 naar venus gestuurd werden. De tweede missie - Kosmos 482 – bleef vast in aardorbit. De doelstellingen waren om een meer geavanceerde reeks van wetenschappelijke metingen te doen op het oppervlak van venus.
Na 117 dagen bereikt het ruimtevaartuig venus. Op 22 juli 1972 wordt de afdaalmodule gescheiden van de bus en de parachute wordt op 60 km hoogte geopend. Venera 8 landt op 10°Z – 335°O. Gegevens werden tot 63 minuten na de landing doorgestuurd en bevestigden deze van Venus 7; namelijk de hoge oppervlaktetemperatuur en druk (470°C – 90 atmosfeer). Het gemeten lichtniveau was vergelijkbaar met de hoeveelheid licht op een bewolkte aardse dag, met ongeveer 1 km zichtbaarheid.
(afbeelding: model van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-021A
Norad ID: 5912
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1180 kg.
overlijden in 1968 van Yuri Alekseyevich Gagarin.
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 9 maart 1934, te Klushino
Rang: Polkovnik (Kolonel), Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960
Missies: Vostok 1
Verbleef 1h 48m (0,075d)in de ruimte
Kwam samen met instructeur Vladimir Seryogin om in hun MiG-15UTI ongeval te Novosyolovo, nabij Kirzhach.
Kreeg meerdere onderscheidingen, waaronder de Orde van Lenin en de Held van de Soviet Unie Ster, hier samen afgebeeld.
selektie in 1973 van de
TsKBEM-3burgerspecialisten
Vladimir Aksyonov,
Aleksandr Ivanchenkov,
Valery Ryumin,
Gennady Strekalov;
TsKBM-2(OKB-52)burgerspecialist
Dimitri A.Yuyukov.
Alleen deze laatste zal geen ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS wetenschapssatelliet Ariël 2;
in 1970, 1971 en 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 13;
in 1980: het Saljut 6 cargoschip Progress 8 en een SU doelsatelliet Vektor;
in 1990: een SU militaire waarschuwer Oko.
in de rand:
- Zoals zo vele marssondes had ook Mariner 7 problemen in de nabijheid van mars. Deze keer was het een batterij die explodeerde.
- Leonid Vladimirov zou, ivm de dood van Yuri Gagarin, aan een joernalist van de ‘Daily Telegaph’ gezegd hebben dat het feit dat hij samen met Vladimir Seryogin om het leven kwam laat veronderstellen dat ze het slachtoffer werden van een mislukte raketlancering.
- In 1962 wordt kandidaat cosmonaut MarsRafikov ontslagen uit het korps wegens wangedrag. Volgens hem zijn er meerdere van zijn groep in de fout gegaan, maar is dat ook de schuld van Gagarin en Titov, die oa hem en Anikeyev het slechte voorbeeld gaven.
- In 1963 worden kandidaat cosmonauten Grigori Nelyubov, Ivan Anikeyev and Valentin Filatyev dronken en ruziënd opgepakt aan het station van Chkalovskiy. Aangezien dit niet de eerste keer was wil het VVS-bestuur hen alle drie ontslaan. Gagarin is echter van mening dat enkel Filatyev schuld treft. Uiteindelijk zal geen van deze drie in aanmerking komen voor een ruimtevlucht.
- In 1964 worden enkele weken na de lancering van Kosmos 27, gesprekken opgenomen in Italië tussen twee cosmonauten en een volgstation. Geruchten koppelen de communicatie aan de bemanning in deze drager van een venussonde die vast kwam in een baan om de aarde.
testlancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van het ruimteschip Vostok 3KA N°2/Korabl-Sputnik 5.
Korabl-Sputnik 5 is officieel de vijfde en tevens laatste test ter voorbereiding van de eerste bemande vlucht. In de capsule zitten de mechanische cosmonaut Ivan Ivanovich, de hond Zvezdochka (Sterretje) en niet nader gespecifieerde biologische specimen (waarschijnlijk muizen, cavia, kikkers en zaden). Ook een TV systeem en wetenschappelijke apparatuur zijn aan boord.
Een volledige aardomloop wordt uitgevoerd, waarna de hond in de capsule-kooi gezond en wel in het Izhevsk gebied landt. Ivanovich was op enkele kilometers hoogte met succes uit de capsule geschoten en komt per afzonderlijke parachute naar beneden.
De vlucht duurde 1 uur 46 minuten.
(afbeelding: model van de kooi en de hond Zvezdochka)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-009A (iota 1)
Norad ID: 95
Andere namen: Sputnik 10 (VS aanduiding)
Lanceertuig: Vostok 8K72K E103-15
Massa: 4700 kg.
geboorte in 1928 te Cleveland – Ohio, van James Arthur ‘Jim’ Lovell Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht als
co-piloot in Gemini 7,
bevelhebber-piloot in Gemini 12,
CM piloot in Apollo 8, en
bevelhebber in Apollo 13.
Verbleef 29,80 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste ruimte rendez-vous op 16 december 1965 en eerste maanorbit op 24 december 1968.
Overleefde eerste noodtoestand voorbij aardorbit in Apollo 13.
Mede hoogterekord houder (401056 km) in Apollo 13.
Was astronaut tot 1973.
geboorte in 1969 te Shanxi, van Wang Liu.
Chinese piloot/taikonaut.
Lid van China 1-1998 groep.
Maakte ruimtevlucht als tweede bemanningslid in Shenzhou 9.
Verbleef al 12,64 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS wetenschapssatelliet Explorer 10;
in 1965: een VS fotospion KH-4A en een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1967 en 1972: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1972: een SU aardobservatie satelliet Sfera;
in 1982: de SU weersatelliet Meteor 2-08;
in 1985: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1986: een SU spionagesatelliet US-PM1;
in 1988: de IT wetenschapssatelliet San Marco 5;
in 1993: een SU militaire communicatiesatelliet Raduga en de VS militaire communicatiesatelliet UFO F1/UHF1 follow on;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 51 en 61.
in de rand:
- Volgens geruchten zou de Soviet Unie in 1960 een test uitgevoerd hebben die resulteerde in een ballistische vlucht tot boven de Stille Oceaan. In de capsule zaten de honden Otwzjnaja en Malek, het konijn Zvozdotsjka, ea fauna en flora.
Andere bronnen geven 15 juni aan als datum van deze test, alsook andere dieren.
- Een verscheidenheid van ruimtetuigen (Vostok, Woskhod, Kosmos, ea) werden door VS waarnemers bij gebrek aan gegevens aangeduid met de algemene benaming ‘Sputnik’. Deze kregen de VS-nummers 11 t/m 25, niettegenstaande geen enkele hiervan door de Soviets zelf ‘Sputnik’ gedoopt werd.
sub-orbitale test in 1961 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS capsule MR-BD.
Mercury Redstone Booster Development (MR-BD) is de laatste onbemande sub-orbitale test met een Mercury model.
Deze wordt uitgevoerd op aandringen van de ontwerper Von Braun, tegen de goesting van astronaut Shepard, die zeer gretig was om zelf te vliegen. De VS had immers het sterke vermoeden van de op
handen zijnde bemande vlucht van de Soviet Unie. Had Shepard zijn zin gekregen dan was hij de eerste mens in de ruimte geworden, en niet Gagarin.
De ultieme test moest de problemen oplossen welke zich bij de MR-1A en MR-2 vluchten voordeden. Het ging hier vooral om optredende trillingen en stuwkracht kontrole.
Alle testobjectieven werden behaald en de lanceercombinatie werd geschikt bevonden voor sub-orbitale bemande vluchten.
(afbeelding: lancering van de test)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury model ‘boilerplate’
Lanceertuig: Mercury Redstone MRLV-5
Massa: 1200 kg (?)
vertrek in 1992 van de ruimtependel Atlantis STS 45 (Norad ID: 21915), voor een 9-daags verblijf in een baan om de aarde.
De lading bevat de eerste vlucht van het internationaal atmosfeer laboratorium “Atlas 1” (Atmospheric Laboratory for Applications and Science), waarvan de uitrusting geleverd werd door België, Duitsland, Frankrijk, Japan, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zwitserland.
Onze landgenoot Dirk Frimout was medeverantwoordelijk voor de apparatuur die gegevens verzamelde over het milieu in het algemeen en meer bepaald de ozonconcentratie en het broeikaseffekt.
De missie, oorspronkelijk gepland op acht dagen, werd met één dag verlengd om de experimenten nog verder te zetten.
De inzittenden zijn:
Charles F.Bolden, bevelhebber,
Brian J.Duffy, piloot,
Kathryn D.Sullivan, ladinggezagvoerder,
David C.Leestma, missiespecialist,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Byron K.Lichtenberg, ladingspecialist,
Dirk D.Frimout, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1951 te Patuxent River – Maryland, van Kenneth Stanley ‘Ken’ Reightler Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 48 en STS 60.
Verbleef 13,65 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1995 en bleef aktief in de luchtvaart.
geboorte in 1957 te Philadelphia – Pennsylvania, van Scott Jay ‘Doc’ Horowitz.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 75, STS 82 en STS 101; en
bevelhebber in STS 105.
Verbleef 48,33 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot oktober 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH-4A;
in 1967: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS militaire satelliet OPS 5300;
in 1972: de VS militaire weersatelliet DMSP 2/DMSP 5B-F2;
in 1977: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-36 en een ELINT satelliet Tselina-O;
in 1981: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-15;
in 1982: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-18 en een militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: de SU navigatiesatelliet Kospas 2/Nadezhda 11F643N-530;
in 1988: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1989: een VS militaire waarnemer Delta Star/USA 036 en acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1995: de VS militaire weersatelliet DMSP-F13/USA 109 en de communicatiesatelliet Intelsat 7/Intelsat 705;
in 1998: de FR aardobservatie satelliet SPOT 4/Vegetation 1.
in de rand:
- In 1962 besluit de ruimtevaartcommissie bij monde van Vershinin, tot verwijdering van Ivan Rafikov en Mars Anikeyev uit de Luchtmacht-1960 cosmonautengroep, omdat ze in de nacht van 12 op 13 maart het centrum zonder toelating zouden verlaten hebben.
Anikeyev zou ook dronken betrokken geweest zijn in een vechtpartij, terwijl Rafikov zijn vrouw zou geslagen hebben nadat ze kloeg over zijn avontuurtjes met andere vrouwen.
Hier dient opgemerkt te worden dat er verschillende versies bestaan over het hoe en waarom van de verwijdering van deze twee cosmonauten uit de groep.
ruimtevlucht in 1965 van de ruimtecapsule Gemini GT-3 (Norad ID: 1301), van 3 omwentelingen om de aarde, voor een duur van 2 uur 53 minuten.
Dit is de eerste bemande vlucht in het Gemini progamma, met als taak van de astronauten oa de evaluatie van:
- het 2-persoons ontwerp van de capsule,
- het wereldwijde volgnetwerk,
- het besturingssysteem, en
- het verloop van terugval en landing.
De inzittenden zijn:
Virgil I.Grissom, bevelhebber-piloot,
John W.Young, co-piloot.
overlijden in 1996 Robert “Bob” Franglyn Overmyer
Amerikaans testpiloot/astronaut
Geboren op 14 juli 1936, te Lorain - Ohio
Rang: Colonel, USMC
Selectie: USAF MOL Groep 2-1966, NASA Astronaut Groep 7-1969
Missies: STS-5 en STS-51-B
Verbleef 12,10 dagen in de ruimte
Kwam om te Duluth – Minnesota, bij de crash van een Cirrus VK-30, die hij testte
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Air Force Meritorious Service Medal, hier afgebeeld.
selektie in 1998 van de OS ”MIR” Stefanikcosmonauten
Ivan Bella,
Michal Fulier.
Alleen Bela zal een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de communicatiesatelliet Intelsat II F-3;
in 1983: de SU wetenschapssatelliet Astron 1;
in 1988: het MIR cargoschip Progress 35;
in 1989: een SU militaire waarnemer Terilen.
in de rand:
- Astronaut Virgil Grissom stond er op hun capsule “Molly Brown” te noemen, naar het Broadway succes van de gelijknamige musical, waarin Molly Brown onzinkbaar was. Hij koos de naam omdat hij nogal kritiek kreeg, toen zijn Mercury Redstone capsule verloren ging in de oceaan.
Het was de laatste keer dat NASA toeliet aan een astronaut, om voor zijn ruimteschip zelf een naam te kiezen.
- In 1961 sterft kandidaat-cosmonaut Valentin Bondarenko, lid van Luchtmachtgroep 1-1960, aan de brandwonden die hij opliep in de zuurstofrijke testruimte waarin hij aanwezig was. De brand zou
ontstaan zijn door kontakt van een zeer brandbaar product met een gloeiend voorwerp.
Zijn familie kreeg de door de overheid voorziene hulp als ‘cosmonautfamilie’.