Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
03-04-2016
dit gebeurde op 3 april
lancering in 1973 vanaf Baikonur/LC81/23, van het Soviet ruimtestation Almaz 1/Salyut 2.
Salyut 2 is officieel ontworpen voor wetenschappelijk onderzoek en het testen van systemen aan boord, terwijl het in hoofdzaak wel militaire doelstellingen heeft.
Op 11 april komen door een onverklaarbare ongeval de vier zonnepanelen los, waardoor alle energie afgeschakeld wordt. Voordien waren er al problemen met de druk en de controle.
Op 28 mei valt Almaz 1 terug naar de aarde, zonder dat er een bemanning aan boord geweest is.
(afbeelding: tekening van het ruimtestation)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-017A
Norad ID: 6398
Lanceertuig: Proton-K 283-01
Massa: 18500 kg.
lancering in 1974 vanaf Baikonur/LC31, van de Soyuz test 7K-TM N°71-EPSA.
Dit is een onbemande proeflancering ter voorbereiding van de geplande Apollo-Soyuz missie, waarbij deze twee ruimteschepen zullen gekoppeld worden met samenwerking van de bemanningen.
Deze Soyuz draagt het aangepast koppelsysteem APAS-75, om de verbinding met de APDS (Androgynous Peripheral Docking System) module mogelijk te maken.
(afbeelding: eenvoudige voorstelling van het schip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1974-018A
Norad ID: 7234
Andere naam: Kosmos 638
Lanceertuig: Soyuz 11A511 U
Massa: 6600 kg.
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T11 (Norad ID: 14872), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
De cosmonauten zullen er 8 dagen als bezoekende bemanning (EP-3) verblijven. Rakesh Sharma voert er een aardobservatie programma uit, speciaal gericht op India. Ook experimenteerde hij in verband met de leefbaarheid en materiaalbehandeling. Verder deed hij aan yoga, om het effekt ervan in de ruimte te ervaren.
Soyuz T11 brengt bij de landing de cosmonauten Kizim, Soloviyov en Atkov terug, die 237 dagen in Salyut 7 woonden.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri V.Malyshev, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Rakesh Sharma, wetenschapper - ISRO;
bij de landing:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Vladimir A.Soloviyov, vluchtingenieur,
Oleg Y.Atkov, wetenschapper.
geboorte in 1926 te Mitchell - Indiana, van Virgil Ivan ‘Gus’ Grissom.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in
Mercury-Redstone 4 en als
bevelhebber-piloot in Gemini 3.
Verbleef 0,21 dagen in de ruimte.
Sterft in de apollo capsulebrand op 27 januari 1967 te Cape Canaveral.
selektie in 1962 van de bijkomende VVScosmonautes
Valentina Ponomaryova,
Zhanna Yorkina.
In maart en april 1962 werden vijf vrouwen met ervaring in parachutespringen opgenomen in het trainingsprogramma van de Soviet Unie. Alleen Tereshkova (geselekteerd in maart) zal een ruimtevlucht maken. De 20 jaar jonge Kuznetsova (eveneens geselekteerd in maart) was en is nog steeds de jongste vrouw ooit voor de ruimtevaart geselekteerd.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS wetenschapssatelliet Explorer 17;
in 1965: de VS militaire navigatiesatelliet EGRS 4/Secor 4 en de technologietest SNAP 10A;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1980: een SU doelsatelliet Lira;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de IL technologietest Ofeq 2;
in 1995: de VS wetenschapssatelliet Microlab 1 en twee GPS-satellieten Orbcomm-FM
in 1996: de telecomsatelliet Inmarsat 3-F1.
in de rand:
- Om de militaire aard van Almaz 1 te verbergen, maakte het Soviet bestuur het station als Salyut 2 bekend aan de buitenwereld.
- Scott Grissom, de zoon van astronaut Virgil Grissom, zou in 1999 na onderzoek van de uitgebrande Apollo-capsule, beweerd hebben dat de ramp mogelijk te wijten was aan sabotage. Men zou een metalen plaatje achter een schakelaar gevonden hebben, die een vonk kon veroorzaken bij de bediening van die schakelaar. Grissom zou eerder al zijn twijfel uitgedrukt hebben over de degelijkheid van de Apollo CM.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6S-4/Luna 4.
Maansonde E-6-3 wordt gelanceerd met als officieel doel een camera-module (ALS E-6N°4 SA)
zacht te laten landen op de maanbodem.
De sonde wordt met succes in lage aardorbit gebracht en de motor van de laatste trap
brengt de sonde op het maantraject. Onderweg gaat het echter mis met de noodzakelijke baancorrectie en de sonde mist de maan.
Op 6 april vliegt Luna 4 op 8336 km boven het oppervlak aan de maan voorbij. De sonde komt
zo in een elliptische aarde/maan baan.
(afbeelding: een tekening van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1963-008B
Norad ID: 566
Lanceertuig: Molniya 8K78L / E6 G103-11
Massa: 1422 kg.
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°4/Zond 1.
Zond 1 vertrekt vanaf het aardorbit platform (Tyazheliy Sputnik) richting venus.
De sonde vliegt op 14 juli aan venus voorbij op een afstand van 100000km, maar de beoogde
afdaling van een capsule (Spuskaemiyapparat 3MV-1 No.4) aan de nachtzijde van venus gaat
niet door. Zond 1 komt in een heliocentrische baan en levert zo toch nog gegevens over oa
kosmische straling.
(afbeeldingen: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-016D
Norad ID: 785
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-23
Massa: 890kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 2M-522/Mars 1969B.
Mars 1969B bestond uit een orbiter en landingsmodule voor het maken van duidelijke foto’s van het oppervlak van mars.
Door het falen van één motor van de eerste trap, vliegt het lanceertuig nog 50m verder vooraleer te exploderen. Bij de explosie komt een massa giftige brandstof vrij en komen heel wat ruimtevaartspecialisten om het leven. Deze ramp betekende grote vertraging in de wedijver van de Soviets met het VS Apollo programma.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K
Massa: 4850 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1982: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-57;
in 1989: de Scandinavische telecomsatelliet Tele-X;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Gorizont 25;
in 1993: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1998: de VS wetenschapssatelliet TRACE;
in 1999: de IN wetenschapssatelliet Insat 2E en het MIR cargoschip Progress-M41;
in 1999: de satelliet voor radio-amateurs Sputnik jr 3/99.
in de rand:
- Het echte doel van Luna 4 is omstreden, maar er ging wel zeker iets mis met de sonde. Het was een nieuw type maansonde, met een gewicht zowat 1000 kg hoger dan dat van de vorige drie.
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6S N°206/Luna 10.
Luna 10 wordt vanaf een aardorbit in een baan omheen de maan geschoten, met als oorspronkelijke
baangegevens: 350x1015km – 2u58min – 72°.
Gegevens over oa elektrische en magnetische velden, straling, zonnewind en micro-meteorieten werden
naar de aarde geseind.
Na 57 dagen gaat de radioverbinding verloren.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-027A
Norad ID: 2126
Lanceertuig: Molniya 8K78M N103-42
Massa: 1600 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°671.
Dit was één van de twee sondes die tijdens het lanceervenster in het voorjaar van 1972 naar venus gestuurd werden, maar bleef vast in aardorbit. Vandaar het kosmos nummer.
De doelstellingen waren om een meer geavanceerde reeks van wetenschappelijke metingen te doen op het oppervlak van venus.
Bij de lancering breekt de sonde in stukken en delen ervan verbranden binnen 48 uur in de aardatmosfeer, terwijl andere in een 210x9800 km baan omheen de aarde komen.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-023A
Norad ID: 5919
Andere naam: Kosmos 482
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1180 kg.
lancering in 1987 vanaf Baikonur LC200/39, van de MIR-module KVANT 1.
Kvant 1 is een gespecialiseerde module gebaseerd op de Salyut 7 bouw, ter uitbreiding van het Soviet ruimtestation MIR.
Hiermee wordt voldaan aan de vraag naar permanente uitbreiding voor wat betreft ruimte en wetenschappelijke uitrusting. Deze laatste omvat oa het internationale Röntgen X-stralen Observatorium, de Glasar UV-telescoop en het Svetlana elektroforese apparaat.
Ook systemen voor de verbetering van de standregeling van het ruimtestation zijn aan boord.
(afbeelding: KVANT 1 tussen de MIR-basis en een aangekoppelde Soyuz)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1987-030A
Norad ID: 17845
Lanceertuig: Proton-K 336-02
Massa: 20000 kg(?).
geboorte in 1957 te El Paso – Texas, van Patrick Graham Forrester.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 105, STS 117 en STS 128.
Verbleef 39,60 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 25u30’.
Was astronaut tot augustus 2011.
selektie in 1992 van de NASA-14 “The Hogs”
piloten:
Scott Horowitz,
Brent Jett,
Kevin Kregel,
Kent Rominger;
missiespecialisten:
Daniel T. Barry,
Charles Brady,
Catherine Coleman,
Michael Gernhardt,
John Grunsfeld,
Wendy Lawrence,
Jerry Linenger,
Richard Linnehan,
Michael Lopez-Alegria,
Scott Parazynski,
Winston Scott,
Steven Smith,
Joseph Tanner,
Andy Thomas,
Mary Weber;
internationale missiespecialisten:
Maurizio Cheli (Italië),
Jean-François Clervoy (Frankrijk),
Marc Garneau (Canada),
Chris Hadfield (Canada),
Koichi Wakata (Japan).
Vanaf deze selektie, krijgen niet-Amerikaanse astronauten, die in opdracht van hun eigen ruimtevaartorganisaties zullen werken, hun opleiding samen met de NASA astronauten. Als volwaardige missiespecialisten kunnen ze in aanmerking komen voor elke VS-pendelmissie.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire weersatelliet DAPP 15;
in 1976: een SU fotoverkenner Orion;
in 1978: de communicatiesatelliet Intelsat IVA-F6 en een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1982: de SU ELINT satellieten Tselina-D en Tselina-O;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1988: de SU communicatiesatelliet Gorizont 15;
in 1991: de SU aardobservatie satelliet Almaz 1;
in 1993: het MIR cargoschip Progress-M17.
in de rand (ook in maart maar zonder datum):
- Nog maar eens een gerucht over cosmonaut Dolgov, deze keer zou hij overleden zijn bij de test van een Vostok schietstoel in maart 1961.
Officieel stierf hij op 3 november 1962 bij een sprong van grote hoogte (25000 m?) uit een Wolga-ballon.
- In maart 1965 publiceerde de krant Corriere della Sera de resultaten/overzicht van sensationele radio opnamen gemaakt door de broers Judica-Cordiglia in hun luisterpost Torre Bert, Italië.
De broers Gianbattista en Achille beweerden noodkreten opgevangen te hebben van minstens 20
verschillende Soviet cosmonauten.
Volgens de Corriere della Sera stierven zeker 14 cosmonauten de ‘ruimtedood’.
- In maart 1969 zou een Soviet maanraket ontploft zijn op het lanceercomplex, met een groot aantal doden als gevolg. Volgens geruchten zouden er twee cosmonauten aan boord geweest zijn.
lancering in 1978 vanaf Baikonur LC81/24, van de SU testcombinatie TKS VA N°9.
Deze combinatie (Kosmos 997 en Kosmos 998) bestaat uit het militaire TKS transport/bevoorradingsschip en de landingscapsule, bedoeld voor het Almaz ruimtestation. Leonov noemde de TKS “onze Apollo”.
TKS capsules (VA is een Russisch acronym) vlogen 13 maal tussen 1976 en 1983: tien maal als test en drie maal als deel van een volledig TKS ruimteschip dat aanmeerde aan het Salyut ruimtestation.
Tot een bemande vlucht kwam het echter nooit.
(afbeelding: vrije voorstelling van een TKS in een baan om de aarde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-032A en 032B
Norad ID: 10770 en 10771
Lanceertuig: Proton-K 292-01
Massa: 700 kg.
geboorte in 1957 te Rabochi – Moskow, van Yelena Vladimirovna Kondakova.
Russische ingenieur/cosmonaute.
Huwde cosmonaut Valeriy Ryumin.
Lid van Energia Ingenieur 10-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht als
vluchtingenieur in Soyuz TM20 en
missiespecialist in STS 84.
Verbleef 178,45 dagen in de ruimte.
Eerste ‘niet-propaganda’ cosmonaute – Soyuz TM20.
Was cosmonaute tot 31 december 1999.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 22;
in 1966: de VS militaire satellieten OV1-4 en OV1-5;
in 1967: een VS fotospion KH-4A;
in 1972: de SU weersatelliet Meteor 1-11;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1983: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1993: de VS technologiesatelliet SEDS 1(I), de militaire satelliet USA 90 en een SU spionage satelliet US-PM;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 55, 57, 58, 59 en 60.
geboorte in 1931 te Gvardeitsi – Samara, van Aleksey Aleksandrovich Gubarev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 17 en Soyuz 28.
Verbleef 37,48 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1981 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1947 te Olginka – Kazakhstan, van Aleksandr Stepanovich Viktorenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 7-1978 / TsPK 7 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz TM3(TM2), Soyuz TM8, Soyuz TM14 en Soyuz TM20.
Verbleef 489,07 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 19u39’.
Was cosmonaut tot mei 1997.
geboorte in 1957 te Columbus – Ohio, van Michael James Foreman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 123 en STS 129.
Verbleef 26,56 dagen in de ruimte.
Maakte 5 ruimtewandelingen – samen 32u19’.
Was astronaut tot december 2010.
geboorte in 1965 te Fort Belvoir – Virginia, van William (Bill) Anthony Oefelein.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 116.
Verbleef 12,86 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1 juni 2007.
selektie in 1983 van de LII-2luchtvaartspecialisten
Ural N.Sultanov,
Magomed O.Tolboyev;
die geen van beiden een ruimtevlucht zullen maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1977: de UA technologiesatelliet AUOS-Z-R-O Oval;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko.
in de rand:
- Ooit zou Aleksey Gubarev verklaard hebben te geloven in het bestaan van buitenaardse wezens. Naar eigen zeggen steunde zijn overtuiging op hem bekende informatie die in het bezit zou geweest zijn van de VS.
- In 1968 zouden volgens geruchten Vladimir Seryogin en Yuri Gagarin samen om het leven gekomen zijn bij een mislukte Zond-vlucht. Deze moest in lusvorm tot op maansafstand verlopen, maar verging in de dampkring.
De officiele sterfdatum van beiden is echter 27 maart 1968.
testlancering in 1963 vanaf Cape Canaveral LC34, van het Saturn SA-4 lanceertuig.
Dit is de laatste onbemande sub-orbitale vlucht voor het testen van de eerste trap van de toekomstige maanraket. Zoals gepland wordt motor nummer 5 na 100 seconden stilgelegd en wordt de brandstof ervan met succes naar de nog werkende motoren geleid. Na 15 minuten komt de raket 400 km verder naar beneden. De bereikte hoogte is 129 km en de maximale snelheid 5900 km/u.
(afbeelding: de raket op het lanceerplatform)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere naam: Apollo SA-4 Test Flight
Lanceertuig: Saturn 1
Gewicht: 52480 kg.
geboorte in 1946 te Almelo, van Dr Wubbo Johannes Ockels.
Nederlandse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Esa 1-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 22/61A.
Verbleef 7,03 dagen in de ruimte.
Eerste Nederlander in de ruimte - 30 oktober 1985.
Was astronaut tot 1994.
Overleden aan de gevolgen van niercelkanker op 18 mei 2014, te Almelo.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1978: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: de VS weersatelliet NOAA 8;
in 1986: de communicatiesatellieten Brasilsat 2(BR) en Gstar II(GE);
in 1995: de communicatiesatellieten Brasilsat-B2(BR) en HotBird 1(Eutelsat);
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°3.
Deze sonde (Spuskaemiy Apparat 3MV-1 N°3) moet gegevens verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan venus.
Het SL-6/A-2-e lanceertuig bereikt probleemloos de beoogde aardorbit, maar raakt niet op weg naar venus door onstabiel gedrag van block L en krijgt zo een kosmosnummer.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-014A
Norad ID: 770
Andere namen: Kosmos 27
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-22
Massa: 890 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 2M N°521.
Deze Sovjet-missie naar mars is nooit officieel aangekondigd, maar is later geïdentificeerd als een geplande orbiter met landingsmodule. Na een succesvolle werking van de eerste twee fasen van de lancering ontstaat brand in een brandstofpomp. De motor explodeert bij T+438,66 seconden en de overblijfselen komen neer in het Altai gebergte.
De bedoeling zou het maken van duidelijke foto’s en het verzamelen van gegevens geweest zijn gedurende drie maanden.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Mars 1969A, M69-521
Lading: Mars M-69
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K
Massa: 4850 kg.
lancering in 1969 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Mariner 7.
Mariner 7 is een vervolg aan de Mariner 6 missie, ook bedoeld om wetenschappelijke gegevens
te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars.
De sonde had 2 TVcamera’s aan boord, alsmede instrumenten voor studie van de atmosfeer.
Op 5 augustus 1969 passeert Mariner 7 de planeet op 3430km en maakt een 100tal bodemfoto’s. De foto’s die gemaakt werden op 2, 3 en 4 augustus 1969 waren beter dan die van Mariner 6 omdat de temperatuur nu hoger was. Samen met Mariner 6 werd 20% van de oppervlakte in beeld gebracht.
Mariner 7 ontdekte oa ammoniak en methaan aan de rand van de zuidpool. De atmosfeer bestond voornamelijk uit koolstofdioxide en een weinig water, echter zonder stikstof.
Deze sonde zou de eerste nabijfoto van Phobos gemaakt hebben.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en een marsfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-030A
Norad ID: 3837
Andere namen: Mariner 69-2
Lading: Mariner 6-7
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-19
Massa: 366 kg.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°670/Venera 8.
Venus 8 was één van de twee sondes die tijdens het lanceervenster in het voorjaar van 1972 naar venus gestuurd werden. De tweede missie - Kosmos 482 – bleef vast in aardorbit. De doelstellingen waren om een meer geavanceerde reeks van wetenschappelijke metingen te doen op het oppervlak van venus.
Na 117 dagen bereikt het ruimtevaartuig venus. Op 22 juli 1972 wordt de afdaalmodule gescheiden van de bus en de parachute wordt op 60 km hoogte geopend. Venera 8 landt op 10°Z – 335°O. Gegevens werden tot 63 minuten na de landing doorgestuurd en bevestigden deze van Venus 7; namelijk de hoge oppervlaktetemperatuur en druk (470°C – 90 atmosfeer). Het gemeten lichtniveau was vergelijkbaar met de hoeveelheid licht op een bewolkte aardse dag, met ongeveer 1 km zichtbaarheid.
(afbeelding: model van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-021A
Norad ID: 5912
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1180 kg.
overlijden in 1968 van Yuri Alekseyevich Gagarin.
Soviet piloot/cosmonaut
Geboren op 9 maart 1934, te Klushino
Rang: Polkovnik (Kolonel), Soviet Luchtmacht
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960
Missies: Vostok 1
Verbleef 1h 48m (0,075d)in de ruimte
Kwam samen met instructeur Vladimir Seryogin om in hun MiG-15UTI ongeval te Novosyolovo, nabij Kirzhach.
Kreeg meerdere onderscheidingen, waaronder de Orde van Lenin en de Held van de Soviet Unie Ster, hier samen afgebeeld.
selektie in 1973 van de
TsKBEM-3burgerspecialisten
Vladimir Aksyonov,
Aleksandr Ivanchenkov,
Valery Ryumin,
Gennady Strekalov;
TsKBM-2(OKB-52)burgerspecialist
Dimitri A.Yuyukov.
Alleen deze laatste zal geen ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS wetenschapssatelliet Ariël 2;
in 1970, 1971 en 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1975: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 13;
in 1980: het Saljut 6 cargoschip Progress 8 en een SU doelsatelliet Vektor;
in 1990: een SU militaire waarschuwer Oko.
in de rand:
- Zoals zo vele marssondes had ook Mariner 7 problemen in de nabijheid van mars. Deze keer was het een batterij die explodeerde.
- Leonid Vladimirov zou, ivm de dood van Yuri Gagarin, aan een joernalist van de ‘Daily Telegaph’ gezegd hebben dat het feit dat hij samen met Vladimir Seryogin om het leven kwam laat veronderstellen dat ze het slachtoffer werden van een mislukte raketlancering.
- In 1962 wordt kandidaat cosmonaut MarsRafikov ontslagen uit het korps wegens wangedrag. Volgens hem zijn er meerdere van zijn groep in de fout gegaan, maar is dat ook de schuld van Gagarin en Titov, die oa hem en Anikeyev het slechte voorbeeld gaven.
- In 1963 worden kandidaat cosmonauten Grigori Nelyubov, Ivan Anikeyev and Valentin Filatyev dronken en ruziënd opgepakt aan het station van Chkalovskiy. Aangezien dit niet de eerste keer was wil het VVS-bestuur hen alle drie ontslaan. Gagarin is echter van mening dat enkel Filatyev schuld treft. Uiteindelijk zal geen van deze drie in aanmerking komen voor een ruimtevlucht.
- In 1964 worden enkele weken na de lancering van Kosmos 27, gesprekken opgenomen in Italië tussen twee cosmonauten en een volgstation. Geruchten koppelen de communicatie aan de bemanning in deze drager van een venussonde die vast kwam in een baan om de aarde.
testlancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van het ruimteschip Vostok 3KA N°2/Korabl-Sputnik 5.
Korabl-Sputnik 5 is officieel de vijfde en tevens laatste test ter voorbereiding van de eerste bemande vlucht. In de capsule zitten de mechanische cosmonaut Ivan Ivanovich, de hond Zvezdochka (Sterretje) en niet nader gespecifieerde biologische specimen (waarschijnlijk muizen, cavia, kikkers en zaden). Ook een TV systeem en wetenschappelijke apparatuur zijn aan boord.
Een volledige aardomloop wordt uitgevoerd, waarna de hond in de capsule-kooi gezond en wel in het Izhevsk gebied landt. Ivanovich was op enkele kilometers hoogte met succes uit de capsule geschoten en komt per afzonderlijke parachute naar beneden.
De vlucht duurde 1 uur 46 minuten.
(afbeelding: model van de kooi en de hond Zvezdochka)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-009A (iota 1)
Norad ID: 95
Andere namen: Sputnik 10 (VS aanduiding)
Lanceertuig: Vostok 8K72K E103-15
Massa: 4700 kg.
geboorte in 1928 te Cleveland – Ohio, van James Arthur ‘Jim’ Lovell Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht als
co-piloot in Gemini 7,
bevelhebber-piloot in Gemini 12,
CM piloot in Apollo 8, en
bevelhebber in Apollo 13.
Verbleef 29,80 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste ruimte rendez-vous op 16 december 1965 en eerste maanorbit op 24 december 1968.
Overleefde eerste noodtoestand voorbij aardorbit in Apollo 13.
Mede hoogterekord houder (401056 km) in Apollo 13.
Was astronaut tot 1973.
geboorte in 1969 te Shanxi, van Wang Liu.
Chinese piloot/taikonaut.
Lid van China 1-1998 groep.
Maakte ruimtevlucht als tweede bemanningslid in Shenzhou 9.
Verbleef al 12,64 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS wetenschapssatelliet Explorer 10;
in 1965: een VS fotospion KH-4A en een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1967 en 1972: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1972: een SU aardobservatie satelliet Sfera;
in 1982: de SU weersatelliet Meteor 2-08;
in 1985: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1986: een SU spionagesatelliet US-PM1;
in 1988: de IT wetenschapssatelliet San Marco 5;
in 1993: een SU militaire communicatiesatelliet Raduga en de VS militaire communicatiesatelliet UFO F1/UHF1 follow on;
in 1998: de communicatienetwerk satellieten Iridium 51 en 61.
in de rand:
- Volgens geruchten zou de Soviet Unie in 1960 een test uitgevoerd hebben die resulteerde in een ballistische vlucht tot boven de Stille Oceaan. In de capsule zaten de honden Otwzjnaja en Malek, het konijn Zvozdotsjka, ea fauna en flora.
Andere bronnen geven 15 juni aan als datum van deze test, alsook andere dieren.
- Een verscheidenheid van ruimtetuigen (Vostok, Woskhod, Kosmos, ea) werden door VS waarnemers bij gebrek aan gegevens aangeduid met de algemene benaming ‘Sputnik’. Deze kregen de VS-nummers 11 t/m 25, niettegenstaande geen enkele hiervan door de Soviets zelf ‘Sputnik’ gedoopt werd.
sub-orbitale test in 1961 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS capsule MR-BD.
Mercury Redstone Booster Development (MR-BD) is de laatste onbemande sub-orbitale test met een Mercury model.
Deze wordt uitgevoerd op aandringen van de ontwerper Von Braun, tegen de goesting van astronaut Shepard, die zeer gretig was om zelf te vliegen. De VS had immers het sterke vermoeden van de op
handen zijnde bemande vlucht van de Soviet Unie. Had Shepard zijn zin gekregen dan was hij de eerste mens in de ruimte geworden, en niet Gagarin.
De ultieme test moest de problemen oplossen welke zich bij de MR-1A en MR-2 vluchten voordeden. Het ging hier vooral om optredende trillingen en stuwkracht kontrole.
Alle testobjectieven werden behaald en de lanceercombinatie werd geschikt bevonden voor sub-orbitale bemande vluchten.
(afbeelding: lancering van de test)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury model ‘boilerplate’
Lanceertuig: Mercury Redstone MRLV-5
Massa: 1200 kg (?)
vertrek in 1992 van de ruimtependel Atlantis STS 45 (Norad ID: 21915), voor een 9-daags verblijf in een baan om de aarde.
De lading bevat de eerste vlucht van het internationaal atmosfeer laboratorium “Atlas 1” (Atmospheric Laboratory for Applications and Science), waarvan de uitrusting geleverd werd door België, Duitsland, Frankrijk, Japan, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zwitserland.
Onze landgenoot Dirk Frimout was medeverantwoordelijk voor de apparatuur die gegevens verzamelde over het milieu in het algemeen en meer bepaald de ozonconcentratie en het broeikaseffekt.
De missie, oorspronkelijk gepland op acht dagen, werd met één dag verlengd om de experimenten nog verder te zetten.
De inzittenden zijn:
Charles F.Bolden, bevelhebber,
Brian J.Duffy, piloot,
Kathryn D.Sullivan, ladinggezagvoerder,
David C.Leestma, missiespecialist,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Byron K.Lichtenberg, ladingspecialist,
Dirk D.Frimout, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1951 te Patuxent River – Maryland, van Kenneth Stanley ‘Ken’ Reightler Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 48 en STS 60.
Verbleef 13,65 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1995 en bleef aktief in de luchtvaart.
geboorte in 1957 te Philadelphia – Pennsylvania, van Scott Jay ‘Doc’ Horowitz.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 “The Hogs”.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 75, STS 82 en STS 101; en
bevelhebber in STS 105.
Verbleef 48,33 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot oktober 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH-4A;
in 1967: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1971: de VS militaire satelliet OPS 5300;
in 1972: de VS militaire weersatelliet DMSP 2/DMSP 5B-F2;
in 1977: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-36 en een ELINT satelliet Tselina-O;
in 1981: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-15;
in 1982: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-18 en een militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1983: de SU navigatiesatelliet Kospas 2/Nadezhda 11F643N-530;
in 1988: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1989: een VS militaire waarnemer Delta Star/USA 036 en acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1995: de VS militaire weersatelliet DMSP-F13/USA 109 en de communicatiesatelliet Intelsat 7/Intelsat 705;
in 1998: de FR aardobservatie satelliet SPOT 4/Vegetation 1.
in de rand:
- In 1962 besluit de ruimtevaartcommissie bij monde van Vershinin, tot verwijdering van Ivan Rafikov en Mars Anikeyev uit de Luchtmacht-1960 cosmonautengroep, omdat ze in de nacht van 12 op 13 maart het centrum zonder toelating zouden verlaten hebben.
Anikeyev zou ook dronken betrokken geweest zijn in een vechtpartij, terwijl Rafikov zijn vrouw zou geslagen hebben nadat ze kloeg over zijn avontuurtjes met andere vrouwen.
Hier dient opgemerkt te worden dat er verschillende versies bestaan over het hoe en waarom van de verwijdering van deze twee cosmonauten uit de groep.
ruimtevlucht in 1965 van de ruimtecapsule Gemini GT-3 (Norad ID: 1301), van 3 omwentelingen om de aarde, voor een duur van 2 uur 53 minuten.
Dit is de eerste bemande vlucht in het Gemini progamma, met als taak van de astronauten oa de evaluatie van:
- het 2-persoons ontwerp van de capsule,
- het wereldwijde volgnetwerk,
- het besturingssysteem, en
- het verloop van terugval en landing.
De inzittenden zijn:
Virgil I.Grissom, bevelhebber-piloot,
John W.Young, co-piloot.
overlijden in 1996 Robert “Bob” Franglyn Overmyer
Amerikaans testpiloot/astronaut
Geboren op 14 juli 1936, te Lorain - Ohio
Rang: Colonel, USMC
Selectie: USAF MOL Groep 2-1966, NASA Astronaut Groep 7-1969
Missies: STS-5 en STS-51-B
Verbleef 12,10 dagen in de ruimte
Kwam om te Duluth – Minnesota, bij de crash van een Cirrus VK-30, die hij testte
Kreeg meerdere onderscheidingen, oa de Air Force Meritorious Service Medal, hier afgebeeld.
selektie in 1998 van de OS ”MIR” Stefanikcosmonauten
Ivan Bella,
Michal Fulier.
Alleen Bela zal een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de communicatiesatelliet Intelsat II F-3;
in 1983: de SU wetenschapssatelliet Astron 1;
in 1988: het MIR cargoschip Progress 35;
in 1989: een SU militaire waarnemer Terilen.
in de rand:
- Astronaut Virgil Grissom stond er op hun capsule “Molly Brown” te noemen, naar het Broadway succes van de gelijknamige musical, waarin Molly Brown onzinkbaar was. Hij koos de naam omdat hij nogal kritiek kreeg, toen zijn Mercury Redstone capsule verloren ging in de oceaan.
Het was de laatste keer dat NASA toeliet aan een astronaut, om voor zijn ruimteschip zelf een naam te kiezen.
- In 1961 sterft kandidaat-cosmonaut Valentin Bondarenko, lid van Luchtmachtgroep 1-1960, aan de brandwonden die hij opliep in de zuurstofrijke testruimte waarin hij aanwezig was. De brand zou
ontstaan zijn door kontakt van een zeer brandbaar product met een gloeiend voorwerp.
Zijn familie kreeg de door de overheid voorziene hulp als ‘cosmonautfamilie’.
vertrek in 1981 van het ruimteschip Soyuz 39 (Norad ID: 12366), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
Dzhanibekov en Gurragcha zullen er acht dagen samenwerken met Kovalyonok en Savinykh die tien dagen eerder in Soyuz T4 aankwamen in het ruimtestation. De twee cosmonauten zijn de achtste internationale bemanning in het kader van het Intercosmos programma.
vertrek in 1982 van de ruimtependel Columbia STS 3 (Norad ID: 13106), voor een 8-daagse testmissie in een baan om de aarde.
De bemanning zal gebruik maken van de gewichtloosheid om oa een medicijn te vervaardigen uit een substantie onttrokken aan niercellen. Deze cellen, alsook rode bloedcellen, werden in diepgevroren toestand meegenomen. Eenzelfde experiment slaagde al tijdens de Apollo-Soyuz missie in 1975.
De inzittenden zijn:
Jack R.Lousma, bevelhebber,
Gordon C.Fullerton, piloot.
vertrek in 1996 van de ruimtependel Atlantis STS 76 (Norad ID:23831), voor een 9-daags bezoek aan het Soviet ruimtestation MIR.
Met deze derde koppeling van een VS pendel aan het station maakt astronaute Lucid haar vijfde ruimtevlucht en zal als eerste Amerikaanse vrouw, gedurende 188 dagen deel uitmaken van de éénentwintigste vaste bezetting van MIR.
Bij de lading is de eerste Spacehab in het “Shuttle-MIR” programma, met Biorack-experimenten in micro-zwaartekracht. Deze werden op oa planten, cellen, bacteriën en insekten uitgevoerd. Ook onderzoek naar beenderontkalking stond op het programma.
Godwin en Clifford deden met behulp van de SAFER (Simplified Aid For EVA Rescue) uitrusting, de eerste buitenaktiviteit rond twee gekoppelde ruimteschepen.
De inzittenden zijn:
Kevin P.Chilton, bevelhebber,
Richard A.Searfoss, piloot,
Linda M.Godwin/Nagel, missiespecialist,
Michael R.Clifford, missiespecialist,
Ronald M.Sega, missiespecialist,
Shannon W.Lucid, MIR expeditielid (alleen bij de lancering).
geboorte in 1951 te Baku – Azerbeidjan, van Musa (Mussachi) Khiramanovich Manarov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 5-1978 / NPOE 4 groep.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz TM4(TM6) en Soyuz TM11.
Verbleef 541,02 dagen in de ruimte.
Maakte 7 ruimtewandelingen - samen 34u32’.
Was cosmonaut tot juli 1992.
geboorte in 1964 te Saltburn – UK, van Nicholas James MacDonald Patrick.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 116 en STS 130.
Verbleef 26,61 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen - samen 18u14’ .
Was astronaut tot 31 mei 2012.
selektie in 1972 van de
TsKBEM-2burgerspecialisten
Boris Andreyev,
Valentin Lebedev,
Yuri Ponomaryov;
IMBP-1medici
Georgi Machinski,
Valeri Polyakov,
Lev Smirenny;
TsKBM-1(OKB-52)burgerspecialist
Valery G.Makruchin.
Enkel Lebedev en Polyakov zullen een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968: een SU technologiesatelliet US-A;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1972: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1976: een VS fotospion KH-9/Big Bird;
in 1985: de communicatiesatellieten Ekran 14 (SU) en Intelsat VA-F10;
in 1988 en 1995: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1990: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1991: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-40;
in 1994: het MIR cargoschip Progress-M22;
in 1995: een SU militaire waarnemer Kobal’t.
in de rand:
- Cosmonaut Musa Manarov bemerkte eind jaren 1980 een vreemd voorwerp nabij het Soviet ruimtestation MIR. Dit gebeurde toen hij de koppeling filmde van een schip dat aanmeerde bij het station. Het voorwerp leek op een soort roterende antenne, van naar schatting één meter lengte, en was ook op de film zichtbaar.
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6 N°6.
Deze sonde wordt gelanceerd met de bedoeling een camera-module (ALS E-6 N°6 SA) zacht neer te laten op de maanbodem.
De beoogde lage aardorbit met 65° inclinatie wordt niet bereikt door problemen met de derde trap van het lanceertuig, waarna de rest van de combinatie in de atmosfeer verbrandt.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna
Lanceertuig: Molniya 8K78M / T15000-20
Massa: 1500 kg(?).
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 9.
Deze heeft als doel het doorseinen van beelden tijdens de laatste minuten vóór het neerstorten op
het maanoppervlak.
Na een perfekte lancering bereikt de sonde op 24 maart de maan en maakt 5800 goed kontrasterende
foto’s gedurende de laatste 19 minuten van de vlucht. Het laatste beeld heeft een resolutie van 0,3m.
Ranger 9 valt te pletter in krater Alphonsus (13°Z-357°O); zoals beelden van de LRO-sonde later bevestigen.
(afbeeldingen: model van deze sonde en maanfoto kort vóór de inslag)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-023A
Norad ID: 1294
Andere naam: RA-9
Lading: ranger Block 3 N°9
Lanceertuig: Atlas 204D Agena B 6007
Massa: 367 kg.
geboorte in 1941 te Poperingen, van Dirk Dries David Damian Frimout.
Belgische ladingspecialist/astronaut.
Lid van ATLAS 1-1985 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 45.
Verbleef 8,92 dagen in de ruimte.
Eerste Belg in de ruimte – 24 maart 1992.
Was astronaut tot april 1992.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1967: een SU technologiesatelliet DS-MO;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1971: de VS militaire satelliet Jumpseat 1/SDS A;
in 1975: een SU fotoverkenner Orion;
in 1979: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1984: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1985: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1986: een SU technologiesatelliet US-A;
in 1996: de IN aardobservatie satelliet IRS-P3;
in 1999: de CN communicatiesatelliet Asiasat 3S.
in de rand:
- Op 1 april 1993 verscheen een krantenbericht als zou onze landgenoot Dirk Frimout in aanmerking komen voor hulp bij de eerste herstelbeurt van de ruimtetelescoop HST. Dit bleek echter een aprilgrap te zijn.
Het was de ESA-astronaut Claude Nicollier die met Endeavour STS 61 in december 1993, deelnam aan deze opdracht.
suborbit test in 1961 vanaf Wallops Eiland LA1, van de VS ruimtecapsule Mercury Little Joe-5A.
Mercury Little Joe 5A is de 6de in de reeks Little Joe testen.
De bedoeling is de stevigheid van de structuur beproeven bij de hoogst te verwachten dynamische belasting, die zou kunnen optreden bij een orbitale vlucht.
De draagraket vertrekt normaal, maar na 19 sec ontsteken de raketten van de ontsnappingstoren, edoeld als redmiddel bij een lanceerprobleem. De capsule wordt weggeslingerd en kan licht beschadigd geborgen worden. Ze kon later herbruikt worden in de LJ-5B testvlucht.
(afbeelding: lanceeropstelling van een LJ-5 combinatie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere naam: LJ-5A
Lading: Mercury SC14
Lanceertuig: Little Joe 1 4C
Massa: 1250 kg.
vertrek in 1965 van het ruimteschip Woskhod 2 (Norad ID: 1274), voor een verblijf van 1 dag in een baan om de aarde.
Tijdens deze vlucht wordt cosmonaut Leonov de eerste mens die zich in de ruimte buiten een ruimteschip begeeft (algemeen “EVA” genoemd). Het is dank zij zijn uitzonderlijke fysieke kracht dat hij er in slaagt om door de sluis terug in de capsule te klimmen. Door een falende automatische besturing moest de terugkeer manueel ingezet worden en kwam de capsule op 800 km van de geplande landingsplaats neer in de wouden van de Oeral.
De inzittenden zijn:
Pavel I.Belyayev, gezagvoerder,
Aleksey A.Leonov, piloot.
geboorte in 1954 te Mountain Home AFB – Idaho, van James Francis Reilly II.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 89, STS 104 en STS 117.
Verbleef 35,44 dagen in de ruimte.
Maakte 5 ruimtewandelingen - samen 30u43’.
Was astronaut tot mei 2008.
geboorte in 1957 te Stockholm, van Arne Christer Fuglesang.
Zweedse ingenieur/astronaut.
Lid van ESA 2-1992, Nasa 16-1996 en EAC-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 116 en STS 128.
Verbleef al 26,73 dagen in de ruimte.
Maakte al 5 ruimtewandelingen - samen 31u54’ .
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-6 Lanyard;
in 1964: een SU wetenschapssatelliet DS-MG;
in 1965: de VS militaire wetenschapssatelliet DAPP 11;
in 1966: een VS fotospion KH-7 en de militaire satelliet OPS 974;
in 1967 en 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1969: de VS militaire satellieten OV1-17, OV1-17A, OV1-18 en OV1-19;
in 1971: een SU doelsatelliet Ds-P1-M;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: de SU communicatiesatelliet Raduga 8;
in 1987: de SU militaire satelliet EPN-3.694;
in 1995: de Japanse weersatelliet GMS 5 en wetenschapssatelliet SFU met watersalamander(s).
in de rand:
- De bemanning van Woskhod 2 zou een onverklaarbaar voorwerp gemeld hebben toen ze in de dampkring doken.
Van de EVA van Leonov werden onduidelijke TV-beelden doorgestraald. Het vermoeden bestaat dat de later uitgebrachte kleurenfilm in een aardse studio zou gemaakt zijn.
Verder is het merkwaardig dat na deze Woskhod pas ruim twee jaren later de volgende bemande Soviet ruimtevlucht plaatsvond.
vertrek in 1992 van het ruimteschip Soyuz TM14 (Norad ID: 21908), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten Viktorenko en Kaleri zullen er 145 dagen verblijven als elfde vaste bezetting, terwijl ESA-astronaut Flade slechts een 8-daags bezoek brengt en op 25 maart landt in Soyuz TM13.
De bemanning deed biologische experimenten in funktie van de aanwezige zero-zwaartekracht.
Op 8 juli inspekteerden Viktorenko en Kaleri apparatuur aan de buitenzijde van de Kvant-2 module, nodig voor latere herstellingen en vervangingen.
Bij de landing wordt bezoekend astronaut Tognini, na 14 dagen in MIR, teruggebracht.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Alexander S.Viktorenko, gezagvoerder,
Alexander Y.Kaleri, vluchtingenieur,
Klaus-Dietrich Flade, wetenschapper - ESA MIR92;
bij de terugkeer:
Alexander S.Viktorenko, gezagvoerder,
Alexander Y.Kaleri, vluchtingenieur,
Michel A.-C.Tognini, wetenschapper.
geboorte in 1930 te Pittsburgh – Pensylvania, van James Benson ‘Jim’ Irwin.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als LM-piloot in Apollo 15.
Verbleef 12,30 dagen in de ruimte.
Maakte 3 maanwandelingen en 1 stand-up - samen 19u13’53”.
Achtste mens op de maan – apollo 15.
Verlaat Nasa en Luchtmacht in juli 1972.
Overlijdt aan hartaanval op 8 augustus 1991 te Glenwood Springs.
geboorte in 1936 te Chicago – Illinois, van Thomas Kenneth ‘Ken’ Mattingly II.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als
CM-piloot in Apollo 16 en
bevelhebber in STS 4 en STS 15/51C.
Verbleef 21,19 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 1u23’42”.
Was astronaut tot 1985.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1958: de VS technologiesatelliet Vanguard 1(TV4);
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1969: een SU aardobservatie satelliet Sfera;
in 1970: de SU weersatelliet Meteor 1-03;
in 1972: de VS fotospion Samos 87;
in 1977 en 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1980: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1981 en 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1988: de SU aardobservatie satelliet IRS 1A en de communicatiesatelliet Molniya 1-72;
ruimtevlucht in 1966 van de capsule Gemini GT-8 (Norad ID: 2105), voor een koppeltest in een baan om de aarde met de eerder gelanceerde Agena doelraket.
Wegens technisch falen moet de eerste geslaagde koppeling in de ruimte voortijdig beëindigd worden. Het is dank zij de bekwaamheid en koelbloedigheid van Armstrong dat de astronauten na de vlucht van ongeveer 11 uren behouden kunnen terugkeren. De oorzaak van de mislukking lag bij één van de stuurraketjes van Gemini, dat zonder ophouden aanstond. Hierdoor ging de Gemini capsule met aangekoppelde Agena steeds sneller rondtollen.
De inzittenden zijn:
Neil A.Armstrong, bevelhebber-piloot,
David R.Scott, co-piloot.
geboorte in 1927 te Moskou, van Vladimir Mikhailovich Komarov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 1-1960 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot-gezagvoerder in Woskhod 1 en
bemanning in Soyuz 1.
Verbleef 2,13 dagen in de ruimte.
Eerste officiële dode tijdens ruimtevlucht.
Sterft in de Soyuz 1 crash op 24 april 1967 in Ohreburg Oblast.
geboorte in 1932 te Creston – Iowa, van Ronnie Walter ‘Walt’ Cunningham.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 3-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als LM-piloot in Apollo 7.
Verbleef 10,84 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1971.
geboorte in 1959 te Flint – Michigan, van Michael John ‘Bloomer’ Bloomfield.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 86 en STS 97, en
bevelhebber in STS 110.
Verbleef 32,46 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 13 juli 2007 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1974: de VS militaire satelliet DMSP 5B-F5;
in 1976: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1978: de geheime VS satelliet 1978-029A;
in 1979: de geheime VS satellieten 1979-025A en 1979-025B;
in 1981: de VS militaire waarschuwer DSP 9;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-56 en een fotoverkenner Zenit-6;
in 1984: de SU communicatiesatellieten Ekran 12 en Molniya 1-60;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik en het MIR cargoschip Progress 41;
in 1998: de VS militaire satelliet UFO 8/UFO F-O F8/USA 137.
in de rand:
- In 1962 werd door de Soviet Unie de eerste Kosmos satelliet door een Kosmos 2I 63S1 raket in een baan om de aarde gebracht. Na twee mislukte, was dit de eerste geslaagde lancering.
Kosmos 1 was de technologiesatelliet DS-2 N°1 (ook soms als Sputnik 11 aangeduid), in hoofdzaak bedoeld om elektronische onderdelen te testen. Door de hoge elliptische baan, tot 980 km, waren ook metingen mogelijk van de straling in de Van Allen-gordels.
- Astronaut WalterCunningham zou in Apollo 7 boven Australië, gemeld hebben dat niet herkende voorwerpen nabij hun capsule voorbijvlogen.